Smerig spelletje rond Maascentrale Buggenum

De Stichting tot behoud Leefmilieu Buggenum heeft bij Justitie in Maastricht aangifte gedaan tegen het College van Gedeputeerde Staten van Limburg en een medewerker van de provincie.

De genoemde milieugroepering strijdt al jarenlang tegen de enorme bodemvervuiling die is veroorzaakt door de Electriciteits- Productiemaatschappij Zuidnederland (EPZ) op het terrein van de kolencentrale in Buggenum. Eind 1999 had de Stichting het provinciebestuur officieel verzocht om EPZ te dwingen om het terrein geheel te saneren. (De letterlijke tekst van het verzoek vindt u linksboven aan deze bladzijde; klik op de eerste link: "Tekst verzoek").

GS van Limburg hebben dit verzoek niet in behandeling genomen. Ondertussen verkocht EPZ het terrein aan een nieuwe eigenaar: de Regionale Economische Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg B.V. Daarmee hebben GS volgens de Stichting EPZ een ekonomisch delict gepleegd: EPZ is geholpen om van haar saneringsverplichting af te komen. Voor de tekst van de aangifte verwijs ik naar de tweede link links naast deze tekst.

Tevens is het Ecologisch Kennis Centrum namens de Stichting tot behoud Leefmilieu Buggenum een procedure gestart bij de Raad van State om de sanering van de zwaar vervuilde bodem alsnog af te dwingen. Voor de belangrijkste processtukken verwijs ik naar de derde link hiernaast. Inmiddels is er een zitting bij de Raad van State geweest, waarbij Staatsraad Hulshof zware kritiek heeft geuit op het feit dat de provincie Limburg een verzoek van de Stichting om tot sanering over te gaan in een bureaula heeft laten liggen. Ik verwijs naar het artikel dat hierover op 2 augustus 2000 in de Staatscourant verscheen (vierde link hiernaast.) Op 18 augustus 2000 heeft de Raad van State besloten dat de Provincie Limburg alsnog binnen 2 weken een besluit moet nemen op het verzoek.

De diverse milieugroepen tonen in later naar de Raad van state opgestuurde stukken trouwens aan dat Gedeputeerde Staten van Limburg rechtstreeks financieel belang heeft bij het in de grond laten zitten van de milieuvervuiling en de verkoop van he bedrijfsterrein aan REO BV. Immers, Limburg is aandeelhouder van het Limburgs Ontwikkelings Fonds (LIOF). En het LIOF participeert weer voor 10% in het aandelenkapitaal van REO BV. Hoe meer winst het REO maakt, des te groter is de dividenduitkering voor de provincie Limburg! Door te kiezen voor de zogenaamde IBC- variant (oftewel niet alles opruimen maar kiezen voor "pappen en nathouden") bespaart de provincie voor REO BV zo'n 70 miljoen gulden aan saneringskosten. LIOF participeert zoals gezegd voor 10% in REO BV. Voor LIOF betekent dit dus een besparing van zo'n 7 miljoen gulden. Deze besparing ziet de LIOF later weer terug in haar netto-winst en de provincie Limburg in de hoogte van het door LIOF uit te keren dividend. De later (op 3 september 2000) naar de Raad van State gestuurde stukken zijn te vinden onder de vijfde link hiernaast (Provincie,REO en LIOF).

Ook het gemeentebestuur van Haelen (op wiens terrein de Maascentrale ligt) wil een sanering van de bodem. Nu GS van Limburg een door haar ingediend bezwaarschrift heeft afgewezen willen B&W van Haelen naar de Raad van State stappen. In september 2000 beslist de gemeenteraad van Haelen of dit ook werkelijk gebeurt. Overigens participeert ook de gemeente Haelen in het LIOF, en is daarmee eveneens niet onafhankelijk te noemen!

Het is de bedoeling dat er op het terrein van de EPZ in Buggenum een gigantisch afvalpark komt, te ontwikkelen door Essent Milieu BV. De EPZ- centrale (het bedrijf Demkolec) wil zogenaamde "secundaire brandstoffen" gaan verbranden. In feite gaat het om verbranding van (deels gevaarlijk) afval, zoals gedroogde kippenmest, rioolwaterzuiveringsslib, GFT- afval en papierslib. Dat kippenmest nog steeds als brandstof wordt genoemd is trouwens zeer merkwaardig; inmiddels heeft de Stichting DEP (Duurzame Energieproductie Pluimveehouderij) kenbaar gemaakt dat zij er om milieuredenen geen heil meer in ziet.

Een groot aantal omwonenden en de Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving hebben hiertegen inmiddels bezwaar gemaakt bij de provincie Limburg. Officieel heet dat: "een zienswijze ingediend" . Zie de tekst onder de zesde link ("Zienswijze") hiernaast. Gevreesd wordt onder andere dat er uiterst giftige stoffen rechtstreeks in de lucht gaan komen, en daarmee een directe bedreiging gaan vormen voor het leefmilieu. Deels zullen de stoffen ook in het vliegas achterblijven. Dit vliegas wordt verwerkt in de cementindustrie, en zo via huizen en andere nieuwe bouwwerken diffuus verspreid.

Demkolec krijgt voor dit project grote bedragen aan milieusubsidie. En het Zuiveringsschap Limburg raakt op een goedkope manier van haar gevaarlijk afval (RWZI-slib) af. Demkolec verdient daarnaast ook nog aan de verkoop van het vergiftigde vliegas aan de cementindustrie (ENCI).

Terwijl de diverse vergunningen er nog lang niet zijn wil de provincie Limburg Demkolec alvast toestemming geven om te beginnen met het verbranden van diverse afvalstoffen, door een gedoogvergunning af te geven.

Daarnaast verscheen eind augustus 2000 een advertentie in de regionale pers, waarin Essent Milieu B.V. meldt (op grond van de milieuvergunning die de centrale zou hebben), dat ze vanaf half september 2000 tot uiterlijk 31 december 2000 alvast begint met het opslaan van 17.500 ton zwaar vervuilde houtsnippers op het terrein van de centrale. Ze wil die snippers later gaan vergassen in de Amercentrale in St. Geertruidenberg. Met deze melding werd het publiek misleid, want in de tekst van de officiële melding staat dat het de bedoeling is om tot 31 december 2001, dus een jaar langer, de houtsnippers op te slaan. Er was niet alleen sprake van misleiding; de melding is bovendien in strijd met de wet. De Maascentrale in Buggenum is al bijna 4 jaar niet meer in werking, en beschikt daarmee volgens de Wet Milieubeheer automatisch niet meer over een geldige milieuvergunning. Dus mogen er ook geen (afval)stoffen op het terrein worden opgeslagen.

Zowel tegen de rechtsgeldigheid van deze melding als tegen de milieuvergunning als geheel zijn juridische procedures aangespannen. Zie de tekst onder de zevende en achtste link hiernaast. Onder deze grote druk hebben GS van Limburg inmiddels besloten om de opslag van de houtsnippers niet toe te staan.

Naar aanleiding van deze zaak zijn inmiddels vragen gesteld in de Gemeenteraad van Haelen. Daarop hebben de collegepartijen CDA, VVD en Gemeentebelangen in een gezamenlijke publicatie naaar de bevolking laten weten dat deze opslag onschuldig zou zijn. een kwalijk staaltje misleiding! Zie ook de negende link hiernaast.