Vraagtekens over de onafhankelijke positie van mr. M. Oosting als
staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

't Achterom 9a
5491 XD
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

Aantekenen/Fax 070 - 3651380

Staatsraad dr. M. Oosting,
Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak,
Postbus 20019,
2500 EA 's-Gravenhage.

Sint Oedenrode, 14 mei 2001.

OPEN BRIEF


Ons kenmerk: RvS/Oost/14051/br.

Betreft:

    Vraagtekens over de onafhankelijke positie van mr. M. Oosting als staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State


Geachte heer Oosting,

Hierbij wil ik u herinneren aan mijn volgende briefwisselingen:

  • Mijn brief van 16 februari 1992 aan de minister van VROM de heer J.G.M. Alders (3 pagina's).
  • De brief van 12 maart 1992, kenmerk SBM/26292002, van de minister van VROM, de heer J.G.M. Alders, als antwoord daarop (1 pagina).
  • De brief van 31 maart 1992, kenmerk SBM/27392009, van de minister van VROM, de heer J.G.M. Alders, aan de voorzitter van de Vaste Commissie Milieubeheer Tweede Kamer der Staten Generaal (5 pagina's).

Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat ik bij brief van 16 februari 1992 minister J.G.M. Alders van VROM letterlijk het volgende heb geschreven:



Excellentie,

Bijgevoegd vindt u mijn verzoek om toepassing van politiedwang d.d. 16 februari 1992 aan Burgemeester en Wethouders en de Gemeenteraad van Sint Oedenrode. Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud. Dit alles is het gevolg van het milieuvernietigende beleid wat door het ministerie van VROM wordt gevoerd onder uw verantwoordelijkheid.

Ik verzoek u dan ook zo spoedig mogelijk een einde te maken aan betreffende grootschalige milieucriminaliteit welke zich rondom het bedrijf van de Firma Van Aarle afspeelt en waarin de VROM een hoofdrol speelt. Ingeval U daartoe niet bereid bent dan verzoek ik u binnen 30 dagen antwoord te geven op mijn volgende vragen:

    Vraag 1.
Waarom is het van groot politiek belang dat op het sterk verontreinigde bedrijventerrein van de Firma Van Aarle B.V. een groot impregneerbedrijf wordt opgericht?

    Vraag 2.
De Firma Van Aarle B.V. mag van de VROM een milieucategorie-5 bedrijf en zelfs SEVESO-bedrijf oprichten
  • op sterk verontreinigde grond
  • temidden van burgerwoningen (14 burgerwoningen op een afstand van 0 tot 100 meter).
  • in het ecologische kerngebied van het Dommeldal.
Hoe komt dit?

    Vraag 3.
De Firma Van Aarle B.V. mag van de VROM continue door handelen in strijd met nagenoeg al zijn hinderwetvoorschriften. Hoe komt dit?

    Vraag 4.
De Firma Va Aarle B.V. is een klein familiebedrijfje waar 2 broers en 2 zoons van die ene broer werkzaam zijn. Hiermee lever ik het bewijs dat het grote politieke belang welke achter deze zaak zit het gevolg is van zijn adviseurs de Heer Mouwen en de Heer Leegwater. De Heer Mouwen die al vele jaren zeer goede kontakten heeft met de VROM en de Heer Leegwater die als oud directeur van Van Swaaij Garantor B.V. (Hickson Garantor B.V.) weet dat de minister van VROM verantwoordelijk is voor het storten van grote hoeveelheden sterk arseenhoudend chemisch afval van de Billiton via het gewolmaniseerde hout bij de niet geïnformeerde burger in de tuin kunnen het Ministerie van VROM chanteren met schadeclaims ingeval de VROM optreedt tegen de Firma Van Aarle B.V. Klopt dit Ja/Nee?
    Zo ja, ga verder met vraag 9.
    Zo nee, ga verder met vraag 5.

    Vraag 5.
Hoe is het mogelijk dat de Heer Mouwen rechtstreekse gesprekken kan voeren met de Directeur Generaal van de VROM voor de inhoud van de hinderwetvoorschriften welke bedoeld zijn voor de Firma Van Aarle B.V.?

    Vraag 6.
Hoe is het mogelijk dat het Ministerie van VROM miljoenen milieugeld (gemeenschapsgeld) verspilt aan het familiebedrijfje van de Firma Van Aarle B.V.?

    Vraag 7.
Waarom heeft het Ministerie van VROM miljoenen milieugeld over voor een bedrijfje welke ons kritische Dommeldal vernietigt.

    Vraag 8.
Waarom heeft het Ministerie van VROM miljoenen milieugeld over voor het op grote schaal persen van chemisch afval van de Billiton (Superwolmanzout-Co) in hout om het vervolgens her en der diffuus te kunnen storten, want terugwinnen is niet meer mogelijk.

    Vraag 9.
1 m3 gewolmaniseerd hout wat niet wordt verbrand geeft gemiddeld een milieubelasting van 40 ton zand tot chemisch afval. 1 m3 gewolmaniseerd hout wat wel wordt verbrand geeft gemiddeld een milieubelasting van 80 ton zand tot chemisch afval. Dit betekent dat door het persen van chemisch afval van de Billiton in hout ons milieu in Nederland op korte termijn zal worden vernietigd. Waarom besteedt u aan deze grootschalige milieuvernietiging ons milieugeld (gemeenschapsgeld)?

    Vraag 10.
Onder uw verantwoordelijkheid houdt u de burgers die voor u het milieugeld moeten opbrengen van de domme. U licht hen niet eerlijk in over de gevaarsaspecten en schadegevolgen van gewolmaniseerd hout. Waarom doet u dit?

    Vraag 11.
Betreffend gewolmaniseerd hout kan zoveel arseenzuur en chroomtrioxide bevatten dat het 100 x de WCA-grens te boven gaat. Betreffend arseen en chroom regent er in grote hoeveelheden uit. Arseenzuur en chroomtrioxide zijn sterk kankerverwekkend. - U weet dat betreffend hout wordt gebruikt voor
  • tuinschuttingen, waartegen bramen, druiven, frambozen e.d. worden geplant.
  • kinderzandbakken
  • kinderzwembadjes
  • champignonbakken
  • tuintafels
  • etc.etc.

- U weet dat betreffend hout overal wordt gezaagd, geschaafd, geschuurd etc. zonder beschermende maatregelen.

- U weet dat betreffend houtmot vermengd met ander houtmot wordt gebruikt voor

  • palingrokerijen
  • worstrokerijen
  • onder de varkens, koeien e.d. en vervolgens als mest op het land komt.

- U weet dat betreffend gewolmaniseerd hout, wat vaak niet meer te herkennen is, wordt opgestookt

  • op brandstapels
  • in open haarden
  • in houtkachels en dat betreffend extreem giftig as gewoon met het blik wordt opgeschept zonder beschermende maatregelen om het vervolgens als humus voor de groentetuin te gebruiken.

- U weet dat al het arseenzuur en alle chroomtrioxide welke in het gewolmaniseerde hout wordt geperst op den duur in het grondwater terecht komt. Dit omdat het zware metaalzouten betreffen. Om die reden zijn betreffende arseenzouten en chroomzouten erg mobiel en zal ons toekomstig drinkwater daarmee worden vergiftigd.

Aan dit alles kunt u een einde maken.
Doet u dit Ja/Nee?

    Zo ja, Dan zal Nederland U dankbaar zijn?
    Zo Nee, ga verder met vraag 12.

    Vraag 12.
Bent u bereid het gehele Nederlandse Volk via T.V. en Radio en landelijke kranten eerlijk voor te lichten over de gevaars- en schadeaspecten van gewolmaniseerd hout Ja/Nee?
    Zo ja, Dan zal Nederland u dankbaar zijn?
    Zo nee, Dan ben ik blij dat u dit alles op uw geweten heeft en niet ik.

Gezien de ernst van dit alles verzoek ik u onmiddellijk in te grijpen of vóór 20 maart 1992 mijn bovengenoemd 12 tal vragen te beantwoorden.



Bij brief van 12 maart 1992 kenmerk: SBM/26292002, reageert minister J.G.M. Alders met de volgende mededeling:


    Geachte heer van Rooij,

    U toont al vele jaren een hoge mate van betrokkenheid bij het milieu. Ik waardeer het zeer, wanneer burgers blijk geven van hun bezorgdheid voor een beter milieu. Vooral wanneer op deze bezorgdheid ook een daadwerkelijk handelen in de persoonlijk sfeer volgt. Het gebruik van houtverduurzamingsmiddelen door de firma Van Aarle brengt u door middel van talrijke vragen veelvuldig onder mijn aandacht. Ook in uw brief van 16 februari stelt u mij wederom een groot aantal vragen, voortvloeiend uit uw visie hierop. U legt inmiddels een zeer groot tijdsbeslag op mijn medewerkers van het directoraat-generaal Milieubeheer, de Hoofdinspectie Milieuhygiëne en de Regionale Inspectie Milieuhygiëne.

    Ik ben van mening dat dit tijdsbeslag een thans niet meer te verantwoorden omvang is gaan aannemen. Dit te meer gezien de genoegzaam bekende wederzijdse standpunten en het feit dat uw brieven ons na serieuze bestudering geen nieuwe gezichtspunten opleveren. U noopt mij daarom thans een beslissing te nemen omtrent de behandeling van uw brief d.d. 16 februari j.l. en eventuele volgende brieven. Deze beslissing houdt in dat uw brieven voor kennisgeving zullen worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden.



Bij brief van 31 maart 1992, kenmerk: SBM/27392009, bericht minister J.G.M. Alders van VROM de Vaste Commissie van Milieubeheer van de Tweede Kamer der Staten Generaal hierover als volgt:


    Geachte voorzitter,

    Naar aanleiding van de brief, die de heer Van Rooij te Sint Oedenrode u op 25 februari 1992 stuurde en die u naar mij doorstuurde met het verzoek om een reactie, deel ik u het volgende mede:

    De heer Van Rooij woont naast het houtimpregneerbedrijf Van Aarle B.V. De heer Van Rooij maakt zich al geruime tijd erg bezorgd over de door de firma Van Aarle gebruikte houtverduurzamingsmiddelen, de werkwijze van het bedrijf en de consequenties van dit alles voor mens en milieu. Zijn zorg brengt hij tot uitdrukking door mij bij voortduring uitgebreide brieven, begeleid door talloze kopieën, te schrijven, waarin hij talrijke vragen over deze en aanverwante materie stelt. Brieven van gelijke inhoud of strekking stuurt de heer Van Rooij ook naar collega-ministers, de hoofdinspecteur voor de milieuhygiëne de regionaal inspecteur milieuhygiëne in Noord Brabant, de Nationale Ombudsman, de Raad van State en vele anderen. Om u een indruk te geven volgt in de bijlage een - niet uitputtend - overzicht van zijn correspondentie aan VROM/DGM en overige instanties.

    Ik waardeer het in hoge mate als burgers een grote betrokkenheid vertonen bij de milieuproblemen waarmee de Nederlandse samenleving wordt geconfronteerd. De wijze waarop de heer Van Rooij zijn betrokkenheid uit, legt echter een zeer groot tijdsbeslag op medewerkers van het directoraat-generaal Milieubeheer, de Hoofdinspectie Milieuhygiëne en de Regionale Inspectie Milieuhygiëne te Noord Brabant. Ik ben van mening dat dit tijdsbeslag, veroorzaakt door één burger, een thans niet meer te verantwoorden omvang is gaan aannemen. Dit te meer gezien de genoegzaam bekende wederzijdse standpunten en het feit dat zijn brieven ons na serieuze bestudering geen nieuwe gezichtspunten opleveren. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de klachten worden ingegeven door het feit dat de heer Van Rooij niet het antwoord krijgt dat hij graag wil hebben.

    Dit heeft mij ertoe gebracht een beslissing te nemen omtrent de behandeling van brieven van de heer Van Rooij. Deze beslissing houdt in, dat zijn brieven voor kennisgeving zullen worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden. Naar aanleiding van een brief, die de heer Van Rooij mij op 16 februari j.l. stuurde, heb ik de heer Van Rooij op 12 maart j.l. een brief van hierboven genoemde strekking gestuurd. Een kopie heb ik voor uw informatie bijgevoegd. Overigens heb ik ook de Nationale Ombudsman, de heer mr.drs. M. Oosting, mijn beslissing meegedeeld. Inmiddels ontving ik verzoeken van het Kabinet der Koningin en de minister van Binnenlandse Zaken,aan wie de heer Van Rooij zijn brief d.d. 25 februari 1992 onder meer ook heeft gestuurd, tot behandeling van deze brief. Zowel de directeur van het Kabinet der Koningin, de heer drs. F.E.R. Rhodius, als de minister van Binnenlandse Zaken heb ik van mijn besluit op de hoogte gebracht.



    Commentaar.

Opvallend hierbij is dat minister Alders van VROM van deze brief aan de Tweede Kamer der Staten Generaal aan mij geen afschrift heeft verstuurd en ik mij daartegen niet heb kunnen verweren. Toevalligerwijze ben ik later, via iemand anders, aan deze brief gekomen anders had ik het nooit geweten.

Nog opvallender is dat Minister Alders van VROM mijn onderliggende brief van 16 februari 1992 (bijlage A) voor alle leden van de Tweede Kamer heeft achtergehouden en derhalve heeft verzwegen. Het meest opvallend echter is dat mr. M. Oosting, vanuit zijn functie als Nationale Ombudsman, deze handelwijze van voormalig minister Alders van VROM volledig steunde.

    Bijgevoegd vindt u verder:

Het artikel "Ombudsman Oosting negeerde giffraude" in het Katholiek Nieuwsblad van 11 mei 2001 (1 pagina). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat de milieumaffia het bedrijf gebr. Van Aarle B.V. jarenlang heeft gebruikt als dekmantel om jaarlijks vele duizenden kilogrammen arseenzuur en chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) in het milieu te dumpen. Dit alles met de bedoeling deze milieumaffia er grof met te verrijken ten koste van het toekomstig leven van duizenden mensen.

Uit die inhoud kunt u tevens opmaken dat het door de Gebr. van Aarle B.V. gebruikte bestrijdingsmiddel Superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. foutief is geclassificeerd en foutief is geëtiketteerd.Deze foutieve etikettering heeft producent Hickson Garantor BV in samenspanning met het ministerie van VWS en het college voor de Toelating van bestrijdingsmiddelen al vanaf 6 april 1992 opzettelijk aangebracht. Arseenpentoxide heeft als VN-nummer 1559 en is giftig bij inademing, opname door de mond. Arseenzuur heeft als VN-nummer 1553 en is zeer giftig en levensgevaarlijk bij inademing, opname door de mond of huidcontact. Zo gevaarlijk dat Hickson krachtens verordening EG 142/97 rechtstreeks aan de Europese commissie alle gegevens had moeten verstrekken over geïmporteerde dan wel geproduceerde producten waarin arseenzuur is verwerkt. Deze gegevens dienen als basis voor een Europese risicobeoordeling. Met deze opzettelijke foute etikettering heeft Hickson niet alleen de voorschriften overtreden maar ook de rechtstreeks vanuit de EU opgelegde risicobeoordeling weten te ontduiken. Van dit zware milieumisdrijf heb ik ruim vijf jaar geleden aangifte gedaan en bovendien mr. M. Oosting, als Nationale Ombudsman, op de hoogte gebracht. Er gebeurde echter niets.

Opmerkelijk hierbij is dat bij de vuurwerkramp in Enschede ook sprake was van foutieve etikettering. In de verpakking zat namelijk veel zwaarder vuurwerk dan op het etiket stond. Nog opmerkelijker is dat de heer Bouwma hiervan diverse malen aangifte heeft gedaan, maar dat deze aangiften nu allemaal zoek zijn. Het meest opmerkelijk is echter dat de heer Oosting, die als Nationale Ombudsman niets aan de foute etikettering van dit Superwolmanzout-Co heeft gedaan, aangesteld is als voorzitter van de onderzoekscommissie naar de Enschederamp maar naar de foutieve vuurwerketikettering geen onderzoek heeft verricht. Op basis van bovengenoemde feiten plus de wetenschap dat Superwolmanzout-Co is samengesteld uit levensgevaarlijk afval van de metaalindustrie (Shell/Billiton), concludeer ik dat hier sprake is van georganiseerde milieumaffia. Het doel van houtverduurzaming is het hout tot aan de kern toe vol te persen met bovengenoemd uiterst gevaarlijk afval, zodat er per m3 hout maximaal gevaarlijk afval kan worden gedumpt en de milieumaffia er maximaal aan verdient, ten koste van het toekomstig leven van miljoenen mensen.


    CONCLUSIE

Met bovengenoemd feitelijk bewijsmateriaal aan onderbouw vraag ik mij eerlijkheidshalve af of dr. M. Oosting nog wel onafhankelijk genoeg kan zijn om als staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State naar behoren te kunnen te functioneren. Om die reden stel ik aan u de volgende vraag:

    Dr. mr. Oosting, vindt u dat u op grond van vorenstaand feitelijk bewijsmateriaal
    uw functie als staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
    nog voldoende onafhankelijk kunt uitoefenen?


In het landsbelang zou een spoedig inhoudelijk gemotiveerd antwoord natuurlijk te waarderen zijn.

Hoogachtend,

ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige Ecologisch Kennis Centrum BV
Voor deze

Ing. A.M.L. van Rooij,
directeur.

Websiteadres: www.sdnl.nl/ekc-rs64.htm en www.rooi.org/ekc-rs64.html


C.c.

  • Vice-president van de Raad van State.
  • Procureur Generaal van de Hoge Raad.
  • Tweede Kamer der Staten Generaal.
  • Vereniging Milieudefensie.
  • Katholiek Nieuwsblad.
  • Twee Vandaag.
  • Stichting Sociale Databank Nederland.

Bijgevoegde referenties:
Mijn brief van 16 februari 1992 aan de minister van VROM dhr. J.G.M. Alders (3 pagina's)
Brief van 12 maart 1992, kenmerk SBM/26292002, van de minister van VROM, dhr. J.G.M. Alders (1 pagina)
Brief van 31 maart 1992, kenmerk SBM/27392009, van de minister van VROM, dhr. J.G.M. Alders (5 pagina's)
Het artikel "Ombudsman negeerde giffraude" in het Katholiek Nieuwsblad van 11 mei 2001 (1 pagina)