Aangifte van het plegen van strafbare feiten door Gedeputeerde Staten provincie Limburg


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

    't Achterom 9a
    5491 XD
    Sint Oedenrode
    Tel. 0413-490387
    Fax. 0413-490386

Sint Oedenrode, 4 april 2000.

AANTEKENEN

Hoofdofficier van justitie,
arrondissementsparket te Maastricht.
Postbus 1987,
6201 BZ Maastricht.


Tevens verstuurd per fax 043 - 3479134 op 5 april 2000.

Ons kenmerk: SBL/Jus/04040.

Betreft:

    Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving/
    Aangifte van het plegen van strafbare feiten door:
    • Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg.
    • Behandelend ambtenaar J. Bock.


    Geachte hoofdofficier van justitie,

Namens Stichting tot Behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving, gevestigd aan de Holstraat 17, 6082 BA Buggenum, hierna te noemen cliënt, doet ondergetekende hierbij aangifte van het plegen van strafbare feiten door Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg en door behandelend ambtenaar J. Bock.

    Strafbaar feit.

Bijgevoegd vindt u onze namens cliënt ingediende aanvraag van 18 december 1999, kenmerk: SBL/provL/18129/av (bijlage A)(3 pagina's). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen.

Uit die inhoud kunt u opmaken dat het bedrijventerrein van de N.V. Elektriciteitsproductiemaatschappij Zuid Nederland (EPZ) te Buggenum sterk is verontreinigd met diverse stoffen, waaronder arseen, cadmium, koper, lood, zink, minerale olie, PAK's en molybdeen. Deze sterke verontreiniging is toe te schrijven aan de voormalige bedrijfsactiviteiten van EPZ.

Met allerlei bedachte constructies, nieuw opgerichte BV's (REO-BV) werken Gedeputeerde Staten van Limburg actief mee om de verontreinigingen, die middels het jarenlang overtreden van de vergunningvoorschriften door EPZ te Buggenum zijn veroorzaakt, af te wentelen op de toekomstige eigenaren en omwonenden van betreffende locatie.

Gedeputeerde Staten van Limburg zijn wettelijk verplicht om handhavend op te treden tegen de vervuiler, vanwege het feit dat de wet voorschrijft dat de vervuiler moet betalen. Gedeputeerde Staten van Limburg misbruiken hun bevoegdheden juist voor het tegenovergestelde. Zij overtreden het wettelijk termijn waarbinnen zij een besluit moeten nemen opzettelijk met maanden om bewerkstelligt te krijgen dat de vervuiler (EPZ) de door hen veroorzaakte vervuiling juist niet behoeft te betalen. Hoe wordt dit door Gedeputeerde Staten van Limburg bewerkstelligt?

    Dit is simpel.

Ingevolge artikel 18.16 van de Wet Milieubeheer hadden Gedeputeerde Staten binnen vier weken (vóór 17 januari 2000) een besluit moeten nemen op onze aanvraag van 18 december 1999. (bijlage A)(4 pagina's). Voor jurisprudentie verwijzen wij u naar de uitspraak F03.99.0097 van 30 maart 1999 van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Gedeputeerde Staten zijn aan dit wettelijke termijn van vier weken op grond van artikel 18.16 van de Wet milieubeheer gehouden. Ondanks dat wordt dit wettelijke termijn door hen opzettelijk overtreden omdat zij dan:

  • òf de vervuiler (EPZ) middels het opleggen van een dwangsom van f.100.000,- per dag tot een maximum van f.100.000.000,- moeten verplichten tot multifunctionele sanering van haar sterk verontreinigde terrein.
  • òf het verzoek van cliënt moeten afwijzen, zodat cliënt bij Gedeputeerde Staten daartegen bezwaar kan aantekenen en de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan verzoeken om het treffen van voorlopige voorziening.

Dit komt de vervuiler (EPZ) niet goed uit. Cliënt moet om die reden op haar aanvraag van 18 december 1999 zolang in haar rechtsgang worden geblokkeerd tot het moment de vervuiler (EPZ) daarvan geen nadelige consequenties meer ondervindt. Hoelang wordt cliënt op haar aanvraag van 18 december 1999 door Gedeputeerde Staten in haar rechtsgang geblokkeerd?

    Ook dit is simpel.

Bijgevoegd vindt u: onze namens cliënt ingediende bedenkingen van 19 december 1999, kenmerk: SBL/provL/19129/zw, tegen de op 15 oktober 1999, onder zaaknummer CB 1048, ingekomen melding van REO B.V. (bijlage B) (10 pagina's)

  • ons namens cliënt ingediend bezwaarschrift van 20 februari 2000, kenmerk SBL/provL/20020/bz, tegen het besluit van 11 januari 2000, kenmerk: 2000/486W, van Gedeputeerde Staten van Limburg inzake REO B.V. (bijlage C)(3 pagina's).
  • brief van 1 maart 2000, kenmerk: 2000/10370, van Gedeputeerde Staten van Limburg waarin cliënt wordt uitgenodigd voor het bijwonen van de hoorzitting op 10 april 2000 om 15.30 uur (bijlage D)(2 pagina's).
  • onze namens cliënt bij brief van 28 maart 2000 nader toegezonden stukken aan Gedeputeerde Staten van Limburg (bijlage E)(3 pagina's).
  • brief van 30 maart 2000, kenmerk 2000/15121, van Gedeputeerde Staten van Limburg als antwoord op bovengenoemde brief van 28 maart 2000 (bijlage F)(1 pagina).

Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat Gedeputeerde Staten vóór 17 januari 2000 een beschikking hadden moeten geven op onze aanvraag van 18 december 1999 en dat het opzettelijk overtreden van het wettelijke termijn door Gedeputeerde Staten van Limburg er de oorzaak van is dat cliënt de inhoud van hun beschikking op onze aanvraag van 18 december 1999 niet heeft kunnen betrekken in de motivering van hun bezwaarschrift van 20 januari 2000, inzake de door REO B.V. gedane melding.

Op ons namens cliënt in brief van 28 maart 2000 gedane verzoek om de hoorzitting van 10 april 2000 uit te stellen tot 3 weken nadat Gedeputeerde Staten een besluit hebben genomen op onze aanvraag van 18 december 1999 wordt bij brief van 30 maart 2000 als volgt beantwoord. Uitstel is onmogelijk; vanwege het feit dat Gedeputeerde Staten op grond van de Algemene wet bestuursrecht gehouden zijn ons bezwaarschrift van 20 februari 2000 ingekomen 22 februari 2000 binnen een termijn van maximaal 10 weken af te handelen.

Hiermee hebben Gedeputeerde Staten van Limburg ons het wettelijke bewijs gegeven dat zij hun bevoegdheden hebben misbruikt om de vervuiler (EPZ) te helpen met het afwentelen van de door hen veroorzaakte vervuiling (schade) op de toekomstige eigenaren, omwonenden van betreffende locatie. Dit omdat analoog aan vorenstaand maximum termijn van 10 weken Gedeputeerde Staten op grond van artikel 18.16 van de Wet milieubeheer eveneens gehouden zijn om binnen 4 weken (vóór 17 januari 2000) een besluit te nemen op onze aanvraag van 18 december 1999.

Dit maximale termijn van 4 weken hebben Gedeputeerde Staten heden al meer dan 10 weken overtreden om de vervuiler daarmee behulpzaam te zijn om de door hen gecreëerde verontreinigingen en de daarmee veroorzaakte schade op derden te kunnen afwentelen. Gedeputeerde Staten van Limburg doen dit opzettelijk om de zaak ontstaan naar aanleiding van de op 15 oktober 1999, onder zaaknummer CB 1048, ingekomen melding van REO B.V. (bijlage B) eerder bij de Raad van State te krijgen dan de zaak ontstaan naar aanleiding van onze aanvraag 18 december 1999 hetgeen gunstig is voor de vervuiler (EPZ) en funest is voor degene die later met de verontreiniging (schade) van de vervuiler (EPZ) wordt opgezadeld.

Met vorenstaande feitelijke informatie is zeer nadrukkelijk vast komen te staan dat Gedeputeerde Staten van Limburg met de hulp van behandelend ambtenaar J. Bock zich schuldig maken aan misbruik van hun bevoegdheden om de vervuiler (EPZ) te helpen met het afwentelen van de door de vervuiler veroorzaakte schade op derden. Gedeputeerde Staten van Limburg maken zich hierbij zeer nadrukkelijk schuldig aan een economisch delict en zelfs misdrijf.

Wij richten aan u het nadrukkelijke verzoek om hiernaar een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Gezien de zwaarte van de hierboven gepleegde strafbare feiten, verzoeken wij u op korte termijn met een strafrechtelijk onderzoek te starten, waarbij alle betrokken partijen worden gehoord. Tevens verzoeken wij u ons steeds een afschrift van alle op deze zaak betrekking hebbende stukken te laten toekomen en van de voortgang op de hoogte te houden. De volmacht van cliënt vindt u bijgevoegd (bijlage G)(1 pagina).


    Hoogachtend,

ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige Ecologisch Kennis Centrum BV
Voor deze

Ing. A.M.L. van Rooij,
directeur.


Bijlage: Deze aangifte bevat de bijlage A t/m G bestaande uit 24 pagina's.

C.c.: Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving.