De armoede groeit door bezuinigingen op lonen, pensioenen en zorg, naast taken die gemeenten op hun bord krijgen ...!!

Armoede, Wat, Waarom, Wanneer en Waar?

Voedselbanken . . Kamerzetel 151 . . Klokkenluiders <===> SDN . . Crisisdebat . . AOW

Het Armoededebat, wat is armoede? De omschrijving van het begrip armoede

    Het Armoededebat, wat is armoede?

Van Dale: "De toestand waarin iemand verkeert, die bijna niets heeft om van te leven". Dr. J.J. van Wermeskerken en prof. dr. H. van Oyen in de Oosthoeks' encyclopedie, 1947: "De omschrijving van het begrip armoede is moeilijk, omdat wij hier te doen hebben met een veelzijdig verschijnsel. 'Gebrek aan het nodige levensonderhoud' is als definitie onvoldoende omdat dit gebrek zich ook kan voordoen bij een plotselinge noodtoestand, die scherp onderscheiden moet worden van armoede. Een noodtoestand treedt catastrofaal op, terwijl armoede een chronisch karakter heeft. Het is ook moeilijk te zeggen, wat onder 'nodig levensonderhoud' moet worden verstaan, omdat hier heel verschillende eisen worden gesteld naar gelang de levensstandaard waaraan een bepaalde persoon gewend is nl. ten aanzien van voedsel, kleding, huisvesting, e.d. Stijging van de levensstandaard heeft vermeerdering van armoede ten gevolge." Thans na 50 jaar is het nog moeilijker aan te geven wat armoede is. De kloof tussen arm en rijk is steeds groter geworden.

    Waarom is er armoede?

Armoede is onlosmakelijk verbonden met rijkdom. Rijkdom neemt toe gelijk aan het toenemen van de armoede. Zoals in een wedstrijd altijd sprake is van winnaars en verliezers. Echter in het proces 'armoede rijkdom' is de winnaar niet aan fysieke grenzen en fysieke slijtage en veroudering gebonden, waardoor hij onbeperkt winnaar blijft en steeds meer verliezers achter zich laat. Zelfs aan de groei van de rijkdom van een miljardair is geen grens! De fysieke grens van de armoede beweegt zich tussen het 'te weinig om van te leven en te veel om te sterven' enerzijds en het 'sterven van de honger en het doodvriezen van de kou' anderzijds.

    Wanneer en waar is er armoede?

Duidelijk is dat naar tijd en plaats armoede een andere vorm aanneemt. De armoede in Mozambique is niet dezelfde armoede als van Zuid Amerika of de Verenigde Staten. Ook de armoede in India is een andere dan die in China of de armoede in Rusland of in Irak. In Bosnië of in België. In Bulgarije of in Nederland. Is in Bulgarije sprake van een ernstige economische armoede bij het overgrote deel van de bevolking; in Nederland is sprake van financiële tekorten en sociale armoede bij 10% van de bevolking die groeiende is en niet meer kan worden ingehaald zonder zeer ingrijpende maatregelen van de overheid. 80 % van de bevolking geniet een redelijk materiële welvaart terwijl 10% het rijk heeft waaronder een aantal extreem rijken: +/- 50000 miljonairs en +/- 200 miljardairs.

De discussie Muskens-Kok over het stelen van brood door mensen die honger hebben dreigt het Nederlandse armoedebegrip te vernauwen tot 'hongerlijden'. Dat speelt rechtsdenkend Nederland in de kaart. Er wordt geen honger geleden op grote schaal in Nederland en er wordt geen brood gestolen. Dus er zijn geen armen in Nederland. Toch is er sprake van armoede, pure armoede, geestelijke en mentale armoede bij Nederlanders in goede doen!

    Paars van en Paars over de kou

Het hoogtepunt van de jongste winterkoude ('plotselinge noodtoestand') is voor de regering reden in het voorjaar te bezien of de economische en maatschappelijke uitsluiting van de armen aanleiding is om aan de minima een eenmalige uitkering te verstrekken. PvdA, D66 en het CDA dringen er bij de regering op aan om aan de minima een koudetoeslag te verstrekken. Een medicijn om de ziekte van de armoede te genezen? Niet meer dan een pilletje om de koorts te drukken. Voor de VVD is dat pilletje nog te veel: "De gemeenten moeten maar bezien of die koudetoeslag nodig is en dan financieren uit de pot 'bijzondere bijstand'." De pot die bij de meeste gemeenten al leeg was voordat de koude begon.

Wat stelt de politiek zich voor van koudetoeslag? Putten dempen wanneer de kalveren verdronken zijn? Uitkering verstrekken aan mensen die kunnen aantonen dat ze bevroren ledematen hebben opgelopen? En is zo iets wel erg? Veel Nederlanders in goede doen liepen bevroren vingers, tenen, oren en zelfs bevroren ogen op bij de Friese elfstedentocht!

De ouderenpartij Unie 55+ pleitte een jaar geleden al voor extra financiële hulp voor minima i.v.m. de strenge winter en de SP vindt dat een structurele oplossing geboden is: bij strenge winters automatisch een koudetoeslag. De Unie 55+ deed ook een onderzoek naar het aantal aanvragen om koudetoeslag winter '95-'96 en moest ontdekken dat in de meeste gemeenten de minima geen koudetoeslag hadden aangevraagd. Bij de armen spelen kennelijk andere problemen die ernstiger zijn dan het probleem van het oplopen van de gasrekening. Armoede is geen probleem van een 100 gulden hoger uitvallende energierekening. De opgelopen schade op vele fronten vooral bij degene die al een aantal jaren geen perspectief meer hebben op betaald werk en niet beschikken over eigenschappen die gewild zijn in de sfeer van het vrijwilligerswerk raken in een zodanig isolement, dat ze de gang naar de sociale diensten voor een bijzondere bijstandsuitkering niet meer maken. Niet paars en stijf van de kou, maar groen en lam van ellende.

    Hoe kon het zover komen?

De sociale diensten in begin jaren 80 nog bestrijders van de armoede en solidair met de minima ontpoppen zich in de jaren 90 als bestrijders van de armen, hiertoe aangezet en verplicht door Haagse hetze en wetgeving, kritiekloos begeleid door de grote media. In de jaren 80 waren de sociale diensten nog in staat wat tegengeluid te laten horen. In opdracht van de sociale diensten werd nagegaan wat er precies aan harde guldens in de huishoudportemonnee van de minima komt en wat er aan vaste verplichtingen uitgaat; resultaat: het eerste rapport 'Minima zonder Marge' (juni 1984). Afgeleid uit de hoge mate van verschulding en bezuiniging en zware bezuinigingen op de eerste levensbehoeften. Daarna werd door de Sociale Dienst Rotterdam samen met de universiteit van Leiden onderzocht hoe 'de achterkant van de kille cijfers' van 'Minima zonder Marge' er uitziet. Hoe proberen mensen met alle financiële beperkingen hun leven in te richten en wat heeft dat voor gevolgen op de lange duur?

Twee rapporten kwamen hieruit voort: 'Een minimaal bestaan'(1986) en 'Moderne Armoede' (1987). Vele huishoudens op minimum niveau gaan tot een 'onderklasse' behoren met weinig perspectief op verbetering van omstandigheden, sociaal geciseleerd en economisch overbodig, steeds kampend met geldproblemen, vergeten en ontkend door media en politiek. Thans anno 1997 richten de sociale diensten, bij monde van de voorzitter van DIVOSA zich opnieuw tot de regering met de boodschap dat het zo niet langer kan. Zij suggereren de regering om minima uitkeringen fors te verhogen om het sociaal isolement te doorbreken c.q. te voorkomen. En mogelijk om het bestaande politieke klimaat niet te frustreren wordt 'fors' vertaald met 'We denken aan 5 procent'. Dit afgezet tegen de huidige 5% verhoging van de CAO-lonen en de achterstand die de minima in 10 jaar hebben opgelopen, een erg voorzichtig voorstel.

    Cultuur van de armoede

Perspectiefloosheid, sociaal isolement, toenemende verharding in de afhankelijkheidsrelatie met de sociale diensten en andere zorginstituten van overheid en hulpverlenende instanties leidt tot gedrag dat geen aansluiting meer vindt bij wat normaal wordt geacht in de huidige 'samenlevingscultuur'. Voor media en politiek een verschijnsel waar niet op gescoord kan worden. Een categorie van mensen waaraan niemand op een wettige manier iets kan verdienen. De zwaksten onder hen zijn gewillige prooien van 'verdienende' criminelen in de drugs- en prostitutiewereld.

De sterken en de creatieven en de goed opgeleiden, die nog kans zien aan het sociaal isolement te ontkomen bijv. door vrijwilligerswerk van behoorlijk niveau te verrichten worden door de sociale wetgeving tot 'de orde' geroepen en op straffe van verlies van uitkering gedwongen in de concurrentie te gaan met de 'minder bedeelde' om ongeschoolde en slecht betaalde arbeid: economische gekte in het kwadraat! Een uitkeringsgerechtigde met een maatschappelijk zinvolle functie wordt verplicht een lager- of ongeschoolde werk voor zijn neus weg te pikken! Over brood stelen gesproken!! De weg vinden in een dergelijk klimaat leidt tot een volkomen anders handelen en denken van getroffenen waarvoor geen weg terug meer mogelijk is, alle financiële fooitjes als eenmalige koudetoeslag ten spijt.

    Wie lost het armoedeprobleem op en hoe?

Het behoeft geen betoog dat voor de oplossing van het omschreven armoedeprobleem en de dreigende armoedecultuur diep ingrijpende maatregelen van de landelijke overheid nodig zijn, met name in de sociaal economische structuur. Bij het aantreden van het paarse kabinet spraken twee ministers onafhankelijk van elkaar zich uit voor een basisinkomen voor iedereen en het waren niet minder dan de minister van Economische Zaken en de minister van Financiën. Halverwege de rit wordt van de betreffende bewindslieden niets meer vernomen over het basisinkomen en gezien het huidige politieke klimaat zal er gedurende deze kabinetsperiode aan armoedebestrijding niets worden gedaan. Het knutselen aan het minimumloon en bepaalde categorieën bijstandsontvangers te verplichten voor 70 % van het 'minimumloon' een 'betaalde baan' te aanvaarden terwijl het economisch zo goed gaat in Nederland met een meevaller van 4,6 miljard meer belastingopbrengst, duidt niet op een klimaat waar armoedebestrijding hoge prioriteit heeft. Overigens wordt er wereldwijd gestudeerd op een basisinkomen voor elke wereldburger: een 'extra economie' ten behoeve van de armen.

    De lokale overheid en de armoedebestrijding

In het huidige politieke klimaat schijnt alleen de lokale overheid iets aan armoedebestrijding te kunnen doen. De landelijke overheid en de landelijke politiek verwijzen driftig naar het fonds 'bijzondere bijstand' bij de gemeenten, waar iedereen een beroep op kan doen, ook anderen dan bijstand ontvangenden. Dat het fonds niet toereikend is om de minima maar één week per jaar een modaal inkomen te verschaffen wordt buiten beschouwing gelaten. Gemeenten kunnen minima met gebruikmaking van het fonds 'bijzondere bijstand' slechts een minimale verlichting bieden bij zeer ernstige bestaansnood. Alle goedbedoelde acties van een aantal vooruitstrevende gemeenten om minima uit hun isolement te halen sorteren geen effect. Een stadskaart (korting toegangsbewijzen culturele evenementen), een gratis krantenabonnement of een koudetoeslag, vergoeding van schoolkosten, reparatiekosten kapotte televisie, haalt niemand uit zijn sociaal isolement, maar zal eerder het sociaal isolement bevorderen.

    Gemeente machteloos?

Zijn gemeenten dan echt machteloos in de bestrijding van de armoede? Nee !!! Een creatieve gemeente, die van de armoede de oorzaken wil zoeken en bestrijden zal snel tot de conclusie komen, dat hij afstand moet nemen van de door de landelijke politiek opgelegde jacht op de improductieven in de bijstand. Zij zullen tot de conclusie komen dat gedwongen inschakeling van 'improductieven' met onderbetaalde banen in het gangbare economisch systeem van nog meer produceren voor de markt meer armoede schept dan armoede oplost. Immers produceren voor de markt betekent produceren voor het geld en wel voor het grote geld. De markt economie produceert niet voor de kleine beurs van de arme. De lokale overheid beschikt buiten de 'bijzondere bijstand' de bevoegdheid kwijtschelding te verlenen van diverse retributies en belastingen zoals de onroerendzaakbelasting. De gemeente kan proefprojecten opzetten voor bestrijding van het sociaal isolement, anders dan de gangbare praktijk van beperking en uitsluiting van uitkering bij weigering van onderbetaalde en ongeschoolde arbeid. Belonen met premie werkt beter dan straffen met korting.

    Veel baanlozen: veel welzijnspotentieel !

Creatief omgaan met het binnen de gemeente aanwezige baanloze arbeidspotentieel kan veel gemeentelijk welzijn opleveren. In plaats van tegenspraak samenspraak en overleg met de 'economisch improductieven' op lokaal niveau zou wel eens kunnen leiden tot een flinke 'maatschappelijke productiviteit' of wederzijdse dienstverlening die het lokale welzijn, en daarmee de lokale ontwikkeling, ook in economische zin vooruit helpt.

    Doelmatig beleid

Gemeenten voer een zodanig economisch, sociaal en ecologisch beleid, dat mensen weer werken voor mensen. Voorkom dat mensen gedegradeerd worden tot instrument van een onpersoonlijk instituut dat geen ander doel heeft dan financieel rendement en eigen groei ten koste van mens en milieu. Probeer grootschalige bedrijvigheid die weinig of geen bijdrage leveren aan het lokale welzijn te weren en stimuleer die bedrijvigheid die gericht op de lokale behoefte van mensen aan diensten, veiligheid en noodzakelijke producten. Inventariseer de niet economische maar maatschappelijke behoefte in de gemeente.

Stel alle baanlozen die maatschappelijk productief willen zijn en het ook kunnen hiertoe financieel in de gelegenheid. Zoals in en aantal gemeenten reeds gebeurt. Per gemeente variërend van f 250 tot f 3000 op jaarbasis. En stel diegene die het niet kunnen financieel in de gelegenheid om die maatschappelijke producten te consumeren. Ook consumeren is een economische activiteit. Zo zou er geen huisdiervoederindustrie mogelijk zijn als er geen consumerende 'improductieve' honden en katten waren. Stel uw sociale dienst en andere maatschappelijke instellingen in uw gemeente in staat om werkelijke 'maatschappelijke productiviteit' van de grond te tillen. Stimuleer die maatschappelijke instellingen die lokale ontwikkeling beogen, onafhankelijk van de 'markt' zoals Lokaal Economische Transactie Systemen. Een paar gemeenten hebben reeds flinke subsidies voor het opstarten van deze systemen verstrekt.

Reeds opgestarte LETS-systemen (in Arnhem bestaan reeds twee systemen zonder subsidie) zouden veel meer effect sorteren op de lokale ontwikkeling en op de armoedebestrijding wanneer de gemeentelijke Dienst Sociale Zaken en Arbeid als deelnemer in het LETS-systeem zou participeren.

    De Sociaal Ecologische Raad en de armoedebestrijding

De SER zal zich overeenkomstig de bij de oprichting door hem zelf gegeven opdracht bezighouden met het armoedeprobleem en de aanpak daarvan op lokaal niveau. Dit als eerste prioriteit. Met behulp van bovenstaande, door de initiatiefgroep samengestelde visietekst zal de SER-vergadering vaststellen:

  1. Welke bijdrage hij zelf kan leveren aan de armoedebestrijding. Zelf projecten opzetten en uitvoerende taken op zich nemen? Of reeds bestaande burgerinitiatief steunen?
  2. Waar dient de lokale overheid en de lokale politiek aangestuurd te worden met betrekking tot de instrumenten die haar ter beschikking staan in de armoedebestrijding? En waar en hoe dient de lokale politiek en overheid aangestuurd te worden om de landelijke maatregelen te optimaliseren? Dient de lokale politiek een eigen geluid te laten horen, naast dat van de landelijk verzamelde lokale sociale diensten (DIVOSA)
  3. De taak van de Dienst Sociale Zaken en Arbeid is het uitvoering geven van de aan de gemeente opgedragen uitvoering van de Algemene Bijstandswet en aanverwante regelingen in het bijzonder, en in het algemeen bevorderen van het lokale welzijn. Kan de SER een bijdrage leveren aan de optimalisering van de sociale dienstrol?

Wij kunnen u de informatie over armoede niet onthouden !!