Nederland ontbeert een Grondwettelijk Hof als enig land in Europa. Rechterlijke willekeur is dan ook dagelijkse praktijk

Mensenrechten, Grondwet en het Koninkrijksstatuut

Europese Grondwet . . . . . SDN Homepage . . . . Nederlandse Grondwet

Een absoluut NEE vanwege het feit, dat dit Verdrag bepaalt, dat zowel op blz. 217 Art.3 de rechters, advocaten-generaal, griffiers, enz, als ook op blz. 270 Art.11-14 alle ambtenaren van de Unie (en dat zijn ze allemaal van Euro-commissaris tot archiefbediende) zijn vrijgesteld van rechtsvervolging; zij blijven strafrechtelijke immuniteit genieten ook nadat zij hun ambt hebben neergelegd. Dit betekent, dat, als dit Verdrag wordt aangenomen, "grondwettelijk" is vastgelegd, dat deze personen voor het leven boven de Wet zijn gesteld.

MEDE DOOR DONNER EN DONNER-VOORGANGERS IS HET STRUCTUEEL ZWIJGEN TOT STAND GEKOMEN
 

Met deze video’s (en documenten zoals deze bewijzen) is feitelijk bewezen dat de oorzaak van het vanaf 1991 zwijgen hierover door eerst Minister-President Ruud Lubbers (CDA), daarna Wim Kok (PvdA) en Jan Peter Balkenende (CDA) en thans Mark Rutte (VVD), maar ook de Nationale Ombudsman en de koningin, namens deze kabinetschef Felix Rhodius (blz. 40 t/m 43 sollicitatie)(is ook als pedofiel in opspraak), zit in het volgende:

 

1945: Voorzitter mr. dr. Jan Donner (de grootvader van huidig minister Piet Hein Donner van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) van de Centrale Zuiveringsraad besloot dat de economische collaborateurs als Damme (maar ook Philips voerde orders uit voor Duitse organisaties) niet zouden worden vervolgd. Damme sr. is echter in 1949 'geclausuleerd en onvoorwaardelijk' buiten vervolging gesteld. De reden daarvoor luidt volgens Melhuizen als volgt:

 

'In de zaak Werkspoor zijn belangrijke maatschappelijke krachten achter de schermen actief geweest om de rechtsgang te beďnvloeden.' Dat kwam ondermeer omdat Damme sr. een vooraanstaand lid was van het 'wij circuit': Hij was voorzitter van de Stichting van de Arbeid, commissaris van de Nederlandsche Bank en bevriend met de socialistische premier Willem Drees, met de liberale politicus en werkgeversvoorzitter mr. D.U. Stikker en kwam bij prins Bernhard over de vloer. 

 

Bovendien was Werkspoor in de race om voor 200 miljoen gulden aan spoorwegmaterieel aan Argentinië te leveren. In die tijd een mega-order, die zeer van belang werd geacht voor de wederopbouw van ons land. En daarmee had het kabinet Drees een belangrijk argument in handen om Damme sr., zoals zoveel andere vooraanstaande industriëlen, te ontzien. Het land moest weer opgebouwd worden en de industrie, die de oorlog zo goed had doorstaan, was daarbij broodnodig. Meihuizen noemt dat 'opportunisme in dienst van de wederopbouw'

 

Dat de megaorder binnengehaald moest worden blijkt wel uit het feit dat Werkspoor gesanctioneerd 30 miljoen gulden aan steekpenningen mocht betalen aan dictator Juan Peron. Prins Bernhard mocht in 1951 aan Evita Peron het Grootkruis in de Orde van Oranje Nassau uitreiken. Het idee was van diezelfde Stikker, in zijn functie als minister van buitenlandse zaken, onder het motto, 'het kost zo weinig en het geeft zoveel genoegen'. Bovendien had prins Bernhard voor Evita Peron 'een paarlen collier' ter waarde van dertigduizend gulden meegekregen.

 

De overheersende gedachte van de wederopbouw en de noodzaak om het bedrijfsleven niet teveel voor de voeten te lopen heeft tot een stroom aan 'demarches' (beďnvloeding van de rechtsgang) geleid door achtereenvolgende ministers van justitie, die daarbij werden geholpen door bevriende 'captains of industry'. Een centrale figuur in dit spel was mr.dr.J. Donner, president van de Hoge Raad en voorzitter van de Centrale Zuiveringsraad voor het bedrijfsleven (bewijs)


Het voorkeursbeleid van voorzitter mr. dr. Jan Donner ten aanzien van economische collaborateurs had succes: van de 32.000 gevallen van economische collaboratie kwamen er uiteindelijk circa 700 voor de strafrechter. Dat waren de industriëlen met pech, veelal aannemers, de ‘bunkerbouwers’. “Dat waren gewoon patjepeeërs, die hadden hun afkomst niet mee”, zegt Meihuizen cynisch. “Ze hadden zich bovendien schuldig gemaakt aan de meest zichtbare vorm van economische collaboratie: die bunkers kon iedereen zien. Dat gold in veel mindere mate voor het bankwezen. Dat kwam dan ook vrijwel ongeschonden weer uit de strijd.” (bewijs).

1953: André Donner (ARP), zijnde de vader van huidig minister Piet Hein Donner van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties was vanaf 17 april 1950 tot 6 januari 1954 lid van de Staatscommissie Van Schaik die de herziening van de Grondwet van 1953heeft voorbereid. Met deze herziening van de Grondwet heeft artikel 60 van de Grondwet de volgende uitbreiding gekregen: bewijs 1, bewijs 2).

“De rechter treedt niet in beoordeling van de grondwettigheid van overeenkomsten.”

De definitie van “verdrag” met vreemde Mogendheden heeft de Grondwetscommissie 1950 Commissie- Van Eysinga, in het plenaire verslag van 16 september 1950 als volgt vastgelegd: bewijs:

“Zonder op volledigheid aanspraak te maken, laat de Commissie hier volgen een lijstje van de meest bekende benamingen; Traktaat (treaty, traité), Conventie (convention (Engels en Frans) ), Handvest (Charter, charte, covenant, pacte), Statuut, Akte, Slotakte (final act, acte final), Algemene Akte, (general act, acte general), Accoord, (agreement, accord), Schikking (arrangement Engels en Frans)), Verklaring of declaratie (declaration, declaration), Protocol (protocol, protocole), Proces-verbaal (procés-verbal), Overeenkomst, Brief - of notawisseling, Lettres annexes (covering letters), Modus vivendi, Arbitragecompromis, Memorandum d’Accord (Memorandum of Understanding), Memorandum.”


Hiermee zit vanaf 1953 in Nederlandse Grondwet verankerd dat de grondwettigheid van Verdrag, Tractaat (treaty, traité), Conventie (convention (Engels en Frans) ), Handvest (Charter, charte, covenant, pacte), Statuut, Akte, Slotakte (final act, acte final), Algemene Akte, (general act, acte general), Accoord, (agreement, accord), Schikking (arrangement Engels en Frans) ), Verklaring of declaratie (declaration, declaration), Protocol (protocol, protocole), Proces-verbaal (procés-verbal), Overeenkomst, Brief - of notawisseling, Lettres annexes (covering letters), Modus vivendi, Arbitrage-compromis, Memorandum d’Accord (Memorandum of Understanding), Memorandum, etc. met vreemde Mogendheden niet gerechtelijk mag worden getoetst.

 

Omdat de grondwettigheid van een Verdrag, Conventie, Handvest, Convenant, Statuut, Akte, Akkoord, Schikking, Verklaring, Declaratie, Protocol, Proces-verbaal, Overeenkomst, Brief, Nota, Arbitragecompromis, Memorandum, e.d. niet door de rechter mag worden beoordeeld, betekent dat die niet mag worden getoetst aan de Grondwet (art. 94 Grondwet, Ned.), waardoor die binnen Nederland geen geldende wettelijke toepassing hebben. André Donner heeft dat allemaal kunnen doen zonder daarbij ook maar enig risico te lopen. Zijn vader Jan Donner was toen (van 1946 tot 1961) immers president Hoge Raad der Nederlanden.

 

1962: als gevolg van deze Grondwetswijziging, die door toedoen van de vader van Piet Hein Donner tot stand is gekomen, is voor Vice-president Louis Joseph Maria Beel(KVP) en Voorzitter Koningin Juliana van de Raad van State de weg vrijgemaakt om positief advies uit te uitbrengen waarop het kabinet De Quay ((KVP, CHU, ARP (thans:CDA) en VVD)) op 21 april 1962 de Bestrijdingsmiddelenwet van kracht heeft verklaard die geen rekening houdt met:

- de nadelige gevolgen van deze bestrijdingsmiddelen gedurende de gebruiksfase en in de afvalfase;

- en waarbij de niet werkzame chemische stoffen, zijnde onbekende andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen) niet op het etiket behoeven worden vermeld:

in zeer ernstige mate in strijd met de artikelen 1, 21 en 22 van de Grondwet, wat niet meer door een rechter mag worden beoordeeld (bewijs 1, bewijs 2, bewijs 3, bewijs 4 ). 
 

De grootaandeelhouders van Shell/Billiton (waaronder het Koninklijk Huis en de Nederlandse Staat) hebben van deze door de Raad van State en Nederlandse Staat bewust ingebouwde tekortkomingen in de Bestrijdingsmiddelenwet handig gebruik gemaakt om haar hoog problematisch gevaarlijk afval, met daarin zeer hoge concentraties uiterst giftige volledig in water oplosbare kankerverwekkende stoffen arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI), als bestrijdingsmiddel duur te kunnen verkopen in plaats van tegen zeer hoge kosten eeuwig duur te laten opslaan, waartoe zij in ieder geval vanaf 1986 wettelijk verplicht waren (bewijs 1, bewijs 2, bewijs 3, bewijs 4, bewijs 5).

 

Achteraf is men erachter gekomen dat deze met de hulp van André Donner ingebouwde tekortkomingen in de Bestrijdingsmiddelenwet zal leiden tot niet meer te betalen schadeclaims richting Shell/Billiton (en daarmee richting het Koninklijk Huis en de Nederlandse Staat). Dit vanwege het simpele feit dat een “Overeenkomst of “Verdrag” waarvan de grondwettigheid door toedoen van André Donner niet meer door een rechter mag worden beoordeeld geen “Wet is, zoals de Bestrijdingsmiddelenwet.

 

1983: dezelfde André Donner (ARP), zijnde de vader van huidig minister Piet Hein Donner van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties was vanaf 1967 tot 1971 (mede)voorzitter van de Staatscommissie Cals-Donner die de algehele herziening van de Grondwet in 1983 hebben voorbereid. Met deze herziening van de Grondwet is artikel 120 in de algehele herziene Grondwet opgenomen, dat luidt: bewijs:

"De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen.”

 

Door hiervan in 1983 het zelfstandige artikel 120 in deze algehele herziene Grondwet op te nemen met toevoeging van “Wetten” is het schade- en aansprakelijkheidsprobleem vanuit 16,5 miljoen Nederlanders en 500 miljoen Europeanen richting Shell/Billiton (en daarmee richting het Koninklijk Huis en de Nederlandse Staat) vanwege de op 21 april 1962 ingebouwde tekortkomingen in de Bestrijdingsmiddelenwet weggenomen. Daarmee heeft André Donner voor Vice-president  Willem Scholten (CDA) en Voorzitter Koningin Beatrix van de Raad van State de weg vrijgemaakt om positief advies uit te uitbrengen waarop het Kabinet Lubbers I (CDA en VVD) heeft beslist dat bij de toelating van bestrijdingsmiddelen niet meer mag worden getoetst aan de volgende hieronder ingelaste artikelen 1, 21 en 22 van de Grondwet:

 

Artikel 1 Grondwet

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

 

Artikel 21 Grondwet

De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu.

 

Artikel 22 Grondwet

1. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.

2. Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.

3. Zij schept voorwaarden voor maatschappelijke en culturele ontplooiing en voor vrijetijdsbesteding.

 

Daarmee heeft André Donner met de hulp van de Raad van State, de Staat der Nederlanden en de politieke partijen CDA en VVD weten te bewerkstelligen dat bedrijven als Shell/Billiton/Budelco onder de dekmantel van “duurzaamheid” met miljarden euro’s aan overheidssubsidie (belastinggeld) via bestrijdingsmiddelen (waaronder Superwolmanzout-Co) tientallen/honderden miljoenen kilogrammen valselijk geëtiketteerd zeer giftige kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI), zijnde hoogproblematisch gevaarlijk afval van met name Billiton/Shell/Budelco, via geďmpregneerd hout bij de consumenten in huizen en tuinen zijn gedumpt zonder dat daartegen bestuursrechtelijk, civielrechtelijk of strafrechtelijk kan en mag worden opgetreden. André Donner heeft dat in de periode vanaf 1967 tot 1971 weten te bewerkstelligen. Dit met de wetenschap dat dezelfdeAndré Donner in diezelfde periode (vanaf 7 oktober 1958 tot 29 maart 1979) lid was van het Hof van Justitie der Europese Gemeenschappen te Luxemburg betekent dat hij dit ook in die hoedanigheid heeft gedaan, waarmee het Hof van Justitie van de Europese Unie en daarmee het Gerecht door huidig minister Piet Hein Donner (CDA) van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties chantabel is geworden.

 

Van bovengenoemde door burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode in samenspanning met Gebr. van Aarle B.V. gepleegde misdrijven heeft A.M.L. (Ad) van Rooij strafaangifte gedaan bij de officier van justitie mr. G.C.M. Bos van het arrondissementsparket ’s-Hertogenbosch. Betreffende strafaangifte d.d. 28 december 1994, met bijbehorende brief d.d. 16 november 1994 aan de gemeenteraad van Sint-Oedenrode met bijbehorend 3-tal producties aan bijlagen, vindt u bijgevoegd (bewijs ).

 

Op deze gedane strafaangifte d.d. 28 december 1994 heeft verantwoordelijk milieuofficier van justitie mr. G. Bos van het arrondissementsparket ’s-Hertogenbosch onder verantwoordelijkheid van de opvolgende minister Winnie Sorgdrager (D66) van justitie (in Kabinet Kok 1) bij brief d.d. 13 januari 1995 (kenmerk: 1/0010/95) letterlijk het volgende beslist (bewijs):

 

Naar aanleiding van uw aangifte van 28 december 1994 tegen Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sint-Oedenrode en de Gebr. Van Aarle B.V. deel ik u mede dat ik hierin geen aanleiding zie een strafrechtelijk onderzoek in te stellen en wel op oppertuniteitsgronden.

 

De officier van justitie

Mr. G.C.M. Bos


Daarmee heeft de officier van justitie mr. G. Bos met toestemming van verantwoordelijk minister van justitie Winnie Sorgdrager (D66) beslist dat het massaal vergiftigen van de wereldbevolking via o.a. dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle B.V. met het valselijk geëtiketteerde Superwolmanzout-CO van Hickson Garantor Nederland B.V. zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning, in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan buitengebied op sterk verontreinigde grond zonder voorafgaande vereiste sanering, in strijd met de bouwverordening, zonder een daarvoor vereiste Hinderwetvergunning van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode, zonder een daarvoor vereiste Wvo-vergunning van het waterschap De Dommel, zonder een daarvoor vereist extern veiligheidsrapport en rampenbestrijdingsplan (vanwege meer dan 500 kg opslag aan arseenzuur) in strijd met post-Seveso-richtlijn te midden van 12 woningen van derden (op 0 tot 100 meter afstand) in het uiterst kritische Dommeldalgebied van Sint-Oedenrode (Olland) van zodanig groot algemeen belang is dat daartegen niet strafrechtelijk zal worden opgetreden.

 

Op deze wijze heeft Shell/Billiton (vanwege het onder voorzitterschap van voormalig milieuminister Hans Alders tot stand gebrachte "Rio de Janeiro protocol") wereldwijd miljarden kilogrammen valselijk geëtiketteerd volledig in water oplosbare zeer giftige kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI),zijnde hoogproblematisch gevaarlijk afval, via tijdelijke uitlogende producten (geďmpregneerd hout) op een ongecontroleerde wijze in water, bodem en lucht kunnen dumpen, waarvoor voormalig minister van justitie Winnie Sorgdrager (D66) zowel persoonlijk als wel namens de Staat der Nederlanden verantwoordelijk en aansprakelijk is.

 

Voor meer informatie hierover lees bijgevoegd verzoekschrift d.d. 21 juli 2011, aangevuld bij brief d.d. 7 augustus 2011, van Ad van Rooij aan het Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Unie om de Nederlandse Grondwet in overeenstemming te brengen met de Europese Grondwet (Verdrag van Lissabon)

Een absoluut NEE vanwege het feit, dat dit Verdrag bepaalt, dat zowel op blz. 217 Art.3 de rechters, advocaten-generaal, griffiers, enz, als ook op blz. 270 Art.11-14 alle ambtenaren van de Unie (en dat zijn ze allemaal van Euro commissaris tot archiefbediende) zijn vrijgesteld van rechtsvervolging; zij blijven deze strafrechtelijke immuniteit genieten ook nadat zij hun ambt hebben neergelegd. Dit betekent, dat, als dit Verdrag wordt aangenomen, "grondwettelijk" is vastgelegd, dat deze personen voor het leven boven de Wet zijn gesteld.