Verzoekschrift aan vice-president van de Raad van Staten mr. H.D. Tjeenk Willink om
handhaving van ambtelijke genegeerde wetgeving en het Pikmeerarrest te laten aanpassen


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

't Achterom 9a
5491 XD
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386



Vice-president van de Raad van State,
mr. H.D. Tjeenk Willink
Postbus 20019
2500 EA 's-Gravenhage

Aantekenen met ontvangstbevestiging

Sint Oedenrode, 3 maart 2001.

Betreft:
    Verzoek om op grond van artikel 2, vierde streepje, en artikel 11, tweede streepje, van het Verdrag betreffende de Europese Unie te besluiten tot: - het onmiddellijk intrekken van uw advies om ambtenaren in de centrale overheid en bewindslieden strafrechtelijk immuun te verklaren.

Ons kenmerk: RvS/03031/VZ


Hoogedelgestrenge heer,

Het gaat hier om een ernstige overtreding van artikel 2, vierde streepje, en artikel 11, tweede streepje, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Bijgevoegd vindt u het artikel "Hoge Raad dekt grootschalige milieuvervuiling" uit het Katholiek Nieuwsblad van 2 maart 2001 (bijlage) (2 pagina's, A3).

Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. De inhoud is gebaseerd op de volgende feiten:

  1. De Hoge Raad heeft bij Pikmeerarresten I en II (1996 en '98) de ambtenaren van de centrale overheid en de bewindslieden strafrechtelijk immuun verklaard. Strafrechtelijke immuniteit is een uitnodiging tot criminaliteit, hetgeen door sommige ministers tot het ongelooflijke toe wordt uitgebuit.

  2. Op 12 november 1999 heeft het ministerie van Justitie een persbericht laten uitgaan waarin het kabinet op advies van de Raad van State de centrale overheid definitief immuun verklaarde.

  3. Een in het verleden door de minister van VROM afgesloten convenant met de houtimpregneerbranche (VHN) heeft ertoe geleid dat de metaalindustrie (SHELL/Billiton/Hickson) jaarlijks honderdduizenden kilogrammen arseenzuur, chroomtrioxide e.d. (zwarte lijststoffen) via geïmpregneerd hout, als tijdelijke drager, in de compartimenten water, bodem en lucht heeft kunnen dumpen en dat nog steeds doet. Zulks in strijd met o.a. de vanuit de Europese Commissie rechtstreeks aan de lidstaten opgelegde verordeningen (EG)nrs. 142/97 en 143/97 van 27 januari 1997 en EG-richtlijnen 91/689/EEG, 76/464/EEG en 96/61/EG.

    Op deze manier heeft de minister van VROM misbruik gemaakt van de Pikmeer-jurisprudentie om o.a. SHELL/Billiton/Hickson behulpzaam te zijn bij het dumpen van uiterst gevaarlijk afval op een ongecontroleerde wijze in water, bodem en lucht zonder dat zij daarvoor strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

    Om deze massale dumping van hoog problematisch afval van o.a. SHELL/Billiton/Hickson te stimuleren heeft de minister van VROM onder de dekmantel van het "KOMO-keur" zelfs vele miljoenen guldens aan (milieu) subsidie uitgegeven. Zo ook heeft de houtimpregneerbranche (VHN) van het ministerie van VROM grote bedragen aan milieusubsidie ontvangen voor het jaarlijks in het milieu dumpen van zo'n miljoen kilo arseen (arseenzuur) en chroom (chroom VI zuur).

  4. Vorig jaar werd door minister Jorritsma (EZ) en minister Pronk (VROM) een convenant gesloten met de Nederlandse elektriciteitsproductiemaatschappijen en de Federatie Energie Ned. over de kolengestookte elektriciteitscentrales in Nederland. Die mogen op grond van dat convenant jaarlijks miljoenen kilogrammen kankerverwekkende stoffen als arseen, chroom VI, kwik, cadmium, PAK's, dioxines e.d. in strijd met nagenoeg alle Europese richtlijnen en verordeningen en zonder de daarvoor vereiste vergunningen in water, bodem en lucht en in secundaire producten zoals cement, beton, asfalt e.d. dumpen. Onder de dekmantel van CO2-reductie, groene stroom, duurzame energie, secundaire brandstof e.d. worden door de ministers van EZ en VROM hiervoor zelfs miljoenen guldens aan (milieu)subsidie uitgegeven. Zie hiervoor: de website van de Sociale Databank Nederland op www.sdnl.nl/convenant.htm.

    In de zaak nummer 200001376/2 van 23 januari 2001, in een geschil tussen de vrijwillige milieurechercheur drs. A.W.G. van Bergen en Gedeputeerde Staten van Gelderland, heeft staatsraad mr. J.P.H. Donner van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zelfs beslist dat de kolengestookte EPON-elektriciteitscentrale te Nijmegen zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning, en zonder een vereiste lozingsvergunning, via de lucht jaarlijks bovenop de rest nog eens enorm veel fluor en kwik mag lozen in het oppervlaktewater. Staatsraad mr. Donner heeft hiermee beslist in strijd met richtlijn 76/464/EEG en verwijst het hierop betrekking hebbende arrest van het Europese Hof van Justitie in zaak C-231/97 van 29 september 1999 naar de prullenbak.

    In de zaak 200005436/1 van 18 december 2000, in een geschil tussen o.a. de stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving en Gedeputeerde Staten van Limburg, heeft staatsraad mr. W. Konijnenbelt van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zelfs beslist dat de kolengestookte Demkolec-elektriciteitscentrale te Buggenum zonder ook maar enige vergunning levensgevaarlijk afval bij wijze van proef mag bijstoken en onbekende hoeveelheden zwarte lijststoffen mag emitteren naar water, bodem en lucht zonder ook maar enige vergunning.

  5. Het kabinet heeft op advies van de Raad van State de bewindslieden en ambtenaren van de centrale overheid strafrechtelijk immuun verklaard. Lagere overheden die uitvoering geven aan convenanten, die zijn afgesloten door strafrechtelijk immune ministers, zijn daarmee eveneens strafrechtelijk immuun geworden. Omdat deze strafrechtelijke immuniteit op advies van de Raad van State tot stand is gekomen, betekent het dat deze lagere overheden daarmee ook administratiefrechtelijk immuun zijn geworden. De Raad van State is namelijk tevens ons hoogst administratief rechtscollege en kan immers nooit beslissen in strijd met haar eerdere positieve advies aangaande strafrechtelijke immuniteit van ministers.

  6. Onze hoogste rechtscolleges hebben aldus de georganiseerde criminaliteit vrij baan gegeven: de Hoge Raad met de Pikmeerarresten I en II en de Raad van State met bovengenoemd advies. De door ministers gecreëerde georganiseerde misdaad is van wereldomvang en is in strijd met artikel 2, vierde streepje, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

  7. Verdrag van de Europese Unie:

    7.1 Artikel 2, vierde streepje, stelt:
    De Europese unie stelt ten doel: voorkoming en bestrijding van criminaliteit. Als gevolg van bovengenoemde door ministers gecreëerde vergiftiging van heel Nederland (en van heel Europa vanuit Nederland) met enorme hoeveelheden uiterst kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) staat ons allen een chemische ramp te wachten die ons op kousenvoeten besluipt, zonder grote explosies of rookwolken, maar die op termijn de veiligheid en gezondheid van miljoenen mensen bedreigt.

    7.2 Artikel 11, tweede streepje, stelt:
    De Europese Unie bepaalt en voert een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid dat alle terreinen van het buitenlands en veiligheidsbeleid bestrijkt en dat de volgende doelstelling heeft: versterking van de veiligheid van de unie in alle opzichten.

Het door u (Raad van State) aan het kabinet gedane advies, naar aanleiding van de Pikmeerarresten I en II, heeft geleid:

  • tot het geven van een vrijbrief voor het creëren van georganiseerde misdaad van wereldomvang door ambtenaren in de centrale overheid en bewindslieden.
  • tot een Raad van State die als hoogste rechtscollege geen onafhankelijke uitspraken meer kan doen in zaken waarbij lagere overheden uitvoering geven aan door immune ministers afgesloten convenanten. De bewijzen hiervoor vindt u onder punt 4.
  • tot een Raad van State die uitspreekt overeenkomstig de wensen en eisen van lagere overheden in die gevallen waarbij die lagere overheden in andere gevallen uitwerking geven aan door immune ministers afgesloten convenanten. Deze lage overheden hebben zich hiermee feitelijk boven de Raad van State weten te plaatsen. Op uw verzoek zal ik u hiervoor tientallen bewijzen aandragen.

Op grond van vorenstaande feitelijke informatie kan de Raad van State niet functioneren als hoogste onafhankelijk rechtscollege zolang het positief advies aan het kabinet, met betrekking tot de strafrechtelijke immuniteit van ambtenaren in de centrale overheid en bewindslieden, gehandhaafd blijft.

Ik richt aan u daarom het nadrukkelijke verzoek om zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken, te beslissen: tot het onmiddellijk intrekken van uw positief advies om de strafrechtelijke immuniteit van ambtenaren in de centrale overheid en bewindslieden te handhaven.

In afwachting op uw antwoord, teken ik,

Hoogachtend, Ecologisch Kennis Centrum B.V. voor deze, ing. A.M.L. van Rooij, directeur.


    Hoogachtend,

ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige Ing. A.M.L. van Rooij, Milieu- en Veiligheidskundige.