Brief aan minister Pronk i.v.m. voorlopige voorziening, resp. schorsing bij de Raad van State
Dit n.a.v. uitspraaknr: 200101634/2 (29-5-2001) van de bestuursrechter van de Raad van State


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens


    't Achterom 9a,
    5491 XD Sint Oedenrode
    Tel. 0413-490387
    Fax. 0413-490386

PERSBERICHT

Sint Oedenrode, 4 juni 2001.

De Gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode mag van de Voorzitter van de Raad van State jaarlijks 7500 kg. arseenzuur en 10.500 kg. chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) op een ongecontroleerde wijze in water, bodem en lucht dumpen.

In het vergaderjaar 1985 - 1986 heeft de Tweede Kamer der Staten Generaal het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986 - 1990 vastgesteld. Daarin is een lijst van zwarte stoffen voor het milieubeleid opgenomen.

  • Arseen (arseenzuur) staat daarin opgenomen als zwarte lijststof voor water, bodem en lucht.
  • Chroom VI (chroomtrioxide) staat daarin opgenomen als zwarte lijststof voor lucht.

Al in 1986 heeft de Tweede Kamer beslist dat deze zwarte lijststoffen op grond van hun milieuschadelijke eigenschappen geacht worden een bijzondere bedreiging te vormen voor de kwaliteit van bodem, water (waaronder zeewater) en lucht. Onder milieuschadelijkheid wordt verstaan: stofeigenschappen zoals giftigheid, - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden. De gehele Tweede Kamer heeft toen beslist dat in het milieu brengen van deze zwarte lijststoffen met de best bestaande techniek via een maximaal brongerichte aanpak vermeden dient te worden.

Ondanks deze wetenschap beslist de Voorzitter van de Raad van State bij uitspraak 200101634/2 van 29 mei 2001 (16 jaar later) dat de gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode over een rechtsgeldige milieuvergunning beschikt waarmee hij jaarlijks 7500 kg. arseenzuur en 10.500 kg. chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) op een ongecontroleerde wijze in het milieu mag dumpen. Wanneer de Wet milieubeheer dit toestaat, dan zit daarin een enorme tekortkoming waarvoor de Minister van VROM volledig verantwoordelijk en aansprakelijk is. De minister van VROM kan dan rekenen op miljarden guldens aan schadeclaims. Het kan namelijk nooit zo zijn dat de consument later deze miljarden schade zal moeten gaan betalen waarmee de Gebr. van Aarle B.V. en andere houtimpregneerbedrijven zich onrechtmatig hebben verrijkt.

Ik ben echter van mening dat de Voorzitter van de Raad van State de inhoud van de Wet milieubeheer niet goed heeft beoordeeld. Om die reden heb ik op grond van de Wet openbaarheid van bestuur bij brief van 3 juni 2001 de minister van VROM verzocht om mij een afschrift te laten toekomen van dat gedeelte uit de Wet milieubeheer waarin staat geschreven dat deze wet toestaat dat de Gebr. van Aarle B.V. via de gebrekkige product "geïmpregneerd hout" jaarlijks 7500 kg. arseenzuur en 10.500 kg. chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) in water, bodem en lucht mag dumpen.

Binnen 14 dagen moet de minister van VROM hierop een besluit nemen. Dan zal duidelijk worden wie de miljarden schadeclaims om de oren zal gaan krijgen:

  • óf de houtimpregneerbedrijven, waaronder de gebr. van Aarle B.V.
  • óf de minister van VROM.

Ing. A.M.L. van Rooij
Milieu en veiligheidskundige.
Tel: 0413 - 490387
Fax 0413 - 490386.
E-mail: a.vanrooij1@chello.nl

Bijlage:



Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens


't Achterom 9a,
5491 XD Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

Aantekenen met ontvangstbevestiging

Sint Oedenrode, 3 juni 2001.

Staat der Nederlanden,
De minister van VROM,
drs. J.P. Pronk,
Rijnstraat 8,
2515 XP 's-Gravenhage.

    OPEN BRIEF


Ons kenmerk: VROM/03061/vi.

Betreft:

    Verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur in verband met de voorbereiding van een nieuw verzoek om voorlopige voorziening, resp. schorsing op basis van nieuwe feiten aan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit naar aanleiding van de uitspraak nummer: 200101634/2 van 29 mei 2001 van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.


Excellentie,

Bijgevoegd vindt u:

  • De uitspraak nummer 200101634/2 van 29 mei 2001 van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (4 pagina's).
  • Onze bijbehorende pleitnotitie van 18 april 2001 tijdens de hoorzitting op 19 april 2001 om 12.45 uur overhandigd (23 pagina's).
  • Bijbehorende pleitnotitie van burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode (1 pagina).
  • Ons verzoek om informatie van 29 april 2001, kenmerk: VROM/29041/vi, aan dr. J. Blenkers, plv. Regionaal Inspecteur Milieuhygiëne Zuid van VROM (15 pagina's).

Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen.

Naar aanleiding van deze uitspraak nummer 200101634/2 van de Voorzitter van de Raad van State brengen wij u een aantal feiten onder uw aandacht gevolgd met diverse verzoeken om informatie.


    FEIT 1.

In de overweging onder punt 2:3 schrijft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak letterlijk het volgende:

    2.3 Verweerders hebben er in het bestreden besluit en ter zitting op gewezen dat het door verzoekster bedoelde verbod dat bij besluit krachtens de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 is ingesteld, om zogeheten Superwolmanzouten CO te gebruiken voor het impregneren van hout voor toepassingen buiten, ten tijde van het nemen van het bestreden besluit niet (meer) gold, omdat het besluit omtrent dit bestrijdingsmiddel bij uitspraak van 21 november 2000 van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven is vernietigd. Reeds gelet op het feit dat het door verzoekster bedoelde verbod ten tijde van het nemen van het bestreden besluit niet meer gold, hebben verweerders naar het oordeel van de Voorzitter op goede gronden geoordeeld dat in zoverre geen aanleiding bestond voor toepassing van artikel 8:25 van de Wet milieubeheer.

In onze bijbehorende pleitnotitie hebben wij deze Voorzitter op de hoogte gebracht van letterlijk de volgende feiten:

    Uit de ingebrachte stukken is onomstotelijk vast komen te staan dat het door de Gebr. van Aarle B.V. gebruikte superwolmanzout-Co geen 304 g/l arseenpentoxide maar 374 g/l arseenzuur bevat. Het bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co met daarin 374 g/l arseenzuur kent geen toelating en betreft derhalve een niet toegelaten middel.

Uit de ingebrachte stukken kunt u tevens opmaken dat Hickson Garantor B.V. (de leverancier van het superwolmanzout-Co) met boze opzet valsheid in geschrift heeft gepleegd en daarmee de verplichte Europese risicobeoordeling van arseenzuur in superwolmanzout-Co, bij verordening (EG) nr. 142/97 (pb EG L25) vanuit de Europese commissie rechtstreeks opgelegd, heeft weten te ontduiken.

Uit de ingebrachte stukken kunt u eveneens opmaken dat Hickson Garantor B.V. het bedrijf van mijn buurman de gebr. van Aarle B.V. al jarenlang gebruikt als dekmantel om jaarlijks vele duizenden kilogrammen levensgevaarlijk arseenzuur te dumpen zonder een daarvoor verplichte Europese risicobeoordeling. Om dat bewerkstelligt te krijgen heeft Hickson Garantor B.V. te Nijmegen opzettelijk onjuiste classificatie en etikettering op zijn product superwolmanzout-Co aangebracht.

Ondanks deze wetenschap hebben de Gebr. van Aarle B.V. van burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode, met P. Schriek als burgemeester, al vanaf 1992 tot op heden jaarlijks zo'n 7500 kg. arseenzuur en zo'n 10500 kg. chroomtrioxide zonder een verplichte Europese risicobeoordeling bij onjuist geïnformeerde burgers in de tuin mogen dumpen, tijdelijk verpakt in hout.

Heden ben ik erachter gekomen dat Hickson Garantor B.V. zijn product superwolmanzout-Co opzettelijk onjuist heeft geclassificeerd en geëtiketteerd, hetgeen ook is gebeurd bij de vuurwerkramp in Enschede. In Enschede zat zwaarder vuurwerk in de verpakking dan dat er opstond. Bij superwolmanzout-Co zit veel gevaarlijker gif in de verpakking dan dat er op staat. Op de verpakking staat 304 g./l arseenpentoxide. In de verpakking zit 374 g/l arseenzuur.

  • Arseenzuur is levensgevaarlijk en gaat dwars door de huid heen.
  • Arseenpentoxide is giftig en gaat niet door de huid.

Met deze opzettelijke foutieve classificatie en etikettering heeft Hickson Garantor B.V. de bij Europese verordening EG 142/97 verplicht opgelegde Europese risicobeoordeling weten te ontduiken. Dit heeft tot gevolg dat intussen, via o.a. dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle B.V., nagenoeg geheel Nederland is vergiftigd met het levensgevaarlijke arseenzuur, maar ook chroomtrioxide. Voor het toekomstig leven van alle Nederlanders moet dan ook worden gevreesd.

    Er kan gesproken worden van genocide op termijn op grote schaal.

Met vorenstaande overweging is vast komen te staan dat de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft beslist dat het door de Gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode gebruikte bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co, dat in werkelijkheid 374 g/l arseenzuur bevat, een in Nederland toegelaten bestrijdingsmiddel is. Ik kan mij daar niet mee verenigen en wel op basis van de volgende motivering:

    Op het etiket en bijbehorend veiligheids-informatie formulier schrijft Hickson Garantor B.V. dat superwolmanzout-Co 304 g/l arseenpentoxide bevat.

Uit chemisch onderzoek verricht door de Keuringsdienst van Waren is vast komen te staan dat superwolmanzout-Co in werkelijkheid 374 g/l arseenzuur bevat. Maar arseenzuur is zeer veel gevaarlijker dan arseenpentoxide. Het VN-nummer van arseenpentoxide is 1559, dat van arseenzuur is 1553. In geval van ongevalsbestrijding zijn de veiligheidsvoorschriften voor arseenpentoxide en arseenzuur grotendeels afwijkend. Enkele belangrijke verschillen zijn:

   ARSEENZUUR     ARSEENPENTOXIDE.

   zeer giftig    giftig

   Giftig-levensgevaarlijk bij      giftig bij inademing of
   inademing, opname door de        opname van het stof
   mond of huidcontact     door de mond

Bij brand:  houder zo ver mogelijk van de    houder zo ver mogelijk 
   brandhaard verwijderen.          van de brandhaard
   De brandbestrijding op een       verwijderen.   
   zo groot mogelijke afstand
   uitvoeren. Niet in de buurt van
   de kopzijden van de tank verblijven
   Materiaal niet onnodig verspreiden
   Bluswater opvangen en later
   veilig verwerken.

Verlenen    slachtoffer in de frisse lucht brengen    slachtoffer in de frisse
Eerste      en medische hulp verlenen. Bij adem-      lucht brengen en 
Hulp:       stilstand kunstmatig beademen, indien     medische hulp verle-
   nodig met pure zuurstof. Besmette kle-    nen. Besmette kleding
   ding en schoeisel uittrekken en op een    en schoeisel uitdoen
   veilige plaats leggen; hierbij is grote   en op een veilige plaats
   haast geboden. Besmette ogen en huid      leggen. Besmette ogen 
   onmiddellijk tenminste 15 minuten         en huid onmiddellijk 
   lang met stromend water spoelen. tenminste 15 minuten 
   Slachtoffer rustig neerleggen en tegen    lang met stromend
   warmteverlies beschermen. Slachtoffer     water uitspoelen.
   steeds bewaken, omdat ziektever-
   schijnselen    pas na enige tijd optreden
   of waarneembaar zijn.

Het enorme verschil in gevaar moge duidelijk zijn. Het door de Gebr. van Aarle B.V. gebruikte bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co, toel.nr. 8228N, is derhalve foutief geclassificeerd en geëtiketteerd. Om die reden verzoek ik u mij de volgende informatie te verstrekken.


Informatieverzoek 2a.

Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van de toelatingsbeschikking van superwolmanzout-Co met daarin 374 g/l arseenzuur aan werkzame stof. Net als bij de vuurwerkramp in Enschede is foutieve classificatie en etikettering, in dit geval van het bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. te Nijmegen, de oorzaak van een arseenzuurvergiftiging dat veel Nederlanders met kanker bedreigt. De effecten van arseenzuur zijn pas tussen de 5 en 30 jaar na de eerste blootstelling zichtbaar. Nederland staat derhalve aan het begin van een chemische ramp die ons de komende 30 jaar op kousenvoeten zal besluipen. De ramp in Enschede is daarbij een bagatel.

Zoals er bij de Enschederamp zwaarder vuurwerk in de verpakking zat als dat op het etiket stond, zo zit er bij het bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. veel zwaarder gif in de verpakking als dat er op het etiket staat. Op de verpakking staat dat er 304 g/l arseenpentoxide in de verpakking zit, terwijl er in werkelijkheid 374 g/l arseenzuur in zit.

Arseenpentoxide heeft als VN-nummer 1559 en is giftig bij inademing of opname van de stof door de mond. Arseenzuur heeft als VN-nummer 1553 en is zeer giftig en levensgevaarlijk bij inademing, opname door de mond of huidcontact. Arseenzuur is zelfs zo gevaarlijk dat de commissie van de Europese Gemeenschappen bij Verordening (EG) nr. 142/97 Hickson Garantor B.V. rechtstreeks heeft verplicht om vóór 27 mei 1997 aan deze commissie alle informatie te overleggen over de blootstelling van menselijke populaties of milieucompartimenten aan arseenzuur tijdens de verschillende fasen van de levenscyclus. Daarbij wordt verstaan:

  • onder menselijke populaties: werknemers, consumenten en via het milieu blootgestelde personen.
  • onder milieucompartimenten: lucht, water en bodem met in begrip van informatie over de lotgevallen van arseenzuur in afvalwater-zuiveringsinstallaties en de accumulatie van arseenzuur in de voedselketen.
  • onder levenscyclus van arseenzuur: de vervaardiging, het vervoer, de opslag, de formulering in preparaten of andere vormen van verwerking, gebruik en verwijdering of terugwinning.

Omdat arseenpentoxide niet in deze EG-verordening staat opgenomen heeft Hickson Garantor B.V. met deze foutieve classificeringen en etikettering bovengenoemde gegevens over arseenzuur in superwolmanzout-Co niet verstrekt aan de Europese Commissie en is daarvan geen Europese risicobeoordeling opgesteld. Omdat u tegen Hickson Garantor B.V. niet handhavend bent opgetreden verzoek ik u mij de volgende informatie te verstrekken.


Informatieverzoek 1b.

Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van de Europese Risicobeoordeling waarover Hickson Garantor B.V. ingevolge Verordening (EG) nr. 142/97 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen al vanaf 27 mei 1997 moet beschikken?


    FEIT 2.

In de overweging onder punt 2.4 schrijft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak letterlijk het volgende:

    2.4 Voorts heeft verzoekster aangevoerd dat de vergunning moet worden ingetrokken omdat de geïmpregneerde producten bestemd voor het buitengebruik dusdanig schadelijk zijn voor de volksgezondheid dat deze niet op de markt mogen worden gebracht. Dit betoog heeft geen betrekking op de nadelige gevolgen die het in werking zijn van de inrichting veroorzaakt en vormt derhalve geen grond voor intrekking als bedoeld in artikel 8:25, eerste lid en onder a, van de Wet milieubeheer. Ook hetgeen verzoekster voor het overige heeft aangevoerd geeft de Voorzitter geen aanknopingspunten voor het oordeel dat verweerders het verzoek niet hebben kunnen afwijzen.

Hiermee heeft mijns inziens de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de inhoud van de Wet milieubeheer niet goed beoordeeld.

De Gebr. van Aarle B.V. impregneert jaarlijks zo'n 5000 m3 hout met het superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. Per m3 wordt zo'n 7 kg. superwolmanzout-Co ingebracht 10).

  • 1 liter superwolmanzout-Co weegt 1,75 kg. 5).
  • Er worden dus 4 liters per m3 ingebracht.
  • 1 liter superwolmanzout-Co bevat 374 gram arseenzuur, 532 gram chroomtrioxide en 188 gram koper II ioxide.
  • 1 m3 gewolmaniseerd hout bevat dus 1,5 kg. arseenzuur, 2,1 kg. chroomtrioxide en 0,8 kg. koperIIoxide.

Alle zuren of zouten van zuren, behalve kiezelzuur, lossen volledig op in water. Dus ook het in het hout ingebrachte arseenzuur en chroom VI zuur (chroomtrioxide) en zouten daarvan. Het grondwater of oppervlaktewater is ernstig verontreinigd als het boven de interventiewaarde zit. De interventiewaarde bedraagt voor arseen 60 µg/l en voor chroom 30 µg/l.

1 m3 geïmpregneerd hout bevat 1,5 kg. arseenzuur (H3AsO4), hetgeen 795 gram arseen bevat. Dit vergiftigt ruim 13 miljoen liter water met arseen boven de interventiewaarde. Dezelfde m3 geïmpregneerd hout bevat ook nog 2,1 kg. chroomtrioxide (CrO3) hetgeen 1092 gram chroom VI bevat. Dit vergiftigt ruim 36 miljoen liter water met chroom VI boven de interventiewaarde.

Het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. impregneert jaarlijks zo'n 5000m3 hout en vergiftigt daarmee op termijn jaarlijks 65000 miljoen liter water met arseenzuur boven de saneringswaarde (interventiewaarde) en 180000 miljoen liter water met chroom VI boven de saneringswaarde.

  • Arseenzuur dat ook via de huid het lichaam kan binnendringen valt in de zwaarste klasse, de klasse 1, van kankerverwekkende stoffen.
  • Arseenzuur is ook verdacht reprotoxisch, hetgeen inhoudt dat het toxische effecten op de reproductiefunctie van vrouwen en/of mannen (o.a. impotentie, fertiliteitsproblemen, menstruatiestoornissen, testiskanker) en/of toxische effecten op het geslacht via vrouwen en/of mannen (o.a. miskramen, ontwikkelingsstoornissen, doodgeboorte) als gevolg kan hebben.

  • Arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) zijn ook zwarte lijststoffen. In internationaal verband is besloten dat in het milieu brengen van zwarte lijststoffen gezien hun stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, via een maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande techniek dient te worden voorkomen.

    De milieu- en gezondheidsschade als gevolg hiervan zal op termijn miljarden guldens bedragen.

In de brief van 21 februari 1995 schrijft dezelfde H.A.M.A. de Vries, regionaal inspecteur van uw inspectie, aan houtimpregneerbedrijf Carl Tissen Import Export B.V. te Luyksgestel letterlijk het volgende:

    Van de door u gestelde aansprakelijkheid van het ministerie van VROM kan geen sprake zijn daar de gevolgen die optreden in het kader van het door u geïmpregneerde hout voor rekening van de producent (en derhalve voor uw rekening) komen.

In de brief van 19 augustus 1996 schrijft de minister van VROM aan houtimpregneerbedrijf Carl Tissen Import Export B.V. te Luyksgestel letterlijk het volgende:

    In uw brief van 6 juli j.l. verzoekt u mij aan te geven op welke grondslag ik u op 21 februari 1995 heb doen berichten dat de aansprakelijkheid voor geproduceerde producten, in casu geïmpregneerd hout, berust bij de producent. Dienaangaande kan ik u als volgt berichten.

    Met de zinsnede over productaansprakelijkheid in de brief aan u van 21 februari 1995 werd niets anders bedoeld dan een verwijzing naar de civielrechtelijke productaansprakelijkheid. Op grond van boek 6 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek bestaat er immers een civielrechtelijke (risico)-aansprakelijkheid van de producent ten gevolge van een gebrek in een door hem geproduceerd product (artikelen 185 t/m 193). Bovendien geldt op grond van de artikel 175 en 176 een risicoaansprakelijkheid voor producenten met betrekking tot gevaarlijke stoffen en verontreiniging van lucht, water en bodem.

Omdat de gebr. van Aarle B.V. in de afgelopen 10 jaar tenminste 40.000 m3 hout heeft geïmpregneerd met superwolmanzout-Co betekent dat hij als producent hiermee een milieu- en gezondheidsschade, en daarmee een latere economische schade, heeft aangericht van miljarden guldens. De Wet milieubeheer staat een dergelijke lozing van jaarlijks 7500 kg. arseenzuur en 10500 kg. chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) via het gebrekkige produkt "geïmpregneerd hout" als tijdelijke drager gewoonweg niet toe.

De reden waarom de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij uitspraak nummer 200101634/2 van 29 mei 2001 heeft beslist dat de Gebr. van Aarle B.V. op grond van de door burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode aan betreffend bedrijf verleende milieuvergunning jaarlijks op vorenstaande wijze zo'n 7500 kg. arseenzuur en 10.500 kg. chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) in het milieu mag brengen rust mijns inziens op de volgende beoordelingsfout.

Bijgevoegd vindt u:

    V. De brief van 10 april 1996, nummer 96/1807hpk/hpk, van het college voor de toelating bestrijdingsmiddelen aan ondergetekende (5 pagina's).
    VI. De brief van 2 september 1996; kenmerk: GZB/C&O/963400, van het ministerie van VWS aan ondergetekende (2 pagina's).


Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat de reikwijdte van de bestrijdings- middelenwet beperkt is en geen rekening houdt met de afvalfase van het verduurzaamde hout. Dit is ook te begrijpen.

De bestrijdingsmiddelenwet beoordeelt de functie van het bestrijdingsmiddel. De functie van het bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co is het weren van schimmels, bacteriën e.d. in of op hout. Zodra betreffend bestrijdingsmiddel uit het hout is geloogd (geregend), of het geïmpregneerde hout in de afvalfase is beland, is de functie van het bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co voorbij en betreft het een restant van een bestrijdingsmiddel, hetgeen ingevolge de BAGA als gevaarlijke afvalstof moet worden verwijderd en verwerkt.

Vanaf 1 januari 1994 zijn de vroegere Afvalstoffenwet en Wet gevaarlijke afvalstoffen opgenomen in hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer. Sindsdien gaat de Wet milieubeheer niet meer uit van gevaar, schade en hinder die betreffende bedrijfsactiviteit in de nabije omgeving van een bedrijf veroorzaakt, maar van de totale milieubelasting die deze bedrijfsactiviteit veroorzaakt. Houtimpregneerbedrijf de Gebr. van Aarle B.V. veroorzaakt met het jaarlijks in het hout persen van 7.500 kg. arseenzuur en 10.500 kg. chroomtrioxide, dat op termijn in water, bodem en lucht terecht komt, een enorme milieubelasting.

Artikel 10.1, lid 1 en b, van de Wet milieubeheer is hierover duidelijk. Daarin staat letterlijk het volgende geschreven:

    Artikel 10.1

    Ieder bestuursorgaan dat betrokken is bij de uitvoering van deze wet houdt er bij de uitoefening van zijn bevoegdheid rekening mee dat het belang van de bescherming van het milieu vereist dat:

    • het ontstaan van afvalstoffen waar mogelijk wordt voorkomen of beperkt.
    • bij het vervaardigen van stoffen, preparaten of andere producten gebruik wordt gemaakt van stoffen en materialen, die na gebruik voor het doel waarvoor de producten waren bestemd, geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken.

Met voornoemde wetenschap hadden burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode op grond van artikel 10.1, lid a en b, van de Wet milieubeheer aan de Gebr. van Aarle B.V. nooit milieuvergunning mogen afgeven, voor het impregneren van hout met superwolmanzout-Co, waarmee het nieuwe gebrekkige product "gewolmaniseerd hout" wordt gemaakt. Via dit gebrekkige product "gewolmaniseerd hout" brengt de gebr. van Aarle B.V. namelijk jaarlijks zo'n 7.500 kg. arseenzuur en 10.500 kg. chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) op een ongecontroleerde wijze in water, bodem of lucht. Nog niet een kilogram van deze zwarte lijststoffen wordt door de gebr. van Aarle B.V. later teruggenomen.

Omdat u als minister van VROM verantwoordelijk bent voor de inhoud van deze Wet milieubeheer ga ik ervan uit dat u het met deze redenering eens zult zijn. Mocht u het met deze redenering niet eens zijn dan geeft u mij daarmee het bewijs in handen dat de Wet milieubeheer een zeer ernstige tekortkoming kent en dat die tekortkoming het mogelijk maakt dat bedrijven op vorenstaande wijze miljoenen kilogrammen zwarte lijststoffen legaal in water, bodem en lucht kunnen brengen. Dit ondanks de wetenschap dat zwarte lijststoffen zo gevaarlijk zijn dat in internationaal verband is besloten dat deze stoffen via een maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande techniek uit de compartimenten water, bodem en lucht moeten worden geweerd.

Ingeval u mij deze tekortkoming zou bevestigen, dan bent u als minister verantwoordelijk en aansprakelijk voor de miljardenschade die het houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. op de hierboven omschreven wijze heeft veroorzaakt. Ik kan mij een dergelijke bevestiging niet voorstellen en wel op grond van uw volgende brieven:

    VII. De brief van 21 februari 1995, kenmerk: 170295007/GM/MdB, van dr. H.A.M.A. de Vries, regionaal inspecteur van VROM voor Noord Brabant aan houtimpregneerbedrijf Carl Tissen te Luyksgestel (1 pagina). Deze brief is in uw opdracht geschreven.
    VIII. De brief van 19 augustus 1996, kenmerk: IBP 9604060, van de minister van VROM aan houtimpregneerbedrijf Carl Tissen import export B.V. te Luyksgestel. (1 pagina)

In deze brieven schrijft u zeer nadrukkelijk dat het houtimpregneerbedrijf, - in dit geval de gebr. van Aarle B.V. - volledig aansprakelijk is voor deze miljardenschade.

In geval u het met mijn hierboven beschreven beoordeling van de Wet milieubeheer niet eens bent, dan verzoek ik u mij de volgende informatie te laten toekomen:


    Informatieverzoek 2.

Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van dat gedeelte uit de Wet milieubeheer waarin staat geschreven dat deze wet toestaat dat de Gebr. van Aarle B.V. op de hierboven beschreven wijze jaarlijks 7.500 kg. arseenzuur en 10.500 kg. chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) in water, bodem en lucht brengt.

Ingevolge artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur bent u wettelijk verplicht om mij de hierboven verzochte informatie binnen 14 dagen te verstrekken. Ik richt aan u het nadrukkelijke verzoek om dit maximaal wettelijke termijn niet te overtreden. Er is tenslotte al genoeg vergiftigd via het houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. als dekmantel.


    MAXIMALE OPENHEID.

Om te voorkomen dat met betrekking tot de voorbereiding van mijn nieuw verzoek om voorlopige voorziening resp. schorsing aan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State iets de doofpot ingaat, heb ik gekozen voor een maximale openheid. Om die reden heb ik dit verzoek laten plaatsen op internet, websiteadressen: www.sdnl.nl/ekc-vr25.htm en www.rooi.org/ekc-vr25.html

Uw besluit op dit verzoek zal eveneens op internet worden geplaatst.

In afwachting op toezending van de verzochte informatie, teken ik,

    Hoogachtend,

    ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige Ecologisch Kennis Centrum BV
    Voor deze

    Ing. A.M.L. van Rooij,
    directeur.


C.c.

  • Katholiek Nieuwsblad
  • Kleintje Muurkrant
  • Twee Vandaag
  • Zembla
  • Stichting sociale databank Nederland

Website: www.sdnl.nl

Bijlage: Dit verzoek bevat de bijlagen I t/m VIII, bestaande uit 52 pagina's.