Nederland ontbeert een Grondwettelijk Hof als enig land in Europa. Rechterlijke willekeur is dan ook dagelijkse praktijk

De politiek speelt door toelaten diffuse vergiftiging met uw gezondheid

IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . Jeugdzorg . . Burhoven

Klokkenluiders die strijden tegen politieke collusie hebben in Nederland geen enkel recht

De politiek speelt door toelaten diffuse vergiftiging met uw gezondheid

Klokkenluiders die strijden tegen politieke collusie hebben in Nederland geen enkel recht meer en worden met behulp van verplicht inhuren van advocaten in civiele procedures (waarvan er veel ook plaatsvervangend rechter zijn)   financieel, mentaal en lichamelijk gesloopt.

Twee van die klokkenluiders die door deze politieke collusie zijn gesloopt en financieel tot het bot toe worden uitgekleed zijn Robert Kahlman en Ad van Rooij. Zij kunnen in Nederland al 18 jaar lang bij geen enkele rechtbank hun fundamenteel door de grondwet gewaarborgd recht halen.

De Sociale Databank Nederland heeft met 'Kamerzetel 151' gepoogd de politiek terug te brengen bij de burger. Behalve het helaas overleden CDA-Tweede Kamerlid prof. Anis Koekoek en LPF Kamerlid Mat Herben is tot nu toe geen Kamerlid bereid geweest om directe democratie te organiseren zoals de grondwet lijkt te garanderen. De praktijk blijkt echter geheel anders.

Deze politieke belangenverstrengeling ofwel collusie heeft in Nederland nu zodanig ernstige vormen aangenomen dat onder de neus van de Tweede Kamer medio 2005 de 'Actio popularis', dat wil zeggen het recht van procederen voor eenieder, is afgeschaft. Nu deze politieke collusie via de klokkenluiders Robert Kahlman en Ad van Rooij met de aanval op de publicaties op de website van de Sociale Databank Nederland is begonnen, probeert men met behulp van gerechtelijke uitspraken de vrijheid van meningsuiting bij de Sociale Databank Nederland (de media) in te perken, ondanks het feit dat de Sociale Databank Nederland hoor en wederhoor publiceert op de website. Het initiatief is genomen tot de oprichting van een 'Burgertribunaal'. Dit tribunaal is een tribunaal voor het volk waar burgers en klokkenluiders onrecht en wanpraktijken aan de kaak kunnen stellen.

Voorbeeld van eindeloze strijd tegen grof onrecht

De feiten waar Ad van Rooij (18 jaar) en Robert Kahlman (13 jaar) mee te maken hebben zijn als volgt: Op 17 september 1985 is het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986-1990 (vergaderjaar 1985-1986, 19204, nrs. 1-2) aan de Voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden.

In dat meerjarenplan staat geschreven dat arseen en chroom-VI zwarte lijststoffen zijn en dat deze stoffen vanwege de stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een groot risico inhouden. Die stoffen zijn zo gevaarlijk dat in internationaal verband is besloten dat deze zwartelijststoffen via een maximale brongericht aanpak uit het milieu moeten worden geweerd.

Betrokken overheden moeten een dergelijke brongericht aanpak, die voorkomt dat deze zwartelijststoffen in het milieu komen, al vanaf 1986 toepassen in de milieuvergunningen van betrokken bedrijven. Zo staat geschreven in dat Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986-1990.

Achteraf gezien kwam dit enkele personen (waaronder voormalig minister Hans Alders van VROM)  binnen de landelijke politiek kennelijk niet goed uit. Dat zou namelijk betekenen dat Billiton vrijkomend hoogproblematisch gevaarlijk afval voortaan tegen zeer hoge kosten eeuwig moet laten opslaan.

Kost wat kost moest worden voorkomen dat de verwerking van dit gevaarlijk afval van o.a. Billiton, als gevolg van de ingebouwde tekortkomingen in de Bestrijdingsmiddelenwet, via het bestrijdingsmiddel Superwolmanzout-CO niet langer meer kon worden verwerkt en gedumpt in nieuw hout dat aan de consumenten wordt verkocht.

Voormalig minister Alders van het ministerie van VROM heeft om die reden in mei 1992, onder kenmerk: IBP 03392001, de Circulaire betreffende het werkprogramma milieumaatregelen bij houtimpregneerbedrijven uit laten gaan naar de Vereniging van de Nederlandse Gemeenten. Daarnaast ook naar het Interprovinciaal Overleg en de afzonderlijke provincies, naar de Unie van Waterschappen en de waterkwaliteitbeheerders, en verder naar de CUWVO, de Regionale Inspecties Milieuhygiëne, de VHN en alle zijn bekende houtimpregneerbedrijven. Daarin werden opgenomen de milieuvoorschriften die door een bevoegd gezag moeten worden opgenomen in Milieu- en Wvo-vergunning voor o.a. houtimpregneerbedrijven.

Deze voorschriften mogen geen rekening houden met de milieuaspecten van verduurzaamd hout in de gebruiks- of afvalfase. Zo heeft ing. C.M. Moons namens voormalig minister Alders in een voorbrief aan elk bevoegd gezag en houtimpregneerbedrijven kenbaar gemaakt. Zo heeft het kunnen gebeuren dat de Nederlandse houtimpregneerbedrijven maar liefst zo' n 13 miljoen kg arseen en 30 miljoen kg chroom VI bij 16 miljoen Nederlanders in de huizen, schuren en tuinen terecht laten komen.  Dit ook nog gestimuleerd met overheidssubsidie ter bescherming van de tropische oerwouden.

De schadelijke gevolgen voor het milieu- en de gezondheid, en daarmee ook de economisch schadelijke gevolgen, zullen voor alle 16 miljoen Nederlanders catastrofaal zijn. Zie hiervoor bijgevoegd artikel van 'Aan die 13 MIO kilo Arsenicum en 30 MIO kilo Chroom VI kan het niet hebben gelegen' van Pamela Hemelrijk.

Dit alles mag niet naar buiten komen en kennis daarover moet tot in de kiem worden gesmoord. Klokkenluiders moeten monddood worden gemaakt.  Het monddood maken van Ad van Rooij heeft voormalig oud-minister Alders van VROM in het geheim gesproken met alle leden van de Vaste Commissie van Milieubeheer van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, met de Nationale Ombudsman mr. Drs. M. Oosting, Minister H.F. Dijkstal van Binnenlandse zaken en de directeur van het Kabinet der Koningin drs. F.E.R. Rhodius.

Zij allen hebben besloten, en in een voor Ad van Rooij achtergehouden brief  d.d. 31 maart 1992 (kenmerk: SBM/27392009) vastgelegd, dat brieven of klachten die Ad van Rooij over dit onderwerp nog richt aan de Tweede Kamer der Staten Generaal, aan de Nationale Ombudsman, aan de Minister van VROM, aan de Minister van Binnenlandse zaken en aan Hare Majesteit de Koningin voortaan niet meer inhoudelijk zullen worden beantwoord en voor kennisgeving zullen worden aangenomen.

Dit beleid blijft tot aan de dag van vandaag voortduren. Daarmee heeft de Nederlandse regering de grondrechten (artikel 1 van de Grondwet; gelijke behandeling van iedereen) bij Ad van Rooij al 13 jaar lang afgenomen. Ad van Rooij heeft vele pogingen gedaan om die grondrechten weer terug te krijgen echter zonder positief resultaat. Dit omdat is besloten dat brieven over dit onderwerp onbeantwoord blijven.

Omdat Ad van Rooij daartegen toch bleef procederen heeft er op 18 augustus 1992 op het parket te 's-Hertogenbosch een onder voorzitterschap van de officier van justitie mr. G. Bos een geheim overleg plaatsgevonden met

● dhr. G. Broeren (parketsecretaris),

● dhr. H de Vries (hoofd Milieuinspectie Noord- Brabant),

● dhr. H. Artz (juridisch medewerker provincie Noord-Brabant),

● dhr. V. Ditters (hoofd algemene zaken Waterschap De Dommel),

● mevr. I. Valk (wachtmeester Rijkspolitie Sint-Oedenrode),

● dhr. M. Saris (wachtmeester Rijkspolitie Sint-Oedenrode),

● dhr. P. Schriek (burgemeester van de gemeente Sint Oedenrode),

● mevr. H. van Dijk-Eerhart (wethouder van Sint-Oedenrode),

● dhr. C. Kerstholt (hoofd afdeling B&M van Sint-Oedenrode) en

● dhr. G. van Aarle (milieutechnisch medewerker van Sint-Oedenrode)

In dat geheime overleg, vastgelegd in een verslag d.d. 2 september 1992, is op voorstel van het hoofd van de Milieu-inspectie Noord Brabant dhr. H. de Vries onder meer besloten dat burgemeester P. Schriek van Sint Oedenrode medisch milieukundige H. Jans op van Rooij moest afsturen om hem onder vier ogen te spreken. Het is goed te weten dat burgemeester P. Schriek deze H. Jans persoonlijk goed kende vanuit zijn voorzitterschap van de GGD in Breda. Dit alles was voor Ad van Rooij reden om daarover criminoloog prof. dr. F. Bovenkerk te benaderen. Na bestudering van het dossier van Ad van Rooij heeft prof. Bovenkerk daarover bij brief van 21 juni 1993 (kenmerk: A-22-89 FB/am) aan toenmalig hoofdofficier van Justitie mr. C.R.L.R.M. Ficq op het parket te 's-Hertogenbosch letterlijk het volgende geschreven:

Geachte heer Ficq.

In deze brief wil ik mijn instemming betuigen met het door U (vanaf 26 februari j.l. Uw kenmerk: Kab. 01/5068/93) voorgenomen onderzoek naar aanleiding van hetgeen door Ing. A.M.L. van Rooij te Sint Oedenrode naar voren is gebracht over milieucriminaliteit en het impregneren van hout. Ik ben niet bij machte om de kwestie op haar chemische merites te beoordelen, maar herken wel criminologisch interessante aspecten die mogelijkerwijs bij Uw beoordeling een rol kunnen spelen.

De vraag waarmee van Rooij mij benaderde luidde: is hier sprake van georganiseerde misdaad?

Het antwoord op deze vraag hangt uiteraard af van de inhoud die we dit begrip willen geven. Als we het systematisch gebruik van fysiek geweld als maatstaf nemen, nee: dan (nog) niet. Als we letten op patronen van samenwerking tussen malafide ondernemers (of ondernemers met een malafide sector) en de overheid, dan wel.

Op grond van enkele gesprekken en kennisname van onderdelen van diens zeer uitvoerige dossier, kom ik tot de slotsom dat van Rooij met tenminste twee regelmatigheden te maken heeft die ook in de literatuur blijken. De eerste heeft betrekking op grote milieudelicten. Bij welhaast geen modern delict is de rol van bezorgde burger zo belangrijk als hier. Erg ontwikkeld is die waakhondfunctie bij ons nog niet, tenminste als we die vergelijken met de Verenigde Staten.

In de literatuur (zie o.a. A.A. Block & F. Scarpitti: Poisoning for Profit. 1985) blijkt dat dit proces altijd begint bij het hardnekkig drijven van nogal bijzondere eenlingen. Zij proberen medestanders voor hun standpunten te winnen, maar ondervinden geduchte weerstand van de bedrijven of de branche waarop zij zich richten. Ze worden genegeerd, voor ondeskundig uitgemaakt, hun motieven worden verdacht gemaakt en ze worden geïntimideerd. Uit zijn relaas maak ik op dat de heer van Rooij thans ook ruimschoots met het laatste te maken heeft.

De tweede herkenning geldt de houding van de overheid. Bij georganiseerde misdaad denkt men vaak aan regelrechte omkoping of chantage van ambtenaren. maar dat hoeft geenszins het geval te zijn. Vaak komt het voor dat malafide bedrijven samengaan met de overheid omdat hun belangen parallel lopen en een probleem wordt opgelost. In de criminologische literatuur wordt dat verschijnsel collusie genoemd (zie dr G. van de Heuvel, Onderhandelen of straffen, 1983). Van Rooij's hypothese dat in het onderhavige geval enkele bedrijven met het impregneren van hout een milieudoelstelling van de overheid tegemoet kwamen en dat men onder de vorige minister van VROM een convenant heeft gesloten; dat nu gebleken is dat het impregneren in feite gevaar oplevert; dat men toch niet op de afspraak terugkomt omdat er te veel aan goodwill en prestige is geïnvesteerd. Dit alles komt mij voor als geloofwaardig. Ik word in dat geloof gesterkt door de categorische afwijzing van eerst minister Alders en nu minister Hirsch Ballin om op van Rooij's brieven in te gaan en wel zonder argumenten. Begrijpen kan men het wel. Van Rooij is uiterst vasthoudend en komt steeds met nieuwe correspondentie. Naar de mate waarin hij meer gelijk heeft is dat voor degenen die zijn correspondentie beantwoorden des te vervelender.

Een werkelijke uitweg komt pas in zicht wanneer de kwestie serieus wordt onderzocht. Ter wille van de bestrijding van collusie is het goed dat thans met zo'n onderzoek wordt begonnen.

Hoogachtend,
Prof. dr. F. Bovenkerk (criminoloog)

Heden, na maar liefst 13 jaar, heeft mr. C.R.L.R.M. Ficq nog nooit gereageerd op bovengenoemd verzoek om hiernaar een strafrechtelijk onderzoek in te stellen van criminoloog prof. dr. F. Bovenkerk. Wel is deze mr. Ficq later (na Docters van Leeuwen) voorzitter geworden van het college van procureurs-generaal en is hij op 13 november 1999 bij gelegenheid van zijn vertrek bij het openbaar ministerie benoemd tot officier in de orde van Oranje Nassau. Hij kreeg de koninklijk onderscheiding in Den Haag uitgereikt door de minister van justitie B. Korthals. Als waardering voor zijn bewezen diensten is hij vanaf 1 januari 2000 benoemd tot raadsheer bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.    

Deze collusie waar Ad van Rooij mee de maken had en heeft is ook bij 2Vandaag op televisie geweest. Daarin heeft ook criminoloog prof. dr. F. Bovenkerk gesproken. Deze 2Vandaag uitzending kunt u zien op: video/2vandaag.wmv. Over hoe deze collusie tot stand komt en wat voor desastreuze gevolgen dat heeft voor de gehele Nederlandse bevolking heeft Ad van Rooij in zijn presentatie voor de Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskundigen in 2002 helder uiteengezet. Betreffende presentatiesheets kunt u vinden op: nvvk_bestanden/frame.htm

Het is dezelfde collusie waarvoor de heer R. Kahlman van 1993 tot 1998 bij Corus (voorheen: Hoogovens Technical Service) in een kelder in het geheim proeven heeft moeten doen in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en zonder dat Corus beschikte over een daarvoor vereist Milieuvergunning van de Provincie Noord-Holland met bindende voorschriften. Voor de feitelijke onderbouw zie bijgevoegd blokschema  'van levensgevaarlijk afval tot green bricks' met toelichting: blokschema.htm

Het is deze belangenverstrengeling die R. Kahlman, zijn vrouw en kinderen ernstig ziek hebben gemaakt (zie: quekel-35.htm">quekel-35.htm en geheim-van-het-hout.htm"> http://www.diagnose-kanker.nl/het_geheim_van_het_hout.htm ) en als of dat nog niet genoeg is ook nog confronteert met een dwangsom van € 500 per dag tot maximaal € 15.000 en is veroordeeld.

Daarnaast is hij (gezien de praktijken in ons rechtssysteem) in de kosten veroordeeld van € 319,32 euro en € 816, omdat zijn advocaat nalatig was en niet competent bleek te zijn. Dit met de wetenschap dat Kahlman en zijn gezin leven op een absoluut minimum niveau, omdat Corus al acht jaar lang weigert ook maar iets te vergoeden voor de gezondheidsschade die hij met zijn werk bij Corus heeft opgelopen. Dit alles heeft hemzelf, zijn vrouw en kinderen nog veel zieker maakt.

Ik, Ad van Rooij, ben daarom voor hem opgekomen. Maar omdat ik voor dit al acht jaar lang voortdurende leed van de familie Kahlman opkom krijg ik op 31 maart 2006 twee dagvaardingen in Kort Geding van IBR Consult BV in de brievenbus (waarin met pen bewezen vervalsingen zijn aangebracht) met de eis, dat ik onder een oplegging van een dwangsom van € 2500 euro per dag moet stoppen met het naar buiten brengen van boven genoemde collusie.

Toelichting op het gevaar van diffuse vergiftiging

Betreffend levensgevaarlijk afval moet verder worden weggewerkt in bouwmaterialen. Het aardelite kunstgrind procedé werd door bovengenoemde politieke collusie gezien als de oplossing. Proeven daarvoor moesten worden gedaan in het diepste geheim door besloten vennootschappen (B.V.'s.) die ingevolge de artikelen BW2: 186 lid 1, en BW2: 177 lid 1, lid 2 en lid 3 geen rechtspersonen zijn zodat de enorme milieu gezondheid en economische schade later nooit juridisch op hen kan worden verhaald.

Zo bezitten de besloten vennootschappen: de besloten vennootschap Aarding Handelsmaatschappij ATRACO BV, gevestigd te Nunspeet; de besloten vennootschap AARDING BV, gevestigd te Nunspeet; de besloten vennootschap BV Industriële Handelsonderneming en Metaalwarenfabriek 'AARDING', gevestigd te Nunspeet; die het Aardelite kunstgrind procedé hebben ontwikkeld geen rechtspersoonlijkheid. Ondanks dat hebben deze illegale bedrijven miljoenen guldens aan subsidie ontvangen van het ministerie van Economische Zaken voor het ontwikkelen van dit procedé.

Vanaf 1993 is het beproeven van dit Aardelite kunstgrind procedé in het diepste geheim onder in de kelder bij CORUS, Wenckebachstraat 1, 1951 JZ te IJmuiden, voorgezet door R. Kahlman in opdracht en onder directe aansturing van de volgende besloten vennootschappen: Hoogovens Technical Services BV; Hoogovens Technical Services Engineering & Environment BV; Hoogovens Technical Services Energy & Contracting; Hoogovens Technical Services Europe BV; HTS I&S BV en HTS E&E BV. Ook deze besloten vennootschappen hebben voor het ziek maken van R. Kahlman, zijn vrouw en kinderen via Senter Novem grote bedragen aan overheidssubsidie ontvangen van het ministerie van Economische Zaken.

Dit heb ik mr. H.E.C.A. Vlasman, de advocaat van R. Kahlman, bij brief van 18 februari 2006 (kenmerk: RK/180206/VZ) kenbaar gemaakt met het nadrukkelijke verzoek dat onmiddellijk door te sturen aan de advocaat van Corus mr. H.J.C. Rijk met het nadrukkelijke verzoek om de heer Rijk daarop uiterlijk voor 23 februari 2006 inhoudelijk te laten reageren, zodat door de heer Vlasman (de advocaat van R. Kahlman) deze inhoudelijke reactie van de heer Rijk van Corus kan worden meegenomen als verweer in het te behandelen kort geding op 28 februari 2006 bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Alkmaar.

Ondanks mijn nadrukkelijke verzoeken daartoe aan het adres van advocaat mr. H.E.C.A. Vlasman heeft hij dat geweigerd, waardoor hij de zaak voor zijn cliënt R. Kahlman heeft verloren. Het is dezelfde advocaat mr. H.E.C.A. Vlasman die bij de rechtbank 's-Hertogenbosch met foutieve procesvoering in mijn zaak op mijn kosten jurisprudentie heeft laten ontstaan waarmee op mijn foutief woordgebruik via executoriale beslaglegging per keer 50.000 euro afhandig kan worden gemaakt. Dit in tegenstelling met onze naar verwachting toekomstige Minister-president Wouter Bos, die mag zelfs zeggen dat 'India zo corrupt is als de neten', zonder dat hem dat 50.000 euro kost. Voor de feitelijke onderbouw verwijzen wij u naar: http://www.sdnl.nl/wouter-bos-blundert.htm


Artikelen die direct of indirect te maken hebben met het recht

Harry Kerkhof zegt absoluut NEE vanwege het feit, dat dit Verdrag bepaalt, dat zowel op blz. 217 Art.3 de rechters, advocaten-generaal, griffiers, enz, als ook op blz. 270 Art.11-14 alle ambtenaren van de Unie (en dat zijn ze allemaal van Euro commissaris tot archiefbediende) zijn vrijgesteld van rechtsvervolging; zij blijven deze strafrechtelijke immuniteit genieten ook nadat zij hun ambt hebben neergelegd. Dit betekent, dat, als dit Verdrag wordt aangenomen, "grondwettelijk" is vastgelegd, dat deze personen voor het leven boven de Wet zijn gesteld.