PersberichtOm 13.00 uur 6 oktober 2000 is er een ingetogen protest van meestal wat ouder mensen bij een zitting van de Raad van State. Circa 50 mensen komen met een speciale bus naar Den Haag om te protesteren tegen het voornemen van de provincie Limburg om zogenaamde BIOMASSA op het terrein van de Maascentrale voor te bewerken en te vergassen in o.a. de Demkolec Elektriciteitscentrale Giftige afvalstoffen (zware metalen) komen vanwege de typische moleculaire eigenschappen bij vergassing via de rookgassen in het milieu terecht, omdat deze deeltjes te klein zijn om te kunnen filteren en zelfs om die met standaard apparatuur te meten. De 50 omwonenden die een groep van 438 protesterenden vertegenwoordigen zullen met hun aanwezigheid bij de zitting van de Raad van State duidelijk maken dat het bijstoken van gevaarlijk afval - al dan niet verdund met ander afval - onacceptabel is. Met name de privatisering brengt het gevaar met zich mee dat steeds meer gevaarlijker afval zal worden meeverbrand om daarmee de rentabiliteit van de centrale te verhogen. Huizen, vrijdag 6 oktober 2000
St. Sociale Databank Nederland Actiecentrum: Annelies Derks 0475-595270
't Achterom 9a AANTEKENEN Voorzitter van de Raad van State,Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage. Sint Oedenrode, 5 oktober 2000. PLEITNOTITIETevens verstuurd per fax 070 - 3651380 op 10 september 2000.
Tegen:
Gedeputeerde Staten van Limburg.
In deze zaak heeft u ontvangen:
Wij verzoeken u deze stukken volledig te betrekken in uw besluitvorming. De belangrijkste feiten zijn:
1. Hogere grenswaarde procedure.Bij brief van 3 mei 2000, kenmerk: SBL/Gh/03050/VV, nader gemotiveerd bij brief van 12 juni 2000 (RvS, nummer: 200002174/2/G6I) hebben wij u verzocht om lopende bijbehorende beroepsprocedure het besluit van 21 maart 2000, kenmerk: 2000/10601W, van Gedeputeerde Staten van Limburg tot vaststelling van hogere grenswaarden als bedoeld in de artikelen 65, 66 en 67 van de Wet geluidhinder ten behoeve van 39 woningen aan o.a. de Roermondseweg en de P. Schreursweg te Haelen te schorsen. Dit schorsingsverzoek is op 1 augustus j.l. ter zitting behandeld. Heden, na ruim 9 weken, hebben wij hiervan nog geen uitspraak mogen ontvangen. Dit betekent dat op het moment van deze zitting het besluit van 21 maart 2000 tot vaststelling van de hogere grenswaarden als bedoeld in de artikelen 65, 66 en 67 van de Wet geluidhinder in ieder geval nog is geschorst. Gedeputeerde Staten van Limburg hadden eerst de uitspraak op ons schorsingsverzoek van 3 mei 2000, met betrekking tot het vaststellen van de hogere geluidswaarden, moeten afwachten alvorens zij het in geding zijnde bestemmingsplan hadden mogen goedkeuren. Hierbij verwijzen wij u naar o.a. uitspraak ABRvS 15/7/1994 nr. 94.005695, M en R 1995,3,nr.24k. Daar zij dit hebben nagelaten dient het in geding zijnde besluit hierop te worden geschorst.
2. Eerste MER-plicht.Het in geding zijnde besluit betreft de vaststelling van een ruimtelijk plan dat als eerste in de mogelijke aanleg van een bedrijfsterrein van zo'n 118 hectare voorziet, te weten: Het totale plan is ca. 150 hectare groot. Gelet op het gestelde in het Besluit milieueffectenrapportage 1994, zoals laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 7 mei 1999 (Staatsblad nr.224, 1999), bijlage C, sub 20-1, had dit plan vergezeld moeten gaan van een MER. Dit is niet gebeurd. Het in geding zijnde besluit dient ook hierop te worden geschorst.
3. Tweede MER-plicht.
Omdat in kippenvoer hoge concentraties vismeel wordt verwerkt en de vis in onze Noordzee vanwege het zeer vuile water hoge concentraties aan zware metalen bevat, waaronder het goed in water oplosbare arseenzuur, moet ook het kippenmest veelal als gevaarlijk afval worden bestempeld. Gelet op het gestelde in het Besluit milieueffectrapportage 1994, zoals laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 7 mei 1999 (Staatsblad nr.224, 1999), bijlage C, sub 18.4 en bijlage D, sub 22.1 had dit plan vergezeld moeten gaan van een MER. Dit is niet gebeurd. Het in geding zijnde besluit dient ook hierop te worden geschorst.
4. Afdwingen MER-plicht door Europese Commissie.Voor het opstoken van met kankerverwekkende stoffen vergiftigd bouw- en sloopafval, zuiveringsslib en kippenmest, ten behoeve van de opwekking van elektriciteit, heeft de Demkolec geen milieuvergunning. De MER-plicht is door de Europese Commissie afgedwongen op grond van bijlage I van de MER-richtlijn 85/337/EEG gewijzigd bij richtlijn 97/11/EG van 3 maart 1997. De goedkeuring van een bestemmingsplan vervat tevens een vergunning als bedoeld in artikel 1, lid 2, van de richtlijn 85/337/EEG, dat wil zeggen een besluit van de bevoegde instantie waardoor de opdrachtgever het recht verkrijgt het betrokken project uit te voeren. Voor jurisprudentie verwijzen wij u naar het arrest C-81/96 van 18 juni 1998 van het Europese Hof. Met het in geding zijnde besluit wordt goedkeuring verleend tot uitvoering van een project dat op betreffende locatie, ten behoeve van de productie van elektriciteit een verbrandingsinstallatie wordt opgericht die èn steenkool èn (gevaarlijk) afval verbrandt (vergast). Een verbrandingsinstallatie met een warmte vermogen van ten minste 300 megawatt is op grond van de bijlage I van de gewijzigde MER-richtlijn 97/11/EG van 3 maart 1997 MER-plichtig. Een afvalverwijderingsinstallatie voor de verbranding van afvalstoffen zoals gedefinieerd in punt D9 van bijlage II A bij richtlijn 75/442/EEG is op grond van bijlage I van de gewijzigde MER-richtlijn 97/11/EG van 3 maart 1997 eveneens MER-plichtig. Het in geding zijnde besluit dient ook hierop te worden geschorst.
5. Afdwingen van NER-beoordelingsplicht door de Europese Commissie.Deze MER-beoordelingsplicht is door de Europese commissie afgedwongen op grond van bijlage II van de gewijzigde MER-richtlijn 97/11/EG van 3 maart 1997. In bijlage II van die richtlijn staan opgenomen:
Met het in geding zijnde bestemmingsplan wordt goedkeuring verleend tot uitvoering van een project dat op betreffende locatie, ten behoeve van de productie van elektriciteit, een verbrandingsinstallatie tevens afvalverwijderingsinstallatie wordt opgericht die onbekende hoeveelheden steenkool verbrand (vergast) en onbekende hoeveelheden onbekend afval en gevaarlijk afval verbrand (vergast). Hiervoor is een MER-beoordeling overeenkomstig artikel 4, lid 2, richtlijn 97/11/EG, wettelijk verplicht. Bij de voorbereiding van het in geding zijnde bestemmingsplan heeft geen MER-beoordeling plaatsgevonden. Het in geding zijnde besluit is derhalve tot stand gekomen in strijd met artikel 4, lid 2, richtlijn 97/11/EG en dient ook hierop te worden geschorst. Bovengenoemd 5-tal feiten maken duidelijk dat het in geding zijnde besluit nooit in stand kan blijven. Ondanks het feit dat Gedeputeerde Staten van Limburg en Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haelen dit ook uit de inhoud van ons schorsingsverzoek hadden kunnen opmaken, zijn zij toch al begonnen met de ontwikkeling van het plan. De volgende ontwikkelingen hebben zij al gepubliceerd en/of ten uitvoer gebracht:
Om te voorkomen dat het in geding zijnde besluit van Gedeputeerde Staten een juridische basis geeft voor het verder gebruiksklaar maken van betrokken gronden ten behoeve van de nieuw op te richten bedrijfsactiviteiten, waar het in feite om gaat, hebben wij u verzocht het in geding zijnde besluit lopende de beroepsprocedure te schorsen. Gezien de hierboven genoemde ontwikkelingen hebben appellanten dan ook groot belang met het schorsen van het in geding zijnde besluit. Wij richten aan u daarom het nadrukkelijke verzoek het in geding zijnde besluit hierop te schorsen. Wanneer u, gezien de complexiteit van deze zaak twijfels heeft, dan richten wij aan u het verzoek, om met betrekking tot dit verzoek om toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak een verslag ex artikel 8:47 Awb te laten uitbrengen en de inhoud van dat verslag te betrekken in uw beslissing. In dat geval verzoeken wij u het in geding zijnde besluit in ieder geval, lopende het onderzoek van deze Stichting Advisering Bestuursrechtspraak, te schorsen. Tenslotte verzoeken wij u Gedeputeerde Staten van Limburg te veroordelen in de proceskosten. Het ingevulde proceskostenformulier vindt u bijgevoegd. Websiteadres: www.sdnl.nl/ekc-rs57.htm. Hoogachtend,
Ecologisch Kennis Centrum BV
Ing. A.M.L. van Rooij,
|
Columns
SDN-rubrieken
Milieu-onderwerpen
Nuloptie van Edelchemie
Ecologisch Kennis Centrum
Raad van State verbiedt shredderen afvalhout
Falende handhaving van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Zienswijze over milieueffecten van Groene stroom aan GS Limburg
Falende handhaving van de raad van de Gemeente Son en Breugel
Nuon Power Buggenum werkt zonder Wvo-vergunning, verzoek tot schorsing RvS
Voorz. van de Raad van State, Mr. van Dijk krijgt verantwoordelijkheid op z'n bord
Verzoek de jacht te openen op een van de grootste Brabantse vervuilers: Gebr. van Aarle BV
Staatsraad Boll klapte ooit uit de school met: Mijnheer van Rooij u kunt wel doorgaan met
procederen tegen houtimpregneerbedrijf gebr. van Aarle B.V., maar u wint dat nooit. Ik raad
u aan om hierover in overleg te treden met de commissaris van de koningin mr. F.J.M. Houben.