Dringend verzoek om op 24 april het kolenconvenant met minister Jorritsma (EZ)
brancheorganisatie EnergieNed en de vijf producenten niet te ondertekenen


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

St-raad Cleton .. St-raad Bartel .. St-raad Hoekstra .. van Dijk

Zie het verslag van de zitting _

't Achterom 9a
5491 XD
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

Aantekenen met ontvangstbevestiging
en per fax 070-3391352 / 3391359.

    Staat der Nederlanden,
    t.a.v. de minister van VROM drs. J.P. Pronk,
    Rijnstraat 8,
    2515 XP 's-Gravenhage.

    Sint Oedenrode, 22 april 2002.

    OPEN BRIEF

Persoonlijk en in handen.

Staat der Nederlanden,
t.a.v. de minister van VROM, drs. J.P. Pronk,
Rijnstraat 8,
2515 XP 's-Gravenhage.

Ons kenmerk: VROM/21042/vz.

Betreft: Dringend verzoek om op 24 april a.s. het kolenconvenant met minister Jorritsma (EZ), brancheorganisatie EnergieNed en de vijf producenten niet te ondertekenen. Dit omdat u als minister van een demissionair Kabinet dergelijke grote beslissingen niet mag nemen.

    Geachte heer Pronk,

Mede namens ondergetekende als natuurlijk rechtspersoon laat ik u hierbij toekomen het artikel "Kolenconvenant verplicht energieproducenten tot CO2-reductie" uit Binnenland Actueel d.d. 16 april 2002. 1)

In betreffend artikel staat letterlijk het volgende geschreven:

De vijf elektriciteitsproducenten in Nederland verplichten zich voor de periode 2008-2012 tot een vermindering van de CO2-uitstoot met 6 Mton. De reductie zal grotendeels worden gerealiseerd uit het meestoken van biomassa in kolencentrales. Die afspraken hebben de bedrijven met de overheid bereikt in het 'Convenant kolencentrales en CO2-reductie', kortweg Kolenconvenant. Over het convenant is langdurig onderhandeld tussen de ministers Jorritsma (Economische Zaken) en Pronk (Milieu), brancheorganisatie EnergieNed en de vijf producenten. Jorritsma heeft de Tweede Kamer gemeld dat het akkoord 24 april 2002 wordt ondertekend. De overheid verplicht zich hiermee tot een onverminderde voortzetting van het huidige stimuleringsbeleid voor biomassa.

Met nadruk verzoek ik u het hieronder beschreven feitenrelaas, met bijbehorende referenties, goed te lezen en op grond daarvan te beslissen dat u op 24 april a.s. bovengenoemd kolenconvenant niet ondertekent. Dit omdat u als minister van een demissionair Kabinet dergelijke grote beslissingen überhaupt niet mag nemen. Tevens verzoek ik u mij dat per kerend schrijven schriftelijk te bevestigen.

Omdat u tezamen met Minister-President W. Kok, ondanks groot verzet vanuit de Tweede Kamer, voor 25 april 2002 het kabinet hebt laten vallen en de ondertekening van dit kolenconvenant op 24 april 2002 moet plaatsvinden, kan ik op grond van het hieronder beschreven feitenrelaas niet anders oordelen dan dat dit de hoofdreden geweest moet zijn. Dit zou betekenen dat u en Minister-President W. Kok hierover het gehele Nederlandse volk onjuist hebt voorgelicht. Ik eis van u dat u de Nederlandse burgers over deze grootschalige chemische genocide naar waarheid voorlicht en mij dat schriftelijk bevestigt.


    FEITENRELAAS

Onze landelijke politiek is al ruim tien jaar lang de grootste criminele organisatie van ons land. Wat in Italië "Maffia" wordt genoemd, heet in Nederland "Politiek". Hoe heeft het ooit zover kunnen komen?

Het is allemaal begonnen in het kabinet Lubbers III dat van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994 aan het bewind was. Dit kabinet bestond uit 14 ministers, zeven minister van het CDA en zeven van de PvdA. Er waren verder zes staatssecretarissen van het CDA en zes van de PvdA. Het betroffen de volgende ministers:

  • Drs. R.F.M. Lubbers (CDA) van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994 Minister President en Minister van Algemene Zaken.
  • Mr. H. van den Broek (CDA) van 7 november 1989 tot 2 januari 1993 Minister van Buitenlandse Zaken.
  • Mr. P.H. Kooijmans (CDA) van 2 januari 1993 tot 22 augustus 1994 Minister van Buitenlandse Zaken.
  • Dr. E.M.H. Hirsch Ballin (CDA) van 7 november 1989 tot 27 mei 1994 Minister van Justitie Huidig staatsraad bij de Raad van State.
  • Mr. A. Kosto (PvdA) van 27 mei 1994 tot 22 augustus 1994 Minister van Justitie. Huidig staatsraad bij de Raad van State.
  • Mevr. Drs. C.I. Dales (PvdA) van 7 november 1989 tot 10 januari 1994 Minister van Binnenlandse Zaken.
  • Drs. E. van Thijn (PvdA) van 18 januari 1994 tot 27 mei 1994 Minister van Binnenlandse Zaken.
  • D.IJ.W. de Graaff-Nauta (CDA) van 27 mei 1994 tot 22 augustus 1994 Minister van Binnenlandse Zaken.
  • Dr. Ir. J.M.M. Ritzen (PvdA) van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994 Minister van onderwijs.
  • W. Kok (PvdA) van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994 Minister van Financiën en vice-premier. Huidig Minister President en Minister van Algemene Zaken.
  • A.L. ter Beek (PvdA) van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994 Minister van Defensie.
  • J.G.M. Alders (PvdA) van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994 Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
  • J.R.H. Maij-Weggen (CDA), van 7 november 1989 tot 16 juli 1994 Minister van Verkeer en Waterstaat.
  • Dr. J.E. Andriessen (CDA) van 16 juli 1994 tot 22 augustus 1994 Minister van Verkeer en Waterstaat.
  • Dr. J.E. Andriessen (CDA) van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994 Minister van Economische Zaken.
  • Ir. G.J.M. Braks (CDA) van 7 november 1989 tot 19 september 1990 Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
  • Drs. P. Bukman (CDA) van 19 september 1990 tot 22 augustus 1994 Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
  • Dr. B. de Vries (CDA) van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994 Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
  • Mevr. Drs. H. d'Ancona (PvdA) van 7 november 1989 tot 16 juli 1994 Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.
  • Dr. Ir. J.M.M. Ritzen (PvdA) van 16 juli 1994 tot 22 augustus 1994 Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.
  • Drs. J.P. Pronk (PvdA) van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994 Minister van ontwikkelingssamenwerking. Huidig Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Dit kabinet, waarin de huidige Minister-President W. Kok zitting had als Minister van Financiën en de huidige Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer J.P. Pronk zitting had als Minister van Ontwikkelingssamenwerking, vormt de basis van een niet meer te stoppen steeds groter wordende milieumaffia in Nederland.

De feiten zijn als volgt:

  1. Dit Kabinet-Lubbers III waaronder de huidige Minister-president Wim Kok, als wel de huidige Minister van VROM J.P. Pronk, waren op de hoogte van het feit dat de Bestrijdingsmiddelenwet ernstige tekortkomingen kende. Deze Bestrijdingsmiddelenwet houdt namelijk geen rekening met de niet werkzame chemische stoffen en de milieu- en gezondheidsgevolgen van zowel de werkzame als wel de niet werkzame chemische stoffen, wanneer die in de afvalfase zijn beland. 2)3)
    Met deze tekortkomingen in de Bestrijdingsmiddelenwet kan elk soort gevaarlijk afval, worden omgezet tot het product "bestrijdingsmiddel" om het vervolgens op een ongecontroleerde wijze, al dan niet via tijdelijke producten, in water, bodem en lucht te dumpen.

  2. Met deze onder "punt 1" genoemde wetenschap hebben de verantwoordelijke ministers (Alders, Pronk en Kok) contact gezocht met Billiton/Shell/Hickson. Het ministerie van VROM zat toentertijd in Leidschendam in hetzelfde gebouw als Billiton. Dit kwam toevallig goed uit. Dit alles heeft geresulteerd in de toelating van o.a. het bestrijdingsmiddel Superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. Dit bestrijdingsmiddel is samengesteld uit hoog problematisch gevaarlijk afval van de metaalindustrie en ertssmelterijen (Billiton/Shell) en bevat o.a. zo'n 374 g/l arseenzuur en 532 g/l chroomtrioxide (chroom VI), zijnde zwarte lijststoffen .4)5)6)

    In internationaal verband is besloten dat deze stoffen zo gevaarlijk zijn dat die via een maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande techniek uit het milieu moeten worden geweerd. De Tweede Kamer de Staten-Generaal heeft zich hieraan al vanaf 1986 geconformeerd. 7) Ondanks dat wordt door de Tweede Kamer hiertegen niet opgetreden en wordt door hen zelfs geen uitvoering gegeven aan de op 12 november 1991 (met 148 stemmen voor en 2 tegen) aangenomen motie van W.Willems (Groen Links) om de toepassing van arseenhoudende wolmanzouten hierop te verbieden. 8)

    Het eeuwig opslaan van dit hoogproblematisch afval kost Billiton/Shell veel geld. Met de onder 'punt 1' aangebrachte tekortkomingen in de Bestrijdingsmiddelenwet kan betreffend hoogproblematisch afval worden omgezet tot product "Superwolmanzout-Co" en vervolgens duur worden verkocht aan de houtimpregneerbedrijven in Nederland, waaronder mijn buurman Gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode. Op deze wijze heeft Shell/Billiton met de hulp van onze landelijke overheid, hoogproblematisch gevaarlijk afval, dat met de best bestaande techniek uit het milieu moet worden geweerd, om weten te zetten tot product dat ter bescherming van de regenwouden maximaal in het milieu moet worden gebracht.

  3. Met deze onder 'punten 1 en 2' genoemde wetenschap hebben met name J.P. Pronk (voormalig minister van Ontwikkelingssamenwerking en huidig minister van VROM), J.G.M. Alders (voormalig minister van VROM) (voormalig minister van VROM) en W. Kok (voormalig minister van Financiën en huidig Minister-President) zich sterk gemaakt om te komen tot wereldwijde afspraken voor het behoud van de oerbossen/regenwouden in de derde wereld. Als vervanger voor hard hout waren er volgens hen namelijk goede alternatieven te weten: met bestrijdingsmiddelen (wolmanzouten) geïmpregneerd hout. Dit heeft geleid tot ondertekening van het Rio de Janeiro protocol in juni 1992.

    In Nederland werden door milieuorganisaties landelijke campagnes gestart tot het behoud van de regenwouden, met subsidiegelden van W. Kok als verantwoordelijk minister van financiën. Deze landelijke campagnes en de enorme publiciteit erover heeft in Nederland geleid tot een werkelijke rage. Iedereen moest geïmpregneerd hout in hun tuin hebben anders hoorde men er niet meer bij. Coniferen, beukenhagen, lustrums werden veelal gerooid en nauwelijks nog gebruikt als erfafscheiding. Geïmpregneerd hout kwam daarvoor in de plaats. Tegels en klinkers in de tuin werden vervangen door tegels van geïmpregneerd hout. Dat hiermee onze regenwouden werden behouden, heb ik nooit begrepen. Zelfs kinderspeeltoestellen, picknicktafels, vlonders, beschoeiingen, huizen en gehele woonwijken werden gebouwd van geïmpregneerd hout.

  4. Mijn buurman Gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode werd (en wordt nog steeds) door de onder punten 1 t/m 3 beschreven politieke misdaad gebruikt als dekmantelbedrijf om schoon hout vol te persen met het superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. Toen ik in 1992 de onder "punten 1 t/m 3" beschreven politieke misdaad rondom dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle B.V. in beeld had, heb ik bij brief van 16 februari 1992 minister J.G.M. Alders van VROM daarover geïnformeerd.9) Aan het slot van die brief heb ik minister Alders toen letterlijk het volgende geschreven.

      Aan dit alles kunt u een einde maken.
      Doet u dit Ja/Nee?
      Zo ja, Dan zal Nederland u dankbaar zijn?

      Zo nee, Ga verder met vraag 12.
      Vraag 12. Bent u bereid het gehele Nederlandse volk via T.V. Radio en landelijke kranten eerlijk voor te lichten over de gevaars- en schadeaspecten van gewolmaniseerd hout Ja/Nee?
      Zo ja, Dan zal Nederland u dankbaar zijn?

      Zo nee, Dan ben ik blij dat u dit alles op uw geweten heeft en niet ik.
      Bij brief van 12 maart 1992 antwoordt minister Alders daarop met de slotmededeling
      9)

    Uw brief van 16 februari 1992 en al uw toekomstige brieven over dit onderwerp, zullen voortaan ter kennisgeving worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden.

    Met deze brief, en mijn onderliggende bewijsstukken, ben ik in 1993 naar prof. dr. F. Bovenkerk gestapt. Na beoordeling van die stukken heeft hij bij brief van 21 juni 1993 de hoofdofficier van justitie mr. Ficq van het arrondissementsparket 's-Hertogenbosch laten weten, dat naar zijn mening hier sprake is van organisatiecriminaliteit "poisoning for profit" waarbij overheden samengaan met malafide bedrijven. Dit verschijnsel wordt in de criminologische literatuur collusie genoemd. Aan het slot van die brief schrijft hij letterlijk het volgende aan mr. Ficq.11)

    Van Rooij's hypothese dat in het onderhavige geval enkele bedrijven met het impregneren van hout een milieudoelstelling van de overheid tegemoet kwamen en dat men onder de vorige minister van VROM een convenant heeft gesloten; dat nu gebleken is dat het impregneren in feite gevaar oplevert; dat men toch niet op de afspraak terugkomt omdat er te veel aan goodwill en prestige is geïnvesteerd, dit alles komt mij voor als geloofwaardig. Ik word in dat geloof gesterkt door de categorische afwijzing van eerst minister Alders en nu minister Hirsch Ballin om op van Rooij's brieven in te gaan en wel zonder argumenten. Begrijpen kan men het wel. Van Rooij is uiterst vasthoudend en komt steeds met nieuwe correspondentie. Naar de mate waarin hij meer gelijk heeft is dat voor degenen die zijn correspondentie beantwoorden des te vervelender. Een werkelijke uitweg komt pas in zicht wanneer de kwestie serieus wordt onderzocht. Ter wille van de bestrijding van organisatiecriminaliteit is het goed dat thans met zo'n onderzoek wordt begonnen.

    Heden (na 9 jaar) heeft mr. Ficq op deze brief van criminoloog prof. Dr. F. Bovenkerk nog steeds niet gereageerd. Tot twee jaar terug bekleedde mr. Ficq als Procureur Generaal in Nederland de hoogste post op dit gebied. Hij had daar de bestrijding van de zware georganiseerde milieucriminaliteit in zijn portefeuille. In werkelijkheid heeft hij die organisatiecriminaliteit al die jaren afgedekt.12) Als waardering daarvoor krijgt hij van minister Korthals van Justitie de hoge koninklijke onderscheiding van officier in de Orde van Oranje Nassau uitgereikt en is hij daarna benoemd tot raadsheer bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch hetgeen hij nog steeds is.13) Ongelooflijk maar waar!

  1. Toen ik, ondanks de onder 'punt 4' genoemde brief van 12 maart 1992 van minister Alders, toch bleef doorgaan met procederen tegen houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. heeft in opdracht van de hoofdofficier van justitie mr. Ficq de milieuofficier van justitie mr. G. Bos in het geheim tegen mij een politiek samenspannende bijeenkomst georganiseerd.14) Daarbij waren aanwezig:

    • Dhr. G. Bos, officier van justitie (voorzitter)
    • Dhr. G. Broeren (parketsecretaris)
    • Dhr. H. de vries (milieu-inspecteur Noord Brabant)
    • Dhr. H. Artz (juridisch medewerker provincie Noord Brabant)
    • Dhr. V. Ditters (hoofd algemene zaken waterschap De Dommel)
    • Mevr. I. Valk (wachtmeester rijkspolitie Sint Oedenrode)
    • Dhr. M. Saris (wachtmeester rijkspolitie Sint Oedenrode)
    • Dhr. P. Schriek (CDA)(burgemeester van Sint Oedenrode)
    • Mevr. H. van Dijk-Eerhart (CDA)(wethouder milieu van Sint Oedenrode)
    • Dhr. C. Kerstholt (hoofd afdeling bouwen en milieu bij de gemeente Sint Oedenrode )
    • Dhr. G. van Aarle (milieu technisch medewerker bij de gemeente Sint Oedenrode).
    • Dhr. M. Kerstholt (projectleider bodemsanering voor het verontreinigde bedrijventerrein van Gebr. van Aarle B.V. was afwezig). Deze M. Kerstholt is een broer van C. Kerstholt (hoofd afd. bouwen en milieu bij de gemeente Sint Oedenrode).

    Dhr. H.A.M.A. de Vries, milieuinspecteur van VROM voor Noord Brabant, heeft toen het voorstel gedaan dat burgemeester P. Schriek van Sint Oedenrode GGD-arts H. Jans op mij moest afsturen. Dit voorstel werd door alle aanwezigen, onder voorzitterschap van de officier van justitie mr. G. Bos, ingewilligd. Met hetgeen onder de 'punten 1 t/m 4' staat geschreven zal iedereen begrijpen dat deze arts H. Jans mij psychisch gek moest verklaren.15) Dank zij de hulp van M.A.J.M. van Bakel, arts directeur GGD Stadsgewest Breda 16) (de baas van H. Jans) en de hulp van Anton Nigten van het Landelijk Milieu Overleg is dat echter mislukt.17) Het is hierbij goed te weten dat deze actie is opgestart door de officier van justitie mr. G. Bos in opdracht van de voormalige minister van justitie dr. E.M.H. Hirsch Ballin en zijn staatssecretaris mr. A. Kosto en dat zowel Hirsch Ballin als wel Kosto nu staatsraad zijn bij ons hoogste rechtscollege de Raad van State en vanuit die pet dit alles nu afdekken.

  2. Met de onder 'punten 1 t/m 5 genoemde dumppraktijken van hoogproblematisch afval van SHELL/Billiton valt voor enkelen heel veel geld te verdienen. Deze geldwolven hebben echter nooit genoeg. Om nog meer te kunnen dumpen heeft de minister van VROM het "KOMO-keur' voor geïmpregneerd hout bedacht en KOMO-gekeurd geïmpregneerd hout op laten nemen in de informatiefolder 'milieuvriendelijk verbouwen? subsidie duurzaam bouwen" van VROM voor consumenten. Deze folder heeft de minister van VROM via alle gemeenten laten verspreiden onder het gehele Nederlandse volk. In die folder staat geschreven dat wanneer particulieren KOMO-gekeurd geïmpregneerd hout in de bouw gebruiken zij in aanmerking komen voor een milieusubsidie van 25 tot 75% .18) Het is hierbij goed te weten dat KOMO-gekeurd geïmpregneerd hout juist het meeste arseenzuur en chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) bevat.

  3. Met de onder "punten 1 t/m 6" genoemde dumppraktijken verdienen eerder genoemde criminele politieke geldwolven kennelijk nog niet genoeg en wordt het met bestrijdingsmiddelen (zwarte lijststoffen) vergiftigde sloophout en RWZI-slib door dezelfde minister Pronk "biomassa" genoemd voor de opwekking van groene stroom. Dit ondanks de wetenschap dat dit geïmpregneerde sloophout nog zo'n hoge concentraties arseenzuur en chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) bevat dat het de concentratiegrens van gevaarlijk afval (BAGA) zelfs honderd maal te boven gaat.19)20)

    J.P. Pronk doet nu als minister van VROM weer hetzelfde als dat hij in 1992 deed als minister van Ontwikkelingssamenwerking. In 1992 gebruikte hij het behoud van de regenwouden, en het daaruit tot stand gebrachte Rio de Janeiro protocol, als dekmantel om o.a. Shell/Billiton met grote winsten, en grote bedragen aan overheidssubsidie, van haar hoogproblematisch gevaarlijk afval af te helpen. Nu gebruikt dezelfde minister J.P. Pronk als minister van VROM, de CO2-reductie en het onder zijn voorzitterschap tot stand gebrachte Kyoto-protocol als dekmantel om het met o.a. arseenzuur en chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) vergiftigde sloophout en RWZI-slib via de kolengestookte- elektriciteitscentrales door te kunnen dumpen naar water, bodem en lucht en via het vliegas in de cement, beton en asfalt. Dit alles weer met grote bedragen aan milieusubsidie, maar nu door middel van terugbetaling van de REB-belasting. Ook nu weer werden door milieuorganisatie's landelijke campagnes gestart voor het ten uitvoer brengen van deze CO2-reductie, met subsidiegelden van het ministerie van VROM.
    Minister Pronk doet dit met de wetenschap dat zware metalen, zoals arseen, chroom VI, niet verbrand kunnen worden, maar alleen kunnen worden verspreidt. Op deze wijze verspreidt minister Pronk jaarlijks miljoenen kilo's kankerverwekkende stoffen (zwarte lijststoffen) op een ongecontroleerde wijze in ons milieu. Dit ondanks de wetenschap dat deze zwarte lijststoffen via een maximale brongerichte aanpak met de best bestaande techniek uit het milieu moeten worden geweerd. 7)

    De voormalige ministers van justitie Hirsch Ballin en Kosto, nu staatsraden bij de Raad van State, dragen er zorg voor dat via betreffende kolengestookte-elektriciteitscentrales zonder de vereiste vergunningen in strijd met Europese richtlijnen, verordeningen en arresten deze zwarte lijststoffen, als arseenzuur en chroomtrioxide, toch kunnen worden doorgedumpt, als daartegen wordt geprocedeerd bij de Raad van State. De Pikmeer-arresten van de Hoge Raad zorgen ervoor dat met name minister Pronk en Minister-President Kok hiervoor niet strafrechtelijk kunnen worden vervolgd. 21)
    Deze onder het Kabinet-Lubbers III in gang gezette overheidscriminaliteit heeft van onze landelijke politiek intussen de grootste criminele organisatie van ons land gemaakt. Hoe groot die is, en degenen die er allemaal onderzitten, kunt u lezen in bijgevoegd artikel "groene stroom maffia" uit Kleintje Muurkrant d.d. 12 januari 2002. 22)

    Als gevolg hiervan zullen op termijn miljoenen mensen ernstig ziek worden en (aan kanker) sterven. Voor deze 'chemische genocide' op termijn van miljoenen mensen zijn minister J.P. Pronk van VROM en Minister-President W. Kok volledig verantwoordelijk. 23)24)25)

    Is dit mogelijk de hoofdreden waarom zij heden het kabinet hebben laten vallen?
    Het is een taak voor de media om dat uit te zoeken. Zij kunnen daarbij rekenen op mijn hulp.

      Openbaarheid

    Om te voorkomen dat deze 'chemische genocide' door toedoen van minister J.P. Pronk en Minister-President W. Kok nog miljoenen mensen meer zal gaan treffen heb ik deze brief aan verantwoordelijk minister van VROM J.P. Pronk bij de stichting Sociale Databank Nederland op internet laten plaatsen op adres: www.sdnl.nl/ekc-convenant1.htm Ook uw antwoord op dit verzoek zal bij de stichting Sociale Databank Nederland op internet worden geplaatst.

    Hoogachtend, ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige Ecologisch Kennis Centrum B.V.
    voor deze,

    Ing. A.M.L. van Rooij,
    directeur.

    C.C.

    • Dhr. W. Kok, Minister-President
    • Mevr. A. Jorritsma-Lebbink, Minister van Economische Zaken.
    • Mr. H.D. Tjeenk Willink, Vice president van de Raad van State.
    • De Vaste Commissie van Justitie van de Tweede Kamer.
    • De Eerste Kamer der Staten Generaal.
    • Mevr. A. Derkx, voorz. Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving.
    • Drs. A. van Bergen, vrijwillige milieurecherche Nijmegen.
    • Stichting sociale Databank Nederland
    • Katholiek Nieuwsblad.
    • Kleintje Muurkrant.
    • De Cobouw.
    • Twee Vandaag.
    • De Loss TV
    • De ANP/GPD
    • De gemeenteraad van Sint Oedenrode.

    Gebruikte referenties:

    1. Het artikel "kolenconvenant verplicht energieproducenten tot CO2-reductie "uit Binnenland actueel" (2 pagina's).
    2. De brief van 10 april 1996, nummer: 96/1807 HpK/HpK, van het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (5 pagina's)
    3. De brief van 2 september 1996, kenmerk: GZB/C&O/963400, van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
    4. Het verslag chemisch onderzoek van superwolmanzout-Co d.d. 19 maart 1991 van de Keuringsdienst van Waren te Groningen (2 pagina's).
    5. Blz. 3 uit het rapport "Duurzaam Hout goed Fout" van huidig Tweede Kamerlid R. Poppe van de Socialistische Partij (1 pagina).
    6. De brief van 10 augustus 1998 van voormalig Tweede Kamerlid Th.J.M. Hendriks aan drs. J. Pronk, minister van VROM (1 pagina).
    7. Blz. 1, 52, 53 en 54 uit het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986 - 1990, Tweede Kamer vergaderjaar 1985 - 1986, 19204 nrs 1-2 (4 pagina's).
    8. Brief d.d. 2 augustus 1996 met 7-tal vragen van Tweede Kamerlid Th.J.M. Hendriks aan de Ministers van Justitie, VROM en VWS, met bijlage 1; Tweede Kamerstuk 22300, XI, nr. 25 (Handelingen Tweede Kamer 1991 - 1992, blz. 781 en 1266)(3 pagina's)
    9. Brief d.d. 16 februari 1992 van A.M.L. van Rooij aan de Minister van VROM, J.G.M. Alders (3 pagina's).
    10. Brief d.d. 12 maart 1992, kenmerk SBM/26292002, van de Minister van VROM J.G.M. Alders (1 pagina)
    11. Brief d.d. 21 juni 1993, kenmerk A22-89 FB/am, van criminoloog prof.dr. F Bovenkerk aan mr. Ficq, hoofdofficier van het Arrondissementsparket 's-Hertogenbosch (2 pagina's).
    12. Het artikel "de Nederlandse dictatuur vergiftigt letterlijk alles" uit InterDisciplinair, nummer 2, april 2000, universiteit Twente (4 pagina's).
    13. Het artikel "mr. Ficq officier in de Orde van Oranje Nassau" uit het Brabants Dagblad van 14 november 1999 (1 pagina).
    14. Het verslag van bespreking, gehouden op 18 augustus 1992, op het Parket te 's-Hertogenbosch, opgesteld door G. van Aarle (2 pagina's).
    15. Het artikel "Burgmeester schakelt vertrouwensarts in" uit het Eindhovens Dagblad van 1 september 1992 (1 pagina).
    16. De brief d.d. 3 september 1992, nummer Dir/MvB/SW/u92-4662, van M.A.J.M. van Bakel, arts directeur GGD Stadsgewest Breda (1 pagina).
    17. De brief d.d. 1 september 1992, kenmerk: U LMO 92-299.016, van Anton Nigten van het Landelijk Milieu Overleg aan burgemeester P. Schriek van Sint Oedenrode (1 pagina).
    18. De folder "Milieuvriendelijk verbouwen? Subsidie duurzaam bouwen" van het Ministerie van VROM aan alle consumenten (3 pagina's)
    19. Motie van het lid M.B. Vos c.s., voorgesteld op 5 november 1996 Tweede Kamer, vergaderjaar 1996 - 1997, 25000 XI, nr. 25 (1 pagina).
    20. Voorblad en bijlage 3 uit het rapport "CCA-hout duurzaam verwijderd?" d.d. 24 december 1999, projectnummer 3721132, van SHR en Tauw. (2 pagina's) Het artikel "Hoge raad dekt grootschalige milieuvervuiling" uit het Katholiek Nieuwsblad van 2 maart 2001 (2 pagina's)
    21. Het artikel "Groene Stroom Maffia" uit Kleintje Muurkrant van 12 januari 2001 (1 pagina).
    22. Het artikel "Arsenicum is doodsgevaar voor helft Bengalezen" uit het Eindhovens Dagblad van 9 september 2000 (1 pagina).
    23. Het artikel "Collusie vergiftigt bouwvakkers" uit kleintje Muurkrant van 2 juni 2000 (2 pagina's).
    24. Het artikel "Franse Justitie stelt onderzoek in naar gezondheidsschade cement" uit de Cobouw van 1 april 2002 (1 pagina).