Jean Quist in de Cobouw van september 1998

Wolmanzouten . . . Kamerzetel 151 . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Schandpaal

Raad van State is een papieren tijger want overheden negeren de uitspraken



Raad van State verbiedt malen van verduurzaamd hout

    Jean Quist

Verduurzaamd hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval mag niet meer worden vermalen. Het materiaal moet daarentegen worden ingezameld en verwerkt als gevaarlijk afval. Dit vonnis wees de voorzitter van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De provincies zijn verplicht deze uitspraak te volgen.

Op grond van deze beslissing verzoekt directeur ing. A van Rooij van het Ecologisch Kennis Centrum uit St. Oedenrode alle provincies direct alle verleende milieuvergunningen in te trekken voor stationaire en mobiele installaties die hout shredderen dat niet onder de categoriën plantsoen- of tuinafval valt. Van Rooij merkt hierbij op dat door het shredderen van bouw- en sloophout jaarlijks alleen al zo'n tien maal de dodelijke dosis arseen per Nederlander in het water, de bodem op de lucht komt. Bedrijven die verduurzaamd hout vermalen handelen volgens hem tegen de bepalingen van de Arbo-wet De provincie Limburg liet inmiddels weten zich te beraden op de maatregelen die Van Rooij voorstelt.

Via het shredderen van afvalhout uit bouw- en sloopwerken komen jaarlijks 30.000 kilo arsenicumverbindingen vrij en ongeveer 60.000 kilo chroom VI-verbindingen. zijn zeer kankerverwekkend. Deze stoffen schaden ook de menselijke voortplanting. Chroom-VI staat te boek als genotoxisch. Een molecuul van deze stof kan op termijn al tot kanker leiden. Daarbij veroorzaakt de verbinding genetische schade.

Verduurzamingsmiddelen bestaan uit zouten of zuren en lossen om die reden op in water. Aan deze vervuiling valt volgens Van Rooij niet te ontkomen. Ter illustratie noemt hij de houthandel. Daar vermengen krullen en zaagsel van verduurzaamd hout zich via de afzuiginstallatie met schone restanten. Die worden bijvoorbeeld tot pellets geperst en verbrand in de installaties van energiecentrales. Die mogen de elektriciteit die daarmee wordt opgewekt tegen een duurder tarief aanbieden als groene stroom'. Via de schoorstenen van de centrales komen de verduurzamingsmiddelen in het milieu terecht. De deeltjes zijn door het stookproces zo klein geworden dat ze ongehinderd de filters passeren. Chemische restanten komen ook terecht in de vliegas. De cementindustrie gebruikt die weer als toeslagstof en vervuilt daarmee het milieu.

Verduurzamers persen jaarlijks om en nabij 300.000 kilo arseenverbindingen in hout. Volgens Van Rooij wordt het gebruik van deze stof tot 75 procent gesubsidieerd. Arseen spoelt uit en komt vroeger of later in het water terecht. Daar slaan ze weer neer in het slib. Mede door deze chemische middelen bestempelt Van Rooij de vis uit de Noordzee als 'chemisch afval'. Enkele verduurzamingsmiddelen zoals Superwolmanzout-Co van Hickson Garantor Nederland uit Nijmegen zijn samengesteld uit levensgevaarlijk chemisch afval van bijvoorbeeld de metaalindustrie en ertssmelterijen. Volgens van Rooij mogen zelfs de impregneerders niet weten welke middelen zij verwerken. Hi staaft deze bewering met het antwoord dat een impregneerder van VROM ontving op zijn vragen over verduurzamingsmiddelen.

De verwerking van het behandelde hout hoeft volgens van Rooij geen probleem op te leveren. Hij denkt daarbij aan pyrolyse. Deze techniek functioneert alleen voor de verduurzamingsmiddelen die nog niet in water zijn opgelost. Dat kan door energie-arm ontzand slib te mengen met energierijk bouw- en sloopafval. Dit gemengde materiaal houdt zichzelf door de eigen energie-opbrengst acht dagen lang op een temperatuur van 1200 graden Celsius. Van de oorspronkelijke massa blijft zo'n 5 procent over. Dat wordt door een hogere temperatuur vloeibaar gemaakt. Zware metalen slaan als een blok neer. De rest verandert in obsidiaan wat zonder bezwaar als bouwmateriaal kan worden gebruikt.