Nederlandse Staatscourant nr. 147 woensdag 2 augustus 2000

DEN HAAG - De provincie Limburg heeft er buitengewoon onverstandig aan gedaan om niet te reageren op een verzoek tot bodemsanering. Het verzoek was afkomstig van de Stichting Behoud Leefmilieu Buggenum, Horst en Nunhem.

Tot deze conclusie kwam staatsraad J. Hulshof dinsdag tijdens een spoedprocedure bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De stichting had de provincie Limburg in december 1999 verzocht om het elektriciteitsbedrijf EPZ te verplichten de zwaar verontreinigde bodem onder de in 1996 afgedankte Maascentrale in Haelen te saneren. De provincie liet het verzoek echter liggen en liet niets van zich horen.

Volgens de provinciewoordvoerder was er 'om praktische en organisatorische redenen niets met het saneringsverzoek gedaan.' Daarop stelde de staatsraad wast dat het niet beslissen 'allesbehalve praktisch' is. 'Als de provincie op het verzoek gereageerd had, dan hadden we hier niet hoeven staan,' zei Hulshof. De provinciewoordvoerder voegde er vervolgens aan toe dat de provincie ook had gewacht om de stichting in staat te stellen hun bezwaren tegen de bijna zekere afwijzing van hun handhavingsverzoek in te dienen. 'Dat kan helemaal niet. Hoe kunt u nu verwachten dat de verzoeker om handhaving een zienswijze tegen diens verzoek indient, als hij zelfs nog geen beslissing heeft ontvangen,' merkte de staatsraad op. Hij voegde eraan toe dat de uitspraak in deze zaak waarschijnlijk niet in het voordeel van de provincie zou uitvallen.

A. van Rooij, woordvoerder van de stichting, zei dat de provincie de sanering van het terrein probeert te traineren, om zo de EPZ een strop van f. 1000 miljoen te besparen. Zoveel zal de sanering van het terrein naar schatting gaan kosten. "De provincie heeft het plan om op het terrein een groot deel van de afvalbedrijven van Zuid-Nederland te concentreren. Daardoor zou er maar voor f 6 mln. gesaneerd hoeven worden. Essent, de rechtsopvolger van EPZ, zal zelfs een van de afvalbedrijven gaan beheren,' aldus van Rooij. Het rechtscollege doet over enkele weken uitspraak (Ceberus)