Voorwoord van de Bellamy Stichting in Nederland


Homepage Grondvest . . . . . SDN homepage . . . . Homepage Bellamy

BELLAMY STICHTING 

Rechtspersoon erkend door goedkeuring van de statuten bij Koninklijk Besluit 060866 nr. 150
Voorzitter is: W. Sweers, Gasthuislaan 22, 6883 JD Velp Tel. 026-3610689.
Penningmeester: W. Wolbrink sr., Old Ruitenborgh 68, 7556 NH, Hengelo, 074-2913554.

Girorekening 21005 ten name van de Bellamy Stichting, te Hengelo (O).
Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente nr. 40412623.
Postbanknummer: 21005 op naam van penningmeester van de Bellamy Stichting.

EEN NIEUWE MAATSCHAPPIJ

VERANTWOORDING     HOE SNEL DE WERELD VOORUIT GAAT.

LEVENSBESCHRIJVING    IN HET JAAR 2000    ECONOMISCHE GELIJKHEID    LINKS


                             HOOFDSTUK 5.

Ik onderga een nieuwe gewaarwording.

'Doktor," zei ik toen we de bank verlieten, "ik voel iets buitengewoons".
'Wat voel je dan?"
'Het is een gewaarwording, zoals ik er nooit een gehad heb en nooit verwachtte te zullen hebben", zei ik. "Julius West, miljonair, leegloper van beroep, die zijn leven lang nooit iets nuttigs heeft uitgevoerd, is overweldigd door het verlangen zijn mouwen op te stropen en iets te doen om zijn onderhoud waard te zijn." 
'Het Congres heeft je tot de gast van het volk verklaard en je uitdrukkelijk van alle verplichtingen van openbaren dienst ontheven."
'Alles goed en wel, en ik vind het zeer vriendelijk, maar ik begin te voelen dat ik het niet verdragen kan op kosten van anderen te leven."
'Wat denk je, dat die gevoeligheid heeft opgewekt, op kosten van anderen te leven," vroeg de dokter glimlachend, "iets wat je zo als je zegt vroeger nooit gevoeld hebt?"
'Ik heb nooit aan zelfanalyse gedaan," antwoordde ik, "maar dat mijn gevoel zo is veranderd, is in dit geval gemakkelijk te verklaren. Ik ben omringd door een maatschappij, waarvan elk lid, dat lichamelijk niet ongeschikt is bevonden, zijn of haar deel verricht om voor de stoffelijke welvaart te zorgen, die ik deel. Iemand moet al bijzonder ongevoelig zijn, om zich onder zulke omstandigheden niet te schamen, aan de gemeenschappelijke arbeid geen deel te hebben. Waarom ik niet op dezelfde wijze over mijn plicht om te werken dacht in de negentiende eeuw? Wel eenvoudig, omdat er toen geen stelsel van werkverdeling was of eigenlijk, omdater helemaal geen stelsel bestond. Omdat er geen billijkheid of begrip van rechtvaardigheid in de verdeling van werk was, trachtte iedereen er zich van af te maken. Die dat niet kon vloekte op hen, die gelukkiger waren en deden hun werk zo slecht als ze konden. Stel dat een rijke jongeman als ik, er zin in zou krijgen, in de arbeid te willen bijdragen. Hoe zou hij dat dan moeten doen? Er bestond helemaal geen maatschappelijke regeling, waardoor werk kon worden verdeeld, gegrond op een beginsel van rechtvaardigheid. Er was geen mogelijkheid voor samenwerking. Wij hadden te kiezen tussen voordeel te trekken uit het economische systeem, om ten koste van anderen te leven, of anderen het voorrecht te laten, ten koste van ons te leven. We moesten op hun ruggen klimmen als de enige manier, om hen te beletten op de onze te klauteren. Wij hadden de keuze tussen voordeel te trekken uit een onrechtvaardig systeem of zijn slachtoffers te worden. Aangezien er op beide wijzen geen morele voldoening was, kozen wij de eerste. Soms kwamen de besten van ons tot het inzicht, hoe onuitsprekelijk minderwaardig het was te leven, door de zwoegers uit te zuigen, maar ons geweten was volkomen overweldigd door een economisch systeem, dat een hopeloze warboel scheen, waaruit niemand wijs kon worden, waar niemand orde in kon scheppen en waaronder niemand iets goeds kon doen. Ik durf te zeggen, dat er in mijn kringen niemand was, mijn vrienden zeker niet, die -evenals ik vanmorgen- geplaatst tegenover een heel eenvoudig rechtvaardig systeem van gelijkheid in het verdelen van arbeidslast, niet -evenals ik -er zin in zou krijgen zijn mouwen op te stropen en aan te pakken."
'Daar ben ik absoluut zeker van," zei de dokter. "Je gewaarwording bevestigt op een treffende wijze het hoofdstuk van de geschiedenis van de omwenteling, waarin staat dat, toen de tegenwoordige orde gevestigd was, degenen die onder het oude systeem de onverbeterlijke leeglopers en vagebonden waren, hun instemming betuigden met de absolute rechtvaardigheid en billijkheid van de nieuwe regeling, door zich met geestdrift bij de staatsdienst aan te sluiten. Maar nu over wat je van plan bent te gaan uitvoeren. Waarom was, wat ik je in overweging gaf, n.l. onze mensen in lezingen over de negentiende eeuw te vertellen, geen goed idee?"
'In het begin dacht ik het ook," antwoordde ik, "maar ons gesprek in de tuin vanmorgen, heeft mij overtuigd, dat de mensen, die het minst een intelligent inzicht in de negentiende eeuw hadden, in wat deze te betekenen had en waartoe ze moest leiden, mijn tijdgenoten en ik waren. Nadat ik een paar jaar onder u zal hebben geleefd, zal ik misschien zoveel hebben geleerd over mijn eigen tijdperk, dat ik er met inzicht over kan spreken."
'Dat is misschien wel zo", zei de dokter. "Maar zie je dat grote gebouw met die koepel aan de anderen kant van het plein? Dat is onze plaatselijke arbeidsbeurs. Terwijl we spreken over wat je doen kunt om je nuttig te maken, zal het je misschien ook interesseren, iets over de methoden te horen, waardoor onze mensen hun bezigheden kiezen." Ik vond dat een goed idee, dus we
gingen over het plein naar de beurs.
'Ik heb je tot nu toe," zei de dokter, "alleen een algemeen overzicht over ons systeem van de  arbeidsdienst gegeven. Je weet, dat iedereen van beide seksen op het 21ste jaar bij de arbeidsdienst wordt ingedeeld, tenzij men om de één of andere reden tijdelijk of voor altijd daarvan is ontheven. Deze dienst kent geen klassen. Na drie leerjaren, kiezen de deelnemers ten slotte een speciale bezigheid, als ze er niet de voorkeur aan geven in een tak van wetenschap verder te studeren.Aangezien er ongeveer een miljoen jonge mensen zijn, die op die wijze jaarlijks hun bezigheid kiezen, kun je je voorstellen, dat het een ingewikkelde taak is, om voor ieder van hen een plaats te vinden, waarnaar de voorkeur uitgaat en waarmee de behoeften van de openbaren dienst zijn gebaat." Ik verzekerde de dokter, dat ik daar juist over had gedacht.
'Een paar minuten zijn genoeg om je uit die moeilijkheid te helpen en je te tonen, hoe wonderlijk een redelijk systeem de taak vereenvoudigd heeft, om een passende taak in het leven te vinden. Dat was vroeger in jouw dagen een moeilijke zaak en beantwoordde zelden aan het doel."
Nadat de dokter een gezellig hoekje bij een van de grote vensters van de middenhal voor ons had gevonden, haalde hij een paar exemplaren van oningevulde formulieren en tabellen en ging deze verklaren. Eerst toonde hij me de jaarlijkse mededelingen van wat er dringend vereist werd door het algemeen bestuur. Daarin werd nauwkeurig aangegeven in welke verhouding de werkkracht van de werkers, waarover men dat jaar te beschikken zou hebben, uitvoeren. Vervolgens toonde hij me de blanco formulieren, waarin men een voorkeur kenbaar maakte.
Die formulieren konden desverlangd door elke jongere, die gedurende het lopende jaar uit de algemenen dienst was getreden worden ingevuld. Daarin werd dus het soort van arbeid aangegeven, die men bij voorkeur wilde verrichten. Vulde men een dergelijk formulier niet in, dan werd daaruit opgemaakt, dat men zich ter beschikking stelde voor alle voorkomende werkzaamheden van de dienst.
'Maar," zei ik, "de plaats waar men woont is van groot belang voor de soort van bezigheid. Men zal bijv. niet graag ver weg zijn van ouders en van hen, die men verder lief heeft, hoe aangenaam elders de bezigheid ook mag zijn."
'Zeker," zei de dokter, "als het arbeidssysteem het er op toelegde om geliefden, vrienden, man en vrouw, ouders en kinderen te scheiden, zonder hun wensen in aanmerking te nemen, dan zou het zeker niet lang duren. Zie je deze kolom met de namen van woonplaatsen ? Als je een kruis bij Boston plaatst in deze kolom, dan beschouwt de administratie het als haar plicht, een bezigheid voor je te vinden in de omgeving daarvan. Het is het recht van iedere burger een bezigheid te vragen in de omgeving van zijn woonplaats. Anders zouden, zoals je zegt vriendschaps- en liefdesbanden ruw verbroken worden. Maar je kunt geen vijf poten aan een schaap verlangen. Als je alleen werk wilt doen in de omgeving van je woonplaats, dan zul je misschien voor ander werk kiezen dan waaraan je de voorkeur gegeven zou hebben. Over het algemeen echter is het niet nodig, een lievelingsloopbaan op te offeren aan zijn vriendschapsbanden. Het land is verdeeld in nijverheidsdistricten, die een zo volledig mogelijk systeem van nijverheid omvatten, dat alle belangrijke beroepen vertegenwoordigd zijn. Op deze wijze is het voor de meeste van ons mogelijk gemaakt, een gelegenheid te vinden, zijn lievelingsbezigheid te volgen, zonder van vrienden te moeten scheiden. Dit bereikt men ook gemakkelijker, omdat de tegenwoordige vervoermiddelen de afstanden betrekkelijk teniet hebben gedaan. Iemand die in Boston woont en in Springfield werkt op bijna honderd kilometer afstand, is thans even dicht bij de plaats van zijn bezigheden als de gemiddelde werkman in jouw dagen. Een ander die in Boston woont en in Albany werkt, dus op nog grotere afstand, is er beter aan toe dan de voorstadbewoner, die meer dan een eeuw geleden in Boston had te werken. Maar in tegenstelling met degenen, die wensen in hun woonplaats te werken, zijn er ook die er juist op uit willen om eens wat anders te zien, de plaatsen van hun jeugd verlaten. Ook zij geven hun voorkeur te kennen door het nummer te merken van het district waarheen ze willen worden uitgezonden. Een tweede en derde keuze van plaats mag ook aangegeven worden. Het zou een wonder zijn, als men ten minste niet één plaats kon krijgen in een gedeelte van het land, waarheen men wenste te gaan. Alleen de voorkeur voor de plaats van inwoning, als men in de omgeving ervan wenst te werken, wordt steeds ingewilligd. Als andere aanspraken zich tegelijkertijd doen gelden wordt er over beraadslaagd. Als de vrijwilliger op de bovengenoemde wijze zijn voorkeurformulier heeft ingevuld, gaat hij naar de daarvoor bestemden ambtenaar en dan wordt daarop zijn graad van bekwaamheid officieel gestempeld."
'Wat is dat eigenlijk ?"
'Het is het cijfer, dat vermeldt wat hij waard was op school en als ongekwalificeerd
 werker in de arbeidsdienst en wordt verondersteld de beste maatstaf te geven (tot dusver) van zijn betrekkelijke intelligentie, geschiktheid en plichtsbetrachting. Wanneer er voor een zekere bezigheid meer vrijwilligers zijn, dan er plaats is, moet hij die de laagste graad heeft, tevreden zijn met een tweede of derde keus. De voorkeurformulieren worden ten slotte naar de plaatselijke arbeidsbeurs verzonden en worden geordend op het centrale bureau van het nijverheidsdistrict. Iedereen, die als voorwaarde heeft gesteld in de omgeving van hun woonplaats te willen werken, wordt het eerst en volgens eigen graad van bekwaamheid geplaatst. De voorkeursformulieren voor andere districten worden doorgestuurd naar het nationale bureau en daar vergeleken met die van de andere districten, zodat de vrijwilligers zoveel mogelijk volgens hun wensen worden geholpen. Dat is afhankelijk van andere aanspraken, die zich tegelijkertijd doen gelden en op grond van de betrekkelijke graad van bekwaamheid. Het is altijd waar te nemen, dat de eigenaardigheden de individuen als massa een neiging hebben, elkaar wonderlijk in evenwicht te houden en aan te vullen. Daarvan heeft men treffende voorbeelden in ons systeem, wat de keuze van bezigheid en lokaliteit betreft. De voorkeurformulieren worden in Juni ingevuld en in Augustus weet iedereen precies, waar hij of zij zich heeft te melden voor de dienst in Oktober.
Heeft iemand echter een aanstelling gekregen, die hem zeer onwelkom is en wat plaats en wat bezigheid betreft, dan kan men trachten wat anders te krijgen. Het bestuur heeft zijn best gedaan, om de persoonlijke geschiktheid en wensen van elke werker aan de behoeften van de openbaren dienst aan te passen, maar de organisatie staat hen ten dienst voor elke verdere poging, die men zou willen doen om iets beters naar hun gading te vinden."
Toen nam de dokter Leete mij mee naar de afdeling van overplaatsingen en toonde mij hoe personen, die noch tevreden waren met de toewijzing van hun bezigheid, noch met de plaats van hun werkkring, zich met anderen, die evenmin tevreden waren, in verbinding konden stellen in welk deel van het land ook. Zij konden dan volgens vrijwillige regeling met elkaar ruilen, wat beide partijen misschien beter zou passen.
'Als iemand van goede wil is, om iets uit te voeren," zei hij , "en ook geen bezwaar heeft tegen ieder deel van het land, dan moet hij of zei vroeg of laat een plaats voor de bezigheid vinden zoals men deze wenst. En als er ten slotte zo'n stakker mocht zijn, waarvoor geen hoop is in een bezigheid te slagen of met een ander te ruilen, dan zou er toch geen bezigheid zijn, die niet wat omstandigheden betreft, een buitenkansje zou zijn vergeleken bij wat de best geplaatste arbeider in jouw tijd had. Er is geen beroep, waarin levensgevaar of schade voor de gezondheid niet tot het minimum is teruggebracht en waarin niet de rechten en de waardigheid van de werker volkomen zijn gewaarborgd. Het is een onderwerp van voortdurend onderzoek en studie van het bestuur, dat de minder aantrekkelijke bezigheden door bijzondere voorrechten als vrije tijd worden gewaardeerd en dat ook op andere wijzen de voorkeur voor de beroepen zo goed mogelijk in evenwicht wordt gehouden. Als er tenslotte een bezigheid is, waar zo'n afkeer voor is, dat ze geen vrijwilligers zou trekken, hoewel ze toch noodzakelijk is, dan zouden de verplichte werkzaamheden door iedereen om de beurt moeten worden gedaan."
'Zoals bijvoorbeeld," zei ik, "het werk van het onderhoud en schoonmaken van de riolen."
'Als dat werk zo weerzinwekkend was, als in jouw tijd geweest moet zijn, dan zou ik zeggen, dat het om beurten door iedereen gedaan zou moeten worden," antwoordde de dokter. "Maar onze riolen zijn zo schoon als onze straten. Zij laten alleen water door dat chemisch gereinigd is en van stank ontdaan, vóórdat het in de riolen komt door een toestel, dat aan elk huis verbonden is. Door hetzelfde toestel wordt het vaste rioolvuil elektrisch verbrand en in de vorm van as verwijderd. Deze verbetering in het rioolstelsel, die dadelijk op de grote omwenteling volgde, zou nog wel honderd jaar op toepassing hebben gewacht, als ze (n.l. de grote Omwenteling) er niet geweest was, hoewel de nodige wetenschappelijke kennis en bekwaamheid allang voorhanden waren. Dit geval is slechts een voorbeeld uit duizend en een uitvindingen, om de weerzinwekkende en gevaarlijke werkzaamheden te vermijden, die de wereld nooit geprobeerd zou hebben toe te passen, eenvoudig omdat de rijken aan de armen een ras van zich niet beklagende economische slaven hadden aan wie zij hun lasten konden opleggen. De toepassing van de economische gelijkheid maakte het voor allen even belangrijk, om zoveel mogelijk de onaangename plichten te vermijden, omdat ze in het vervolg door allen moesten worden gedeeld. Op deze wijze heeft, afgezien van de morele zijde van het geval, de chemische, hygiënische en werktuigkundige wetenschap onberekenbaar veel aan de omwenteling te danken."
'Waarschijnlijk," zei ik, "zijn er ook nu nog zonderlingen. Wij plachten ze asociale mensen te noemen, die onder geen voorwaarde zich aan de sociale orde willen aanpassen en zoiets als sociale plicht weigeren te aanvaarden. Als zo iemand botweg zou weigeren een of ander werk te verrichten in het arbeidsleger of een of anderen nuttigen arbeid te doen, wat zou men dan met hem beginnen? Ik twijfel niet of men zal in uw systeem wel dwangmaatregelen op hem toepassen."
'Helemaal niet," antwoordde de dokter. "Als ons stelsel er niet op bogen kan, de best mogelijke regeling te zijn om de hoogst mogelijke welvaart te bevorderen, dan mag het te gronde gaan. Wat de arbeidsdienst betreft, de wet schrijft eenvoudig voor, als iemand zou weigeren zijn of haar deel te verrichten om de sociale orde te handhaven, hem of haar niet toegestaan zal worden van haar weldaden te genieten. Het zou tegenover de anderen niet billijk zijn, als hij dat wel zou doen. Maar om hem met geweld te dwingen zijn werk te doen, dat idee zou voor onze mensen afschuwelijk zijn. De maatschappelijke dienst is boven alles een eredienst en alle verhoudingen zijn, wat men in jouw tijd zou noemen op ridderlijkheid gebaseerd. Evenals vroeger de soldaten niet wilden dienen met hen, die wegkropen, maar de lafaards uit het kamp ranselden, zo zouden onze werkers weigeren met iemand om te gaan, die openlijk zou vermijden zijn burgerplicht te doen."
'Maar wat doet men met zulke personen?"
'Als een volwassene, die noch misdadig noch krankzinnig is, wel overwogen en vastbesloten zou weigeren, om op de een of andere manier zijn deel van de arbeidsdienst te verrichten in een gekozen bezigheid (of aangewezen als hij niet kiezen wil), zou men hem met voldoende zaden en werktuigen, die hij mag uitzoeken brengen naar een stuk land, dat voor zo'n persoon is afgezonderd. Dit komt ongeveer overeen met de landerijen, die men vroeger voor de indianen
afzonderde, die onwillig waren beschaving aan te nemen. Daar zou men het aan hem overlaten, een betere oplossing voor het vraagstuk van levensonderhoud uit te vinden, dan onze maatschappij biedt, als hij daartoe in staat mocht zijn. Wij geloven het beste maatschappelijke stelsel te bezitten dat mogelijk is, maar als er een beter is dan zouden wij er gaarne kennis mee willen maken, om het toe te passen. Wij moedigen de geest van proefondervindelijk onderzoek aan."
'En zijn er werkelijk gevallen van individuen," vroeg ik, "die liever de maatschappij verlaten, dan hun burgerplicht te vervullen?"
'Er zijn zulke gevallen geweest, maar of ze er tegenwoordig nog zijn, weet ik niet. De voorzorgsmaatregelen er voor bestaan echter wel."

Overzicht van informatie bij de Bellamy Stichting

    Statuten van de Bellamy Stichting
    Uittreksel uit het boek van Edward Bellamy
    Een nieuw democratisch bestel n.a.v. het vastlopen van de democratie
    Christmas in the Year 2000
    Henry George, 1839-1897, De profeet van San Francisco
    Lijst van te ondersteunen zaken/onderwerpen, vanaf 08 januari 2006
    Table of contents in English
    The blindmans world (1886)
    To whom this may come (1888)
    With the eyes shut ! (1889)
    De workshops van Stichting Grondvest, Stichting SDN en Bellamy Stichting op het NSF

    Rubrieken bij SDN
    Hoofdstukken overzicht
    Homepage Bellamy Stichting