Henry George en Edward Bellamy waren twee econmen die een basisinkomen voor iedereen bepleitten

Schep een economische orde waarin plaats is voor iedereen

Grondvest Henry George . . . . . SDN <=====> Bellamy . . . . . GB Institute

Grondvest pretendeert actie te voeren voor een rechtvaardige en duurzame samenleving waar plaats is voor iedereen

    Grondvest wenst u gezondheid en vrede
Member of the 'council of Georgist Organisation' - New York

GRONDVEST

Tweede en derdekwartaal 2004: Verbeter de wereld begin bij de fiscus

Inhoud                                                                            pag.
Van de redactie                                                                      1
Wat is er toch met die grond?   door  Wim Sweers                                     2
De fabel van de vos die zich schaamde                                                3
Herstructurering Sociale Zekerheid in Nederland door Bram Snoek                      5
Het verdrag van Lissabon                                                            12
Een mondiaal basisinkomen door  René Heeskens                                       13 


Van de redactie

Het eerste nummer van Grondvest 2005 ligt voor u. Het is al weer maart. De organisatie Grondvest pretendeert actie te voeren voor een rechtvaardige en duurzame samenleving waar plaats is voor iedereen in een economische orde waar je produceert om te leven en niet leeft om te produceren.

De speerpunt in haar acties was en is: hef geen belasting op arbeid maar hef belasting op het gebruik en verbruik van grond (milieu) en gebruik van ruimte.

Grond en ruimte zijn in Nederland zeer schaarse goederen en daardoor gewilde objecten voor speculanten. Om de gemeenschap te beschermen tegen prijsopdrijving van deze goederen verschenen in Grondvest "Geboden voor een rechtvaardig en ecologisch fiscaal systeem" en "Verbeter de wereld en begin bij de fiscus" Anno 2005 is het grondbeleid wederom een heikele aangelegenheid: "Grondprijs explosief gestegen", kopten verschillende kranten, "overheid ontwricht de bouwmarkt" jongstleden vrijdag 4 maart.

In 'Wat is het toch met die grond' gaat Wim Sweers nog eens in op het 'grondprobleem' Zijn onze politieke economen niet in staat het 'grondprobleem' van de economie aan te pakken, zij presteren het wel om lang bevochten sociale rechten af te breken.

Zo durft het CPB te suggereren dat voor het beter functioneren van de economie de AOW moet worden afgeschaft terwijl Grondvest juist pleit voor een 'AOW van de wieg tot het graf' (met de leeftijd meegroeiend onafhankelijk basisinkomen voor iedereen). Het zijn juist de bejaarden met een vast pensioeninkomen, die niet meer sparen, maar wel consumeren, goederen en diensten afnemen, daarmee voor werkgelegenheid zorgen en voorkomen dat de stagnerende economie helemaal wegzakt. Hoe onze politieke economen geïnfecteerd zijn met het concurrentie- en profijtvirus blijkt wel uit het verdrag van Lissabon dat alle sociale verworvenheden in Europa, ook in Nederland de grond in boort.

Zijn alle inspanningen van Grondvest verloren energie ? Of …'er verschijnt een schip aan de horizon' met een lading maatschappij verbeteringen. Grondvest krijgt bijval van de Internationale Vereniging Bellamy. In "Herstructurering Sociale Zekerheid" introduceert de Bellamyaan Bram Snoek zijn "Algemene Wet Inkomensvoorziening". Grondvest vroeg aan Global Basic Income Foundation om een artikeltje over mogelijkheden en betekenis van een wereld basisinkomen: Van René Heeskens leest u "Een mondiaal basisinkomen".

Recent verscheen bij de Papieren Tijger het boek van Jo Versteijnen "Een economie waar iedereen bij wint; een geschiedenis van productiewijzen en een economisch alternatief: het postkapitalisme."

Van de Amerikaan Jeffery Smith verscheen "Cooperative Capitalism; A Blueprint for Peace and Prosperity" (te zien en te bestellen op www.amazon.com .Over de boodschap van beide schrijvers meer in de volgende Grondvest. Ook aan het kiezen voor of tegen de Europese grondwet zal in de volgende Grondvest aandacht worden besteed.


Wat is er toch met die grond?

Van alle tijden is er de strijd om grond en ruimte. Zowel bij mens als dier bestaat de natuurlijke drang tot veroveren en verdedigen van een gebruiksruimte nodig voor leven en voortbestaan. De mens treedt echter buiten deze natuurlijke orde. Machtige individuen verhinderen, dat andere mensen een zekere gebruiksruimte bezetten voor eigen leven en voortbestaan. De machtigen der aarde, economisch, juridisch of militair wenden hun macht aan om eigendomstitels te leggen op gebruiksruimten vele, vele malen meer dan voor eigen leven en voortbestaan nodig is.Hierbij gesteund door de nog steeds geldende oude Romeinse rechtsregel "Res nullius cedit occupanti". Landkolonisatie door particuliere kolonisten, naar ook door corrupte naties en schurkenstaten gaat anno 2005 nog steeds door.

Terwijl het aantal mensen (de gemeenschap) toeneemt, komt de gebruiksruimte in handen van steeds minder mensen. Echter ook de producten van natuur en arbeid te weten kapitaal, informatie en communicatie komen in handen van steeds minder mensen. Terwijl de gemeenschap van nu en van morgen en de natuur van nu en van morgen steeds armer wordt. Dat alles gesteund door een kapitalistisch fiscaal systeem.

Concreet naar de Nederlandse situatie: In de pers verschijnt 'informatie' over grond: "Grondprijs explosief gestegen; overheid ontwricht de bouwmarkt" Hier laat de pers, (infomatieleverancier) de NVB de Nederlandse Vereniging voor ontwikkelaars en Bouwondernemers onbecommentarieerd aan het woord. Deze club die bijna massaal aan prijsopdrijving en speculatie deed geeft de gemeentelijke overheid de schuld van de explosief gestegen grondprijzen. De woordvoerder van de NVB mag dan begrip tonen voor de gemeenten die graag willen verdienen aan de verkoop van grond omdat zij door de rijksoverheid worden uitgeknepen.

De woordvoerder 'vergeet' te vermelden dat de geprivatiseerde woningcorporaties de huurmarkt (de betaalbare sector) verwaarlozen. De woningcorporaties gedragen zich als winstmakende bedrijven die voor de kapitaalkrachtige markt produceren. De grondprijzen zouden onmiddellijk dalen als de onroerend zaakbelasting uitsluitend zou worden geheven over het gronddeel en niet over het gebouwde en dan op een zodanig niveau dat het bezit van grond geen financieel profijt oplevert. Alle grondspeculatie is dan uitgebannen.

Naast een in te voeren Belasting Onttrokken Waarde en af te schaffen Belasting Toegevoegde Waarde (bel.op arbeid) zullen bouwers en boeren weer echt economisch kunnen omgaan met ruimte, natuur, landbouw en landschap. Zal het er echt ooit van komen dat het economie belemmerende en uitbuitende, meer dan 200 jaar oude kapitalistische fiscale systeem naar de prullenbak verdwijnt? Drie centrum-linkse kabinetten na de tweede wereldoorlog hebben geprobeerd wetten tot stand te brengen die grondspeculatie zouden tegengaan. Na drie keer mislukken heeft geen partij meer de moed gehad om de grondkwestie weer aan te kaarten

De fabel van de vos die zich schaamde

Toen 't Rijk der Dieren nog maar pas
Sinds korte tijd geschapen was
Was het een vredig, mooi gebied
En zelfs 'bezit' bestond nog niet
Elk dier had wel een soort domein
Waarin het ongestoord kon zijn,
Omdat het - óm de zoveel passen -
Tegen een boom of struik ging plassen,
Rondom de plek die hij een poos
Als tijdelijk verblijf verkoos,
Waarbij de geur van zijn urine
Voor and'ren als signaal moest dienen:
In dit revier, in dit stuk land,
Zit al een mier of olifant.


Een plaats die zo was gemarkeerd
Werd door elk dier gerespecteerd,
Totdat weer zo'n bezette plek
Vrij kwam door dood of door vertrek,
Waarna hij - met eens anders plas -
Weer spoedig afgebakend was.
(U weet dat dieren - net als toen -
Dat tegenwoordig nóg zo doen).

Maar op een dag sprak Rein de Vos:
"Dit stukje open plek in 't bos
Is, omdat ik er altijd kom -
en plas - voortaan mijn eigendom".
En hij zij tegen het konijn
Dat daar óók altijd kwam: "Verdwijn"
Äls jij hier voortaan rond wil lopen
Moet j'een stuk grond van mij kopen".
't Konijn zei: "Kopen?? Van dat woord
Heb ik van mijn leven niet gehoord"


De vos zei: "Had 'k ook niet verwacht,
Ik heb dat woord zojuist bedacht,
En het betekent, luister goed'
Dat jij mij eerst iets geven moet,
Als jij iets wilt dat ik bezit,
Bij voorbeeld een stuk grond als dit".

"Maar", zei 't konijn, "Dat's een schandaal!
De Aard' is van ons allemáál,
Van de konijnen, vossen, leeuwen,
Gazellen, stieren, meeuwen, spreeuwen,
Van olifanten en van apen,
Die is mét ons , vóór ons geschapen!"

De wijze Raaf, die 't had gehoord,
Nam daarop op zijn beurt het woord,
Hij zei: "Zo is het beste Rein,
Ik ben het eens met het konijn".

De Vos zei daarop diep gekrenkt,
"Het laat mij ijskoud wat jij denkt!
Dat van die schepper klinkt heel lief,
Maar ik ben zélf óók creatief.
En bovendien goed uitgeslapen.

Ik heb een nieuw begrip geschapen:
't Begrip 'Bezit' en dat van 'Koop'.
Enzo verdien 'k een hoop (naar 'k hoop).
De raaf sprak: "Goed. Maar luister jij,
Dan is de lucht voortaan van MIJ,
Omdat ik daarin vliegen moet".

Reinaard de Vos: "Nou, mij goed.
Jij bent heel slim en heel verstandig.
Jij maakt tenminste vlug en handig
Een goed gebruik van mijn idee!
Proficiat! Geluk er mee!"

Personalia en fractielid


"Goed" sprak de Raaf, "dat's dan geregeld.
En hiermee zij dit feit bezegeld.
Daarop heeft hij een blad gepakt
En zei: "Dit blad heet een contract,
Dat woord heb ik juist uitgevonden
En hiermee zijn wij nu gebonden".

De Vos zei: "Mooi je bent een wónder,
Je doet voor mij bepaald niet onder".

De Raaf sprak daarop zonder dralen:
"Hou dan nu op met ademhalen!
Het is mijn lucht, dat weet je toch?
Nou? Waarom adem je dan nog?"
De Vos zei daarop: "Idioot,
Als ik niet adem ga ik dood!"

De Raaf zei daarop heel charmant:
"Ja, IK de lucht en JIJ het land.
Het was tenslotte jóúw idee,
En ik…ik zit er niet zo mee.

De Vos riep daarop heel benauwd:
"Neem me niet kwalijk, ik was fout;
Het is rechtvaardiger misschien
Van ons bezit maar af te zien..".

De Raaf zei vrolijk: "zie je nou?
'Dát is maar wat ik zeggen wou.
Ik ga maar weer eens - Goedendag!"
('t Konijntje kreeg de slappe lach).

MORAAL

Wie zich vandaag, m'n beste vrienden,
Over onteigening op wil winden,
Moet niet doen of hij - diep beledigd -
Een hoogstaand ideaal verdedigt.
Het geld dat wij met grond verdienen,
Stinkt erger nog dan de urine,
Waarmee het primitieve dier
De grenzen trekt van zijn revier.

Alexander Pola T

Pola schreef deze fabel nadat de KVP
Voor de derde keer een Kabinet ten val
bracht, uitsluitend om te voorkomen dat
er een wet zou worden aangenomen die
grondspeculatie trachtte te beperken.
Herstructurering Sociale Zekerheid
in Nederland



De Algemene Wet Inkomensvoorziening

Korte geschiedschrijving
Met name door de vakbonden is er veel sociale wetgeving en zekerheid in Nederland tot stand gebracht. Zo werd het ene probleem na het andere door de jaren heen aangepakt en in wetgeving opgelost. Zo ontstond een lappendeken van wet- en regelgeving die als doel heeft om allen te dienen die dat nodig hebben. Het sluitstuk was de bijstandswet. Hierna kwam nog de VUT en flexwerken en nu staan er weer nieuwe wetten op stapel, twee voor de WAO in plaats van één en nu weer prepensioen en levensloopregeling.

De algemeniseringsgedachte
Om aan de lappendeken een einde te maken en ook aan de onrechtvaardig-heden die er door regelconflicten ontstonden, op uitvoeringsniveau, kwam de gedachte op aan een algemenere wetgeving voor allen. Zo werd ooit de hooggeleerde heer Veldkamp verzocht om een oplossing te bieden, maar die oplossing kwam er niet. Toch is die oplossing er wel, maar dan moet de lappendeken worden losgelaten. Wat is die oplossing?

De oplossing
De oplossing is de Algemene Wet Inkomensvoorziening voor hen die geen eigen inkomen hebben uit arbeid of vermogen, dus de AWI.

Het doel
Het doel van de AWI is door de naam in zichzelf duidelijk en goed, maar wie vallen er onder? In principe allen, net als bij b.v. de AOW of de WWB, dus ook zelfstandigen die niet meer geheel of gedeeltelijk in een eigen inkomen kunnen voorzien.

Verminderde wetgeving
De WWB, de AOW, de WAO, IAOW, ANW en Wajong en wellicht nog meer wetten en regels worden overbodig, omdat het er niet meer toe doet of je oud ziek of werkloos bent. De categoriale aanpak wordt dan dus losgelaten en veralgemeniseerd op grond van de simpele gedachte dat het daar niet om gaat, maar om een geldelijke inkomensvoorziening in euro's.

De vermogenstoets
In de AOW, de WAO, de Wajong en de IAOW zit geen vermogenstoets, in WWB wel, maar in de AWI niet, om een einde te maken aan een groot onrecht. Het gaat hier niet om de gelijkschakeling van alle mensen op grond van hun gelijk geboorterecht, maar ook om een gelijke uitvoering. Het onrechtmatige in de WWB en haar voorgangers was dat iemand legaal belasting en premie betaald had en de rest netjes gespaard had. De overheid had dus haar portie gehad. Meer recht had ze niet, zie daarvoor de uitvoering van de AOW, WAO, IAOW en Wajong, daar komt de overheid niet voor de tweede keer geld halen.

Wet Werk en Bijstand
Met de WWB wordt iemand toch zonder recht zijn gespaarde geld voor de tweede maal wel afhandig gemaakt, dat is een onrechtmatige daad, immers iedereen betaalt toch voor alles maar één keer. Dat hoort ook te gelden voor overheidsdiensten, dus de belastingbetaling. Tegengeworpen wordt dat een miljonair dat dan ook krijgt als hij werkloos wordt. Dat is nu bij de kinderbijslag en de AOW ook zo, dus wat zou dat enenzijds, anderzijds kan de miljonair b.v. door dividend/rente-opbrengst in eigen inkomsten voorzien, dus dat doet er niet toe. Dat is dus geen grond om de vermogenstoets te handhaven.

De vlucht
De vlucht voor dit probleem was om iedereen massaal af te keuren en ziek of gek te laten zijn tot z'n AOW. Op de eerste AOW-dag zijn ze dan op papier weer gezond. Zo ontstond het WAO probleem als vlucht voor de vermogenstoets in de toenmalige bijstandswet. Dat is nu nog zo, met dat verschil dat het haast onmogelijk is gemaakt om nog in de WAO te komen. Dat was de verkeerde oplossing. De goede oplossing is de onrechtmatige vermogenstoets uit de WWB, als voorlopige voorziening in de richting van de AWI.

De kantonrechterprocedure bij ontslag
Het is zo dat iemand die ontslagen wordt een maand geld meekrijgt voor ieder jaar dat hij/zij gewerkt heeft. Dat klinkt mooi, maar het gaat over niets. Immers je komt toch wel op tijd in de WWB om via de vermogenstoets te zien dat je alles wordt afgenomen wat de rechter je heeft toegekend. Eerst krijgt de belastingdienst het grootste portie, maar later komt de overheid nog een keer via de sociale diensten en de vermogenstoets om ook de rest afhandig te maken. Daar ben je met de AWI van af. Terecht, want er is maar één Nederlandse staat en niet net zoveel Nederlandse staten als er sociale diensten zijn e.d..

De relatie tussen de vermogenstoets en de levensloopregeling
Het heeft geen zin om b.v. 12% te sparen voor de levensloopregeling, want alle spaartegoeden worden door de sociale diensten afgenomen middels de vermogenstoets. Immers daartoe wordt je tegenwoordig, dat is al ruim dertig jaren zo, op tijd werkloos om je alles afgenomen te zien worden. Werken voor later heeft dus geen enkele zin.

Angst voor de toekomst
Een bijkomend voordeel van de AWI is dat er geen uitkeringsangst meer is om weer aan het werk te gaan. Men wil nu wel gaan werken, maar wat overkomt je dan als je weer werkloos wordt, immers die zekerheid heb je altijd tegenwoordig, als je geen vaste baan als ambtenaar hebt.

De redding van de levensloopregeling/de finale conclusie
De enige redding van de levensloopregeling is, en dat is de finale conclusie, om op hetzelfde moment dat de levensloopregeling van kracht moet worden, om dan ook de vermogenstoets uit de WWB te halen. Dit is dan ook tegelijk de eerste aanloop naar de AWI, immers het grote probleem is dan verdwenen om de AWI tot wet te maken.

De Algemene Nabestaanden Wet, ANW
Door de vermogenstoets in de WWB en voorgaande bijstandswetten was en is het zo dat als b.v. een echtgenoot overlijdt en de vrouw achterblijft, maar te jong is voor ANW, zij in de bijstand komt met de vermogenstoets. Zij wordt dan dus aangepakt op haar eerlijk gespaarde vermogen omdat haar man is overleden. Een groter onrecht is moeilijk uit te vinden. Dit onrecht is niet te verdedigen. Met het afschaffen van de vermogenstoets zijn we daar vanaf en in de AWI ook. In de praktijk gaat het nu zo dat er volgens de WWB geen beslag mag worden gelegd op haar eigen huis b.v. zolang als de uitkering van kracht is, dus gebeurt dat op haar 65ste verjaardag, want dan heeft ze immers AOW. Van dat verhaal zijn we dan ook af.

Wajong
Met de AWI is ook de Wajong overbodig geworden Een van de geboorte af invalide hoeft niet meer bang te zijn, voor de vermogenstoets, omdat hij/zij ook niet weet wat er dan boven het hoofd hangt en dus voor de zekerheid maar niets blijft doen en zichzelf zo uit vermogenstoetsangst en angst voor de sociale recherche maar liever buiten beeld houdt.

Studiefinanciering
Studiefinanciering als overbruggingsregeling om tijdens de studie te kunnen leven is overbodig in de AWI en kan worden geschrapt. Dat levert weer een besparing op in de uitvoering en bevordert de kenniseconomie, immers er kan nu echt gestudeerd worden. De toe-eigening van hogere kennis is dan weer algemeen toegankelijk geworden. Dit is een zwaarwegend punt in een land dat zichzelf graag profileert als kenniseconomie en dat ook inderdaad nodig heeft.

Ontwikkelingssamenwerking
Omdat wij met de AWI meer eigen jonge mensen zullen opleiden is de AWI ook goed voor met name ontwikkelingslanden die eerst met veel moeite en kosten hun eigen jonge mensen hoog opleiden om ze dan te zien vertrekken naar het buitenland, Nederland b.v.. Juist die landen hebben die kennis zelf nodig, daar horen we dus niet aan mee te doen. Wij bestrijden door deze praktijk ook onze eigen ontwikkelingssamenwerking door enerzijds aan hun ontwikkeling bij te dragen om dan anderzijds hun knappe koppen, die nodig zijn voor de ontwikkeling van die landen, af te pikken. Met de AWI hebben wij dat niet meer nodig, omdat er meer studenten komen in ons land voor onze kennis economie.

De toeslagenwet overbodig
Doordat ieder z'n eigen AWI-inkomen heeft dat niet meer gerelateerd is aan een ander, de oudste echtgenoot in de AOW b.v. is automatisch de toeslagenwet overbodig geworden. Dat geldt ook voor b.v. WAO-ers met slechts één inkomen beneden het huidige minimum inkomen. Die aanvulling vervalt dan dus ook. Dat is een versimpeling van de uitvoering die weer tot kostenbesparing leidt.

De voetoverheveling van de belastingdienst
De voetoverheveling is net als de toeslagenwet een armoede-compensatieregeling. Ook de voetoverheveling is net als de toeslagenwet overbodig bij de AWI, de AWI compenseert immers automatisch.

Sociale recherche
De sociale recherche is overbodig geworden. Dat kost dus ook niets meer. Moeders wier kind 18 wordt en dus de eigen broek op moeten houden verliezen nu door hun statusverandering als eenoudergezin met kind een deel van hun toch al kleine inkomen en worden nu voordeurdeler met hun kind. Dat doet er niet meer toe en dus is de controle die wellicht veel meer kost dan ze oplevert overbodig. Het kind is ook niet best af, want dat wordt uit het ziekenfonds gegooid, het betaalt immers niet en is onverzekerd. Het blijft bij moeders, maar met nog minder geld.

De sociale recherche heeft het druk met controleren. De oplossing is je eigen kind de deur uit schoppen als het 18 wordt en dan maar ongewild een flatje met lange gordijnen met cactussen ervoor en een extra bijstanduitkering op dat adres of studiefinanciering om het ziekenfonds te kunnen betalen. En de sociale recherche dat alles maar handhaven tegen de mensenrechten in. Dit alles is voor de ruimtelijke ordening ook een belasting in de vorm van overbodig ruimtebeslag van flatjes die eigenlijk ongebruikt zijn maar ingericht tegen de sociale recherche.

Zwervers
Omdat het onderdak brengen van zwervenden relatief duur is enerzijds, maar de overbodige en eigenlijk onnutte flats weer leeg komen te staan anderzijds, komt er plek vrij voor zwervenden terwijl er nog kan worden bezuinigd ook in de AWI.

Huursubsidie
Omdat er minder woningen gebruikt behoeven te worden in de AWI zijn er ook minder nodig. Dat betekent dus een vermindering van de vraag aan de onderkant van de woning markt en dus ook minder huursubsidie.

De Grondwet en de EU-verdragen
In ons land is het gebruikelijk om je stilzwijgend niets aan te trekken van de grondwet, want die is immers vooral lastig voor je eigen gedachten. Negeren dus. Maar dat kan niet langer zo, we horen onze eigen grondwet te respecteren, dat is een zaak van democratische ethiek. Wat zegt de grondwet? "Het verdrag staat boven de landswet". Daarom moet een verdrag ook parlementair worden goedgekeurd. Het verdrag van Rome van 1958 en haar rechtsopvolgers staat dus boven onze landswetten.
Het verdrag zegt dat inwoners van het verdragsgebied vrij mogen wonen in het verdragsgebied waar zij willen, maar niet op de kassen van het gastland. Dit laatste is mijn punt. Een Duitser b.v. mag dus wel in ons land wonen, maar niet op onze kosten. Hij is een Duitser en hij blijft het. Van ons hoort dit EU-lid dus nu geen uitkering, huursubsidie, toeslagenwet enz. te krijgen en de AWI ook niet.
Andersom geldt dit trouwens ook, dus Nederlanders in Spanje zorgen voor hun eigen inkomen, maar Spanje als gastland niet. Het gaf dus geen pas om maar verblijfsvergunningen, paspoorten en Nederlanderschappen uit te delen, die zijn dus allemaal onrechtmatig verkregen volgens het verdrag, maar het gebeurde wel. Dat leidde dan tot het subsidiëren van terrorisme via de bijstandsuitkering. Zo moet het dus niet langer, intrekken die uitkeringen en paspoorten en verhuizen naar een niet EU-lid, dat is wat het verdrag wil en dat geldt ook voor onze EU-partners.

De aanpak
Worden de onterecht verkregen paspoorten en uitkeringen ingenomen dan kan men in beroep gaan en dan moet de persoon in beroep aantonen dat hij/zij een rijksgenoot is of een erkende vluchteling of hier mag blijven als EU-lid, of oudere rechten heeft door afstamming dan het EU-verdrag, oude joodse of Chinese families en Molukkers b.v.. Zo niet dan houdt het hier op. Geboorterecht kan dus niet ontleend worden aan een onterecht verkregen paspoort.

De vluchtelingenkwestie
Als gevolg van de hierboven net genoemde grondfout zit Europa en ook Nederland nu vol, eventueel te vol. Als gevolg hiervan worden we steeds strenger aan de poort. Dat is op zich goed, maar al te streng leidt ook tot onrecht. Europa hoort ook een toevluchtsoord voor de goeden te zijn en niet voor gevluchte oorlogsmisdadigers uit Afghanistan of voormalig Yoegoeslavië, immers dan belonen we hun misdaden ook nog. Europa is nu geen vluchthaven voor de goeden meer, omdat we vol zitten met de verkeerden.

De oplossing
Alleen een levensloopregeling als de vermogenstoets, op hetzelfde moment, uit de WWB gaat. Het tot stand brengen van de AWI op korte termijn. Dit is het idee van Bram Snoek dat de vakbonden moeten eisen, niet alleen voor nu op de korte termijn, maar ook als toekomstvisie tot behoud van de sociale zekerheid op de lange termijn. Ook de regering krijgt zo haar zin met de levensloopregeling e.d. en de werkgevers krijgen een flexibeler arbeidsmarkt, want ook de ontslagbescherming kan nu afgezwakt of zelfs afgeschaft worden, je raakt immers niet meer alles kwijt en een ander kan ook makkelijker aan de slag.
Het slagveld overziende lijkt het dat de AWI netto per maand, en daar draait het om, gelijk gesteld kan worden met de AOW van nu. Let wel de netto-inkomensvoorziening, want ook de premies kunnen nu omlaag, door de bezuiniging op de uitvoeringskosten, en zo wordt het brutoloon dat de werkgevers betalen lager, hetgeen weer goed is voor onze internationale concurrentiepositie.
Die financiële gelijkstelling heeft tot gevolg dat de armoede onder de minima direct bestreden wordt en dat is weer goed voor met name de locale economieën en dat is weer een impuls voor de locale werkgelegenheid. Ook wordt zo de nationale economie als gevolg van die sterkere locale economieën stabieler en dus minder beïnvloedbaar van buitenaf.

De volgende ronden
In bovenstaande AWI-oplossing gaan we uit van het simpele feit dat het om netto euro's gaat om van te leven en dat al die euro's gelijk zijn. In de supermarkt b.v. wordt ook niet gevraagd of het een AWI- of een werknemerseuro e.d. is, als het er maar een is.
Ontstaat de maatschappelijke wens tot verdere algemenisering in de inkomenssfeer dan is de eerste logische stap om hen die hun inkomen ontvangen van uiteindelijk dezelfde overheid als de AWI-ontvangers, de ambtenaren dus, ook onder te brengen in de AWI. Zij ontvangen dan dus hun inkomen in twee porties, te weten eerst de AWI en dan het surplus. Technisch is dat zondermeer mogelijk en budgettair neutraal.
Daarna kan dit ook gaan gelden voor hen met en ander inkomen, uit betaalde arbeid, immers bij de ambtenaren is het ook al zo. De werknemers in de CAO-sectoren zijn dan de volgenden die hiervoor in aanmerking komen. Zij kunnen ook voor de overheid budgettair neutraal onder de AWI worden gebracht. Het is dan en broekzak/vestzakoplossing, te weten het bedrijf stort het AWI- bedrag voor de werknemer op de rekening van de overheid en die stort het dan op de rekening van de werknemer. Het surplus betaalt de werkgever direct uit aan de werknemer. De werknemer ziet dan ook in alle transparantie waar hij/zij voor werkt, te weten, het verschil.
Bij deeltijd en dus ook onvolledig loon gebeurt hetzelfde. De werkgever stort eerst het deel van de AWI op de rekening van de overheid. Is dat deel te weinig, dan vult de overheid dat aan volgens de AWI. De werkgever betaalt dan dus niets extra aan de werknemer. De computers regelen het wel.

Vervolg
Na Nederland kan de rest van Europa volgen, met de EU voorop, zodat de EU en de rest van Europa ook een sociale eenheid gaan vormen en daarna de rest van de wereld. Zo wordt er ook een goede bijdrage geleverd aan de oplossing van het wereldarmoedeprobleem. Dan blijkt Nederland weer het gidsland te zijn, waarbij duidelijk is dat de gids weet waar het heen gaat, hetgeen nu niet het geval is. We zagen hier dus ombouw- en opvangmogelijkheden die een eventuele grote omwenteling wat minder schoksgewijs mogelijk en dus ook makkelijker maakt, ten voordele van hele bevolkingen.

Het verdrag van Lissabon. Wat houdt dat verdrag in?

Bram Snoek

De arbeidsvoorwaarden in de EU-landen moeten zakken onder die van de V.S.
De productiviteit per arbeider moet stijgen boven die van de V.S., o.a. door verlenging van werktijd en minder vrije dagen.
De kosten voor de sociale zekerheid in de EU-landen moeten lager worden dan in de V.S.
Wat is de realiteitswaarde ervan?
De realiteitswaarde zal veel lager zijn dan het leek in de ogen van de politici die dit verdrag sloten, omdat ze geen rekening hebben willen houden met de sociale gevolgen Europawijd.
Wat zijn de sociale gevolgen in Europa?

Dat de arbeidsvoorwaarden moeten zakken is begrijpelijk, maar ook dom. Het volk dat werkt wordt steeds ontevredener, hetgeen een voedingsbodem wordt voor sociale onrust bij de betaald werkenden. Als de productiviteit stijgt komt dat door meer Lissabonuitbuiting, hetgeen de mensen niet meer zullen pikken. Die tijd is voorbij en ook dat zal leiden tot sociale onrust. De een werkt zich dood en de ander verveelt zich dood.

De kosten zullen zeker niet dalen maar stijgen, omdat door de bovengenoemde twee standpunten er meer werklozen zullen komen. Als je die lekker goedkoop aan hun lot overlaat dan ontstaat er weer sociale onrust. Er ontstaat onrust en opstanden en burgeroorlog van allen tegen allen, waardoor de gehele economie in elkaar stort. Er ontstaat een grote revolutie zonder einddoel. Europa zal wegzakken in de chaos. Hoe moeten die gevolgen voorkomen worden?
Die moet je voorkomen door het werkende deel van het volk niet steeds harder te laten werken en steeds armer te maken, maar door de arbeid sociaal her te verdelen en de armen juist meer koopkracht te geven.
Wat is het alternatief?
Het alternatief moet zijn om de wereldeconomie te herzien en sociaal om te bouwen, zodat de armen steeds rijker worden en zo de motoren van de wereldeconomie worden. Dat kan ook al plaatselijk beginnen door de lasten van de armen te verminderen, dat levert ze meer koopkracht op die weer in de plaatselijke economieën vloeit. Je moet het geld halen waar het zit, op een andere manier kom je er niet aan, zo simpel is dat. Van kale kippen kun je niet plukken en doe je dat toch dan heb je heel veel werk dat niets oplevert. Dat is wat er nu gebeurt met een groeiende sociale onrust tot gevolg. Een goede maatregel is om het wereldhandelsakkoord overboord te gooien. Dat soort logica maakt alle volken armer waardoor ze steeds minder kopen en de economie wetmatig om zeep helpen. De armen kunnen immers niet anders


Een mondiaal basisinkomen

door René Heeskens

Mij is gevraagd een artikel te schrijven om de Global Basic Income Foundation te introduceren en de doelstellingen en ideeën waar deze stichting voor staat uit te leggen. De GBI Foundation is in 2000 opgericht. Op de onlangs gereed gekomen website - www.globalincome.org - is uitgebreide informatie te vinden over het idee van een mondiaal basisinkomen en over de stichting zelf.

Zoals de naam aangeeft streeft de GBI Foundation een mondiaal basisinkomen na. Voor alle duidelijkheid: het doel van de stichting is niet een nationaal basisinkomen in alle landen, maar een basisinkomen voor iedere wereldburger dat via een internationaal systeem gefinancierd en gedistribueerd wordt, bij voorkeur onder de vlag van de Verenigde Naties.

Wellicht komt nu bij velen van u de vraag op: is het bepleiten van een mondiaal basisinkomen niet een brug te ver? Kunnen we er niet beter eerst voor zorgen dat in Nederland en andere landen een nationaal basisinkomen wordt ingevoerd?

Het idee van een mondiaal basisinkomen is niet nieuw. In Nederland heeft wijlen Pieter Kooistra er twintig jaar lang voor geijverd. Het is ook bij de door hem opgerichte Stichting UNO-inkomen, dat ik voor het eerst met het idee in aanraking kwam. Ik heb enkele jaren bij de Stichting UNO-inkomen gewerkt. Het UNO-plan van Pieter Kooistra omvat nog veel meer dan alleen een mondiaal basisinkomen, bijvoorbeeld een 'supplementaire economie' en 'sociocratische' besluitvorming. Omdat het UNO-plan naar mijn smaak teveel een toekomstblauwdruk probeerde te geven en ik sommige delen van het plan niet goed doordacht vond, heb ik uiteindelijk besloten een eigen stichting op te richten, die zich meer concentreert op het idee van een wereldbasisinkomen en dit op een wat andere wijze nastreeft. Ik hecht er echter aan te zeggen dat dit in goede harmonie met de Stichting UNO-inkomen is gebeurd.

Er zijn ook nog anderen die pleiten voor een mondiaal basisinkomen. De meest actieve voorvechter die ik ken is de Belgische journalist, documentairemaker en schrijver Dirk Barrez. Hij pleit al vele jaren in zijn boeken en artikelen voor een wereldbasisinkomen.

Terug naar de eerder gestelde vraag: waarom een mondiaal basisinkomen nastreven, in plaats van eerst te ijveren voor invoering van een nationaal basisinkomen? Laat ik allereerst zeggen dat de GBI Foundation ook ieder streven naar een nationaal basisinkomen onderschrijft. Het gaat dus niet om invoering van een mondiaal basisinkomen in plaats van een nationaal basisinkomen. Het is niet reëel te verwachten dat binnen afzienbare tijd een zodanig mondiaal basisinkomen ingevoerd zal worden, dat een nationaal basisinkomen overbodig wordt.

Toch zijn er gegronde redenen om nu al te pleiten voor een mondiaal basisinkomen. Voordat ik die geef wil ik graag eerst ingaan op de redenen voor een basisinkomen in het algemeen. In dit blad zijn al vaker de "tien argumenten" voor een basisinkomen genoemd. Ik ga ervan uit dat die bij u bekend zijn. Dezelfde argumenten staan in een wat andere ordening en formulering ook op de website van de GBI Foundation. Voor mij gaat bij een basisinkomen vooral om twee, of drie, waarden: (1) het garanderen van het recht van ieder mens op (menswaardig) leven; (2) vrijheid en democratie. Bij dit laatste gaat het erom dat mensen vrij moeten kunnen kiezen welk werk ze willen doen en om de overtuiging, dat daarmee niet alleen zijzelf individueel maar ook de samenleving beter af is dan met het huidige dwangsysteem. Een basisinkomen heeft verder nog praktische voordelen, zoals de eenvoud van het systeem. Vaak gaan discussies over een basisinkomen vooral over de kosten en de effecten op werkloosheid. Dat zijn ook belangrijke zaken, maar in de kern gaat het voor mij bij een basisinkomen om leven en vrijheid voor ieder mens.

Er kan echter nog een derde waarde worden toegevoegd, uitgaande van de gedachte dat alle mensen erfgenamen zijn van al wat de natuur om niet aan ons geeft. Ieder mens heeft recht op een gelijk deel daarvan. Op basis van dit idee ligt het voor de hand ervoor te pleiten een basisinkomen te financieren uit belastingen op het gebruik van grond, grondstoffen en ander natuurgebruik. Het idee dat al wat wij 'om niet' ontvangen (niet door eigen individuele inspanningen) aan ieder mens gelijkelijk toebehoort, kan worden uitgebreid door ieder mens ook een recht op een gelijk deel te geven van alles wat onze voorouders ons hebben nagelaten. Voor vrijwel alles wat we tegenwoordig produceren, maken we gebruik van de kennis die in de loop der eeuwen door de mensheid is vergaard. Omdat ieder 'kind van de mensheid' recht heeft op een deel van deze erfenis, is het ook gerechtvaardigd ervoor te pleiten dat een basisinkomen (mede) gefinancierd wordt door een belasting op alle productie.

We kunnen het idee dat waarde iets is dat individueel wordt geproduceerd en dat recht geeft op een hoger of lager individueel inkomen, al naar gelang de individuele prestatie, nog verder ter discussie stellen door te betogen - zoals o.a. Edward Bellamy op aansprekende wijze heeft gedaan - dat waarde veeleer iets is dat collectief, door gezamenlijke inspanningen van mensen wordt geproduceerd. Voor nu wil ik volstaan met te constateren, dat er meer dan voldoende redenen zijn om een onvoorwaardelijk basisinkomen voor ieder mens te bepleiten, en dat financiering van zo'n basisinkomen door heffingen op natuurgebruik of heffingen op alle productie gerechtvaardigd is. Heffingen op natuurlijke hulpbronnen hebben het bijkomende voordeel van een spaarzamer gebruik van deze hulpbronnen.

Als overgang tot het pleidooi voor een mondiaal basisinkomen wil ik de argumenten voor een basisinkomen nog kernachtiger herformuleren. De drie genoemde waarden in het voorafgaande - (1) de waarde en waardigheid van ieder individueel mensenleven, (2) vrijheid en democratie, (3) solidariteit in het delen van het gezamenlijke erfgoed en de gezamenlijke arbeid van de mensheid - berusten alle op de basiswaarde van liefde voor de medemens. Zonder naastenliefde zou het ons om het even zijn dat andere mensen van de honger omkomen, dat mensen gedwongen worden werk te doen dat niet bij hen past of dat zwaar en onderbetaald is, en dat het erfgoed van de mensheid niet eerlijk wordt verdeeld. Het is vanwege naastenliefde dat wij ieder mens een menswaardig leven, vrijheid en welvaren gunnen en dat we zoeken naar een systeem dat deze drie waarden het best voor ieder mens garandeert.

Deze universaliteit, dit erkennen van de waarde van ieder mens leidt voor mij vanzelfsprekend tot een pleidooi voor een mondiaal basisinkomen. Ik zou blij zijn als er in Nederland een nationaal basisinkomen ingevoerd zou worden. Ik ondervind zelf aan den lijve de gevolgen van het ontbreken van een basisinkomen, omdat ik op het moment geen betaald werk heb en geconfronteerd wordt met sollicitatiedwang en armoedeval. Toch is er iets wat voor mij politiek en menselijk gezien veel meer prioriteit heeft, namelijk het lot van medemensen elders in de wereld die werkelijk ernstig lijden en zelfs sterven door armoede. Vooral het lot van kinderen grijpt me aan.

Al vanaf jonge leeftijd verbaas ik me erover, dat er in deze wereld elk jaar miljoenen kinderen aan ondervoeding sterven, terwijl tegelijkertijd zoveel mensen in overvloed leven en we over zoveel kennis en kunde beschikken. Ik ben er altijd van overtuigd geweest, en dat ben ik nog steeds, dat ernstige armoede en hongersnood snel uitgebannen kunnen worden als we het met zijn allen willen. Veel andere problemen ervaar ik als triviaal, zolang aan deze misstand geen einde is gekomen. Verder geloof ik dat de oplossing van andere mondiale problemen, zoals grensoverschrijdende milieuvervuiling en het zich almaar uitbreidende 'terroristische' geweld, weinig kans van slagen heeft zolang we te weinig doen aan armoede, honger en de steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk. Door deze kloof zijn de belangen en prioriteiten van landen en mensen te verschillend om mondiale problemen effectief gezamenlijk te kunnen oplossen.

Om deze redenen - medemenselijkheid die geen grenzen (er)kent en de noodzaak van het overbruggen van de kloof tussen arm en rijk - geloof ik dat het nodig is nu al te streven naar een mondiaal basisinkomen en niet te wachten tot eerst een nationaal basisinkomen is ingevoerd in Nederland en andere landen. Aan het feit dat 1,1 miljard mensen in extreme armoede leven (met minder dan 1 dollar per dag te besteden) en dat ruim 800 miljoen mensen chronisch ondervoed zijn, moet zo snel mogelijk een einde komen.

Een mondiaal basisinkomen dat hoog genoeg is om van te leven in alle landen is het lange termijn ideaal, maar het streven van de GBI Foundation is er allereerst op gericht de meest extreme armoede en hongersnood uit te bannen. Dit kan worden bereikt door met een klein basisinkomen te beginnen en dit geleidelijk te verhogen. Een gegarandeerd, onvoorwaardelijk inkomen van 1 dollar per dag zou al een wereld van verschil maken. Het inkomen van de 1,1 miljard armste mensen zou daarmee minimaal verdubbelen. Hoe armer, des te groter het effect. De armen die nu slechts 0,5 dollar per dag te besteden hebben, zouden bijvoorbeeld door een mondiaal basisinkomen van 1 dollar per dag hun inkomen zelfs zien verdriedubbelen. Voor ons is één dollar per dag weinig, maar voor veel mensen in andere landen niet.

Naast het feit dat een klein basisinkomen voor het uitbannen van de ergste armoede en hongersnood al een groot verschil zou uitmaken, zou invoering van een mondiaal basisinkomen een verklaring van menselijke solidariteit zijn. Het zou een uitdrukking zijn van het besef dat we met één mensheid op één aarde leven. Naast overbruggen van de feitelijke kloof tussen arm en rijk, is zo'n bewustzijn nodig voor het oplossen van mondiale problemen. Ook als ik uitga van de aanname dat invoering van een mondiaal basisinkomen op korte termijn onwaarschijnlijk is, vind ik daarom nog het bepleiten van een mondiaal basisinkomen zinvol. Het is belangrijk het vaak nog vanzelfsprekende 'nationalistische' denken ter discussie te stellen.

Overigens, maar dat terzijde, meen ik dat we niet al te realistisch moeten zijn bij het nastreven van idealen, omdat er dan nooit echt iets verandert of omdat de veranderingen dan - in het licht van de huidige mondiale problemen - te langzaam zullen gaan. Om het nog anders te formuleren: degenen die de huidige realiteit te zeer als gegeven nemen zijn onrealistisch als zij geloven dat de problemen waarvoor we staan opgelost kunnen worden zonder vergaande veranderingen.

Er is nog een reden om nu al te pleiten voor een mondiaal basisinkomen en niet te wachten op invoering van een nationaal basisinkomen: de internationale concurrentiestrijd. Door deze concurrentiestrijd willen landen de kosten voor bedrijven zo laag mogelijk houden. Daarom verlagen zij de belastingen steeds meer. Hiervoor zijn vervolgens steeds weer nieuwe bezuinigingen nodig, onder meer op sociale zekerheid. Voor sociale zekerheid geldt hetzelfde als voor milieubeleid: geen land wil te ver op andere landen vooruit lopen met strenge milieuregels, uit angst dat bedrijven er dan de voorkeur aan geven in andere landen te investeren. Vergaande milieumaatregelen, zoals CO2-reducties, zijn daarom vaak alleen nog mogelijk door middel van internationale verdragen. Ook als het om sociale regels en kosten gaat vergelijken landen zich met elkaar. Ik denk dat er best veel politici zijn die de voordelen zien van een basisinkomen. Toch zal uiteindelijk maar een klein deel van hen ervoor kiezen, uit angst dat de kosten te hoog zijn en dat afschaffing van sollicitatieplicht bedrijven zal afschrikken.

Misschien heeft om deze reden invoering van een mondiaal basisinkomen meer kans dan invoering van een nationaal basisinkomen. Geen land hoeft te vrezen voor een verslechtering van zijn investeringklimaat in vergelijking met andere landen, als alle landen gezamenlijk tot invoering besluiten. Natuurlijk hangen de concrete gevolgen voor ieder land mede af van de wijze van financiering, maar als de wil en wijsheid er is moeten landen daarover goede afspraken met elkaar kunnen maken.

Natuurlijk zijn er ook genoeg redenen op grond waarvan gesteld kan worden dat de vooruitzichten voor invoering van een mondiaal basisinkomen niet zo gunstig zijn en dat de kansen op een nationaal basisinkomen in bijvoorbeeld Nederland groter zijn. Het ging mij er nu slechts om alle argumenten te geven die ervoor pleiten niet te wachten met het streven naar een wereldwijd basisinkomen totdat in de meeste landen een nationaal basisinkomen is ingevoerd. Het beste is het natuurlijk voor beide te pleiten en elkaar waar mogelijk te ondersteunen.

Dit betoog laat nog vele vragen over een mondiaal basisinkomen onbeantwoord. Op de website van de GBI Foundation zijn de argumenten voor een mondiaal basisinkomen op een rij gezet en worden veelgestelde vragen beantwoord. De website is in het Engels. Voor wie dat een probleem is en iedereen die verdere vragen heeft of wil reageren nodig ik uit te schrijven naar de GBI Foundation, bij voorkeur per e-mail naar info@globalincome.org.

René Heeskens (directeur GBI Foundation)

GBI Foundation
info@globalincome.org
www.globalincome.org
Muntweg 97
6532 TH Nijmegen
024-3504959