Aanval op Zuiveringschap Limburg over toestaan lozingen van gif


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

    't Achterom 9a
    5491 XD
    Sint Oedenrode
    Tel. 0413-490387
    Fax. 0413-490386

Open brief

Sint Oedenrode, 12 november 1998.

Aantekenen + ontvangstbevestiging.

Tevens verstuurd per fax 0475 - 311605 op 13 november 1998.

Het dagelijks bestuur van het Zuiveringschap Limburg
Postbus 314,
6040 AH Roermond.


Ons kenmerk:

  • EC/zuiv/12118/BD.

Uw kenmerken:
  • V&H/Jn/V89-61
  • V&H/Jn/V93-91
  • VH-JN-1998.17282.

Betreft: Edelchemie Panheel B.V

  1. Bedenkingen tegen uw voornemen tot intrekking van de WVO-vergunningen nr. V89-61 van 29 oktober 1991 en nr. V93-91 van 28 april 1994 en uw weigering om een tijdelijke gedoogsituatie te vergunnen tot het moment een adequate nieuwe WVO-vergunning is verleend.
  2. Tevens verzoek om informatie op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).


Geacht College,

Namens de heer L.M.M. Nevels, directeur van Edelchemie Panheel B.V., gevestigd aan het adres St. Antoniusstraat 15 te 6097 ND Panheel, hierna te noemen: cliënt, dienen wij hierbij bedenkingen in tegen uw voornemen tot het intrekken van de WVO-vergunningen nr. V89-61 van 29 oktober 1991 en nr. V93-91 van 28 april 1994 en uw weigering om een tijdelijke gedoogsituatie te vergunnen tot het moment een nieuwe adequate WVO-vergunning is verleend.

Bedenking 1.

Onze aanvraag is van 21 mei 1998. De wettelijke termijn waarbinnen u op die aanvraag had moeten beschikken heeft u opzettelijk met maanden overschreden met als doel de inhoud van uw bij besluit van 5 november 1998 verleende nieuwe WVO-vergunning (nummer V97-164) mee te kunnen nemen in uw voornemen tot intrekking van de verleende WVO-vergunningen V89-61 en V93-91 en uw weigering om een tijdelijke gedoogsituatie te vergunnen tot het moment een nieuwe adequate WVO-vergunning is verleend. Onze aanvraag is van 21 mei 1998 en derhalve gebaseerd op feitelijke informatie van vóór 22 mei 1998.

Uw éénzijdig ambtshalve genomen besluit is van 5 november 1998 en derhalve van na 21 mei 1998 en zelfs van buiten de wettelijke termijn waarbinnen u op onze aanvraag van 21 mei 1998 had moeten beschikken. Die informatie mag u niet meenemen in uw voornemen tot intrekking van bovengenoemde WVO-vergunningen V89-61 en V93-91 en in uw weigering om een tijdelijke gedoogsituatie te vergunnen tot het moment een nieuwe adequate WVO-vergunning is verleend.

Bedenking 2.

U heeft cliënt gedwongen tot het doen van onze aanvraag van 21 mei 1998, omdat u de wettelijke termijn waarbinnen u had moeten beschikken op de nieuwe WVO-vergunning aanvraag van 30 mei 1997 met 1 jaar heeft overschreden en het feit dat u weigerde te beschikken op de WVO-vergunning aanvraag van 19 december 1997. Onze aanvraag van 21 mei 1998 betreft één aanvraag waarop één besluit dient te worden genomen omdat er een direct causaal verband is tussen het verzoek om intrekking van de verleende WVO-vergunningen V89-61 en V93-91 en het verzoek tot het tijdelijk vergunnen van een gedoogsituatie tot het moment een adequate nieuwe WVO-vergunning is verleend.

Op één aanvraag van 21 mei 1998 bent u voornemens om drie verschillende besluiten te nemen met als doel een 3-tal afzonderlijke procedures te laten ontstaan waarmee het causaal verband tussen het verzoek om intrekking van de verleende WVO-vergunningen V89-61 en V93-91 en het verzoek tot het tijdelijk vergunnen van een gedoogsituatie is verdwenen. Hiermede kunnen wij ons niet verenigen. Wij eisen om die reden één besluit op onze aanvraag van 21 mei 1998.

Bedenking 3.

Onze bij brief van 3 november 1998, kenmerk EC/Zuiv/25108/BZ/nm, verzonden onderbouwing en nadere motivering van de bij brief van 25 oktober 1995 ingediende bedenkingen tegen uw ontwerpbesluit nr. V97-164 (zie bijlage 1). Het 32-tal daarin vernoemde bedenkingen dient u hier als herhaald en ingelast te beschouwen.

Bedenking 4.

Ons bij brief van 11 november 1998, kenmerk: EC/zuiv/11118, ingediend verzoek om met onmiddellijke ingang de van kracht zijnde WVO-vergunningen nr. V89-61 van 29 oktober 1991, nr. V93-91 van 28 april 1994 en nr. V97-164 van 5 november 1998 in te trekken en het tijdelijk vergunnen van een gedoogsituatie tot het moment een adequate nieuwe WVO-vergunning is verleend. (zie bijlage 2). De inhoud daarvan dient u hier als herhaald en ingelast te beschouwen.

Bedenking 5.

Onze pleitnotitie (tevens persbericht) van 9 november 1998, kenmerk EC/zuiv/31088/BZ, aan de voorzitter bezwaarschriftencommissie, Zuiveringschap Limburg (zie bijlage 3). De inhoud daarvan dient u hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat u, als dagelijks bestuur, met boze opzet de wettelijke voorschriften overtreedt met als doel Edelchemie te liquideren. U zult zich afvragen, hoe is het mogelijk dat u als dagelijks bestuur zich daarvoor leent?

Het antwoord is helder. De voorzitter van het dagelijks bestuur, ir. B. Wijnbergen, is tevens bestuurslid van het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB), die verantwoordelijk is voor de toelating van wolmanzouten en als zodanig voor het diffuus in het milieu dumpen van jaarlijks zo'n 300.000 kg. aan arseenverbindingen en 600.000 kg. chroom VI verbindingen, zijnde zwarte lijststoffen, die goed in water oplosbaar zijn. Hij is tevens mede verantwoordelijk voor het feit dat deze gigantische diffuse vergiftiging van een geheel volk uit het "actieprogramma diffuse bronnen" is gehouden.

Ir. B. Wijnbergen, voorzitter van het dagelijks bestuur, en mr. A.M.W. Verdegaal, officier van Justitie, overtreden met boze opzet de wettelijke voorschriften met als doel Edelchemie te liquideren omdat betreffend bedrijf niet meewerkt aan de totale vergiftiging van geheel Nederland met de meest kwalijke kankerverwekkende verbindingen.

Bedenking 6.

U schrijft, dat Edelchemie thans, in afwijking van voormelde vergunde lozingssituatie, afvalwater loost op de Slijbeek. Dit is niet juist. Wij verzoeken u om die reden op grond van de WOB ons binnen 14 dagen na heden het objectieve feitelijke bewijs te laten toekomen. Weigert u dat, dan staat voor ons vast dat u hier met boze opzet onwaarheden heeft geschreven.

Bedenking 7.

U schrijft dat het overstortbufferbassin thans op een andere wijze wordt gebruikt, omdat het overstortbassin van 400 m3 wordt gebruikt als onderdeel (door Edelchemie benoemd als bassin X) van de ONO-installatie. Ook dit is niet juist. Wij verzoeken u om die reden op grond van de WOB ons binnen 14 dagen na heden het objectieve feitelijke bewijs te laten toekomen. Weigert u dat, dan staat voor ons vast dat u ook hier met boze opzet onwaarheden heeft geschreven.

Bedenking 8.

U schrijft dat in afwijking van de vergunde situatie overstort plaatsvindt vanuit bassin 1 met een inhoud van 65 m3 en niet meer vanuit het overstortbufferbassin met een inhoud van 400 m3. Ook dit is niet juist.Wij verzoeken u om die reden op grond van de WOB ons binnen 14 dagen na heden het objectieve feitelijke bewijs te laten toekomen. Weigert u dat, dan staat voor ons vast dat u ook hier met boze opzet onwaarheden heeft geschreven.

Bedenking 9.

U schrijft dat het bedrijf van Edelchemie 20.000 m2 verhard oppervlak heeft. Dit is niet juist. Het verharde oppervlak is tenminste 35.000 m2. Wij verzoeken u om die reden op grond van de WOB ons binnen 14 dagen na heden het objectieve feitelijke bewijs te laten toekomen. Weigert u dat, dan staat voor ons vast dat u ook hier met boze opzet onwaarheden heeft geschreven.

Bedenking 10.

U schrijft dat de bergingscapaciteit statistisch gezien leidt tot een overstort op de Slijbeek van éénmaal per 50 jaar. Dit is een uitspraak van een profeet. Ondergetekende gaat er vanuit dat u geen profeet bent. Wij verzoeken u om die reden op grond van de WOB ons binnen 14 dagen na heden een afschrift van uw statistische berekeningen te laten toekomen. Weigert u dat, dan staat voor ons vast dat u dit alles heeft verzonnen.

Bedenking 11.

U schrijft dat als rekening wordt gehouden met een neerslagreeks deze neerslagcapaciteit leidt tot een overstort van éénmaal per 25 jaar. Ook dit is een uitspraak van een profeet. Ondergetekende gaat er vanuit dat u geen profeet bent. Wij verzoeken u om die reden op grond van de WOB ons binnen 14 dagen na heden een afschrift van uw statistische berekeningen te laten toekomen. Weigert u dat, dan staat voor ons vast dat u ook dit alles heeft verzonnen.

Bedenking 12.

Uw inkomsten zijn afhankelijk van de hoeveelheid Ve's die worden geloosd. Edelchemie loost 20-maal minder Ve's dan concurrent Interchemie. U zult zich afvragen waarom treedt u niet op tegen Interchemie en wel tegen Edelchemie? Het antwoord is helder. U verdient 20-maal zoveel aan Interchemie, omdat die 20-maal zoveel Ve's loost. Hiermede is vast komen te staan dat u niet onafhankelijk bent.

Volgens de Wet milieubeheer dient u die techniek te bevorderen die de laagste totale milieubelasting veroorzaakt. U doet het omgekeerde. Wij richten aan u het nadrukkelijke verzoek om bovenstaande bedenkingen mee te nemen in uw beschikking op onze aanvraag van 21 mei 1998. Alvorens u overgaat tot het nemen van één besluit verzoeken wij u ons in ieder geval te horen. Tevens verzoeken wij u het tijdstip van de hoorzitting af te stemmen met de drukke agenda van ondergetekende. De machtiging van cliënt vindt u bijgevoegd (zie bijlage 4). Het uittreksel KvK, met dossiernummer 16090111, van het Ecologisch Kennis Centrum B.V. vindt u eveneens bijgevoegd (zie bijlage 5).


    Hoogachtend,

    ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige

    Ecologisch Kennis Centrum BV
    Voor deze

    Ing. A.M.L. van Rooij,
    directeur


C.c.

Ir. L.M.M. Nevels, directeur van Edelchemie Panheel B.V., Sint Antoniusstraat 15, 6097 ND Panheel.

Bijlage:

De brief bevat een 5-tal bijlagen, bestaande uit 27 pagina's.

Website: http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-zs12.htm