Het einde van de beschaving

EuroStaete . . Kamerzetel 151 . . Klokkenluiders <==> SDN . . Staatsschuld . . Discussie . . Crisisdebat

Staatarm Nederland heeft kennelijk geen geld voor de armen
Voedselbanken blijken de oplossing voor gebrek aan koopkracht, zei minister Zalm


Nederland en het onbetaalbare welzijn in cijfers. (bron: CBS)


historische cijfers uit 1991:

    Woningvoorraad  opstal             830,0 mlrd  (1-1-90)
    grond                              830,0 mlrd
    
    Delfstoffen     opstal            1158,0 mlrd  (1-1-89)
    grond                              622,0 mlrd
    
    Landbouw        opstal              35,0 mlrd  (1-1-88)
    grond                               98,8 mlrd
    
    Industrie       opstal              88,6 mlrd  (1-1-89)
    grond                               20,3 mlrd
    
    Transport       opstal              29,1 mlrd  (1-1-88)
    grond                                4,6 mlrd
    
    Bouw                                              ?
    Handel                                            ?
    Diensten                                          ?
    Banken                                            ?
    Overige                                           ?
    

Gegevens: Bureau verzekeringsstatistieken, Den Haag, 8 mei 1996


    Waarde vermogensbestanddelen ultimo '95 in miljarden guldens

      particuliere opstallen                 750 mlrd
      particuliere inboedel                  450 mlrd
      
      Bedrijven (incl. part nutsbedrijven    450 mlrd
      personenauto's                         120 mlrd
      bedrijfsauto's                          50 mlrd
      
      grond                                 1500 mlrd
      
      Institutionele beleggers               768 mlrd
                                      -------------------
      Vastgesteld nationaal vermogen        5088 mlrd gld
                                      ===================
                                      
      

Zie CBS 1e kwartaal 1998 .

Het in het buitenland belegde vermogen, waarvan geen werkelijke cijfers bekend zijn, wordt gezien de structurele kapitaalexport en vermogensaccumulatie over de afgelopen dertig jaar, geschat op minimaal 1000 miljard gulden. En die duizend miljarden moeten nog opgeteld worden bij het binnenlandse vermogen.

De feitelijke staatsschuldquote, gerelateerd aan het minimaal vastgestelde nationaal vermogen, is derhalve 5088 : 430 = 8,45% van het Bruto Nationaal Vermogen (BNV). Het jaarverslag van de Nederlandsche bank NV geeft merkwaardigerwijs twee verschillende staatsschuldquotes. Op pagina 37 van de toelichtingen wordt die gerelateerd aan het BBP van 635,4 miljard, hetgeen resulteert in een quote van 68,9% van het BBP; terwijl in de statistiek over de Europese convergentie, op pag. 59 van het jaarverslag, diezelfde staatsschuldquote zonder enige referentie naar kengetallen wordt aangegeven als 79% van het BBP. Een beetje mistig derhalve. (politiek overigens zéér, zéér bruikbaar)

Dit laatste laat onverlet dan het ABP-vermogen van 195,5 miljard voor minimaal 40% bestaat uit een vordering van de staat op de belastingplichtigen. Nederland heeft hierin een unieke positie in Europa. Wordt deze vordering verdisconteerd met de staatsschuld, dan blijft hooguit een schuldverhouding t.o.v. het BBP over van 55%. Nederland voldoet daarmee dus ruimschoots aan de EMU-normen. Zie ook Jacques Wallage's artikel in de NRC

Relateren we het bovengenoemde totale vermogen van Nederland als natie aan de staatsschuld, dan bedraagt de netto schuldquote slechts 6088/430, ofwel 7,07%. Een tamelijk riante positie derhalve. Zetten we de rijkdom van Nederland af tegen de schuld van de Derde Wereld (van 15 miljoen Nederlanders t.o.v. minimaal drie miljard mensen in de ontwikkelingslanden), dan is Nederland twee maal zo rijk als dat de gehele Derde Wereld aan schulden moet torsen. Die schuldenlast bedraagt op dit moment namelijk ruim 3000 miljard gulden. Nederland zou in z'n uppie en in navolging van de barmhartige Samaritaan, met de helft van zijn vermogen de totale schuld van de armen in de Derde Wereld kunnen delgen.

Voor ons binnenland ligt de financiële situatie echter dermate precair, dat op alle sociale voorzieningen, inclusief de AOW, gezondheidszorg, onderwijs en andere zaken, drastisch bezuinigd moet worden. Dat is volkomen logisch, omdat anders het rendement in procenten van het belegde vermogen niet op peil gehouden kan worden; en de waarde van de investeringen in grond, goed en geld niet overeind kan blijven. De gemiddelde levensverwachting van de armen in de binnensteden loopt daardoor weliswaar drastisch terug (nu al tien jaar korter dan in de rest van Nederland, met een onlangs voorspelde verdubbeling binnen vijf jaar), maar pijnlijke beslissingen zijn nu eenmaal onvermijdelijk. Je moet wel zéér christelijk, sociaal, humaan, meelevend, intelligent en verantwoordelijk zijn, wil je dat aspect laten meewegen in de politieke besluitvorming. Het credo van beleggers is tenslotte: "Er kan nog meer bij!". Dat geldt onverminderd ook voor het volkskapitalisme van welvarende werkenden.

Samenvattend zou ik willen zeggen: toch mooi hè, om de verhoudingen eens onder ogen te hebben. En ook zo'n fraai onderwerp voor in een donderpreek bij de voorlezing van het evangelie van Marcus 10: "De rijke jongeling". Al met al komen we dan - helaas - tot de conclusie: dat er geen geld is !!! De minima bezitten van die 6000 miljard aan vermogen in Nederland sowieso al niets, want dat vermogen bezitten namelijk de anderen (de ene helft van de bevolking bezit ruwweg 3% van bovengenoemd vermogen; de andere helft de rest, ofwel 97%). Daarom zijn de sociale voorzieningen technisch helaas (wéér helaas) compleet onbetaalbaar geworden. U zult nu ook wel begrepen hebben dat dientengevolge ook het minimumloon afgeschaft moet worden.

Vandaar dus mijn voorspeling van het naderende "EINDE VAN DE BESCHAVING".

P.s.:

De balanstotalen van de banken van 1.538.948 miljoen gulden (en het goud van DNB) worden buiten beschouwing gelaten om dubbeltellingen te vermijden. Ook de primaire en secundaire geldmassa's (M1 + M2) worden buiten beschouwing gelaten, omdat beide geen intrinsieke waarde bezitten. Leuk aspect overigens om te beweren, dat al het geld in de portemonnee en op de betaalrekeningen bij bank en giro, geen enkele feitelijke waarde bezit. Voordat u de jongens met de witte jassen op mij afstuurt, zou ik u willen herinneren aan de uitspraak van Duisenberg: "Geld is vertrouwen". Dat is het, en niets méér dan dat! Je gaat echter wel echt dood van de honger, als je er niet over kunt beschikken.

P.p.s.

Het artikel van Frans Doorman in de Volkskrant van 9 mei 1996 is mij uit het hart gegrepen. We zullen het op het I-net aan u aanbieden.

R.M. Brockhus
Westkade 227
1273 RJ Huizen
035-5244141

e-mail: sdn@planet.nl
site: sdnl.nl

Zie CBS-statistiek ultimo 1995 . . .

Volkskrant van 5 juni 1998

. . . van 5 juni 1998

Beleggingen stijgen opnieuw in waarde

De waarde van beleggingen is in het eerste kwartaal van 1998 gestegen tot 1,1 biljoen gulden. Dat is 8 procent meer dan in het eerste kwartaal van vorig jaar, zo heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek becijferd. Dit bedrag betreft alleen geld van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeraars. Een kwart van die 1,1 biljoen is in het buitenland belegd. (ANP)

Commentaar:

De effectieve waarde (actuele koopkracht) is in de periode vanaf 1 januari 1996 tot 1 april 1998 gestegen met 1100 - 768 = 332 miljard gulden; ofwel met 43,2 procent. Dit bedrag is het nettobedrag tussen enerzijds de premiebetalingen, de rendementen en de waardestijging; en anderzijds de uitbetalingen aan pensioenen. Een dergelijke groei kan alleen maar voortvloeien uit WAARDESTIJGING en niet uit BESPARING. Anders gezegd: uit pure KOOPKRACHTCREATIE, danwel GELDSCHEPPING. De facto je reinste inflatiepotentieel, niet vanwege overmatige geldschepping door de overheid, maar door die van particuliere zijde.

Misschien is nu het moment gekomen om voor alle pensioenbreuken een wettelijke reparatie af te dwingen. Daarnaast is het alleszins redelijk een fikse fiscale voorheffing op te leggen of een bronheffing. De belastingdruk op arbeid kan daardoor sneller dalen. Met name voor de lagere loonschalen is dat van groot belang. Wat de verwachtingen voor de inflatie betreft als gevolg van de stijging van de waarde van de beleggingen is het raadzaam de analyse te lezen over de liquiditeitseffecten vanwege de euro en de kamervragen die daarover zijn gesteld. Ook de kamervragen over de steeds verder toenemende besparingen en de vorming van het AOW-fonds zijn relevant.