Klokkenluider Karel de Werd vecht 35 jaar om recht en kreeg zwijggeld van de bonden wegens boycot van zijn bedrijf

Nationale Ombudsman behandelt de klacht van Karel de Werd tegen het Openbaar Ministerie
Karel de Werd . . . . SDN homepage . . . . Schandpaal

Informateur Donner voor tweede keer politiek verantwoordelijk voor valsheid in rechtspraak

                      Postadres                                                                        Telefoon                                                      Doorkiesnummer

                      Postbus 93122                                            (070) 3 583 563                           (070) 3 583 595 SE/si/mgk

2509 AC Den Haag                                   telefax                                          Datum       

Bezoekadres                                                                   (070) 3 607 572                                               08 JAN. 2003                      

Bezuidenhoutseweg 151                                            E-mail                                                        Ons nummer

2594 AG Den Haag                                       bureau@nationaleombudsman.nl     2002.01724 002

                                                                                                                   Uw brief

                                                                                                                                                         19 en 24 februari 2002

                                                                                                                   Uw kenmerk

De Heer K.H. de Werdntrum B.V.

Postbus 36157                                                                                              Bijlagen

1020 MD Amsterdam

                                                                                                                 Behandelend medemerker

                                                                                                                                                         mw. mr. A.M.P. Verhaag

                                                                                                                   onderwerp

                                                                                                                                                         onderzoek

 

 

Geachte heer De Werd,

 

Hiermee deel ik u mee, dat uw klacht door de Nationale ombudsman in onderzoek is genomen.

De klacht is als volgt geformuleerd voorgelegd aan de Minister van Justitie:

 

Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal zijn veroek om schadevergoeding onjuist heeft afgewezen, alsook deze afwijzing onbegrijpelijk heeft gemotiveerd.

 

Verzoeker klaagt er met name over dat:

- het College heeft aangegeven niet over gegevens te beschikken waaruit blijkt dat een persoon X

  genaamd niet is gedagvaard; dat in de archieven en registratiesystemen van het arrondissmentsparket te

  Amsterdam niets daarover bekend is, subsidiair dat de door verzoeker gestelde schade niet is ontstaan ten

  gevolge van het door verzoeker gestelde nalaten van het openbaar ministerie.

- voorts de motivering over de verjaring van de vordering uit onrechmatige daad jegens de overheid onjuist is,

  omdat verzoeker de verjaring heeft gestuit door meermaals brieven hierover te schrijven.

Tenslotte klaagt verzoeker erover dat een met naam genoemde medewerkster van het College van procureurs-generaal deze beslissiing heeft genomen terwijl zij daartoe niet was gemandateerd

 

Het onderzoek van de Nationale Ombudsman zal in beginsel betrekking hebben op hetgeen in de klachformulering is opgenomen.

 

De Minister van Justitie ontvangt een kopie van deze brief en van de daarbij behorende bijlagen. De Minister is verzocht binnen vier weken op de klacht te reageren. Daarnaast is hem gevraagd in zijn reactie aan te geven of hij de klacht gegrond acht en of hij in dat geval aanleiding heeft gevonden tot enigerlei maatregel of actie.

Tevens is de Minister gevraagd in te gaan op het volgende:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

Ons nummer

2002.07732.003

 

2

 

1.    Heeft het openbaar ministerie te Amsterdam strafvervolging ingesteld tegen de heer G. de Lange zoals

       bevolen door het gerechtshof te Amsterdam op zowel 30 juli 1986 als 31 juli 1986?

2.    Zo ja, hoe luidde de tenlastelegging?

2b.  Graag ontvang ik een afschrift van de stukken behorende bij de strafzaak tegen de heer G. de Lange.

3a   Zo nee, op welke gronden is deze beslissing genomen?

3b.  Indien hierover documenten bestaan, ontvang ik ook hiervan graag de afschriften.

4.   Ten slotte verzoek ik u een afschrift toe te zenden van de relevante voorschriften die het College van

      procureurs-generaal gebruikt ten aanzien van het opstellen en ondertekenen van uitgaande stukken."

 

Zodra de reactie van de Minister is ontvangen, krijgt u nader bericht.

 

Tijdens het onderzoek worden in beginsel - en voor zover van belang voor het verdere onderzoek -

de gegevens die de Nationale OMbudsman van u ontvangt ter kennisnemeing aan de Minister gestuurd, tenzij u, onder opgave van redenen, laat weten daartegen bezwaar te hebben. In dat geval zal de Nationale Ombudsman beslissen of met die bezwaren rekening kan worden gehouden.

In dit verband wil ik u vragen afschriften toe te zenden van de recente door u gevoerde correspondentie inzake deze klacht.

 

Voor de wijze waarop de Nationale Ombudsman een beslissing van het bestuursorgaan tot afwijzing van een aanvraag om schadevergoeding beoordeelt, verwijs ik naar mijn brief van 15 november 2002.

 

Desgewenst kunt u telefonisch contact opnemen met mevrouw mr. A.M.P. Verhaag, medewerkster van het Bureau Nationale ombudsman, die u kan informeren over het verloop van het onderzoek.

 

Ik verzoek u in alle correspondentie met mij het dossiernummer te vermelden; u treft dit nummer rechtsboven in deze brief aan.

 

Met vriendelijke groet en hoogachting,

 

 

 

 

DE NATIONALE OMBUDSMAN,

 

mevrouw mr. S.J.E. Horstink-van Meyenfeldt.

substituut-ombudsman