Naast de Euro nog de Gulden?


EuroStaete . . . Kamerzetel 151 . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Schandpaal

Naast de Euro nog de Gulden? Of de GuldenMark van EuroStaete?

Door: Willem Hoogendijk

van:

    PROMODECO (Project Moderne Economie)
    p/a Stichting Aarde
    Postbus 533
    3500AM UTRECHT
    tel. 030 - 2802444 en fax 030 - 2801345
    Postbank 10.81.00

Bij relaties tussen twee mensen vinden we dat die het beste slagen als elk van beide partners enige stevigheid bezit. Maar bij de betrekkingen tussen landen hebben we daar ogenschijnlijk geen behoefte aan. Met de steeds mondialer wordende arbeidsdeling verengen de landen met het oog op de export hun bedrijvigheid tot enkele grote agrarische of industriële monoculturen. Bij ons bijvoorbeeld melk, transport en kunstvezels. Gevolg is een afhankelijkheid van afzet naar elders die we niet goed in de hand hebben. De economie wordt kwetsbaar en in het massale geleun op elkaar mag niet veel misgaan of er is meteen paniek in de nationale tenten.

De globalisering, die nu met stevige liberale wind in de rug voortsnelt, ontmoet toenemende kritiek. De VU-econoom Kleinknecht wijst er op dat we nu niet meer globalisering hebben dan in de vorige eeuw, maar ik ben benieuwd waarop hij dat baseert. Volgens mij was er in de West-Europese landen destijds veel meer zelfvoorziening over dan nu. Waar bijvoorbeeld eens verschillende graansoorten werden verbouwd, staat nu alleen nog maar maïs. Linnen, wol, leer, koetsen - we maakten vroeger nog veel zelf. In onze tijd ging het mes ondermeer in de scheeps- en wagonbouw, textielnijverheid, steenbakkerij, vliegtuigbouw en vele andere, minder spectaculaire bedrijvigheden. Gevolg is een transport over de hele wereld van grondstoffen, halffabrikaten en goederen dat zijn weerga niet kent. Het milieu kreunt onder zoveel belasting, maar dat horen we niet.

    Tandenstoker

Er is het verhaal van die econoom, groot voorstander van de vrijhandel, die plotseling geheel van gedachten veranderde toen hij in een restaurant midden in de Verenigde Staten een tandenstoker uitpakte 'made in Japan'. Al decennia eerder was de fervente vrijhandelaar Keynes tot een dergelijke inkeer gekomen. Een beetje handel best, teveel dat wordt een pest.

Er gaan nu in Europa stemmen op om onze economieën niet geheel en al uit te leveren aan de globalisering. Men kan dan denken aan het behoud van een nationale basissector gekenmerkt door enige zelfvoorziening. Op zo'n basissector kan de bevolking meer greep houden en die laten voldoen aan de in de eigen cultuur ontwikkelde sociale en ecologische criteria. Exporterende bedrijven kunnen in deze thuissector een zekere voet behouden met een stabiele afzet ('koop Nederlandse waar'), terwijl ze verder vrolijk blijven meedoen aan de internationale handel met al zijn wispelturigheid. Daar kunnen dan de dollar, de yen en straks de euro heersen. De euro hoeft niet overbodig te worden maar kan dienen voor een vlotter verkeer binnen Europa en als onze gezamenlijke munt tegenover andere handelsblokken.

Colin Hines, voormalig medewerker economie bij Greenpeace-UK en nu campagnedirecteur van het Internationale Forum over Globalisering, wijst op de slechte ervaringen van grote groepen ondernemers en werknemers met NAFTA, het handelsverdrag tussen Canada, de V.S. en Mexico. Het heeft in die landen tot eenzelfde tegenbeweging geleid. Met Tim Lang schreef hij het boek The New Protectionism dat geheel aansluit bij de ideeën over meer nationale of regionale zelfvoorziening. Dat komt neer op het spook van de neoliberalen: enige economische protectie. De huidige versnelde globalisering bestempelen de auteurs echter omgekeerd als protectie van internationale kapitaalstromen. Het behouden van een stuk nationale economie tegen deze externe druk is dan een liberaliseringsproces. De wens tot een beter milieubehoud en vooral tot meer en meer gevarieerde werkgelegenheid en tot arbeidstabiliteit is een flinke drijfveer achter de tegenbeweging. De agrarische wereld speelt hierbij een grote rol, en ook allerlei bedreigde industriële branches.

    Ricardo

Het ligt dan voor de hand om de nationale munt te behouden voor gebruik in de eigen nationale basissector. Dit sluit aan bij ideeën van alweer Keynes en hedendaagse economen als Robertson en Douthwaite over het verminderen van de mobiliteit van kapitaal en het herstellen of behouden van enige nationale zelfvoorziening. Herman Daly, hoogleraar aan de universiteit van Maryland USA die onlangs een openbare les verzorgde op het Institute of Social Studies te Den Haag, wijst er op dat de vader van de vrije markt, Ricardo, de handel van goederen voor ogen had en uitdrukkelijk niet een internationale mobiliteit van kapitaal; anders wordt het hele systeem van kostenvergelijking, waarop alle internationale handel gebaseerd is, op zijn kop gezet.

De behoefte om je ruilmiddel enigszins onder eigen controle en in zelfgestuurde beweging te houden speelt ook op lager niveau. Zo heeft het lokaal geresulteerd in de opkomst van de zgn. LETS-systemen waarbij mensen, vooral baanlozen, goederen en diensten met elkaar ruilen. Van ver daarvoor al dateren de coöperatie om geld en goederen goedkoop te houden. Tijdens de economische crisis van de jaren '30 schoten in de V.S. de locale en regionale munten als paddestoelen uit de grond om enige vaart te houden in de voor de streek of stad belangrijkste economische activiteiten. In Zwitserland functioneert al sinds diezelfde tijd een ring van 70.000 bedrijven die met een eigen verrekeningseenheid werken. 17% van alle Zwitserse bedrijven zijn lid en de jaaromzet bedraagt ongeveer 30 miljard frank. Het is daarom dat het midden- en kleinbedrijf in dat land bloeiender is dan in andere landen. In Duitsland zijn er nu vijf van zulke barterkringen. Van BCI (Barter, Clearing & Information; multiregionaal actief in Midden-Europa) zijn de cijfers bekend: 6000 leden en een omzet van meer dan 140 miljoen mark. Steeds is het doel: je ruilmiddel onder eigen controle en goedkoop houden.

Met behoud van een basissector met eigen munt zouden de landen gezonde, niet kwetsbaar makende handelsbetrekkingen kunnen houden. Vanuit enige eigen economische stevigheid dus. Net als prettig is in onze onderlinge menselijke relaties.


Willem Hoogendijk


Mr. W. Hoogendijk is coördinator van een project moderne economie PROMODECO te Utrecht,
en schrijver van o.a. "Economie Ondersteboven" en
"Zeker werk en verantwoord ondernemen", met voorwoord van Anton Westerlaken, CNV.
"The New Protectionism" van Hines en Lang is een uitgave van Eartscan, Londen.

4-10-96 tel. 030.2802444 2314651(thuis) fax 030.2801345

De lezing van prof. Herman Daly is te verkrijgen bij het Institute of Social Studies, Den Haag of bij
PROMODECO, p/a SME, Postbus 13030, 3507 LA Utrecht.

Voor wie meer wil nadenken over de mogelijke invloed van het moderne geldsysteem op economie en samenleving:
Money -from master to servant, door Willem Hoogendijk, met bijdragen van prof. H.C. Binswanger (CH).

f 25,- overmaken op Postbanknr. 10.81.00 van Promodeco, Utrecht, m.v.v. 'Money master'