Verzoek wegens gelijkheidsbeginsel aan RWZI-Panheel en Edelchemie dezelfde eis op te leggen


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens


't Achterom 9a
5491 XD
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

Aantekenen

Tevens verstuurd per fax 0475 - 311605 op 21 juli 2000.

Sint Oedenrode 1 september 2000.

      OPEN BRIEF

Het dagelijks bestuur van
Zuiveringschap Limburg
Postbus 314,
6040 AH Roermond.

Tevens verstuurd per fax 0475 - 311605 op 3 september 2000.

Ons kenmerk: EC/Zuiv/01090/bd.

Betreft:

    Edelchemie Panheel B.V. / bedenkingen tegen uw van 23 augustus t/m 5 september 2000 gepubliceerde ontwerp-besluit V2000-238, waarin u ons verzoek van 18 mei 2000, kenmerk: EC/Zuiv/18050/av, afwijst om op grond van het gelijkheidsbeginsel aan de RWZI-Panheel en aan Edelchemie dezelfde eis op te leggen voor onopgeloste bestanddelen.


Geacht college,

Namens Edelchemie Panheel B.V., gevestigd aan het adres St. Antoniusstraat 15 te 6097 ND Panheel, hierna te noemen: appellant, laat ondergetekende u tegen uw van 23 augustus t/m 5 september 2000 gepubliceerde ontwerp-besluit nr. V2000-238 de volgende bedenkingen toekomen.

    Bedenking 1.

Onze bij brief van 21 juli 2000, kenmerk EC/Zuiv/21070/zw, ingediende zienswijze. Deze zienswijze is reeds in uw bezit. Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen.

    Bedenking 2.

Onder punt 6 van de relevante feitelijkheden schrijft u letterlijk het volgende: Onverminderd het vorenstaande kan worden gesteld dat het gelijkheidsbeginsel in de zin van "gelijke monniken gelijke kappen" in dezen in rechte niet van toepassing is, temeer daar enerzijds sprake is van een communale rioolwaterzuiveringsinstallatie, welke het totale afvalwater van de aangesloten huishoudens en bedrijven behandelt en anderzijds sprake is van een puntlozing van een bedrijf, waarbij het afvalwater aan de bron dient te worden gesaneerd, overeenkomstig de geldende beleidsuitgangspunten van de 4e Nota Waterhuishouding.

Hiermee heeft u beslist dat:

  • in geval Edelchemie op het overstortende "gemeenteriool" zou lozen, en via dat overstortende gemeenteriool op dezelfde RWZI-Panheel zou lozen, evenals Interchemic B.V. te Maasbracht (concurrent van appellant) geen norm voor onopgeloste bestanddelen krijgt opgelegd.
  • in geval Edelchemie rechtstreeks op de Slijbeek zou lozen, en niet via de rioolzuiveringsinstallatie RWZI-Panheel op de Slijbeek zou lozen, de eis voor onopgeloste bestanddelen omhoog kan van 10 mg/l naar 30 mg/l resp. 75 mg/l (3x per jaar).

In geval u het in geding zijnde ontwerp-besluit handhaaft dan betekent dit dat u daarmee appellant dwingt om zijn rechtstreekse lozing naar het RWZI-Panheel te verbreken en het te laten aansluiten op het gemeenteriool van Panheel. Nadat deze wijziging heeft plaatsgevonden bent u op grond van het 'gelijkheidsbeginsel' wettelijk verplicht om voor appellant dezelfde normen op te leggen als voor zijn concurrent Interchemic B.V. te Maasbracht.

    Bedenking 3.

In onze zienswijze heeft appellant u het volgende kenbaar gemaakt: Het is onacceptabel dat u aan minder dan 1% van het totale debiet aan rioolwater dat u ter "zuivering" krijgt aangeboden, een onmogelijke eis van 10 mg/l aan onopgeloste bestanddelen oplegt en vervolgens dit deel verslechtert tot 30 mg/l aan onopgeloste bestanddelen. Er is geen enkele milieu-relevantie te bedenken om dit te rechtvaardigen. Een van de vele voorbeelden van onbehoorlijk bestuur door uw instelling begaan.

Met deze kennisgeving is vast komen te staan dat u vanuit uw bedrijf RWZI Panheel al het op uw verharde terrein en daken vallende regenwater in het oppervlakte van de Slijbeek mag lozen dat minder dan 30 mg/l resp. 75 mg/l aan onopgeloste bestanddelen bevat. Dit in tegenstelling met Edelchemie.

Edelchemie moet alle regenwater, ook tijdens heftige onweersbuien, lozen naar uw rwzi en dat onder volstrekt onmogelijke en discriminerende voorwaarden van minder dan 10 mg/l aan onopgeloste bestanddelen. Waar haalt u dit voorrecht vandaan. Voor u geldt toch tot dezelfde Wvo-wetgeving als voor Edelchemie. Met het afwijzen van deze zienswijze heeft u beslist:

  • dat de WVO-wetgeving u verplicht om voor de op daken en verharde terrein vallende regenwater bij het bedrijf Edelchemie, dat via de RWZI-Panheel in de Slijbeek wordt geloosd, een norm van 10 mg/l aan onopgeloste bestandedelen moet worden opgelegd.
  • dat dezelfde WVO-wetgeving u verplicht om voor de op daken en verharde terrein vallende regenwater bij uw bedrijf, dat via dezelfde RWZI-Panheel in dezelfde Slijbeek wordt geloosd, een norm van 30 mg/l resp. 75 mg/l aan onopgeloste bestanddelen moet worden opgelegd.

Ingeval u het in geding zijnde ontwerp-besluit handhaaft dan betekent dit dat u daarmee heeft beslist dat het begrip 'lozing' in de WVO-wetgeving niet eenduidig is en onderhavig is aan willekeur. Met vorenstaande 3-tal bedenkingen is vast komen te staan dat door u het begrip 'lozing' verschillend wordt uitgelegd en dat de opgelegde norm voor onopgeloste bestanddelen afhankelijk is van hoe en door wie wordt geloosd:

  • voor Edelchemie legt u de norm van 10 mg/l. op.
  • voor uw bedrijf RWZI-Panheel legt u de norm van 30 mg/l resp. 75 mg/l. op.
  • voor Interchemic B.V. (concurrent van Edelchemie) legt u geen enkele norm op.

Dit is in strijd met de richtlijn 76/464/EEG. Het begrip 'lozing' in artikel 1, lid 2, sub d, van richtlijn 76/464/EEG, dient aldus te worden uitgelegd, dat lozing via een gemeentelijk rioolstelsel, daaronder valt. Wat dit betreft is het niet van belang of het desbetreffende rioolstelsel aan betrokken inrichting dan wel aan een derde toebehoort. Voor jurisprudentie verwijzen wij u naar het arrest van het Europese Hof van 29 september 1999 in zaak C-231/97 van A.M.L. van Rooij tegen het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel.

Op grond van vorenstaande bedenkingen richten wij aan u het nadrukkelijke verzoek om in uw vigerende WVO-vergunning (V96-516) voor RWZI-Panheel de norm voor onopgeloste bestanddelen te wijzigen van 30 mg/l (75 mg/l) naar 10 mg/l. Tevens verzoeken wij u ondergetekende hierover in ieder geval te horen op een dinsdag of donderdag in afstemming met zijn drukke agenda. Een afschrift van deze bedenkingen hebben wij verstuurd aan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

    Hoogachtend,

    Ecologisch Kennis Centrum B.V.
    voor deze,

    ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige

    Ing. A.M.L. van Rooij,
    Directeur, tevens hogere veiligheidskundige.


Websiteadres: http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-zs22.htm