Voorwoord van de Bellamy Stichting in Nederland


Homepage Grondvest . . . . . SDN homepage . . . . Homepage Bellamy

BELLAMY STICHTING 

Rechtspersoon erkend door goedkeuring van de statuten bij Koninklijk Besluit 060866 nr. 150
Voorzitter is: W. Sweers, Gasthuislaan 22, 6883 JD Velp Tel. 026-3610689.
Penningmeester: W. Wolbrink sr., Old Ruitenborgh 68, 7556 NH, Hengelo, 074-2913554.

Girorekening 21005 ten name van de Bellamy Stichting, te Hengelo (O).
Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente nr. 40412623.
Postbanknummer: 21005 op naam van penningmeester van de Bellamy Stichting.

EEN NIEUWE MAATSCHAPPIJ

VERANTWOORDING     HOE SNEL DE WERELD VOORUIT GAAT.

LEVENSBESCHRIJVING    IN HET JAAR 2000    ECONOMISCHE GELIJKHEID    LINKS


HOOFDSTUK XV
blz.90 - 96

 Toen wij op onze wandelingdoor het gebouw in de boekerij kwamen, konden wij de verzoeking van de heerlijkelederen stoelen niet weerstaan en namen plaats in een van de kleine vertrekjesom wat uit te rusten en te praten.
~   "Edith vertelde mij, dat uden geheelen middag in de bibliotheek bent geweest. zeide Mevrouw Leete. "Weetu wel, Mijnheer West, dat u een van de meest benijdenswaardige men­schen is?"
~   "Ik zou gaarne willenweten waarom," antwoordde ik.
~   "Omdat de boeken van delaatste honderd jaar nieuw voor u zullen zijn." sprak zij. "U zult zooveelboeiende lectuur vinden, dat u in de eerste vijf jaren haast geen tijd zulthebben om te eten. Wat zou ik er niet voor geven om de romans van Berrian nog temoeten lezen."
~   "Of van Nesmyth, mama,"voegde Edith er bij.
~   "Ja, of de gedichten vanOates of "Voorheen en Thans" of "Het Begin" of o, ik zou een dozijn boekenkunnen noemen, die elk een jaar van het leven waard zijn," zeide Mevrouw Leetemet geestdrift.
~   "Ik denk, dat er dan heelwat merkwaardigs geschreven is in deze eeuw.
~   "Ja," zeide Dr. Leete",het is een tijdvak van ongeëven­aarde geestelijke grootheid geweest.Waarschijnlijk heeft het menschdom nooit een zedelijke en stoffelijkeverandering beleefd, zoo uitgebreid in hare werking en spoedig bereikt, als dezevan de oude orde van zaken tot de nieuwe in het begin van de eeuw. Toen demenschen ontdekten welk geluk hun te beurt gevallen was, en dat de wijzigingen,die zij hadden verkregen. niet enkel een gedeeltelijke verbetering van huntoestand was, maar be­grepen, dat hun geslacht een hoogeren trap van beschavinghad bereikt met een onafzienbare toekomst vol nieuwe aanwinsten, werden hunnezielen overstelpt met een vloed van aandoeningen, waarvan de middeleeuwscherenaissance maar een flauwe af­schaduwing genoemd kan worden. Er ontstond eentijdvak van uitvindingen in industrie, wetenschappelijke ontdekkingen..."
~   "Van litteratuurgesproken," zeide ik, "hoe worden de boeken tegenwoordig uitgegeven? Doet denatie dat ook?"
~   "Zeker."
~   "Maar hoe gebeurt dat?Geeft de regeering alles uit wat zij krijgt of houdt zij een soort van censuur,door alleen datgene te laten drukken wat zij goed vindt?"
~   "Noch het een, noch hetander. De drukkerij oefent geen contrôle. Zij is verplicht alles te publiceeren.wat haar wordt aangeboden, maar alleen als de schrijver zelf de kosten voor deneersten druk betaalt. Hij moet het recht om gehoord te worden betalen en als hijiets bijzonders te zeggen heeft, zal hij dat gaarne doen. Natuurlijk, als deinkomens verschillend waren, zooals in oude tijden, dan zou deze regel alleenrijken in staat stellen om te schrijven, maar nu ieders vermogen hetzelfde is,werkt deze regel enkel als maatstaf van de krachten des auteurs. De kosten vanhet uitgeven van een gewoon boek kan gespaard worden op één jaars crediet,door zuinigheid en eenige opoffe­ringen. Het boek, als het verschijnt, wordt tekoop geboden door de natie."
~   "De schrijver krijgt zekereen aandeel in de opbrengst, zooals bij ons, denk ik?"
~   "Niet zooals bij u,"antwoordde Dr. Leete, "maar toch krijgt hij een aandeel. De prijs vanieder boek bestaat uit druk­kosten en een schrijversloon. De auteur stelt ditcijfer zoo hoog als hij wil. Als hij het onredelijke verlangt is het zijn eigennadeel, want dan zal men het werk niet koopen. Het bedrag van wat hem uit deopbrengst toekomt, verhoogt zijn crediet en hij wordt vrijgesteld om anderediensten, zoolang dit crediet strekt om hem te onderhouden naar den maatstaf vanhet jaar­lijksch inkomen van een ingezetene. Als zijn boek een vrij gunstigonthaal vindt, krijgt hij op deze wijze een voorsprong van ver­scheidenemaanden, een jaar, twee of drie jaar, en als hij binnen dien tijd nog eengezocht werk uitgeeft, wordt de vrijstelling van dienst weer verlengd, zooverals de opbrengst daarvan toe­laat. Een schrijver van naam slaagt er in van zijnpen te leven gedurende den ganschen diensttijd, en de graad van zijn be­kwaamheid,door de publieke opinie bepaald, is dus de maatstaf van de gelegenheid. die hemgeschonken wordt om zijn krachten aan de literatuur te wijden. In dit opzicht isdus het resultaat van ons stelsel niet zeer verschillend van het uwe, maar erzijn twee belangrijke punten van afwijking. In de eerste plaats geeft dealgemeen hoogere beschaving tegenwoordig aan de publieke opinie een kracht, diezij vroeger niet bezat. In de tweede plaats zijn er geen bijoogmerken, die deerkenning van ware verdiensten belemmeren. Elk schrijver heeft precies dezelfdegelegenheid om iets onder de oogen van het publiek te brengen. Te oordeelen naarde klachten van de schrijvers van uw tijd, zou deze volstrekte gelijkheid vankansen ons zeer benijd zijn geworden."
~   "In de waardeering vanverdienste in andere richtingen van oorspronkelijk talent, zooals muziek, kunst.uitvindingen, ontwerpen," zeide Ik. "volgt gij zeker een dergelijk be­ginsel?
~  "Ja," antwoordde hij",ofschoon de bijzonderheden ver­schillen. In kunst, bijvoorbeeld,zooals ook in literatuur, is het volk de eenige rechter. Zij stemmen overtoelating van beelden en schilderijen voor de openbare gebouwen en hun gunstigeuitspraak stelt den kunstenaar vrij van anderen arbeid, om zich te kunnen wijdenaan zijn roeping. Als zijn werk verkocht wordt, heeft hij hetzelfde voordeel ervan als de schrijver van zijn boeken! In al deze richtingen is het systeemhetzelfde: alle be­ginners in de gelegenheid te stellen, om, zoodra eenigbuiten­gewoon talent ontdekt is, het te verlossen van alle banden en den vrijenloop te laten. Ontheffing van anderen dienst in zulke gevallen wordt nietbeschouwd als een geschenk of als een be­looning. maar als het middel om meeren beteren arbeid te krijgen. Natuurlijk zijn er verschillende letterkundige,artistieke en wetenschappelijke instellingen, waarvan de beroemdste per­sonenlid zijn en die zeer in aanzien zijn. De hoogste van alle huldebewijzen vanwegehet volk, hooger dan het president­schap, dat alleen gezond verstand entoewijding vereischt, is het roode lint, door de stem des volks verleend aangroote schrijvers, kunstenaars, ingenieurs, geneesheeren en uitvinders. Nietmeer dan een bepaald getal personen mogen het tegelijkertijd dragen, ofschooniedere vlugge knaap in het land er elken nacht van droomt. Ik zelf ook."
~   "Net alsof mama en ik meervan u zouden gehouden hebben als u het gekregen hadt," zeide Edith; "niet,dat het niet een heel pleizierig ding is om te hebben."
~   "Jij hadt niet veel keus,mijn kind, je moest je vader nemen zooals je hem vondt," antwoordde Dr. Leete;"maar uw moeder, die had mij nooit genomen, als ik haar niet verzekerd had, datik het roode, of tenminste het blauwe lint zou krijgen."
Mevrouw Leete glimlachte bij deze overdrijving, terwijl ik vroeg: ~ "Hoe staat het met tijdschriften en couranten? Ik zal niet ontkennen,dat uw manier van boeken uitgeven een groote ver­betering is bij de onzevergeleken, zoowel wegens hare strekking om goede literatuur te kweeken, als,wat nog meer beteekent, brekebeenen af te wijzen, maar ik begrijp niet, hoezij toegepast kan worden op bladen en tijdschriften. Men kan iemand wel dedrukkosten van een boek laten betalen, omdat die uitgave slechts enkele keerenzal voorkomen, maar niemand zou elken dag het publiceeren van een. krantkunnen betalen. De groote zakken van onze kapitalisten kwamen er aan te pas, enze waren dikwijls leeg voordat de kosten gedekt werden. Als gij toch krantenhebt, moeten ze, denk ik, door het gouvernement gedrukt worden op algemeenekosten met regeeringsredactiën. die de denkbeelden van de regeering teruggeven.Als nu uw stelsel zoo uitstekend is dat er nooit iets aan te merken valt, kandeze manier wel goed zijn. Anders zou ik denken, dat het ontbreken van eenonafhankelijk orgaan voor de uiting van de openbare meening slechte gevolgenmoet hebben. Beken, Dr. Leete, dat een vrije dagbladpers, met alles wat datbeteekent, een uitkomst was in oude tijden toen het kapitaal in particulierehanden was, en dat gij dit verlies moet aftrekken van uw winst in andereopzichten.
~   "Ik vrees, dat u zelfsdeze troost niet baten zal," ant­woordde Dr. Leete lachende. .,In de eersteplaats beschouwen wij de dagbladpers volstrekt niet als de eenige of de bestekritiek van openbare zaken. Naar onze meening was het oordeel van uw courantenover zulke onderwerpen gewoonlijk oppervlakkig en grof, bovendien sterkpartijdig gekleurd en onnoodig bitter. In zoo verre als zij de publieke opinieuitdrukten, geven zij ons een ongunstig denkbeeld van de publieke ontwikkeling;in zoo­verre als zij de publieke opinie vormden, was het publiek te beklagen.Tegenwoordig, als een ingezetene een diepen indruk wenscht te weeg te brengenbij zijn medeburgers, schrijft hij een boek of een brochure. Maar dat is niet,omdat wij geen tijdschriften of bladen hebben, of dat zij ook maar eenigszinsonvrij zouden wezen. De dagelijksche pers is zoo ingericht, dat zij een beterorgaan van de openbare meening is dan zij zijn kon in uw tijd, toen hetprivaatkapitaal haar exploiteerde, voornamelijk als een geldmakerij en pas in detweede plaats als mondstuk voor het volk."
~   "Maar," zeide ik, "alsde regeering de couranten drukt op algemeene kosten, hoe gaat het dan zonder huntoezicht? De regeering benoemt toch de redactie!"
~   " De regeering betaalt dekosten niet en benoemt geen redacteuren, noch heeft eenigen invloed op derichting," hernam Dr. Leete. "De menschen, die de courant nemen, betalen dekosten kiezen den redacteur en zetten hem af als hij hun niet bevalt. Dat istoch zeker een vrije pers.
~   "Dat geef ik toe," wasmijn antwoord, "maar hoe kan dat in de praktijk?"
~   "Dat is heel eenvoudig.Gesteld, dat mijn buren of ik vonden, dat wij een krant noodig hadden voor onzedenkbeelden, in het bijzonder voor onze woonplaats, beroep of wetenschap. Wijgaan rond bij de menschen tot wij zooveel namen hebben, dat hunneabonnementsgelden de kosten van het blad zullen kunnen dekken, die klein ofgroot zijn naarmate van de af­metingen. Het bedrag van de abonnementen.waarmede de inge zetenen belast worden, waarborgt de natie tegen verlies, wantde natie treedt alleen op als uitgever, zonder te kunnen weigeren. Deinteekenaren benoemen nu iemand tot redacteur, die, als hij de betrekkingaanneemt, ontslagen is van ander werk gedurende zijn diensttijd. In plaats vanhem een salaris te geven als bij u, betalen de abonne's aan de natie eenschadeloosstelling, gelijk staande met de kosten van zijn aandeel in denalgemeenen arbeid. Hij redigeert de krant zooals uwe redactiën deden, met ditonder­~heid, dat hij niet te gehoorzamen heeft aan een uitgever en geenbelangen van aandeelhouders tegen het algemeen welzijn heeft te verdedigen. Aanhet einde van het eerste jaar herbenoemen de abonné's van het tweede jaar deneersten redacteur, of nemen een ander in zijn plaats; een knappe redacteurbehoudt natuur­lijk zijn betrekking. Als de inteekenaren toenemen, worden defondsen van het blad ruimer, en het wordt verbeterd door een of meermederedacteuren te benoemen, evenals dat vroeger ge­beurde."
~   "Hoe worden de medewerkersbetaald?"
~   "De redacteur komt met henovereen omtrent den prijs van hunne bijdragen. Van het gewaarborgde crediet vanhet blad wordt het overgebracht op hun eigen crediet, en een vrij­stelling vanarbeid wordt aan den schrijver verleend, evenredig aan het bedrag, dat hem wordttoegekend, juist zooals bij auteurs van boeken. Met tijdschriften is hethetzelfde. Die belangstellen in het prospectus van een nieuw orgaan, brengenabonné's bij elkaar voor één jaar, benoemen den redacteur, die zijn mede­werkersbeloont op de beschreven manier, terwijl de drukkerij werkkrachten en materiaalverschaft. Als de diensten van een redacteur niet langer gewenscht worden, alshij het recht op vrijen tijd niet kan verdienen door ander literair werk, neemthij eenvoudig zijn plaats in het arbeidsleger weer in. Ik moet er bijvoegen,dat, ofschoon een redacteur gewoonlijk voor een geheel jaar aangesteld wordt, enin den regel eenige jaren aclitereen werkzaam blijft ingeval hij een plotselingeverande­ring zou maken in de richting van het blad, de inteekenaren hem teallen tijde kunnen ontslaan."
~   "Hoe ernstig iemand dusverlangt naar vrijen tijd voor onderzoek of nadenken," merkte ik op, "hij kanzich niet los maken, als ik u goed begrijp, dan op een van deze twee manieren.Hij moet of door literairen, artistieken of wetenschappelijken arbeid de natieschadeloos stellen voor het verlies van zijne diensten, of hij moet een voldoendaantal menschen bij elkaar krijgen om zulk een schadeloosstelling voor hem tekoopen."
~   "Zeker is het,"antwoordde Dr. Leete, "dat geen gezond mensch tegenwoordig zijn aandeel in denarbeid kan afschuiven en op kosten van anderen leven, of hij zich den mooiennaam van geleerde geeft, of er voor uitkomt, dat hij eenvoudig lui is.
~  "Maar toch is ons stelsel ruimgenoeg om vrij spel te geven aan elke aandrift van de menschelijke natuur, dieniet bedoelt anderen te overheerschen of te leven van de inspanning vannatuurgenooten. Behalve de vrijstelling door uitkoop bestaat de vrijstellingdoor eigen opoffering. ledereen kan, op zijn drie en dertigste jaar, als zijndiensttijd half verstreken is, eervol ont­slag krijgen uit het leger, opvoorwaarde, dat hij voor de rest van zijn leven de helft van de toelageaanneemt, die de andere ingezetenen ontvangen. Het is heel goed mogelijk om vandit bedrag te leven, ofschoon men afstand moet doen van weelde en mogelijk ookvan eenige gemakken."
Toen de dames naar hun kamers gingen, gaf Edith mij een boek, zeggende: ~  "Als u nog geen slaap hebt, Mijnheer West, zult gij misschien lusthebben om dit verhaal van Berrian eens in te zien. Het wordt voor zijnmeesterwerk gehouden en zal u ten minste een idee geven van onze tegenwoordigeromans."
Ik bleef dien nacht in "Penthesilia" zitten lezen tot de morgen grauwde inhet oosten en legde het niet neer, voor dat het uit was. Het genieten vanPenthesilia was mij meer waard, dan elke hoeveelheid inlichtingen over denmaatschappelijken toe­stand van de twintigste eeuw. Wat Dr. Leete mijmedegedeeld had bevatte zeker een groot aantal feiten, maar zij hadden zoo­veleafzonderlijke indrukken op mijn geest gemaakt. dat ik nog niet geslaagd was zetot een geheel te vereenigen. Berrian bracht ze voor mij in beeld.

Overzicht van informatie bij de Bellamy Stichting

    Statuten van de Bellamy Stichting
    Uittreksel uit het boek van Edward Bellamy
    Een nieuw democratisch bestel n.a.v. het vastlopen van de democratie
    Christmas in the Year 2000
    Henry George, 1839-1897, De profeet van San Francisco
    Lijst van te ondersteunen zaken/onderwerpen, vanaf 08 januari 2006
    Table of contents in English
    The blindmans world (1886)
    To whom this may come (1888)
    With the eyes shut ! (1889)
    De workshops van Stichting Grondvest, Stichting SDN en Bellamy Stichting op het NSF

    Rubrieken bij SDN
    Hoofdstukken overzicht
    Homepage Bellamy Stichting