Verzetschrift tegen de uitspraak van 6 juni 2000,
inzake de uitvoer van gebroken houtspaanders naar België


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

't Achterom 9a
5491 XD
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

AANTEKENEN

Raad van State,
Afdeling bestuursrechtspraak,
Postbus 20019,
2500 EA 's-Gravenhage.

Sint Oedenrode, 4 oktober 2000

OPEN BRIEF

Tevens verstuurd per fax 070 - 3651380 op 10 september 2000.


PLEITNOTITIE. Tijdstip hoorzitting: 5 oktober 2000 om 14.30 uur.

Ons kenmerk: RB/UNI/17070/VZ.

Uw nummer: 200000958/4/BZ.

Betreft: R.M. Brockhus/

Verzetschrift tegen uw uitspraak nr. 200000958/p01 van 6 juni 2000, inzake de uitvoer van gebroken houtspaanders van Meisner stortplaats Noord Drenthe B.V. naar Unilin N.V. te België.


Geachte voorzitter, In deze zaak heeft u ontvangen:

  • ons verzetschrift van 18 juli 2000, kenmerk: RB/UNI/17070/VZ, bestaande uit 29 pagina's.


    Wij verzoeken u de inhoud van deze stukken volledig te betrekken in uw beslissing.

    Is betrokkene belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht? Ondergetekende zegt 'ja' en baseert zich daarbij op de inhoud uit de stukken die als bijlage 2 en 3 achter het verzetschrift zijn gevoegd.

    Het betreffen de volgende stukken:

  • De brief van 5 juli 2000 van het Buro voor Rechtshulp aan Stichting Behoud Leefmilieu en Natuur Maas en Waal. De onherroepelijke uitspraak no. E03.96.1375 van 30 juli 1998 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Uit de inhoud van deze stukken kunt u opmaken dat, in tegenstelling met hetgeen in de bestreden uitspraak is overwogen, appellant zeer nadrukkelijk als belanghebbende moet worden aangemerkt. Dit komt tot uitdrukking in artikel 18.14 van de Wet milieubeheer.

    Door appellant niet als belanghebbende aan te merken, handelt u in strijd met artikel 18.14 van de Wet milieubeheer. Daar de wettekst spreekt van Een ieder is een ieder per definitie belanghebbende. Het belang van appellant is gelegen in het feit dat hij met gebruik van zijn democratische rechten een eind wil maken aan een samenspannende criminele collusie, die omwille van de winst voor enkelen, werkelijk alles vergiftigt met de uiterst kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur, en chroomtrioxide e.d. waarvan ook appellant, zijn vrouw, kinderen, familieleden en kennissen onontkoombaar het slachtoffer zullen worden.

    Deze collusie heeft intussen geheel Nederland cumulatief vergiftigd met o.a. arsenicum en andere zware metalen. Voor wat betreft arsenicum gaat het al om een vergiftiging van 10 maal de dodelijke dosis per Nederlander per jaar. Bijgevoegd vindt u:

    1. Het artikel 'arsenicum is doodsgevaar voor helft Bengalezen' uit het Eindhovens Dagblad van 9 sept. 2000 (1 pagina).
    2. Het artikel 'Grootste massavergiftiging ooit bedreigt Bangladesh' uit het Eindhovens Dagblad van 13 sept. 2000 (1 pagina)
    3. Het artikel 'Arsenicum en nieuwe pompen' uit de NRC van 25 september 2000. (2 pagina's).

    Uit de inhoud van deze artikelen kunt u opmaken dat het arsenicum, dat in Bangladesh van nature in het grondwater zit, nu al ca. 80 miljoen mensen bedreigt en treft met kanker omdat het grondwater wordt gebruikt als drinkwater.

    Bovengenoemde criminele handelingen hebben er reeds voor gezorgd dat vrijwel geheel Nederland is vergiftigd met o.a. het goed in water oplosbare arseenzuur. (zwaarste klasse kankerverwekkende stof, klasse 1) Deze arsenicumvergiftiging is er met bewust menselijk handelen ingebracht omwille van de winst voor enkelen.

    Het op deze manier vergiftigen van ons oppervlaktewater en grondwater, waaruit ons drinkwater moet worden gewonnen, is de zwaarste criminele actie die je maar kunt bedenken. De gezondheid en het toekomstig leven van alle Nederlanders is hierdoor in gevaar.

    Straks kunnen de kranten een artikel schrijven met als kop 'arsenicum is doodsgevaar voor helft Nederlanders'. De kranten moeten dan niet schrijven dat het hoge arsenicum gehalte van nature in het oppervlaktewater en grondwater zit en als zodanig in ons drinkwater terecht is gekomen, maar dat dit arsenicum door genoemde criminele collusie er bewust is ingebracht. Het belang van appellant is hiermee in directe zin net zo groot als wanneer de drinkwatervoorziening van Nederland zou worden vergiftigd met massa's arsenicum. Het directe en indirecte belang is hier niet te scheiden.

    Wanneer u dit verzet niet gegrond verklaart dan laat u hierbij jurisprudentie ontstaan dat de inwoners van Nederland niet meer kunnen procederen tegen het vergiftigen en zelfs verkankeren van henzelf. Dit is apert in strijd met artikel 6 EVRM. Wanneer u dit verzet niet gegrond verklaart dan laat u hierbij tevens jurisprudentie ontstaan dat degene die alles vergiftigen, omwille van de winst voor enkelen, in ons land de feitelijke bestuurlijke macht hebben overgenomen. Van een onafhankelijke rechtspraak is dan niets meer overgebleven.

    We hebben dan te maken met een schijndemocratie waarachter een dictatuur schuilgaat die letterlijk alles vergiftigt. Wij vertrouwen erop dat u deze massavergiftiging niet op uw geweten wenst te hebben en ons verzet hierop gegrond verklaart.

    Hoogachtend,

    Websiteadres: www.sdnl.nl/ekc-rs56.htm

    Hoogachtend,

    ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige Ecologisch Kennis Centrum BV
    Voor deze

    Ing. A.M.L. van Rooij,
    directeur, tevens hogere veiligheidskundige (zie bijgevoegd certificaat).


    Bijlage: 4 pagina's volgen