Keiharde bewijzen van belangenverstrengeling, valsheid in geschrifte, verduistering, manipulatie,
liegen en bedriegen als dagelijkse praktijk bij het Gerechtshof Amsterdam inzake de confrontatie
tussen het Openbaar Ministerie en K.H. de Werd om schadevergoeding voor de staat te ontlopen

Antecedentenregister RM . . . . . . SDN ====> Karel de Werd

Een gevecht om recht tegen een weerspannig OM en rechterlijke macht

Hieronder de bewijzen van het gezwendel in rechtsprocedures
bij het Hof, Rechtbank Haarlem, OM en griffie in Amsterdam

K.H. de Werd,

Geachte medeburgers,

Allereerst mijn beste wensen voor het komende jaar 2007, waarbij ik u met uw welnemen er op moge attenderen, dat op 19 januari 2007 een vierde art. 12 Sv-procedure in de grootste juridische zwendelaffaire uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis door het Gerechtshof Ressort Amsterdam wordt behandeld.

Ik heb daarbij als direct belanghebbende en benadeelde de eervolle taak de deelnemers aan een criminele organisatie, ex art. 140 Sr, die zich onder de juridische eindverantwoordelijkheid van mr. L.A.J.M. de Wit vallen, als hoofdofficier van Justitie in terminale fase bij de rechtbank Amsterdam. Dit als gevolg van het ontstellende gebrek aan horizontale en verticale controle op hun ambtshalve decadent functioneren. Die criminele organisatie heeft zich onbelemmerd kunnen vestigen en uitbreiden ter aanranding van het hier ten lande geldend rechtssysteem. Ik heb daarom gepleit om een vierde bevel ex art. 12i Sv aan de officier van Justitie te geven.

Dit keer tot het doen dagvaarden van de betrokken togacriminelen voor de Meervoudige Strafkamer ter berechting van de door hen in samenspanning ex art. 80 Sr, en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr, gepleegde zeer zware ambtsmisdrijven.

Voorts behandelt het Hof op 22 januari 2007 tijdens een openbare strafzitting mijn appèl tegen mijn veroordeling in eerste aanleg via vormverzuim en schending van recht. Op Woensdag 3 januari 2007 heb ik bij de griffie van het Hof inzage genomen in de procesdossiers terzake. Daaruit bleek mij onomwonden dat de togacriminelen terzake de rijen sluiten, waarbij zij er in zijn geslaagd het Gerechtshof te degraderen tot enkelvoudige rechtspleging, om de kans op gerechtelijke dwaling zodoende te optimaliseren.

Om exact dezelfde reden weigert advocaat-generaal mr. M.M. Steinmetz de getuigen á decharge op de getuigenlijst te plaatsen en worden de togacriminelen terzake, te weten: griffier M.L.K. van der Hilst, de voorzitter van de rechtbank sector kanton, H.Th. van der Meer, de officier van Justitie H. Hoekstra, in het procesdossier (op gespannen voet met de feitelijke waarheid) als zijnde slachtoffers voorgewend. Daarbij worden verwoede pogingen gedaan via ongenuanceerde beschuldigingen om mij te demoniseren.

Met uw welnemen geachte medeburgers, publiceer ik te uwer informatie de kopieën die ik op woensdag 3 januari 2007 bij het hof heb verkregen. Een kort commentaar mijnerzijds daaronder geeft een goed beeld op welke wijze genoemde ambtsedige togacriminelen achter de schermen trachten een behoorlijke procesgang te frustreren en de benadeelde daarvan te demoniseren; dit in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr.

Zoals u ziet is dit document ondertekend door R.J. Francis, de griffier. Uit de inhoudelijke strekking van deze brief blijkt onomwonden dat hij mij in een eerder stadium onjuiste informatie heeft verstrekt. De reden waarom ik hem daarop ter griffie aansprak.

De openbare lijst van nevenfuncties bleek er niet te zijn. Daar hebben wij een vorige keer al lang genoeg over getwist, aldus genoemd individu. Op mijn vraag: "Op grond van welke wetgeving en jurisprudentie functioneert de Raadkamer van het Hof als enkelvoudig?", gaf hij mij een adres van een particulier bedrijf, omdat hij niet in staat bleek die vraag te beantwoorden. Ik vroeg hem vervolgens: "Bent u eigenlijk wel een griffier?".

Hij ontkende. Hij bleek slechts een administratief medewerker te zijn. Volgens hem was hij bevoegd om namens de griffier formele documenten te ondertekenen. Echter, uit de ondertekening blijkt geenszins dat naar hem werd gedelegeerd of dat hij was gemandateerd. Integendeel, hij ondertekent zijn arglistig bedrieglijke brieven met "de griffier". Aldus pleegt hij zodoende valsheid in geschrifte, waarvan akte! Wat de inhoud van zijn brieven betreft, geeft hij mij te kennen dat hij zich heeft vergist.

Ik heb hem daarop kenbaar gemaakt dat hij in dat geval zijn excuus behoort aan te bieden, omdat dit bij een vergissing ten laste van derden gemaakt zo hoort. Ik liet hem daarop weten dat mijn zolder vol ligt met zogenaamde "vergissingen". Dat excuus wordt altijd gebruikt indien men bij onbetamelijke zaken door mij op heterdaad wordt betrapt.

Het kost vaak veel energie en kosten om de al dan niet bewust gemaakte (beginners)fouten te herstellen. Ondanks dat kan men geen excuus opbrengen. Bij een ontstellend gebrek aan horizontale en verticale controle beschouwen zij zichzelf als een soort "Übermenschen", die ongelimiteerd en al dan niet bewust ten laste van een behoorlijke procesgang, c.q. ten laste van derden, fouten mogen maken. Dat klinkt gestoord en dat is het ook, waarvan akte!

Geachte medeburgers,

In dit document treft u de namen aan van een viertal togacriminelen, die zich bij een ontstellend gebrek aan horizontale en verticale controle op hun ambtshalve decadent functioneren - ter bevrediging van hun primitieve lustgevoelens - K.H. de Werd als hun slachtoffer hebben uitgekozen. Daarbij er uiteraard vanuitgaande dat de pakkans vrijwel nihil zou zijn, gelet op de ernstige leemtes in de Formele Wet en het ontstellend gebrek aan journalistiek/politieke controle op hun ambtshalve decadent functioneren en hun maatschappelijke status. Deze individuen zijn zo geestesziek, dat zij er in geslaagd zijn vanaf 17 augustus 2004 tot op heden, blijkens de inhoudelijke strekking van het wetboek van strafrecht, in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr, voor ruim 140 jaren gevangenisstraf aan ambtsdelicten te hebben gepleegd. Dit ter aanranding van het hier ten lande geldend rechtssysteem. Geachte medeburgers, met uw welnemen zullen we de inhoudelijke strekking van dit document analyseren.

Bovenaan: Griffier M.L.K. van der Hilst. Deze zendt op 31 october 2005 een e-mail aan officier van Justitie H. Hoekstra. Dit uiteraard met als onderwerp: K.H. de Werd. Eerstgenoemde, die zich op gespannen voet met de feitelijke waarheid in de slachtofferrol heeft weten te nestelen, heeft ten laste van een behoorlijke procesgang (in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr) met de officier van Justitie van het Parket Leeuwarden de complete kantongerechtzitting d.d. 17 augustus 2004 verduisterd, inclusief het door hem genotuleerde wrakingsincident.

Vervolgens hebben beiden mij op gespannen voet met de feitelijke waarheid aangeschreven, dat er in mijn aanwezigheid op de genoemde datum een machtiging werd afgegeven tot zeven dagen gijzeling. Daartoe werd een vals document opgemaakt, op grond waarvan de politie opdracht was gegeven om mij te arresteren, zodat ik twee jaren lang tot behoud van de mij rechtens toekomende individuele vrijheid op onderduikadressen heb moeten verblijven, alvorens dat illegale bevel door officier van justitie J.J. Smilde formeel werd ingetrokken. Hij biedt zijn excuus aan, omdat hij de voornaam van officier van Justitie, te weten: "Hetty", niet kent.

Hetty is een juridische misdadigster van ongekende omvang. Als officier van Justitie pleegde zij herhaalde malen meineed ex art. 207 lid 2 Sr, en verduisterde bij de centrale griffie van de rechtbank Amsterdam, ter aanranding van een behoorlijke procesgang, op grote schaal wettig overtuigend bewijs; en heeft zich, in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr, bezondigd aan onrechtmatige vrijheidsberoving via misbruik van haar ambtelijke bevoegdheden. Blijkens bovenstaand document, ontvangt zij een e-mailbericht van H.Th. van der Meer via van der Hilst, die hij richt tot mevr. Lie. En dat nu is de kantonrechter die op 17 augustus 2004 de zitting heeft voorgezeten.

H.Th. van der Meer, heeft als voorzitter van de Rechtbank Amsterdam sector kanton valse aangifte gedaan ter versluiering van de ambtelijke corruptie van M.L.K. van der Hilst. En dat met als doel onrechtmatige vrijheidsberoving via een uit te spreken gerechtelijke dwaling. Uit de aanhef van zijn mail aan kantonrechter Mei Lie, blijkt onomwonden dat hij mijn schrijven aan de togacrimineel M.L.K. van der Hilst en in samenspanning met de postmedewerker Ruud Cee - die hij onze postmedewerker noemt - en een zekere 'Jan Padding' mijn brieven heeft onderschept en verduisterd. Hij kreeg daarvoor zelfs een compliment.

Volgens Kantonrechter H.Th. van der Meer zijn mijn brieven gestoorde beledigingen en bedreigingen. Voorts is hij van mening, ondanks dat hij feitelijk zelf valse aangifte heeft gedaan, met als doel onrechtmatige vrijheidsberoving en versluiering van ambtelijke corruptie, dat bepaalde grenzen niet straffeloos mogen worden overschreden. Over dat laatste ben ik het met hem eens, vandaar dat ik ex art. 12 Sv het Gerechtshof Amsterdam heb verzocht om de officier van Justitie ex art. 12i Sv te bevelen dat ook dit corrupte individu ten spoedigste zal worden gedagvaard voor de Meervoudige Strafkamer voor de door hem gepleegde uitermate zware ambtsmisdrijven. Genoemd individu, genaamd Herman, heeft voorts wederom misbruik van de Gewapende Macht gemaakt door de veiligheidscoördinator in te schakelen. Hij zal door mij als getuige á decharge worden opgegeven, zodat ik hem ten behoeve van waarheidsbevinding c.q. een deugdelijke rechtsgang ten overstaan van het Hof op 22 januari 2007 onder ede tot in details over zijn criminele activiteiten kan ondervragen.

Vervolgens (zie onderaan bovenstaand document) schrijft kantonrechter Mei Lie Tan een e-mail na haar collega in het kwaad H.Th. van der Meer. Daarin doet zij meerdere huiveringwekkende bekentenissen. Ik citeer allereerst de aanhef: "Herman, van Martin van der Hilst hoorde ik dat de Werd een dreigbrief aan hem had geschreven, die in jou bezit is". Einde citaat.

Met deze zinsnede bevestigt zij onomwonden dat H.Th van der Meer inderdaad samen met de postmedewerker Ruud Cee en Jan Padding mijn protestbrief aan de togacrimineel M.L.K. van der Hilst heeft verduisterd. Voorts gaat zij verder met: "Dit n.a.v. van een brief die Martin op mijn verzoek aan de Werd heeft geschreven, na een onverkwikkelijk incident op de Mulder-zitting.". Einde citaat.

Wat dit onverkwikkelijk incident is geweest, daar rept zij met geen woord over. Als getuige á decharge wordt zij daarover door mij onder ede bevraagd. Zij zal dat zwijgen moeten doorbreken, c.q. op straffe van meineed moeten bekennen dat zij formeel werd gewraakt; en dus geen enkele formele handeling meer kon verrichten alvorens op het door mij opgeworpen wrakingincident zou worden beslist. Kennelijk wenst zij thans de corrupte griffier Martin van der Hilst en de officier van Justitie van het Parket Leeuwarden te beschermen. Dit door kenbaar te maken dat op haar verzoek mij schriftelijk werd medegedeeld, dat zij op 17 augustus 2004 een machtiging tot zeven dagen gijzeling heeft afgegeven.

Dit pleit genoemde individuen niet vrij. Immers, zij hebben de complete kantongerechtzitting d.d. 17 augustus 2004, inclusief het door mij opgeworpen wrakingincident verduisterd. Zij hadden ook uit eigen wetenschap, zelfs niet in opdracht van Mei Lie als kantonrechter, aan mij op gespannen voet met de feitelijke waarheid kenbaar mogen maken dat legaal een machtiging tot gijzeling was afgegeven. Immers, beiden hebben met mij geconstateerd, dat zij ter zitting in strijd met de Formele Wet volstrekt anoniem wenste te blijven, en dat zij zelfs mij begon te wraken. Zij toonde zodoende haar wilsonbekwaamheid op niet mis te verstane wijze. Ondanks dat heeft zij het over mijn zieke geest. Welnu, indien haar geest gezond is, dan heeft zij valsheid in geschrifte gepleegd indien zij inderdaad op gespannen voet met de feitelijke waarheid na de zitting een machtiging tot gijzeling heeft afgegeven; hetgeen ook strikt juridisch helemaal niet kan.

Dit misdadig trio houdt dus achter de schermen nog steeds intensief contact, ten laste van de Werd uiteraard. Daarbij wagen deze zieke geesten het onderling om zelf ter demonisering, c.q. ter bevuiling van het procesdossier terzake, mijn geestelijke vermogens in twijfel te trekken. Geen wonder dat de advocaat-generaal het niet aandurft om dit juridisch totaal gewetenloos juridisch gespuis als getuigen á decharge op de getuigenlijst te plaatsen. Hij vreest ongetwijfeld dat ik als specialist op het gebied van ambtelijke corruptie bij de rechtspleging, met ruim dertig jaren ervaring in de zittingzaal, juridisch gehakt van ze zal maken; en volkomen terecht.

Geachte medeburgers. Het OM zal evenals in eerste aanleg op 22 jauari 2007 ongetwijfeld wederom de situatie trachten te creëren, dat geen getuigen á decharge zullen worden gehoord. Zodat volkomen los van de schuldvraag (aldus via schending van recht en vormverzuimen) het mogelijk wordt tot een veroordeling komen. Indien de raadsheer van het Hof, die zich er al toe leent het Hof tot enkelvoudige rechtspleging te laten degraderen, zodoende de kans op dwaling te optimaliseren daarin in meegaat, dan zal die door mij formeel worden gewraakt op grond van ernstig handelen en nalaten, anders dan uit hoofde van ziekte of gebreken, zoals bedoeld in art. 11 lidc juncto 12 Ro. Het hof resteert te goeder trouw niets anders dan de veroordeling in eerste aanleg alsnog rechtdoende te vernietigen, en het OM tot de veroorzaakte kosten te veroordelen. Dit zeker gelet ook op het hiernavolgende.

G.M. van Dalenhout doet blijkens dit document ook een duit in het zakje, middels de opmerking: "Het lijkt als of dit iemand is, waar misbruik van wraking aan de orde is. ".Hij doet daarbij een suggestie voor het geval ik gebruik zou maken van dit rechtsmiddel en wenst zelfs daarbij politierechter Jaap Tielenius veel succes, alsof deze met mij persoonlijk de strijd aan dient te gaan.

Dit wijfje is Petra van Vliet. Zij verschilt van mening met de officier van Justitie, en laat daarbij weten dat zij het betreurt dat wordt afgezien van verdere vervolging van de Werd. Zij komt dan tot de conclusie dat de lange duur van de zaak te danken is aan acties van mijnheer de Werd zelve. Dus ook de Werd maar beschuldigen ter bevuiling van het procesdossier. Onder ede mag zij als mijn getuige á decharge ten overstaan van het Hof uiteenzetten, althans dat proberen, hoe zij tot die conclusie is kunnen komen. Zij behoort overigens ook tot de categorie die onder ambtseed, ter aanranding van de feitelijke waarheid, zeer creatief kunnen omgaan met het opstellen van een ambtsedig proces-verbaal.

Dit document vertegenwoordigt misbruik van ambtelijke bevoegdheden door officier van Justitie Hetty Hoekstra, toen ik vanuit mijn onderduikadres het waagde bij de centrale griffie te informeren naar de talrijke documenten die zij aldaar had verduisterd. Zij kwam hoogstpersoonlijk aanzetten met drie politiefunctionarissen om mij te arresteren, c.q. onrechtmatig van de mij rechtens toekomende individuele vrijheid te beroven. Ter versluiering van haar criminele activiteiten worstelt zij zelf met psychische problemen. Maar ze gaat nog verder, hetgeen onomwonden uit het hiernavolgende moge blijken.

Aangekruist: Maatschappelijke onrust, detensiefasering, als getuige á decharge door mij onder ede bevraagd. Die dame heeft nog heel wat te verantwoorden. Strikt juridisch was er geen enkele gezonde reden om tot arrestatie over te gaan.

Politie

Uit dit document blijkt dat Jaap Tielenius al voor de strafzitting ("Ik sta met de officier van Justitie in contact".) buiten de verdachte om, in de zin van art. 27 Sv, ongeoorloofde contacten onderhield met het OM. Maar ook in zijn vooringenomenheid hij heeft het over de standaard methoden van de Werd om tot wraking over gaat; en laat alvast weten dat hij zal trachten dat te voorkomen. Hij geeft daarbij te kennen dat hij behalve bij uitglijders niet in wraking zal berusten. Ook na de terechtzitting, heeft hij ongeoorloofde contacten met het OM onderhouden. Met name met de aanklager terzake: mr. J.J. Smilde, hetgeen u geachte medeburgers, uit het hierna volgende document onomwonden moge blijken.

Uit dit document blijkt onomwonden dat er illegale contacten zijn geweest tussen de officier van Justitie en de politierechter buiten de terechtzitting om. Daarbij werd diepgaand het wettig overtuigend bewijs besproken dat mijnerzijds op 14 juli 2006 in het geding is gebracht, wat door Jaap Tielenius in zijn schriftelijke beslissing volstrekt werd genegeerd.

Tot zoverre te uwer informatie geachte medeburgers. Tot ziens in de zittingzaal bij het Gerechtshof Ressort Amsterdam op 22 januari 2007, aanvang strafzitting 10.30 uur.

Vriendelijke groet,

K.H. de Werd


woensdag 10 januari 2007


Ik ben nou eenmaal 'n buitenbeentje

Door LOEK MULDER

GRONINGEN - Nog steeds heeft oud-rechter Wicher Wedzinga het gevoel dat hij de hoofdrol speelt in een bizarre film.

Een film die een paar jaar geleden begon met een huwelijkscrisis en die in 2006 een climax bereikte met de veroordeling voor mishandeling van zijn Oekraïense vriendin. Hoe de film afloopt, weet Wedzinga niet. Het leven van de Groninger staat nog altijd op zijn kop.

"Mijn carrière is gebroken, mijn zoontjes van 5 en 10 jaar oud heb ik al ruim 2 jaar niet gezien, dat doet veel pijn. Geestelijk ging ik door een diep dal. Ik was depressief en suïcidaal." En: hij heeft een strafblad en financieel zit hij aan de grond; de telefoon is afgesloten en een advocaat die nog geld van hem krijgt wil beslag laten leggen op zijn BMW. Toch worden de dagen dat hij niks anders kan dan zijn hoofd onder een kussen verstoppen, spaarzamer. "Ik kom er weer bovenop, ik ben een vechter."

Wedzinga is een juridisch adviesbureau Wedzinga cs, begonnen. Zijn zakelijke ambities worden echter gehinderd door de gevolgen van de affaire. Want zaken doen zonder telefoon is lastig, om maar wat te noemen. Hij hoopt toch binnenkort als advocaat aan de slag te gaan, maar daar vindt hij de deken van de Groningse Orde van Advocaten op zijn pad. Een 'niet al te snugger ogend persoon', aldus Wedzinga. De deken zou de benoeming tegenhouden.

Als juridisch adviseur wil hij nu zijn ervaring inzetten om misstanden binnen het rechtssysteem aan te pakken, want vooral bij het Openbaar Ministerie en binnen de advocatuur deugt er volgens Wedzinga weinig. Het OM is verziekt door machtsmisbruik, onkunde en bedrog, schrijft Wedzinga op de nieuwslog GeenStijl. Angsthazerij en carrièrezucht vieren hoogtij. Officieren van Justitie lopen als een horde domme ganzen achter rechercheurs aan. Wat de advocaten betreft: negen van de tien is 'bagger', aldus Wedzinga. "Meestal komen ze met een belabberd verhaal, waaruit blijkt dat ze elementaire kennis missen. Fors declareren kunnen ze als de beste."

Zijn kritiek heeft niks met natrappen te maken, zegt Wedzinga. Hij wil slechts dat de bezem door het rechtssysteem gaat. "Het evenwicht is zoek. Het moet uit zijn met onderonsjes tussen rechters en het Openbaar Ministerie, dat vooral uit is op scoren met veroordelingen. Rechters en officieren sluiten deals in de kantine. Rechters moeten onafhankelijker. Het ontbreekt hen nu aan mogelijkheden het OM te controleren. Rechters beslissen op grond van het dossier dat ze van het OM krijgen." Vooral een betere controle op het OM kan volgens Wedzinga missers voorkomen zoals bij de Schiedamse parkmoord en de Puttense moordzaak.

Hoe geloofwaardig zijn beschuldigingen van machtsmisbruik van een man die zijn vrouw sloeg? Pleitte Wedzinga als raadsheer er niet zelf voor de aangifte van de mishandeling door de papierversnipperaar te halen om een rechtszaak te voorkomen? Wedzinga: "Oké, ik heb haar een blauw oog geslagen, dat was fout, maar het was een privékwestie. Het gaat niet om corruptie. Mijn integriteit staat dus niet ter discussie."

Dat hij zich met zijn kritiek niet populair maakt bij zijn voormalige vakbroeders, deert hem niet. Hij was altijd al een buitenbeentje, zegt hij. "Ik droeg spijkerbroeken en voetbalde graag met de portiers op de gang. Dat vond men ongepast."

Het OM laat weten niet op de kritiek van de in haar ogen 'wild om zich heen slaande' Wedzinga in te gaan. De om commentaar gevraagde Groningense deken reageert niet.

INTERVIEW

Oud-rechter Wicher Wedzinga werd veroordeeld voor mishandeling van date Tetyana. Nu is hij in opspraak wegens kritiek op het Openbaar Ministerie en de advocatuur.

<
De Telegraaf

In ongenade gevallen na mishandelen vriendin en nu knallende ruzie met ex-collega's

'RAMMENDE RECHTER' OP OORLOGSPAD

'Negen van de tien advocaten waren bagger'

door BART OLMER en ANDRÉ SPAANSEN
 
GRONINGEN, vrijdag
       Landelijk berucht als de 'Rammende Rechter': Wicher Wedzinga, Groningen. Hij verloor zijn baan als raadsheer bij het gerechtshof nadat zijn Oekraïense vriendin aangifte tegen hem deed wegens mishandeling, poging tot doodslag en verkrachting. Nu krabbelt de gevallen rechter op met een juridisch adviesbureau. Maar dat is inmiddels alweer telefonisch afgesloten. Op zijn woning - tevens kantoor- en zijn BMW ligt beslag. Bovendien heeft Wedzinga alweer slaande ruzie met de complete advocatuur.
        De rechter maakte een duizeling-wekkende val van de maatschappelijke ladder nadat hij zélf in het verdachtenbankje belandde na het gruwelijk mishandelen van de 33-jarige blondine Tetyana Sagizly, een Oekraïense bestelbruid.
       Volgens de ex-rechter, die na een echtscheiding in een diepe depressie belandde en daar uit klauterde met medicatie en therapie, zocht hij via een Oekraïense dating site naar een vrouw. Dit omdat hij er geen heil in zag om 'door de binnenstad te schuimen op zoek naar een aan de bar hangende vrouw om de nacht mee door te brengen. Ik zocht niet naar slavinnen of goedkope snollen, maar wilde weer wat opbouwen'.
       Die liefdesaffaire werd zijn noodlot. Om aan geld te komen, adverteert de ex-rechter momenteel op advertentiesites met zijn juridisch adviesbureautje. Daarin schildert hij andere advocaten af als incompetente geldwolven, die alleen geïnteresseerd zijn in het schrijven van torenhoge declaraties.
       In één van die advertenties schrijft Wedzinga: 'Bij ons betaalt u voor des-kundigheid, niet voor talloze secretaresses, mooie vloerbedekking, ruime wachtruimtes en luxueuze verlichting. Dus geen beunhazerij tegen schandelijke tarieven door advocaten die van toeten noch blazen weten, maar deskundigen die u een goed advies geven en u niet op onnodige kosten jagen.'
        
Discretie
              De ex-rechter verwijst daarbij naar zijn website en naar een speciaal 00-nummer: 'Discretie, ook bij gebruik van dit speciale nummer, is verzekerd.' Maar alle telefoonnummers die hij vermeldt, zijn afgesloten.
        In zijn advertenties roemt hij zichzelf als 'een oud-raadsheer en een landelijk erkende autoriteit'. 'Denkt u de dupe te zijn geworden van een falende advocaat, machtsmisbruik door politie en justitie, een juridisch onjuiste rechterlijke beslissing, disproportionele politie-invallen, huiszoeking-en en inbeslagnemingen waarbij in het wilde weg kostbare en dierbare privévoorwerpen zijn meegenomen en huis en inboedel zijn beschadigd, onrechtmatige aanhoudingen en verhoren waarbij de politie over de schreef is gegaan? Advocaten die niet thuis zijn in het strafrecht (maar dat wel pretenderen) en er een potje van maken. Als raadsheer heb ik er vele meegemaakt en me mateloos geërgerd aan de valse pretenties.'
 
 
De Groninger rechter reageerde op deze foto van de aantrekkelijke blondine op Oekraïense datingsites.
FOTO: DE TELEGRAAF

       Binnen de advocatuur wordt verbijsterd gekeken naar de vrije val van de ex-rechter, die vroeger gold als een uitstekend jurist, die gezaghebbende artikelen schreef in vakbladen.
       Wedzinga heeft inmiddels alle advocaten in Groningen op de ziel getrapt met een beledigende open brief: 'In mijn jaren als rechter heb ik zelden een advocaat meegemaakt die wist waarover hij sprak, die kennis van zaken had. Negen van de tien advocaten waren 'bagger'. Wel forse declaraties indienen, maar de kwaliteit was ver te zoeken. 'Vrijspraak, ondanks advocaat' noemden wij rechters dat in de wandelgangen. Daar wil ik iets aan doen, mits men mij toelaat tot de advocatuur.'
       Dat laatste lijkt overigens onwaarschijn-lijk, want de Groningse deken mr. J. Sj. Dijkstra van de orde van advocaten, is kribbig over de beledigingen van Wedzinga aan zijn adres. Letterlijk stelt de ex-rechter: 'De deken in Groningen - een niet bepaald snugger ogend rondborstig individu - houdt mijn toelating tot de advocatuur voorlopig af. Maar hij heeft, zo is mij door echte kenners verzekerd, niet veel kans als ik doorzet en anders verzin ik wel een list.'
       Bij de orde is nu een geval bekend waarbij de ex-rechter zich zou hebben uitgegeven als advocaat en zijn nieuwe cliënt 12.000 euro zou hebben laten betalen. Deken mr. Dijkstra is stellig: 'Hij mag alleen juridisch advies verlenen. Maar hij moet zich niet op het pad van advocaten begeven!'
              De felle kritiek aan zijn adres pareert de deken uiterst vilein: 'Tja, hij noemt zich oud-raadsheer… Dat is hetzelfde als zeggen dat je een oud-buschauffeur bent of oud kranten-bezorger. Wat zegt dat? Hij heeft wel ervaring in het veld opgedaan, natuurlijk. Maar hij staat nu gewoon aan de kant wat te roepen.'
       

12 januari 2007