Koopkracht is ook een product dat een evenwichtige distributie behoeft

Het liegen zonder politieke consequenties zit deze VVD-CDA-regering in het bloed

Voedselbanken . . . Kamerzetel 151 . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Crisisdebat . . . AOW

Waarom laat Wouter Bos Gerrit Zalm liegen over fiscalisering AOW ?
Minister Zalm kreeg 26 juni in Laren NH de 'Gouden Zalm' uitgereikt

Huizen, zaterdag 17 juni 2006

Waarom laat Wouter Bos die Gerrit Zalm liegen over de fiscalisering AOW ??

Het liegen zonder politieke consequenties zit deze VVD-CDA-regering in het bloed, zoals bijv. bij het referendum over de zogenaamde Europese grondwet. Parlement en pers zijn kennelijk daaraan ook verslaafd geraakt, want de juiste vragen worden met name bij de omroepen niet gesteld, ondanks het onderstaande artikel uit De Volkskrant van 1-03-2005 door Paul de Beer, waarbij we verwijzen naar de statistiek van 1 april 1992 en de visie van premier Balkenende op de staatsschuld die volgens hem nog 30 jaar bezuinigen oplevert. Hoe reëel is dat?

In NOS-teletekst stond het bericht dat minister Zalm de bevolking waarschuwt voor de vreselijke gevolgen van de voorstellen van Wouter Bos om de AOW te fiscaliseren om zo de AOW betaalbaar te houden vanwege de grijze golf. Daarnaast zwijgt iedereen over de voorgenomen stelselwijziging (alleen CDA en VVD ?) die kennelijk in 2015 doorgevoerd zal worden met het schrappen van het partnerdeel van de AOW. Zie het interview met mevr. Hannie Adamse t.g.v. de lezing over het Georgisme bij de Rabobank in Utrecht in 2003.

Zalm suggereert met zijn opmerking dat alle mensen met een AOW-pensioen (2,5 miljoen) er 16 procent op achteruit zullen gaan. Als dat waar zou zijn dan betekent dit dat de totale uitbetaling van AOW 16 procent en voor elke persoon omlaag zou gaan. Dat is natuurlijk pure demagogie en Wouter Bos verklaart dan ook dat NIEMAND met alleen maar AOW er op achteruit zal gaan. Hij belooft zelfs dat de AOW'ers vooruit zullen gaan met hun koopkracht. Alleen mensen met een flink hoog pensioen van € 10.000 bovenop de AOW zullen voorzichtig aan iets gaan meebetalen voor de groter wordende groep ouderen die op het minimum zit. Dat is niet alleen sociaal en economisch verstandig, zodat er niet nog meer armen bijkomen zoals door dit rechtse VVD-kabinet nu al is veroorzaakt.

Het massale ontstaan van voedselbanken voor de honderdduizenden armen die tot bedelarij zijn gedwongen vanwege de filosofie van CDA en VVD: 'dat mensen met verlaging van hun koopkracht geprikkeld worden om toch maar te gaan werken', maar dan wel tegen een inmiddels onleefbaar minimumloon. Een minimumloon dat voor de Oost-Europese werknemers een gouden salaris is wanneer ze de peperdure euro's meenemen naar Polen, Bulgarije, Letland en overige Oostbloklanden, die nu tot de Europese Unie zijn toegetreden. Wanneer per 1 januari de grenzen opengaan, dan zal een tsunamie van supergoedkope laagloonwerkers onze regio gaan overspoelen, want die mensen willen met hard werken graag een salaris verdienen dat qua koopkracht vier tot tien keer zo hoog is als in het thuisland.

De druk op de arbeidsvoorwaarden met loondaling als gevolg voor werknemers met handarbeid zal hoogstwaarschijnlijk ook de afdracht van AOW-premie doen verminderen, zodat er dan nog meer gesneden zal gaan worden in de koopkracht van gepensioneerden en werkenden. Er zijn daarvoor gelukkig wel twee oplossingen gevonden. Namelijk de Algemene Wet Inkomensvoorziening gekoppeld aan de Koopkracht Pariteiten Belasting, zoals dat in het verkiezingsprogramma van de Sociale Volks Partij is voorgesteld.

Met een speurtocht over het internet naar het bedrag dat de Sociale Verzekeringsbank uitkeert aan AOW blijkt dat die informatie kennelijk zo gevoelig ligt, dat nergens een concreet getal te vinden is. Niet bij het CBS, niet bij DNB, niet bij het CPB, niet bij ABP en zelfs niet bij de dagbladen. Alleen over het spaarfonds voor de AOW zijn voldoende artikelen te vinden. Vreemd, dat informatie over een van de allerbelangrijke uitgaven van de staat niet te vinden is. Ook Google geeft alleen maar oude informatie, wat is hier aan de hand ?? We willen die informatie namelijk koppelen aan de statistiek die bij de SDN tot 1999 loopt.

Zie de rijksbegroting uit 2002 en het spaarsaldo eind 2005 dat van de overheidsschuld of staatsschuld moet worden afgetrokken, omdat het de inkoop betreft van eigen obligaties van de Staat der Nederlanden, en dus een veel lagere UMU-schuldquote resteert die misleidend kunstmatig hoog gehouden wordt, en zonder dat er vragen worden gesteld in relatie tot de betaalbaarheid van de AOW op lagere termijn. De bedoeling van deze leugen om bestwil is duidelijk, wanneer het betaalbaarheidsprobleem niet meer bestaat, dan is het bezuinigen op de koopkracht van de mensen met een (AOW) uitkering niet meer te verkopen. En dus zwijgt iedereen in de Tweede kamer, inclusief de PvdA, GroenLinks en de SP. Zelfs de Christen Unie laat de leugen gewoon passeren. Zie hiervoor een satirische kritiek op Andries Knevel die op 30 september 1996 met de inmiddels overleden Wim Bosboom keuvelde over de AOW. Knevel durft overigens nog steeds niet de monetaire politiek ter discussie te stellen in zijn programma.

Waar ook niemand over praat is dat vanwege de hogere inkomens van de gepensioneerden er nu al een grotere opbrengst voor de fiscus in het verschiet ligt. Niet alleen vanuit de finale bestedingen (met BTW, inkomsten- en winstbelasting) die werk verschaffen aan de nog niet gepensioneerden en uitkeringen beperken, maar ook dat met het daarop volgende grote sterven ook het grote erven begint; en successierechten de eventueel opgebouwde fiscale tekorten zullen laten wegsmelten als sneeuw voor de zon, waarbij overschotten op de begroting niet uitgesloten zijn. De VVD zal er voor waken dat die overschotten zullen voorkomen met belastingverlagingen voor de hoge inkomens, zoals nu ook het geval is. Het CDA van Balkenende volgt Gerrit Zalm die de vruchten van zijn sloopbeleid zal kunnen plukken met een miljoenensalaris bij vermoedelijk de ABN-Amrobank, omdat hij zijn klus heeft afgemaakt; verschrijvingen van een half miljard in de ziekenhuizen bagatelliserend.

Het taboe op de 'Bos-belasting' is probleem rond betaalbaarheid van de vergrijzing


De Volkskrant van 01-03-2005,

Een artikel van Paul de Beer, bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de UvA.

Paniek over kosten AOW is misplaatst

Niet de betaalbaarheid van de AOW is het probleem, maar het taboe op hogere belastingen voor hogere inkomens. Want de hoogte van de uitkering blijft achter bij de welvaartsontwikkeling, meent Paul de Beer.

De afgelopen weken is de Volkskrant bevangen door een lichte paniek over de kosten van de AOW. In dertig jaar verdubbelt het aantal 65-plussers in verhouding tot de groep van 20-65 jaar die de AOW-uitkeringen moet opbrengen. De AOW dreigt onbetaalbaar te worden. Een rapport dat de Volkskrant uit een lade van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toverde, becijferde dat het gemiddelde inkomen van de 65-plussers in vijftien jaar fors zal stijgen. Om de AOW in stand te houden is het dus onvermijdelijk dat de gepensioneerden gaan meebetalen, concludeerde Ferry Haan (het Betoog, 12 februari).

Voor een oordeel over de AOW kan het geen kwaad eens terug te blikken. De geschiedenis laat zien dat de AOW, ondanks de veroudering van de bevolking, steeds goedkoper is geworden. In 1985 waren de kosten 6 procent van het bruto binnenlands product (BBP). Inmiddels zijn die gezakt tot onder de 5 procent. De relatieve uitgaven voor de AOW zijn terug op het niveau van 1965. Toch is het aantal 65-plussers in verhouding tot de bevolking van 20-65 jaar in deze periode gestegen van 18,2 naar 22,3 procent. Het is dus te vermijden dat vergrijzing dus niet vanzelfsprekend gepaard met sterk oplopende AOW-uitgaven.

Hiervoor zijn twee verklaringen. Ten eerste is het aandeel werkenden onder de 65 jaar gestegen van 48 procent in 1985 naar 65 procent in 2003 Ten tweede is de hoogte van de AOW-uitkering achtergebleven bij de gemiddelde loonontwikkeling. In 1985 bedroeg de AOW-uitkering 32 procent van het gemiddelde loon en in 2003 nog maar 27 procent. De koopkracht van gepensioneerden bleef jaarlijks 0,5 procent achter bij die van de werkenden.

Als deze trend zich voortzet dan zullen de uitgaven voor de AOW, in verhouding tot het nationaal inkomen. beduidend minder stijgen dan men op grond van de vergrijzing zou verwachten Zelfs als de arbeidsparticipatie onder 65 jaar niet verder stijgt, zullen de uitgaven voor de AOW in 2030 niet meer dan 7 procent van het BBP bedragen, slechts 2 procent meer dan nu. In dit scenario zal de koopkracht van de AOW'ers toch nog met 1 procent per jaar stijgen, waardoor zij in 2030 28 procent meer te besteden hebben dan nu.

Als de ontwikkeling van de afgelopen decennia doorgaat, is er dus geen reden voor paniek over de betaalbaarheid van de AOW. Hierbij past wel de kanttekening dat in het geschetste scenario de AOW-uitkering weliswaar fors in koopkracht stijgt, maar toch beduidend achterblijft bij de gemiddelde loonontwikkeling. Dit is een automatisme dat is ingebakken in de bestaande koppelingssystematiek. Deze schrijft voor dat de AOW - en de andere uitkeringen - periodiek wordt aangepast aan de stijging van de CAO-lonen, maar niet aan extra loonstijgingen (de incidentele looncomponent). Ook als de koppeling trouw wordt toegepast raken de uitkeringen geleidelijk achter bij de lonen, zoals de afgelopen decennia gebeurde.

Dit mechanisme draagt weliswaar bij aan de betaalbaarheid van de AOW, maar leidt er ook toe dat de inkomenskloof tussen de werkenden en de uitkeringsgerechtigden groeit. Het mag zo zijn dat de gemiddelde gepensioneerde over tien of twintig jaar beduidend welvarender is dan de gepensioneerden van vandaag, dit geldt veel minder voor degenen die van alleen een AOW-uitkering moeten rondkomen.

De vraag waar het komende decennium werkelijk om draait, is dan ook niet of de AOW betaalbaar blijft. De vraag die er echt toe doet is of we lijdzaam willen toezien hoe de AOW - net als de andere sociale uitkeringen - steeds verder achterblijft bij de gemiddelde welvaartsontwikkeling. Als we dit niet willen, dienen we vervolgens aan te geven wie hiervoor moet opdraaien. Het gaat dan niet om de verdeling van de lasten tussen de generaties maar om solidariteit van de rijken riet de armen

Om de minimumuitkeringen gelijke tred te laten houden met de welvaartsstijging zullen de hogere inkomensgroepen (iets) hogere belastingen moeten afdragen. Dit geldt voor degenen boven de 65 jaar net zo goed als voor degenen onder de 65 jaar. Maar de huidige financieringssystematiek van de AOW voorziet hier al in. De AOW-premie - die alleen wordt betaald door personen onder 65 jaar - is namelijk gemaximeerd op het huidige tarief van 18 procent. Verdere kostenstijgingen worden gefinancierd uit de belastingen, waaraan 'rijke' gepensioneerden net zoveel bijdragen als jongere belastingbetalers.

De belangrijkste vereiste om de AOW-uitkering gelijke tred te laten houden met de gemiddelde welvaartsontwikkeling is dat het taboe op hogere belastingen voor de hogere inkomens wordt doorbroken. De in de VVD levende ideeën om een vlaktaks in te voeren, waarbij iedereen hetzelfde belastingtarief betaalt, vormen dan ook een grotere bedreiging voor de houdbaarheid van een welvaartsvaste AOW dan de weigering van ouderen om AOW-premie te gaan betalen.

Terug naar Rijnlands beleid, lijst, of naar site home.