DEN HAAG, maandag
'Het is geestig, maar ook uiterst merkwaardig dat men in deze zaak in bezwaar moet gaan bij de partij die je tegenstander is. Maar ja, misschien is dat ook wel weer het mooie van ons polderlandschap…'
Met deze badinerende woorden besloot mr. Cees Korvinus maandag 24 april de hoorzitting, die door de afdeling bestuurlijke en juridische zaken van het college van procureurs-generaal werd gehouden. Hij gaf er tussen de regels mee aan ernstige twijfel te hebben aan de objectiviteit van het college. Namens zijn cliënten Robert Hörchner en Annelies Pijnenborg uit SintMichielsgestel had de Amsterdamse jurist een geluidsband van een tap- en een observatieverslag opgeëist uit het inmiddels beruchte ZD-01-onderzoek van de politie en justitie in Den Bosch.
Schade
Hörchner en
Pijnenborg werden hierin ten onrechte als verdachten aangemerkt en op alle fronten vrijgesproken, maar verloren door de zware beschuldiging van deelneming aan een xtc-bende wel hun florerende confectiebedrijf. Hörchner en Pijnenborg eisten het verslag en de geluidsband op in hun strijd om hun enorme schade van de staat der Nederlanden vergoed te krijgen.
Vorige week deed het
college van procureurs-generaal uitspraak: de eisen van Hörchner en zijn vrouw werden afgewezen. De Brabantse ondernemer is verbijsterd. Hij zegt: 'De hoogste justitiële autoriteiten werken mee aan het verdoezelen van door politie en justitie willens en wetens gemaakte blunders, waarvan wij het slachtoffer zijn. Men erkent gewoon dat er op 16 november 1999 door de politie geen observatie is geweest aan de Ketelaarskampweg in Den Bosch, waar later een xtc-laboratorium
werd gevonden. Mijn vrouw is daar toen geweest en heeft dat later zelf aan de recherche verteld. Maar volgens het proces-verbaal heeft de recherche dit zelf waargenomen! Op grond van die 'observatie' werd de arrestatie van eerst Annelies en later mijzelf gerechtvaardigd tegenover de rechtbank. Men heeft dus achteraf 'bewijsmateriaal' gefabriceerd om ons te pakken.'
Mr. Rik van Erk
van Korvinus Abeln Advocaten in Amsterdam vindt een afwijzing op zich niet zo vreemd: 'Wat er niet is, kan je ook niet afgeven. Wij bestuderen het vonnis nu om na te gaan of we in beroep moeten gaan bij de sector bestuursrecht.'
|
|
• Robert Hörchner en
Annelies Pijnenborg.
|
FOTO: HENK BOUWMAN
|
In elk geval staat nu
onomstotelijk vast dat de
politie in Den Bosch
bewijsmateriaal heeft
gefabriceerd om Hörchner en
Pijnenborg te kunnen aanpakken.
Iets dat door rechtbank en
gerechtshof in Den Bosch al met
ondubbelzinnige vrijspraken werd
gelogenstraft. De afwijzing van
de eis om afgifte van de
geluidsband met een volgens
Hörchner en zijn advocaat
vervalst tapgesprek is even
opmerkelijk. Het verslag van het
tapgesprek werd indertijd door
een rechercheur op ambtseed
opgemaakt en ging tussen de
expolitieagent John H., die
inmiddels ook is vrijgesproken,
en Rob van V., die een revisie
van zijn veroordeling
voorbereidt, omdat er ook
volgens hem met bewijsmateriaal
is geknoeid door de politie.
Omstreden
Er is door justitie al
toegegeven dat er twee versies
van dit omstreden gesprek in
omloop waren. Bovendien beloofde
hoofdofficier van justitie mr.
R.W.M. Craemer op 27 mei 2004 in
een tv-interview met Peter R. de
Vries dat de band zou worden
afgegeven. Het college van
procureurs-generaal beroept zich
nu bij zijn weigering echter op
de wet op de privacy.
Robert Hörchner
zegt verbijsterd: 'Men beschermt
nu de privacy van John H. en Rob
van V. Deze hebben mij overigens
al laten weten dat zij nimmer
een gesprek hebben gevoerd,
waarin zij het hadden over
betalingen aan mij van huur voor
de bedrijfshal, waarin het
xtc-lab was gebouwd. Dat maakt
de geluidsband nog
raadselachtiger. Je verwacht dat
de hoogste bazen van justitie
een onderzoek laten instellen
tegen rechercheurs die met
bewijsmateriaal knoeien. Maar
het college van
procureurs-generaal wijst je
eisen gewoon af en gaat over tot
de orde van de dag…'
|