Edward Bellamy: ECONOMISCHE GELIJKHEID


Klokkenluiders . . . . . SDN homepage . . . . Homepage Bellamy

BELLAMY STICHTING 

Rechtspersoon erkend door goedkeuring van de statuten bij Koninklijk Besluit 060866 nr. 150
Voorzitter is: W. Sweers, Gasthuislaan 22, 6883 JD Velp Tel. 026-3610689.
Penningmeester: W. Wolbrink sr., Old Ruitenborgh 68, 7556 NH, Hengelo, 074-2913554.

Girorekening 21005 t.n.v. Bellamy Stichting, te Hengelo (O).
Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente nr. 40412623.
Postbanknummer: 21005 op naam van penningmeester van de Bellamy Stichting.

EEN NIEUWE MAATSCHAPPIJ

VERANTWOORDING     HOE SNEL DE WERELD VOORUIT GAAT.

LEVENSBESCHRIJVING    IN HET JAAR 2000    ECONOMISCHE GELIJKHEID    LINKS

                                       ECONOMISCHE GELIJKHEID

INLEIDING.

'Looking Backward' was een klein boek. Het was mij niet mogelijk daarin alles wat ik over het daarin behandelde onderwerp te zeggen had, te verwerken. Sinds de uitgave heeft zich datgene, wat ik noodzakelijkerwijze moest weglaten, met zoveel kracht opgedrongen, dat ik het als mijn plicht voelde, het in een nieuw boek neer te leggen. Evenals in 'Looking Backward', heb ik in 'Equality' als tijdstip van handeling het jaar 2033 aangenomen. De handeling zelf gebruikte ik als uitgangspunt voor hetgeen ik nu aanbied.

 

    Voor iedereen, die 'Looking Backward' (nog) niet heeft gelezen, volgt hier een korte schets van het verhaal:

 

    In het jaar 1887 leefde in Boston een welgestelde jonge man, Julius West, die destijds graag met Edith Barlett wilde trouwen. Deze Edith was zijn grote liefde en precies zoals West zeer welgesteld.  West zelf bewoonde met zijn bediende Sawyer het van zijn vader geërfde huis. Doordat West last had van een chronische slapeloosheid, had hij, om gevrijwaard te zijn van het stadsrumoer, in de kelder een goed geïsoleerd vertrek laten metselen, dat hij als slaapkamer gebruikte. Wanneer hij zelfs in de stilte van deze kamer de slaap niet kon vatten, liet hij zich door een deskundige af en toe in een hypnotische slaap brengen, waaruit hij de volgende ochtend door Sawyer gewekt werd. Hiervoor had Sawyer natuurlijk eerst de nodige instructies van de hypnotiseur ontvangen. Zowel deze gewoonte als het bestaan van het ondergrondse vertrek waren slechts bij Sawyer en de hypnotiseur bekend.

 

    In de avond van 30 Mei 1887 liet West de hypnotiseur komen en werd hij in slaap gebracht. Even daarvoor echter had de hypnotiseur zijn cliënt medegedeeld, dat hij diezelfden avond nog de stad voor goed zou verlaten, en dat West zich in de toekomst van de diensten van, een van zijn collega's zou moeten bedienen. Die nacht werd het huis van Julius West door brand vernield. De resten van slechts één mens werden gevonden, en deze werden geïdentificeerd als die van Sawyer. Van West vond men geen spoor, toch ging men er vanuit dat ook hij in de vlammenzee was omgekomen.

 

    Generaties later, op een Septemberdag in de eenentwintigste eeuw, leidde Dr. Leete, een gepensioneerd arts in Boston, uitgravingen in zijn tuin voor de fundering van een privé laboratorium. Daarbij stuitten de bouwvakkers op metselwerk, dat met een laag as en houtskool bedekt was. Bij de opening van het gewelf vond men een weelderig ingericht slaapvertrek in de stijl van de negentiende eeuw. Terwijl in het bed het lichaam van een jongen man lag, die eruit zag, alsof hij zo juist in slaap was gevallen. Vreemd, want aan de boom die boven het gewelf had gestaan kon men afleiden dat de slaapkamer al minstens honderd jaar moest bestaan. Men zou daardoor denken dat de jonge man lang geleden overleden moest zijn, maar gezien de zeldzame geconserveerdheid van het lichaam besloot Dr. Leete de jongen nauwkeurig te onderzoeken en te proberen hem weer bij kennis te brengen. Deze pogingen hadden succes: de slaper kwam weer tot bewustzijn en kreeg daarop ook weer zijn jeugdige kracht, die zijn uiterlijk had doen vermoeden. De schok, die hem trof bij het vernemen van wat hem was overkomen, was zo hevig, dat hij slechts voor krankzinnigheid behoed werd door de bekwaamheid van Dr. Leete en de goede zorgen van de andere leden van het gezin Leete. Zo was er naast de vrouw van Dr. Leete opnieuw een mooie (natuurlijk!), jonge vrouw met de naam Edith; zij was de dochter van meneer en mevrouw Leete.

 

    Langzamerhand vergat West zich te verwonderen over zijn eigen lotgevallen, in zijn verbazing over de gedaanteverwisseling, die de wereld gedurende zijn slaap had ondergaan. Stap voor stap leidden zijn verzorgers hem de eenvoudige grondslagen waarop de nieuwe beschaving berustte, in. Hij kwam te weten dat er niet, zoals vroegen, rijken en armen waren, maar dat de maatschappij was ingericht op de basis van economische gelijkheid voor iedereen. Hij vernam, dat niemand meer arbeiders voor loon of door dwang in dienst had, maar dat iedereen werkten voor de instandhouding en uitbreiding van het nationale kapitaal, waartoe iedereen gelijkgerechtigd was en dat zelfs de vrije beroepen, zoals die van arts, werden uitgeoefend als staatsdienst. Al deze wonderen, zo verklaarde men hem, hadden plaats gevonden door het vervangen van het privé kapitalisme door een collectief kapitalisme, en tengevolge van het organiseren van de productie en de distributie als zaken van algemeen belang in plaats van als zaken die de particuliere winst dienden.

 

    Hoewel West spoedig enthousiast was over de instellingen van de voor hem nieuwe wereld, maakte zich gaandeweg een gevoel van eenzaamheid van hem meester: hij kon het niet nalaten, de hartelijkheid van zijn nieuwe vrienden aan medelijden toe te schrijven. Daarop ontdekte hij een nog groter wonder, dan dat van zijn jaren lange slaap: Edith Leete was namelijk de achterkleindochter van Edith Barlett, zijn verloofde die, na enige tijd van rouw, gevolg gegeven had aan een aanzoek en in het huwelijk was getreden met een ander. Het tragische verlies, dat haar jonge leven had verduisterd, was met de jaren min of meer een familielegende geworden. Onder de papieren, die van generatie op generatie waren overgegaan, bevonden zich brieven van Julius West en zijn portret, waarop ook zijn uiterlijke schoonheid zeer goed zichtbaar was, dat Edith Leete (tamelijk onlogisch), nimmer een gevoel van wrevel had kunnen overwinnen over het huwelijk van haar overgrootmoeder. Omdat de foto tot versiering van Edith's kamer diende, stond de identiteit van de slaper onmiddellijk na zijn ontdekking vast, maar Edith had er, om redenen, die alleen haar aangingen, op gestaan, dat zij het moment zou kiezen, waarop West zou worden ingelicht. Overbodig te zeggen dat, toen dit ogenblik daar was, er geen kwestie van eenzaamheid meer was voor Julius West: het lot scheen hen voor elkaar te hebben bestemd.

 

     Nog eenmaal echter zou hij zich in zijn geluk bedreigd voelen, al kwam dit door een afschuwelijke nachtmerrie. Hij droomde, dat hij zich weer in zijn ondergrondse slaapkamer bevond, waar Sawyer zo juist zijn wekplicht had vervuld en hem het morgenblad overreikte. Het droeg als datum: 31 Mei 1887. En door het lezen van die datum verzonk al het wondere van zijn leven in de eenentwintigste eeuw, de hele zorgenvrije wereld en de jonge vrouw, die hij had ontmoet, in het niet en kwamen hem voor als de fragmenten van een mooie droom. Hij begaf zich op weg, de stad in, zag alles met nieuwe ogen, vergeleek zijn omgeving met het Boston van na zijn ontwaken in de eenentwintigste eeuw. De waanzin van het systeem van concurrentie, de onmenselijke tegenstellingen tussen weelde en ellende, de grenzenloze vuilheid, de armzaligheid en de dwaasheid van alles wat hij zag, maakten hem onpasselijk. Hij voelde zich als iemand, die bij vergissing in een gekkenhuis is opgesloten. Hij kwam met vroegere kennissen samen en men vroeg naar de reden van zijn ontdaan voorkomen. Hij vertelde hun van zijn droom, en wat  die hem had geleerd over de mogelijkheid van een rechtvaardiger, en edeler samenleving. Hij redeneerde met hen, aantonende hoe gemakkelijk het zou zijn, de zelfmoordmethode van de concurrentie te vervangen door broederlijke samenwerking. Eerst lachte zij hem uit, maar toen ze zijn ernst zagen, ging hun spot in boosheid over en ze noemden hem een anarchist, en daarmee een vijand van de maatschappij.

 

    Hier ontwaakte hij in het huis van Dr. Leete, met de morgenzon van de eenentwintigste eeuw in zijn ogen schijnend. Uit het raam van zijn kamer kijkend, zag hij Edith in de tuin bloemen voor de ontbijttafel plukken. Hij haastte zich naar haar toe, om haar deelgenoot te maken van zijn droom. En vanaf hier zullen wij hem de geschiedenis zelf laten vervolgen.

Overzicht van informatie bij de Bellamy Stichting

    Statuten van de Bellamy Stichting
    Uittreksel uit het boek van Edward Bellamy
    Een nieuw democratisch bestel n.a.v. het vastlopen van de democratie
    Christmas in the Year 2000
    Henry George, 1839-1897, De profeet van San Francisco
    Lijst van te ondersteunen zaken/onderwerpen, vanaf 08 januari 2006
    Table of contents in English
    The blindmans world (1886)
    To whom this may come (1888)
    With the eyes shut ! (1889)
    De workshops van Stichting Grondvest, Stichting SDN en Bellamy Stichting op het NSF

    Rubrieken bij SDN
    Hoofdstukken overzicht
    Homepage Bellamy Stichting