Leentjebuur spelen bij het Algemeen Ouderen Verbond

Wat weten politici van uitzichtloze armoede en verrijking aan de top ..??

Armoede . . . Kamerzetel 151 . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . AOV

Ook het ministerie van Volksgezondheid heeft de zaken niet in de hand

Door: Wil Verkerk (Tweede Kamerlid)

Meer dan eens nemen grotere politieke partijen, en de fracties die hun ideeën en idealen in de Kamer verwoorden, suggesties of plannen van kleinere Kamerfracties over. Ik vind dat niet zo erg, dat "leentjebuur spelen". Als 't maar eerlijk gebeurt. Soms vind je een "vertaling" of aftrekseltje van een idee in andermans stukken terug. Een voorbeeld. In het overleg met staatssecretaris Erica Terpstra over haar "Integraal Actieprogramma Ouderenbeleid" heb ik maanden geleden gewezen op de noodzaak van een minister voor Ouderenbeleid.

Daarna heb ik najaar '96 in de Algemene Beschouwingen bij de Rijksbegroting voor 1997 een motie ingediend om de mogelijkheid te onderzoeken van een coördinerend staatssecretaris voor ouderenbeleid. Allemaal omdat ik van mening ben dat ouderenzorg maar een deel van een veel groter geheel is. Dat schreeuwt om een minister of minstens een staatssecretaris , die echt als coördinator een beleid opzet voor ouderen, of het nu om de sociale kant gaat, of om de zorgkant, om onderwijs en vorming of AOW. Een echte coördinerend minister is er niet, al zegt mevrouw Terpstra dat zij dat is.

We weten nu - sinds de laatste Thuiszorg-chaos - dat ook het ministerie van Volksgezondheid de zaken niet in de hand heeft. Dat was te verwachten, ook al bij de bespreking van genoemd actieprogramma Ouderenbeleid bleek, dat de staatssecretaris erg gemakkelijk alle mogelijke deeltjes op een hoop gooit en dat thuiszorg of Ouderenbeleid noemt.

Maar goed, het ging om mijn idee voor een minister of staatssecretaris van ouderenbeleid. Op de algemene ledenvergadering, van juni 1996 van het AOV heb ik mijn ideeën daarover uitgebreid toegelicht. Wie schetst mijn vreugde toen de Vakcentrale voor Middelbaar en Hoger Personeel MHP in augustus 1996 ook daarover een mening had. De MHP liet een discussienota het licht zien over de betaalbaarheid van de oudedagsvoorzieningen. En wat bleek: "Een staatssecretaris of in ieder geval een bewindsman die het ouderenbeleid coördineert heeft bij de MHP de voorkeur." Op een verzoek van mij om eens de MHP mening te horen over mijn visie op zo'n ministerschap heeft voorzitter Vroon van de MHP nog niet gereageerd. Dat is een.

Toen kwam het CDA om de hoek kijken, een beetje eenvoudiger, maar toch. "Veteranen hebben een minister nodig." stond op de opiniepagina "Trefpunt" van het Algemeen Dagblad van 21 februari jl. Het was mijn Kamercollega Agnes van Ardenne (CDA) die een pleidooi hield. Zij vindt dat minister Voorhoeve zelf de zorg voor de (oude en jonge) defensieveteranen op zich moet nemen, in plaats van zijn staatssecretaris. Zo groeit langzamerhand, binnen en buiten het parlement, de opvatting dat zorg voor ouderen, bejaarden en veteranen meer is dan zorg. Er moet een beleid komen voor Ouderen (50+ tot 70) en bejaarden (70+). Per slot van rekening maken alleen al de 65+-ers in 2010 bijna 15% van onze bevolking uit. En de 40 - 64 jarigen bijna 36%.

    Willibrord Verkerk fractievoorzitter AOV