Pleitnotitie hoorzitting voor onderzoek naar georganiseerde belangenverstrengeling


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

't Achterom 9a
5491 XD
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

Voorzitter van de Raad van State,
Afdeling bestuursrechtspraak,
Postbus 20019,
2500 EA 's-Gravenhage.

Sint Oedenrode, 8 juli 1999.

Pleitnotitie

inzake:
R.M. Brockhus
appellant

Tegen:
Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg.
verweerder

Uw nummer: F03990269/1/G6I.

Tijdstip hoorzitting: 8 juli 1999 om 12.15 uur.


Ontvangen stukken.

Met betrekking tot deze zaak heeft u de volgende stukken ontvangen:

  • Ons verzoek om het treffen van voorlopige voorziening van 23 april 1999, kenmerk RB/ProvL/22049/VV, met bijbehorend bezwaarschrift van 23 april 1999, kenmerk RB/ProvL/23049/BZ, aan Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg (door de provincie Limburg bij brief van 5 mei 1999 doorgezonden aan de Raad van State om het te behandelen als beroepschrift), bestaande uit 22 pagina's.
  • Onze bij brief van 6 juli 1999 nader toegezonden stukken, bestaande uit 10 pagina's.

Wij verzoeken u de inhoud van bovengenoemde stukken volledig te betrekken in uw beslissing.


    De feiten.

Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg (hierna: verweerder) hebben onze aanvraag van 29 augustus 1998, kenmerk RB/ProvL.29088, op 1 september 1998 ontvangen.

Heden 8 juli 1999, 44 weken na ontvangst van onze aanvraag, heeft verweerder nog steeds geen besluit genomen op onze aanvraag van 29 augustus 1998.

Uit de artikelen 4:13 en 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht volgt dat, indien het bestuursorgaan acht weken na de ontvangst van het verzoek geen definitief besluit heeft genomen en evenmin een kennisgeving van een voornemen of mededeling van een ontwerpbesluit heeft gedaan, er sprake is van het niet tijdig nemen van een besluit, tenzij binnen deze termijn de besluitvorming op grond van artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht met een redelijke termijn is verdaagd. Voor jurisprudentie verwijzen wij u naar uitspraak F03.99.0204 van 28 april 1999 van de voorzitter van de Raad van State, waarvan u een afschrift achter deze pleitnotitie vindt gevoegd (bijlage 1).

Uit vorenstaande kan worden opgemaakt dat verweerder de wettelijke termijn, waarbinnen zij hadden moeten beschikken, reeds met maar liefst 36 weken heeft overschreden.

Uit de inhoud van onze bij brief van 6 juli 1999 nader toegezonden stukken kunt u opmaken dat verweerder, in haar bekendmaking van het ontwerpbesluit van 24 juni 1999 tot en met 7 juli 1999 via de media heeft kenbaar gemaakt dat A.M.L. van Rooij heeft verzocht tot het intrekken van de verleende Wm-vergunningen voor het shredderen van afvalhout afkomstig van bouw- en sloopafval binnen de provincie Limburg. Dit is volstrekt onjuist.
R.M. Brockhus is de verzoeker om intrekking van betreffende Wm-vergunningen en niet A.M.L. van Rooij. Het Ecologisch Kennis Centrum B.V. voert de juridische procedures in opdracht van R.M. Brockhus.

Vanwege het feit dat betreffende bekendmaking is opgesteld door Ing. E.W. Steynebrugh, het hoofd van de afdeling vergunningen van de hoofdgroep milieu van de provincie Limburg, en wij hem een half jaar geleden in een persoonlijk gesprek van deze problematiek op de hoogte hebben gebracht, kunnen wij niet anders dan concluderen dat hier sprake is van opzet.
Dit met de bedoeling om via procedurefouten en vormfouten een correcte besluitvorming te blokkeren met als mogelijk doel de collusie "poisoning for profit" daarmee te steunen. Iedereen die kennis van zaken heeft weet dat, met de voortzetting van het huidige beleid via deze juridische trucks, dit een verdere cumulatieve vergiftiging van het milieu tot gevolg heeft met als onaanvaardbare consequentie massale schade voor de volksgezondheid. De economische schade die daarvan het gevolg zal zijn is niet in te schatten.

Voor nadere onderbouw verwijzen wij u naar de volgende bijgevoegde stukken:

  • de brief van 21 juni 1993, kenmerk A-22-89FB/am, van criminoloog prof. Dr. F. Bovenkerk aan mr. Ficq Hoofdofficier van Justitie. (Bijlage 2)
  • de brief van 3 oktober 1998, kenmerk DWL/98085370,van R.M. Brockhus aan de minister van VROM. (Bijlage 3)
  • het artikel "Arseenvergiftiging" van R.M. Brockhus. (Bijlage 4) Gemakshalve hebben wij betreffende stukken ook achter deze pleitnotitie gevoegd.

Uit de inhoud van die stukken kan niet anders dan worden geconcludeerd dat verweerder opzettelijk de maximale wettelijke termijn van 8 weken, waarbinnen zij een besluit hadden moeten nemen op onze aanvraag van 29 augustus 1998, met maar liefst 36 weken hebben overschreden.

Uit die inhoud kan eveneens niet anders dan worden geconcludeerd dat verweerder opzettelijk haar bevoegdheden misbruikt voor het bedenken van juridische trucks om de maximale wettelijke termijn, waarbinnen zij hadden moeten beschikken, met nog veel meer jaren te verlengen. Dit alles met de bedoeling de gehele provincie Limburg te kunnen vergiftigen met de meest kwalijke kankerverwekkende verbindingen, waaronder arseenzuur en chroomtrioxide.

Aan deze collusie "poisoning for profit" dient onmiddellijk een einde te komen. Mede gezien het feit dat deze opzettelijke vertragingstechnieken van verweerder er enkel en alleen op is gericht om geheel Limburg te vergiftigen, ter bevoordeling van enkelen. Dit rechtvaardigt dwangmaatregelen.

Wij richten aan u daarom het nadrukkelijke verzoek de voorlopige voorziening te treffen dat verweerder vóór 1 augustus 1999 een besluit moet nemen op onze aanvraag van 29 augustus 1998. Tevens verzoeken wij u verweerders te veroordelen in de proceskosten overeenkomstig het puntensysteem zoals dat staat opgenomen in het besluit proceskosten bestuursrecht. Het ingevuld proceskostenformulier vindt u bijgevoegd.


ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige

    Hoogachtend,

    Ecologisch Kennis Centrum BV
    Voor deze

    ing. A.M.L. van Rooij,
    veiligheids- en milieudeskundige


Bijlage: Deze pleitnotitie bevat een 4-tal bijlagen bestaande uit 12 pagina's.