Videoverslag van de persconferentie zonder Maurice de Hond, zonder pers in de Witte Bergen

Antecedentenregister RM . . . . . . SDN ====> Karel de Werd en zijn weblog

Journalisten en politici doken schielijk weg voor hun verantwoordlijkheid op de persconferentie

De uitgesproken tekst van K.H. de Werd

Persconferentie Wittebergen
Laren d.d. 25 maart 2007

Geachte medeburgers,

Welkom bij deze persconferentie,

Allereerst doe ik met uw welnemen, de Stichtingen Bellamy en Sociale Databank mijn dank betuigen voor het feit, dat haar bestuurders deze persconferentie hebben georganiseerd en gefinancierd, als antwoord op het falend rechtssysteem in Nederland.

In korte tijd een derde persconferentie ten laste van het OM, waaruit moge blijken dat er structureel veel valt af te dingen op het functioneren van genoemd instituut.

Bij gebrek aan wetenschap onthoud ik mij van commentaar op de inhoudelijke strekking van de twee voorgaande persconferenties, behoudens twee kritische opmerkingen van de heren Moszkowicz en Maurice de Hond, die ik als ervaringsdeskundigen met de talrijke ernstige misslagen van het OM ten laste van een behoorlijke procesgang voor de volle 100% kan onderschrijven. Te weten: het OM houdt zich aan geen enkele richtsnoer meer en het OM heeft binnen de Staat een eigen Staat gecreëerd.

Beide heren, doelen met deze uitlatingen in de media terzake op de feitelijke omstandigheid dat: juridisch nota bene als wetshandhaver, in strijdt met haar natuurlijke taak te weten het handhaven van de Wet en het vervolgen van strafbare feiten, veelvuldig art. 1 van het Wetboek van Strafvordering doet schenden. De inhoudelijke strekking van genoemd art. luidt, ik citeer met uw welnemen :

"Strafrechtelijke vervolging geschiedt uitsluitend op de wijze zoals bij wet vastgesteld" Einde citaat. Dit artikel is geschreven ter bescherming van de burger tegen misbruik van de Gewapende Macht. De zojuist door mij geciteerde inhoudelijke strekking, vertegenwoordigt dan ook de juridische kooi, waarbinnen het OM tijdens stafrechtelijke vervolging dient te verblijven.

De opmerking van Maurice de Hond in de media, dat het Openbaar Ministerie binnen de Staat der Nederlanden een eigen rechtstaat heeft gecreëerd is dan ook helaas geen indianenverhaal, doch de keiharde misdadige realiteit.

Het OM is daartoe als gevolg van ontstellend gebrek aan horizontale en verticale controle op haar ambtshalve decadent functioneren binnen haar gelederen, ter aanranding van het hier ten lande geldend rechtssysteem, uit haar juridische kooi ex art. 1 Sv gekropen.

Dat zij daarmee inderdaad binnen de Staat der Nederlanden een eigen 'staat' heeft gecreëerd is gevaarlijk, zeer gevaarlijk voor de gehele Nederlandse samenleving tot ver in de volgende generaties. Wie zich dat niet beseft, heeft van de roetzwarte bladzijden uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis, die uiteindelijk zijn geëscaleerd tot gewelddaden tegen de menselijkheid, niets geleerd.

Uit persoonlijke jarenlange ervaringen met de ernstige misslagen van het OM kan ik, helaas, formeel bevestigen dat vrijwel alle dwingende artikelen uit het wetboek van Strafvordering (op straffe van nietigheid van de gehele strafrechtelijke procedure) in acht moeten worden genomen, maar dat door die het OM veelvuldig veelvuldig, zelfs en op ongekende wijze met voeten worden getreden.

Die 'Rechtsstaat', door het OM bij gebrek aan journalistiek-politieke controle op haar ambtshalve decadent functioneren is zelf gecreëerd, maar vindt geen enkele steun in de Formele Wet, de Grondwet en/of de internationale verdragen, doch is verankerd in de zieke geesten binnen de gelederen van het OM, die via schendingen van recht en vormverzuimen, ter bevrediging van primitieve lustgevoelens, de Nederlandse samenleving blijven terroriseren, omdat zij zich vrijwel onaantastbaar wanen.

Zij hebben zodoende, ter aanranding van het hier ten lande geldend rechtssysteem ondanks hun afgelegde ambtseden (beter gezegd dankzij hun ambtseden ter volksverlakkerij) en de erecodes van het OM (eveneens ter volksverlakkerij gepubliceerd) plaatsgenomen op de stoel van de Formele Wetgever en van de Zittende Magistratuur.

Aldus heeft het OM althans het malafide deel daarvan (nooit generaliseren s.v.p.) de meest elementaire beginselen van een democratische rechtstaat, te weten: de scheiding der machten doorbroken! Uit de gehele samenleving komen voordurend zorgwekkende signalen, en zeker niet van de eersten de besten, waaruit blijkt dat de problemen bij het OM structureel zijn; en dat het Openbaar Ministerie de talrijke verontruste signalen vanuit de samenleving over haar veelal ambtelijk decadent functioneren vanuit haar machtsdenken volstrekt negeert.

Heden ten dage is de situatie inmiddels zo ernstig, dat de burgers zich zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk niet of nauwelijks nog tot de rechter kunnen wenden, of zij worden ten laste van een behoorlijke procesgang vrijwel onmiddellijk via het uit de hand gelopen fenomeen van rechter/raadsheer plaatsvervanger geconfronteerd met zeer ongewenste vormen van belangenverstrengeling.

Het ernstig rechtsgevolg hiervan is, dat er zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk en bij regelmaat gewenste gerechtelijke dwalingen worden uitgesproken. U hoort het goed, bij regelmaat gewenste gerechtelijke dwalingen uitgesproken. Zover is het hier ten lande het geldend rechtssysteem al in de poel van verderf weggezakt.

Dat hiermee talrijke burgers en hun gezinnen onnodig maatschappelijk, financieel en psychisch zwaar leed, zelfs onoverkomelijk leed wordt toegebracht, dat behoeft voor geen weldenkend mens nadere toelichting.

Ik beperk mij dan ook ter illustratie tot één voorbeeld. Een zeer extreem voorbeeld overigens, dat u en eenieder die een democratische rechtsstaat een warm hart toedragen (en daarmee de toekomst van de volgende generaties, aldus onze kinderen), ongetwijfeld de haren ten berge doet rijzen.

Een voorbeeld waaruit onomwonden blijkt dat het OM volledig is ontspoort, hetgeen heeft kunnen gebeuren omdat politici vrijwel altijd het algemeen belang opofferen aan strikt persoonlijk belang en/of aan dubieuze politieke en partijbelangen.

Vandaar dat ik het heb over het ontstellend gebrek aan journalistiek/politieke controle, zodat ook de minister van Justitie niet deugdelijk op naleving van zijn ministeriële verantwoordelijkheid wordt gecontroleerd, met alle kwalijke gevolgen die daaraan kleven.

Een feitelijk gegeven is, dat het hier ten lande geldend rechtssysteem binnen afzienbare tijd uiteindelijk zal wegglijden in een totalitaire ambtelijke dictatuur, indien het OM niet ten spoedigste van de criminele elementen binnen haar gelederen wordt gezuiverd en de verticale controle op juridisch rechtspleging wordt hersteld.

Ik spreek uit persoonlijke ervaring geachte aanwezigen, indien ik u zeg, en dat doe ik bij deze, dat de psyche van het OM bij ontstellend gebrek aan journalistiek-politieke controle op haar ambtshalve decadent functioneren zo ernstig is verwoest, dat bij al dan niet bewust gemaakte fouten in beginsel wordt besloten, dat de benadeelde daarvan maatschappelijk, financieel en psychisch ten gronde dient te worden gericht. Dit desnoods compleet met zijn of haar gehele gezin, waartoe de administratie, inclusief de Gewapende Macht, ter intimidatie wordt misbruikt indien de benadeelde tegen voorgaand mindersociaal onwettig gedrag reclameert, omdat hem/haar daarmee ernstig onrecht wordt aangedaan.

Kenmerkend hierbij is dat de malafide topjuristen bij Zittende en Staande Magistratuur, jawel u hoort het goed, ook bij de Zittende Magistratuur, makkelijk zijn te traceren. Metname omdat zij daartoe als 'topjuristen' hun ondeugdelijke beslissingen ter aanranding van een behoorlijke procesgang, vrijwel altijd motiveren op arglistig bedrieglijk, juridisch volstrekt onvolwaardig niveau. Ja, zelfs op ongeschoold juridisch niveau, aldus blijkens objectieve normen van de Hoge Raad der Nederlanden te kwader trouw.

Daarbij natuurlijk er vanuit gaande dat hun pakkans, gelet op de zeer ernstige leemtes in de Formele Wet, het ontstellend gebrek aan journalistiek/politieke controle op hun ambtshalve decadent functioneren en hun maatschappelijke status, vrijwel nihil zal zijn. Aldus wanen zij zich, en ik moet daarbij helaas zeggen niet geheel ten onrechte, vrijwel onaantastbaar, hetgeen juridische monsters creëert, zowel van het mannelijk als het vrouwelijk geslacht, die ter aanranding van het hier ten lande geldend rechtssysteem op grote schaal formele documenten c.q. wettig overtuigend bewijs op alle mogelijke manieren (en dat zijn er heel wat, dat verzeker ik u) verduisteren.

Een breed scala aan leugens wordt daarbij over de benadeelde uitgestort om deze te demoniseren als zijnde een gevaarlijke querulant van de bovenste plank, waarbij deze voortdurend via misbruik van ambtelijke bevoegdheden, met name veelvuldig misbruik van de Gewapende Macht, wordt geïntimideerd en de anonimiteit prevaleert, letterlijk en figuurlijk, tot in de hoogste graad.

Kortom, de direct belanghebbende/benadeelde wordt als zodanig gegijzeld in de juridische zwijnenstal van Justitie en beleeft via schending van recht- en vormverzuimen in overtreffende trap, een juridisch holocaust van ongekende omvang en duur. Met name omdat de betrokken togacriminelen als vast beleid hanteren, dat vrijwel elke rechtshandeling zo lang mogelijk slepende dient te worden gehouden, zodat de benadeelde bij leven, geen enkele kans op deugdelijke rechtspleging heeft, waarbij bewust wordt toegewerkt naar de korte verjaringstermijnen verbonden aan de door hen gepleegde onrechtmatige overheidsdaden, die wat mij betreft dienen te worden afgeschaft.

Dat het OM bij, vanuit haar machtsdenken botweg weigert zich te laten corrigeren, moge u geachte aanwezigen voorts blijken uit de grootste juridische zwendelaffaire uit de roetzwarte bladzijden van de Nederlandse rechtsgeschiedenis. Die onverkwikkelijke corruptie-affaire bevindt zich thans in de finale, die tot op vandaag een kwart eeuw gaande is, waaraan het aanzien van de rechtspleging en het vertrouwen dat de burgers, waaronder ook ikzelf, daarin zouden moeten kunnen stellen, vergaand aan ambtelijke corruptie bij de Zittende en Staande Magistratuur werd opgeofferd. Vandaar ook deze persconferentie.

De bron van dit conflict ontstond in juni 1979, met name omdat het OM, althans het malafide deel daarvan, omstreeks die datum ter afdekking van ambtelijke corruptie binnen haar gelederen, op ongekende wijze haar eigen nest als wetshandhaver bevuilde. Dit door ten laste van mijn juridische en materiële belangen formeel de stelling te betrekken, dat het ongelimiteerd plegen van meineed ter aanranding van een behoorlijke procesgang, ondanks art. 207 lid 1 en 2 Sr, niet strafrechtelijk diende te worden vervolgd, en zodoende de kans op deugdelijke rechtspleging volstrekt werd uitgesloten.

Daartoe heeft het OM ter zekerheidstelling van mijn totale rechteloosheid als Nederlands staatsburger zelfs drie bevelen van het Gerechtshof ex art. 12k Sv (in het nieuwe Burgerlijk Wetboek inmiddels omgenummerd tot 12i Sv) op mijn klachtte aan de officier van Justitie gegeven tot het strafrechtelijk vervolgen van genoemd delict in strijd met art. 246 Sv, volstrekt genegeerd. Dit ondanks dat genoemde bevelen, tijdens de uitspraak al in kracht van gewijsde treden, aldus door het OM ten spoedigste, d.w.z. volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad zonder enig voorbehoud en binnen enkele maanden, zonder enige vorm van obstructie van welk een aard dan ook, dienen te worden opgevolgd.

Het Openbaar Ministerie echter, heeft op Nederlands grondgebied een eigen Staat, ik zeg bewust: "geen rechtstaat gecreëerd". Aldus werden genoemde bevelen ondanks mijn felle protesten daartegen en na een tien jaar durende strijd over het plegen en laten plegen van meineed door het OM in strijd met art. 246 Sv, heimelijk ter verjaring opgelegd en daarmede definitief de toekomst en het levensgeluk van mij en mijn gezin.

Het voorgaande geeft wel aan, hoe gewetenloos het er bij het malafide deel van Justitie aan toe gaat, dat men dit soort ondeugdelijke beslissingen in goed onderling overleg en in koelen bloede ter aanranding van een behoorlijke procesgang neemt.

Vervolgens heeft Hoofdofficier Arrondissementsparket Amsterdam mr. Leo de Wit, die als zodanig ondanks zijn ambtseed en gedragscode van het OM al jarenlang als defecte tussenschakel in de verticale controle op wetshandhaving functioneert (dit in samenspanning met de beruchte ex-voorzitter van het College van Procureurs-generaal Johan de Wijkerslooth), ter verduistering van wettig overtuigend bewijs mij op 3 februari 2004 aangeschreven. Dit met de mededeling, dat in de archieven en/of in de registratiesystemen van het OM niet meer te achterhalen was of de bevelen van het Gerechtshof op mijn klachtte ex art. 12 Sv aan de officier van Justitie gegeven, al dan niet werden opgevolgd.

Tenzij er sprake is van juridisch zelfmoord, zoals bij Leo de Wit en Johan de Wijkerslooth ter aanranding van het hier ten lande geldend rechtssysteem zoals in dit geval gebleken, zou geen enkele jurist ter goeder trouw het ooit wagen om voorgaande juridische onzin te poneren. Genoemde malafide individuen echter, hadden en daar als topjuristen ter verkrachting van Vrouwe Justitia, geen enkele moeite mee. Aldus functioneerden beiden zodoende als defecte schakel in de verticale controle op de wetshandhaving te kwader trouw.

Tot dat de minister van Justitie, zijne excellentie Jan Piet Hein Donner op 23 juli 2003, onder mijn juridische dwang, werd genoodzaakt de leugens waarin het Openbaar Ministerie een jaar lang volharde te herroepen.

Het achtergehouden van wettig overtuigend bewijs werd formeel erkend. Daaruit blijkt onomwonden dat genoemde bevelen van het Gerechtshof inderdaad nimmer door het OM werden opgevolgd, en moeten alsnog in het geding worden gebracht. Deze bevelen werden in strijd met art. 246 Sv door de officier van Justitie ter verjaring opgelegd, hetgeen de officier nooit had mogen doen, aldus de minister.

Een huiveringwekkende bekentenis, huiveringwekkend omdat daaruit onomwonden blijkt dat het OM in haar eindeloos conflict met de Werd dat zich toen al tien jaar voortsleepte, zelfs ter aanranding van het hier ten lande geldende rechtssysteem heeft plaatsgenomen op de stoel van de Formele Wetgever en van de Zittende Magistratuur.

Op 13 november 2003 werd deze huiveringwekkende bekentenis, waaruit formeel en onomwonden blijkt, dat het OM, althans het malafide deel daarvan, ten zoveelste male als een totaal gewetenloos, van kop tot staart gecorrumpeerd juridisch monster, ter aanranding van het formele strafprocesrecht uit haar juridische kooi ex art. 1 Sv is gekropen. Dat werd nogmaals formeel bevestigd door de juridisch hoogleraar mr. Roel Fernhout in zijn ambt van Nationale Ombudsman.

Als gevolg van ontstellend gebrek aan politieke controle op zijn ministeriële verantwoordelijkheid, via de dubbele agenda van de Haagse politici, weigerde genoemde ex-minister als topjurist - aldus te kwader trouw - uit zijn formele bekentenissen, strikt juridisch, de enig juiste conclusie te trekken. Te weten: Dat de veroorzaakte schade rechtstreeks voortvloeiende uit de talrijke onrechtmatige overheidsdaden ter aanranding van een behoorlijke procesgang gepleegd, geheel overeenkomstig de bedoelingen van de Formele Wetgever dient te worden gecompenseerd.

Erger nog, de genoemde gereformeerde minister gaf het startschot tot het demoniseren van de Werd. Dit ter versluiering van de ambtelijke corruptie onder zijn politieke eindverantwoordelijkheid, met aanranding van het hier ten lande geldend rechtssysteem gepleegd.

Hij deed dit door aan de Natonale Ombudsman formeel te verzoeken, diens schriftelijk oordeel terzake zoveel mogelijk te anonimiseren, zodat alle betrokkenen niets van de Werd behoefden te vrezen.

Het OM had er wel oren naar, om de Werd ter versluiering van de ambtelijke corruptie binnen haar gelederen te demoniseren. Waarom ook niet, als de minister zelf als politiek eindverantwoordelijke daartoe nadrukkelijk de aanzet geeft.

Karrenvrachten juridische stront, bestaande uit valse ongenuanceerde beschuldigingen, werden vervolgens vanuit hun toga's over mij heen gestort en op het moment dat ik ter behartiging van mijn juridische belangen terzake werd genoodzaakt het gerechtsgebouw aan de Parnassusweg te betreden, werd ik onmiddellijk omringd door een gewapende escorte van minimaal vier soms zelfs vijf gewapende politiefunctionarissen, hetgeen tot op heden jarenlang werd volgehouden. Ook tijdens de strafrechtelijke procedures die ik met het OM voerde bleek ter intimidatie en aanranding van mijn eer en goede naam, vaak overvloedig gewapende politiefunctionarissen in de zittingzalen aanwezig.

Het werd mij geleidelijk aan duidelijk dat het OM hiertoe het bevel had gegeven, om mij voor derden op gespannen voet met de feitelijke waarheid te doen visualiseren, als zijnde een uiterst gevaarlijk individu. Dit ter versluiering van ambtelijke corruptie binnen haar gelederen. Corruptie, die zij niet aangekaart wenste te zien en/of ter voorbereiding van een ongelukje met de Gewapende Macht, waarnaar vervolgens diepgaand onderzoek wordt ingesteld, met als doel de feitelijke waarheid niet te vinden.

De officier van Justitie van het arrondissementsparket Amsterdam, mevr. mr. Hetty Hoekstra die in deze onverkwikkelijke corruptieaffaire (die ontegenzeggelijk de grootste juridische zwendelaffaire uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis is) meineed ex art. 207 lid 2 Sr heeft gepleegd. Zij heeft herhaalde malen bij de centrale griffie van de rechtbank Amsterdam op grote schaal via misbruik van haar ambtelijke bevoegdheden, ter aanranding van een behoorlijke procesgang, formele documenten verduisterd, alvorens zij zich te buiten ging aan een poging van onrechtmatige vrijheidsberoving. Zij werd onder mijn juridische dwang op 8 november 2005 genoodzaakt, ten overstaan van politierechter mevr. Mr. E. Steffan-Bakker formeel kenbaar te maken wie de verantwoording heeft voor het onnodig inschakelen van gewapende politiefunctionarissen.

Hetty Hoeksta liet daarop weten: "Dat bevel heb ik gegeven en ik neem daarvoor de volle verantwoordelijkheid". Nooit echter heeft genoemde tot op het bot gecorrumpeerde freule kenbaar gemaakt waarom de Werd zo gevaarlijk zou zijn, zoals zij via haar bevel tot gewapende escorte op gespannen voet met de feitelijke waarheid deed voorkomen. Dat kon zij ook niet. Immers, ik heb met het OM en met succes, in deze ambtelijke corruptieaffaire tot op heden een veertiental strafrechtelijke procedures gevoerd, waaronder zelfs een drietal art. 12 Sv procedures, endat op bekwame wijze en zonder enig onvertogen woord.

In in alle gevallen, voor zover tot op heden in kracht van gewijsde getreden, dus 14 keer, heeft de Zittende Magistratuur daarbij het gelijk aan mijn zijde gegeven. U hoort het goed, in alle gevallen, kreeg ik daarbij het gelijk aan mijn zijde. Dat op zich zou toch op z'n minst ten laste van Justitie ernstig te denken moeten geven.

Voorts heb ik door de jaren heen vanaf de publieke tribune ongeveer een 600 rechtsgedingen bijgewoond, zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk en daarbij nimmer ook niet één keer, waarvan akte, een rechtsgeding verstoort. Met name niet omdat ik dat onfatsoenlijk vind en van mening ben en blijf, dat eenieder die voor de rechter staat het recht heeft op diens volle aandacht.

Het openbaar Ministerie kwam tijdens de strafrechtelijke gedingen die zij tegen mij voerde, veelal op deerniswekkende wijze haar Waterloo tegen. Met name omdat ik haar tijdens genoemde strafrechtelijke zittingen altijd gegijzeld hield in haar eigen juridische zwijnenstal die zijzelf botweg weigert uit te mesten. Kennelijk omdat het verblijf daarin haar beter bevalt dan de juridische kooi ex art. 1 Sv, waarin zij volgens de Formele Wetgever behoort te verblijven.

Talrijke burgers en hun gezinnen, vergeet u dat niet, hebben de zeer ernstige rechtsgevolgen daarvan helaas aan den lijve moeten ondervinden. Hoe ernstig of die kunnen zijn, en ook in de praktijk zijn gebleken, moge u geachte aanwezigen wel uit het hiernavolgende citaat van mijn zeer geliefde Vrouw Wil op haar sterfbed blijken. Ik citeer haar met eerbied en met uw welnemen.

"Ik mocht maar vijfendertig jaar leven. Die togacriminelen hebben toch met hun ambtelijke corruptie tien jaren van mijn leven en dat van mijn gezin afgenomen, vanaf het moment dat zij onze weg hebben gekruist".

Geachte aanwezigen,

Ook op één Februari 2005, waarbij het malafide deel van het OM wederom met mij als direct belanghebbende/benadeelde de juridische degens ten overstaan van de kantonrechter kruiste, en wederom vergeefs vorderde mij zeven dagen te mogen gijzelen, kreeg de officier van Justitie formeel ten zoveelste male en op deerniswekkende wijze de juridische deksel op de neus. Ik haal u dit voorbeeld aan, zodat u beseft hoe ernstig de psyche van het OM als meerkoppig totaal gewetenloos van kopt tot staart gecorrumpeerd juridisch monster is verwoest, omdat zij zich onaantastbaar waant, omdat zij binnen de Staat der Nederlanden een eigen Staat heeft gecreëerd.

Nadat ik de kantonrechter onder aanbieding van overvloedig wettig overtuigend bewijs had kenbaar gemaakt dat het OM, althans het malafide deel binnen haar gelederen (nooit generaliseren SVP), in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr ten laste van een behoorlijke procesgang uitermate zware ambtsmisdrijven had gepleegd. Dit met als doel onrechtmatige vrijheidsberoving werd genoemde kantonrechter daarover zo verbolgen, dat zij mij te kennen gaf en ik citeer met uw welnemen:

"Heer de Werd: indien u mij wenst te wraken, dan zal ik daarin op de voorhand berusten. U kunt natuurlijk ook aan mij verzoeken dat de eis van de officier van Justitie u zeven dagen te mogen gijzelen wordt afgewezen. Het maakt in feite helaal niets uit wat u verkiest, u zegt het maar het zal u altijd worden toegewezen".

Wat de officier van Justitie hierover nog te zeggen heeft, daar trekken wij ons niets van aan. Want het is ook mijn taak als Rechter om te waken tegen machtsmisbruik. De vordering van de officier van Justitie u zeven dagen te mogen gijzelen, wordt afgewezen en u krijgt daarvan ter plekke de uitspraak mee. Om dat laatste had ik verzocht uit preventieve overwegingen ter voorkoming dat het OM wederom zou kunnen overgaan tot het verduisteren van de uitspraak, zoals zich dat op 17 augustus 2004 had voorgedaan, met als doel onrechtmatige vrijheidsberoving.

Kennelijk was dat wederom de bedoeling, want de officier van Justitie reclameerde tegen onmiddellijke afgifte van de schriftelijke uitspraak met de mededeling, dit is niet gebruikelijk. Hij kreeg echter de deksel op zijn neus. De kantonrechter liet hem daarop koeltje weten: in dit geval dus wel.

Nadat de kantonrechter had kenbaar gemaakt met: "Wij trekken ons niets meer aan van de officier van Justitie, want het is ook mijn taak als rechter te waken tegen machtsmisbruik", deed deze een stap naar voren en liet weten: "Ja, het is allemaal niet zo goed gelopen in het conflict tussen de Werd en het OM als had gemoeten. Er zijn door het OM nogal wat fouten gemaakt".

Geachte aanwezigen, ik repliceerde hem daarop onmiddellijk. "Als dat zo is en u dat zelfs ten overstaan van de kantonrechter hier zegt, waarom gaat u dan niet met mij aan tafel zitten om de ernstige rechtsgevolgen van die gemaakte fouten, waarmee de toekomst en het levensgeluk van mij en mijn gezin volledig werd verwoest via een akte van dading op discrete wijze weg te nemen?"

De officier van Justitie begon daarop zijn tenen te tellen. Dat nu vond ik zo gênant, dat ik hem vroeg die voor een officier onwaardige houding onmiddellijk te verlaten; en als ik met u praat, dan kijkt u mij aan, liet ik hem daarbij fijntjes weten, om hem (wraakzucht kan mij daarbij niet worden ontzegd) de vernedering die hij ter compensatie van het aangedane onrecht diende te ondergaan, tot op het bot te doen ervaren.

Hij kon niet ingaan op mijn voorstel om het conflict via een akte van dading op discrete wijze definitief uit de wereld te helpen. Immers, daartoe is de ambtelijke corruptie binnen de gelederen van het OM te verstrekkend en als criminele organisatie ex art. 140 Sr tot in de hoogste regionen te goed georganiseerd.

Geachte aanwezigen,

Op 27 Maart 2007, aldus dinsdag a.s. behandelt het Gerechtshof Ressortsparket Amsterdam, mijn beroep tegen de veroordeling in eerste aanleg, waarbij ik via schending van recht en vormverzuimen op straffe van nietigheid van de gehele strafrechtelijke procedure in acht te nemen, werd veroordeeld tot 140 euro boete of acht dagen vervangende hechtenis.

Dit om de valse aangiftes van griffier M.L.K. van der Hilst en de voorzitter van de Rechtbank Sector Kanton H.Th van der Meer, waarop de dagvaardingen terzake zowel in eerste als tweede aanleg steunen, zodoende te legaliseren. Dit met als doel onrechtmatige vrijheidsberoving, via misbruik van ambtelijke bevoegdheden.

Tijdens inzage in de strafdossiers op 3 januari 2007 bij de griffie van het Gerechtshof Ressort Amsterdam, bleek mij dat genoemde dossiers ter aanranding van mijn eer en goede naam op ongekende wijze werden bevuild via onderling e-mailverkeer van genoemde individuen, die allen ondanks hun ambtseden zware ambtsmisdrijven hadden gepleegd. Voorts bevinden zich in het strafdossier een vijftal valselijk opgemaakte documenten, waaronder een authentieke akte inhoudende *Machtiging tot zeven dagen gijzeling toegewezen*. Dit alles met als geen ander doel dan mijn onrechtmatige vrijheidsberoving via misbruik van de Gewapende Macht, gebaseerd op valsheid in geschrifte en/of uit te spreken gerechtelijke dwaling.

Zoals u ziet is deze Machtiging *zeven dagen gijzeling toegewezen* anoniem ondertekend, aldus niet op de wettelijk vereiste wijze. Erger nog, strikt juridisch kon deze *Machtiging tot zeven dagen gijzeling* nimmer legaal door de kantonrechter Mei Lie Tan, op 17 augustus 2004 zijn afgegeven. Met name niet omdat bij de aanvang van de zitting zij als kantonrechter door mij formeel werd gewraakt, waardoor de Mulderzitting waarbij de officier van Justitie vergeefs zeven dagen gijzeling vorderde niet eens aan de orde kon komen.

Volgens de Formele Wet, wordt in dat geval de zitting geschorst totdat wordt beslist op het wrakingsincident en die beslissing in kracht van gewijsde is getreden, eerst dan kan de Zitting worden hervat.

Kantonrechter Mei Lie Tan, heeft mij bij het sluiten van de zitting d.d. 17 augustus 2004 laten weten, dat zij binnen veertien dagen schriftelijk uitspraak zou doen. Uiteraard in het wrakingsincident, omdat als gevolg van de formele wraking zoals gezegd, de Mulderzitting waarbij de officier van Justitie vergeefs vorderde mij zeven dagen te mogen gijzelen, niet in behandeling kon worden genomen.

Geachte aanwezigen, indien u uit het voorgaande de conclusie trekt dat deze authentieke akte door griffier M.L.K. van der Hilst in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr met genoemde kantonrechter na de zitting d.d. 17 augustus 2004, valselijk werd opgemaakt, met als doel onrechtmatige vrijheidsberoving, dan trekt u strikt juridisch de enig juiste conclusie.

Deze Machtiging, op grond waarvan de officier van Justitie van het Parket Leeuwarden aan de Commissaris van Politie Amsterdam Amstelland de heer Jelle Kuiper, het bevel tot zeven dagen gijzeling heeft gegeven, heeft gelet op het voorgaande geen enkele waarde.

Dit niet alleen omdat het niet op wettelijk vereiste wijze werd ondertekend, met de volledige namen van de kantonrechter en de griffier, doch vooral omdat deze authentieke akte valselijk werd opgemaakt, met als doel onrechtmatige vrijheidsberoving via misbruik van de Gewapende Macht en gebaseerd op valsheid in geschrifte. Reden waarom voorts de complete kantongerechtzitting d.d. 17 augustus 2004, inclusief de schriftelijke uitspraak en het door mij opgeworpen wrakingsincident, door genoemde criminele individuen werd verduisterd.

Vervolgens trachtten zij thans op gespannen voet met de feitelijke waarheid tegen al het overvloedig wettig overtuigend bewijs in glashard vol te houden, alsof er op 17 augustus 2004 ooit een Mulderzitting zou hebben plaatsgevonden, waarbij door kantonrechter Mei Lie Tan legaal een machtiging tot zeven dagen gijzeling zou zijn afgegeven.

Nu, men kan niets intrekken wat er niet is geweest. Vandaar dat pas twee jaar later deze valse akte werd opgemaakt nadat de officier van Justitie mr. J.J. Smilde onder mijn juridische dwang, bestaande uit overvloedig wettig overtuigend bewijs mijnerzijds in eerste aanleg in het geding gebracht, werd genoodzaakt het illegale bevel tot zeven dagen gijzeling op gezag van politierechter Jaap Tielenius in te trekken.

Gelet op het voorgaande hebben alle betrokken, ter aanranding van formele procesrecht met als doel onrechtmatige vrijheidsberoving vanaf 17 augustus 2004, tot op heden blijkens de inhoudelijke strekking van het Wetboek van Strafrecht, voor ruim 140 jaren gevangenisstraf aan ambtsdelicten gepleegd, met als geen ander doel Onrechtmatige vrijheidsberoving, via misbruik van de Gewapende Macht, gebaseerd op valsheid in geschrifte en/of uit te spreken gerechtelijke dwaling.

Het is ronduit bizar en te zot voor woorden, dat daarover in de Tweede Kamer als gevolg van de dubbele agenda's en fractiediscipline met geen woord over wordt gerept.

Advocaat-generaal mevr. C.L. de Jong weigert, uiteraard ondeugdelijk gemotiveerd, de door mij opgegeven getuigen á decharge als zodanig op de getuigenlijst te plaatsen, voor de zitting bij het Strafhof Ressort Amsterdam op 27 maart aldus dinsdag a.s. Dit in het besef, dat het zwaar vervuilde procesdossier, waarin zich een vijftal valselijk opgemaakte formele documenten bevinden, tijdens genoemde zitting voor de Meervoudige Strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, een juridische tijdbom voor de betrokken togacriminelen is. Daarom wenst zij, een situatie te creëren, waarbij het evenals in eerste aanleg wederom mogelijk wordt om volkomen los van de schuldvraag via schending van recht en vormverzuimen, tot de veroordeling van de verdachte in de zin van art. 27 Sv te komen.

Immers: de valse aangiftes van griffier M.L.K. van der Hilst en de voorzitter van de Rechtbank Sector Kanton H.Th. van der Meer werden in eerste aanleg zodoende gelegaliseerd en dat wenst zij gelet op haar criminele inslag graag zo te houden.

Op grond van deze aangiftes en valselijk opgemaakte authentieke akte, werd ik genoodzaakt tot behoud van de mij rechtens toekomende individuele vrijheid twee jaren op verschillende onderduikadressen te verblijven, totdat het illegale bevel voor mijn arrestatie, onder mijn juridische dwang, op gezag van Politierechter Jaap Tielenius, die daartoe zowel voor als na de terechtzitting in eerste aanleg geheel buiten de verdachte om in de zin van 27 Sv ongeoorloofde contacten met zowel de zittende als de Staande Magistratuur onderhield, werd ingetrokken.

Met name omdat ik ter zitting in eerste aanleg bij genoemde politierechter een memory-stick als wettig overtuigend bewijs in het geding had gebracht waarop zich de opname bevond van de Kantongerechtzitting d.d. 17 augustus 2004. Uit die opnames blijkt eveneens onomwonden dat er op die datum nimmer een machtiging tot zeven dagen gijzeling door kantonrechter Mei Lie Tan werd afgegeven. Die had in strikt juridische zin nimmer legaal afgegeven kunnen worden, omdat zij bij de aanvang van de kantongerechtzitting door mij formeel werd gewraakt, omdat zij ondanks de openbare lijst nevenfuncties volstrekt anoniem wenste te blijven.

Zij bleek zo ernstig gecorrumpeerd te zijn, dat zij in strijd met haar juridische kennis en ervaring als popjuriste mij als gedaagde terug begon te wraken, zodat ik haar onmiddellijk daarop wederom wraakte en ook daarvan formeel akte vroeg.

De Advocaat-generaal mevr. Mr. C.L. de Jong, beseft als topjuriste zeer wel dat het strafdossier terzake, gelet op het voorgaande, voor het OM een juridische tijdbom is die ik op 27 januari a.s. voor de Meervoudige Strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam via het onder ede doen horen van de betrokken togacriminelen tot ontploffing kan en zal brengen.

Uit vrees daarvoor weigert zij botweg de door mij opgegeven getuigen á decharge op de getuigenlijst te plaatsen, om zodoende het zwaar vervuilde strafdossier dinsdag a.s. tegen mij te kunnen gebruiken, ondanks dat de inhoudelijke strekking niet onder ede als zijnde de feitelijke waarheid kan worden bevestigd, zonder dat in dat geval mijnerzijds onmiddellijk akte van meineed zal worden gevraagd.

Met die wetenschap tracht zij zodoende evenals in eerste aanleg bewust te kwader trouw een situatie te creëren, waarbij het mogelijk wordt via vormverzuimen en schending van recht, volkomen los van de schuldvraag, u hoort het goed geachte aanwezigen, volkomen los van de schuldvraag tot veroordeling van de verdachte in de zin van art. 27 Sv te komen. Dit om de valse aangiftes van de togacriminelen M.L.K. van der Hilst en H.Th. van der Meer, zodoende alsnog te legaliseren.

Voorts heeft zij, in strijd met de bedoeling van de Formele Wetgever, eveneens als in eerste aanleg de afhandeling van mijn beroep voor het Hof aanhangig gemaakt bij de enkelvoudige Kamer. Dit om de kans op de door haar gewenste gerechtelijke dwaling zoveel mogelijk te optimaliseren.

Daartegen echter heb ik tijdig en met succes gereclameerd, aldus functioneert het Hof op 27 Maart 2007 met de volle Kamer. D.w.z met drie Raadsheren/plaatsvervangers, waarbij vermeld dat één van hen als gevolg van ongewenste belangenverstrengeling als Raadheer-plaatsvervanger al in 1984, ter aanranding van Vrouwe Justitia een ondeugdelijk arrest heeft gewezen, ter zekerheidstelling dat ongelimiteerd en straffeloos meineed kon worden gepleegd.

Uiteraard heb ik het Gerechtshof Ressort Amsterdam inmiddels formeel verzocht het Openbaar Ministerie te bevelen tot het op de getuigenlijst plaatsen van de door mij opgegeven getuigen á decharge. Immers, het betreft een onvervreembaar recht van iedere verdachte in de zin van art. 27 Sv, dat is verankerd in de Formele Wet, de grondwet en internationale verdragen, die ook door de Staat der Nederlanden werden geratificeerd. In het Verdrag van Rome aangaande de rechten van de mens en zijn individuele vrijheiden is dat recht zelfs onder art. 6 lid 3 sub d nadrukkelijk gestipuleerd.

Aldus resteert het Hof, ondanks haar dubieuze samenstelling te goeder trouw niets anders dan het door mij gevraagde bevel terzake te geven. Bij gebreke waarvan het Hof blijkens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad der Nederlanden, anders dan uit hoofde van ziekte of gebreken, ambtshalve functioneert op een niveau zoals men dat te goeder trouw niet zou mogen verwachten. Aldus in dat geval, met het OM collusie pleegt, hetgeen op zich juridische grond oplevert tot wraking in het belang van een onafhankelijke rechtspleging. Of het zover komt? Dat zal de nabije toekomst uitwijzen.

Niet uit te sluiten valt een ondeugdelijke procesvoering; ook niet bij dit Hof. Te meer niet, indien men bedenkt dat de raadsheren aldaar ook functioneren als rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank Amsterdam. U raadt het al, de collega-rechters van H.Th. van der Meer en Mei Lie Tan, die beiden met als doel onrechtmatige vrijheidsberoving en ondanks hun ambtseden op ongekende wijze ten laste van een behoorlijke procesgang vuile handen in deze ambtelijke affaire hebben gemaakt.

Tot slot nog dit: De hoofdofficier van Justitie Arrondissementsparket Amsterdam, Leo de Wit, heeft mij op 17 november 2006 formeel kenbaar gemaakt dat hij niet wenst in te gaan op mijn formele aangifte terzake. Dit ter afscherming van zijn criminele organisatie ex art. 140 Sr terzake, die zich bij gebrek aan verticale controle op de wetshandhaving (waarbij hij zelf als defecte schakeling functioneert) in de rechtbank Amsterdam heeft kunnen vestigen, vermenigvuldigen en ter aanranding van het hier ten lande geldend rechtssysteem onbelemmerd ontplooien.

Ik citeer Leo de Wit uit zijn brief: "Aangezien ik op de voorhand, zonder enig verder onderzoek en zonder de minste twijfel kan vaststellen, dat de door u beschreven gedragingen of gebeurtenissen, niet zijn te kwalificeren als een strafbaar feit, zal ik aan uw verzoek niet voldoen". Deze bijzondere gave van Leo de Wit, als hoofdofficier van Justitie Arrondissement Amsterdam in terminale fase, dat hij terzake zonder enig verder onderzoek en zonder de minste twijfel op de voorhand de feiten kan vaststellen, lijkt mij uit medisch oogpunt bijzonder interessant.

De 'Blauwe Engel' Jomanda zal daar ongetwijfeld jaloers op zijn. Echter, op grond van 'dergelijke bovennatuurlijke begaafdheden' heeft hij volgens aardse normen natuurlijk niet het recht om volstrekt onschuldige burgers in verzekering te doen stellen, c.q. onrechtmatig van de hen rechts toekomende individuele vrijheid te beroven, zodat die worden genoodzaakt de zeer vernederende behandelingen van een verdachte in de zin van art. 27 Sv, inclusief de verboden Zaanse Methode te ondergaan, zoals met name terzake het geval gebleken. (Toelichting geven)

Het is volstrekt duidelijk dat Leo, thans uit puur zelfbehoud, het bestaan van de door mij gesignaleerde criminele organisatie ex art. 140 Sr en hun misdragingen door mij onder aanbieding van overvloedig wettig overtuigend bewijs beschreven en onvervreembaar in verschillende computerbestanden gearchiveerd, tegen beter weten in blijft ontkennen.

Dat verbaast mij in het geheel niet, geachte aanwezigen. Immers, niet voor niets motiveerde hij al zijn beslissingen in deze ambtelijke corruptieaffaire op arglistig bedrieglijk juridisch volstrekt onvolwaardig niveau, zelfs juridisch ongeschoold niveau. Hij deed dit herhaalde malen als topjurist, zelfs onmiskenbaar met als doel wettig overtuigend bewijs te verduisteren en onrechtmatige vrijheidsberoving. Aldus, anders dan uit hoofde van ziekte of gebreken, als bedoeld in art. 11 lid c juncto 12 Ro, als zijn aandeel in genoemde juridisch criminele organisatie, waarvan akte!

Vandaar dat ik ook dat corrupte individu, als getuige à décharge heb opgegeven, zodat hij door mij over zijn ambtelijk decadent functioneren onder ede in het belang van een behoorlijke procesgang kan worden bevraagd, waarvan eveneens akte!

Geachte aanwezigen, met uw welnemen tot slot nog dit,

De ondeugdelijk gemotiveerde seponeringsbeslissing van Leo de Wit terzake, heb ik bij het Gerechtshof Ressort Amsterdam beantwoord met een vierde beklag ex art. 12 Sv. Dit ondanks dat drie eerdere bevelen van het Gerechtshof ex art. 12i SV op mijn klachtte aan de officier van Justitie tot het strafrechtelijk vervolgen van meineed gegeven, volstrekt werden genegeerd, omdat het OM uit haar kooi ex art. 1 Sv is gekropen op weg naar haar juridische zwijnenstal.

Dit keer heb ik het Strafhof nadrukkelijk verzocht, aan de officier van Justitie het bevel ex art. 12i Sv te geven, tot het doen dagvaarden van alle betrokken togacriminelen terzake voor de Meervoudige Strafkamer, ter berechting van de door hen gepleegde uitermate zware ambtsmisdrijven. Het Hof heeft mij inmiddels laten weten, dat zij eerst de afloop van de Strafzitting op 27 maart a.s. wenst af te wachten, alvorens zij daarin beslist.

Indien het geval te goeder trouw, dan zal via deze weg, Justitie en de rechtspleging van heel wat togacriminelen worden gezuiverd, maar ook dat zal vergeefs blijken te zijn, indien de verticale en horizontale controle op Justitie en de rechtspleging niet alsnog tijdig wordt hersteld. Niet voor niets luidt het gezegde: "Wie bewaakt de bewakers?"

Indien niet het geval, dan glijdt het hier ten lande geldend rechtssysteem binnen afzienbare tijd weg in een totalitaire dictatuur. Dan dooft het licht voor allen tot ver in de volgende generaties. Ik heb gezegd.

Tot ziens in de zittingzaal van het Hof Ressort Amsterdam, op 27 Maart 2007, aanvang 9.30. Wat mij betreft, bent u ook daar welkom. Mocht u nog vragen hebben dan ben ik gaarne bereid die nu naar beste kunnen te beantwoorden.

K.H. de Werd

C..c.: Media, politiek, universiteiten, Sociale Databank Nederland, Rechtbanken, Gerechtshoven en Hoge Raad