Verzetschrift namens de heer H.C. Klomp versus de gemeente Eindhoven


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

't Achterom 9a
5491 XD
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

Aantekenen.

Tevens verstuurd per fax 070 - 3651380 op 21 augustus 2002.

    De Secretaris van de Raad van State,
    Afd. bestuursrechtspraak,
    Postbus 20019,
    2500 EA 's-Gravenhage.

    Sint Oedenrode, 21 augustus 2002.

        OPEN BRIEF

    Ons kenmerk: Kl/21082/VZ.

    Betreft:

      H.C. Klomp (appellant)
      Verzetschrift tegen uw op 11 juli 2002 verzonden hoger
      beroepsuitspraak nr. 200201997/2/H1 van 11 juli 2002.


    Geacht College,

    Namens de heer H.C. Klomp, , hierna te noemen: appellant, tekent ondergetekende hierbij verzet aan tegen opgemelde hoger beroepsuitspraak nr. 200201997/2/H1 van 11 juli 2002 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Van de bestreden beroepsuitspraak van mr. P. van Dijk, lid van de enkelvoudige kamer, vindt u een kopie bijgevoegd (zie bijlage A).

    MOTIVERING VERZETSCHRIFT.

    1. In de in geding zijnde uitspraak verklaart mr. P. van Dijk lid van de enkelvoudige kamer, zich onbevoegd op grond van de volgende motivering.


2.2. Ingevolge het bepaalde in artikel 8:88, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:

  • hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
  • bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
  • waren zij bij de rechtbank eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.

2.3. In artikel 39, eerste lid, van de Wet op de Raad van State, voor zover hier van belang, is bepaald dat hoofdstuk 8 van de Awb van overeenkomstige toepassing is op het hoger beroep.

2.4. In artikel 37, eerste lid, van de Wet op de Raad van State, voor zover hier van belang, is bepaald dat een belanghebbende beroep kan instellen bij de Afdeling tegen een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Awb.

2.5. De herziening is geregeld in titel 8.4 van de Awb. Gelet hierop kan de uitspraak op een verzoek om herziening niet aangemerkt worden als een uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Awb. In aanmerking genomen dat de uitspraak van de rechtbank van 25 februari 2002 strekt tot afwijzing van het verzoek om herziening, behelst zij ook overigens geen uitspraak in de zin van de afdeling 8.2.6 van de Awb. Dit betekent dat tegen de uitspraak van de rechtbank geen hoger beroep openstaat. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt indien sprake is van evidente schending van beginselen van een goed procesorde dan wel van fundamentele rechtsbeginselen die een eerlijk proces waarborgen. Daarvan is evenwel niet gebleken.

2.6. De Afdeling is kennelijk onbevoegd van het hoger beroep kennis te nemen.

2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding

    Deze overweging kunt u als Afdeling nooit in stand houden en wel op grond van de inhoud van het aangetekend schrijven d.d. 27 februari 2002 deel uitmakend van de beroepsuitspraak, procedurenummer 01/2238 GEMWT 466 BB, van de rechtbank 's-Hertogenbosch waartegen appellant bij u hoger beroep heeft ingesteld. (zie bijlage B). In betreffend aangetekend schrijven schrijft de griffier van de rechtbank 's-Hertogenbosch letterlijk het volgende:


27 februari 2002 procedurenummer 01/2238 GEMWT V66 BB casusnummer Kl/15091/VH

Toezending afschrift uitspraak En mededeling rechtsmiddel.

Geachte heer,

Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist.

Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open. Indien u daarvan gebruik wenst te maken, dient u binnen zes weken na de datum van verzending van de uitspraak een brief (beroepschrift) en een kopie van bijgaande uitspraak te zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt.

Hoogachtend,

Griffier.

    Hiermee heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch zeer nadrukkelijk beslist dat tegen de uitspraak, procedurenummer 01/2238 GEMWT V66 BB, hoger beroep open staat. Aan deze beslissing van de rechtbank heeft mr. P. van Dijk, lid van de enkelvoudige kamer, zich te houden.

    1. In de overwegingen van de in geding zijnde uitspraak schrijft mr. P. van Dijk, lid van de enkelvoudige kamer, verder letterlijk het volgende:


2.1. Appellant heeft blijkens de bewoordingen van zijn beroepschrift een verzoek om wraking ingediend voor het geval met toepassing van 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) uitspraak wordt gedaan.

2.1.1. Ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de wet) kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Uit de aard en het doel van het instituut wraking volgt dat een verzoek om wraking betrekking moet hebben op een of meer met name genoemde rechters en moet worden onderbouwd met concrete, op de betrokken rechter of rechters toegespitste argumenten. Het door appellant in zijn beroepschrift geformuleerde wrakingsverzoek is, blijkens de bewoordingen, gericht tegen ieder Lid van de Afdeling dat zonder zitting, na vereenvoudigde behandeling, op het hoger beroep uitspraak zal doen. Nu dit verzoek is gericht tegen de procesgang en niet tegen een bij naam genoemd Lid van de Afdeling, voldoet het niet aan de vereisten genoemd in artikel 8:15 van de wet. Dit verzoek kan derhalve niet in behandeling worden genomen.

    Iedereen in Nederland, behalve staatsraad (rechter) mr. P. van Dijk, begrijpt dat je een rechter pas op naam kunt wraken als de naam, voorafgaande aan de uitspraak, wordt medegedeeld. Dit omdat wraken van betreffende rechter, nadat is uitgesproken, niet meer mogelijk is.

    De eerste persoon die op de hoogte kon zijn van de naam van de rechter die het in geding zijnde hoger beroepschrift zou gaan behandelen was de behandelend rechter mr. P. van Dijk zelf. Juist behandelend rechter mr. P. van Dijk heeft de naam van hemzelf bewust voor appellant achtergehouden en uitgesproken zonder appellant, voorafgaande daarvan, ook maar op enige wijze daarover te hebben geïnformeerd. Hiermee heeft mr. P. van Dijk, lid van de enkelvoudige kamer, bij appellant het wrakingsrecht bewust ontnomen.

    Een dergelijk handelen van staatsraad mr. P. van Dijk kan niet anders worden uitgelegd als misdadig en in strijd met artikel 6 EVRM.

    In geval dit verzetschrift hierop niet wordt gegrond verklaard, dan zal hierover een klacht worden ingediend bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.

    Bijgevoegd vindt u een overzicht van de 'loopbaan' en 'huidige nevenfuncties' van mr. P. van Dijk (zie bijlage C). Uit die gegevens kunt u opmaken dat staatsraad mr. P. van Dijk heden 13 nevenfuncties bekleedt op zeer belangrijke posten, waaronder:

    • lid van het Adviescollege van het Nederlands Juristen-Comité voor de mensenrechten.
    • Lid van de European Commission for Democracy through Law (Venetië-Commissie) van de Raad van Europa.
    • Lid van de nationale groep van het Permanente Hof van Arbitrage.
    • Lid van de Nederlandse groep van experts onder het OVSE Moskou Mechanisme.
    • Raadsheer-plaatsvervanger in de Centrale Raad van Beroep.
    • Raadsheer-plaatsvervanger in het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
    • Vice-President van het administratief Tribunaal van de Raad van Europa

    EN

    Dat staatsraad mr. P. van Dijk voorheen staatsraad/rechter is geweest bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg. Dit wil nog niet zeggen dat zijn oud collega's dergelijk handelen van staatsraad mr. P. van Dijk zullen goedkeuren. Dit moet mr. P. van Dijk zich goed realiseren.

    Bovengenoemd onrechtmatig handelen van staatsraad mr. P. van Dijk, ten dienste van corrupte overheden die de wet overtreden, staat niet op zichzelf. Als bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd ons beroepschrift van 20 mei 2002, kenmerk: SDN/20052/B, aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bijbehorende bijlagen zijn in uw bezit. (zie bijlage D). Dit beroepschrift staat bij u ingeschreven onder nummer 200202714/1/M (zie bijlage E). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Ook deze zaak heeft betrekking op burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven. Kennelijk beveelt burgemeester R. Welschen van Eindhoven hoe staatsraad mr. P. van Dijk moet handelen en moet uitspreken.

    Staatsraad mr. P. van Dijk gaat hierin zelfs nog verder. In uitspraak nummer 200101583/5 van 25 maart 2002 pleegt mr. P. van Dijk, als voorzitter, zelfs valsheid in geschrift om de overheidsmisdaad in de gemeente Sint Oedenrode daarmee behulpzaam te zijn. Van deze valsheid in geschrift heb ik op 10 april 2002 aangifte gedaan bij de Regiopolitie Brabant-Noord/Sint- Oedenrode. Betreffende aangifte, mutatienummer PL2120/02-131647, vindt u bijgevoegd (zie bijlage F). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Betreffende aangifte, met allerlei zinvolle doorkliks, kunt u ook vinden bij de stichting Sociale Databank Nederland op internet. Webpagina: www.sdnl.nl/ekc-aangifte.htm Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen.


      CONCLUSIE.

    Op grond van bovengenoemde feiten kan de in geding zijnde uitspraak van mr. P. van Dijk, lid van de enkelvoudige kamer, nooit in stand blijven. Ik verzoek u het verzet hierop gegrond te verklaren.

    In geval het verzet hierop niet gegrond wordt verklaard, dan is hiermee feitelijk vast komen te staan dat u uw bevoegdheden in zeer ernstige mate misbruikt om de wetsovertredende overheid, zijnde burgemeester en wethouders van Eindhoven, behulpzaam te zijn met het onrechtmatig weghalen van ten minste € 250.000,- bij appellant. Hiervan zal dan prompt aangifte worden gedaan bij de Regiopolitie Eindhoven. Daarvan zal een afschrift van dit verzetschrift worden overlegd.

    Tevens zal de Staat der Nederlanden aansprakelijk worden gesteld voor deze materiële schade van ten minste € 250.000,- van appellant. Dit omdat u beslist in naam van de overheid, waarmee die overheid feitelijk een grotere dief is geworden als iemand die een bank beroofd voor zo'n € 250.000,-. Ook in die schade-aansprakelijkstelling van de Staat der Nederlanden zal een afschrift van dit verzetschrift worden overlegd.

    Tenslotte verzoek ik u om mij in dit verzet in ieder geval te horen op een dinsdag of donderdag na 1 september 2002. Dit vanwege mijn vakantie in augustus. Vanaf september 2002 ben ik op maandagen, woensdagen en vrijdagen en op dinsdag 10 september 2002 verhinderd. Ik verzoek u met het vaststellen van de hoorzitting daarmee rekening te houden.

    De volmacht van appellant vindt u bijgevoegd (zie bijlage G).

    Hoogachtend, Ecologisch Kennis Centrum B.V. Voor deze,

    Ing. A.M.L. van Rooij, Directeur. ing. A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige

    C.c.

    • De Heer R. Brockhus, Sociale Databank Nederland (www.sdnl.nl)
    • De heer H. Rijkers, Katholiek Nieuwsblad.
    • De Heer T. van der Ham, twee Vandaag.

    Bijlage:

    • Uitspraak nummer 200201997/2/H1, van 11 juli 2002 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (5 pagina's).
    • Aangetekend schrijven d.d. 27 februari 2002, procedurenummer 01/2238 GEMWT V66 BB, van de rechtbank 's-Hertogenbosch (1 pagina).
    • Gegevens "loopbaan" en "huidige nevenfuncties" van staatsraad mr. P. van Dijk. (1 pagina).
    • Ons beroepschrift d.d. 20 mei 2002, kenmerk: SDN/20052/B, aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zaaknummer 200202714/1/M1 (4 pagina's).
    • Brief d.d. 31 mei 2002, nummer 200202741/1/M1, van de Secretaris van de Raad van State (1 pagina).
    • De proces-verbaal van aangifte, mutatienummer pl2120/02-131647, van 10 april 2002 bij de Regiopolitie Brabant-Noord/Sint Oedenrode (7 pagina's).
    • De machtiging van appellant (1 pagina).