Voorwoord van de Bellamy Stichting in Nederland


Homepage Grondvest . . . . . SDN homepage . . . . Homepage Bellamy

BELLAMY STICHTING 

Rechtspersoon erkend door goedkeuring van de statuten bij Koninklijk Besluit 060866 nr. 150
Voorzitter is: W. Sweers, Gasthuislaan 22, 6883 JD Velp Tel. 026-3610689.
Penningmeester: W. Wolbrink sr., Old Ruitenborgh 68, 7556 NH, Hengelo, 074-2913554.

Girorekening 21005 ten name van de Bellamy Stichting, te Hengelo (O).
Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente nr. 40412623.
Postbanknummer: 21005 op naam van penningmeester van de Bellamy Stichting.

EEN NIEUWE MAATSCHAPPIJ

VERANTWOORDING     HOE SNEL DE WERELD VOORUIT GAAT.

LEVENSBESCHRIJVING    IN HET JAAR 2000    ECONOMISCHE GELIJKHEID    LINKS


                             HOOFDSTUK 4.

 

Een spreekkamer van een bank in de twintigste eeuw.

De formaliteiten op de bank bleken zeer eenvoudig te zijn. Dr. Leete stelde mij voor aan de bankdirecteur en het overige wikkelde zich vanzelf af en duurde niet langer dan drie minuten. Men deelde mij mee, dat het jaarlijkse krediet van de volwassen burger voor dat jaar $ 4.000 was en dat het deel, dat mij rechtmatig toekwam, voor de overige maanden van het jaar (het was in het eind van September) $ 1.075,41 was. Nadat ik een kredietkaart voor $ 300 had genomen, liet ik de rest op deposito achter, precies als ik in een bank van de negentiende eeuw zou hebben gedaan, door geld op te nemen voor direct gebruik. Toen deze zaak was afgehandeld, nodigde de bankdirecteur mij uit, om in zijn kantoor te komen.
'Wat valt u in ons banksysteem bij vergelijking met dat van de negentiende eeuw op?" vroeg hij.
"Het heeft één kenmerkend voordeel voor een uit de dode herrezen zonder een cent, zoals ik," zei ik", n.l. dat men een krediet krijgt zonder een deposito. Van het andere weet ik te weinig om er een oordeel over te vellen."
 'Als u meer vertrouwd raakt met ons bankwezen," zei de bankdirecteur, "dan zult u getroffen zijn over de gelijkenis met uw eigen bankwezen. Natuurlijk hebben wij geen geld en niets, dat er op lijkt, maar de hele wetenschap van het bankwezen, van de aanvang af, heeft de weg bereid voor de afschaffing van het geld (red. Afschaffing van het onpersoonlijke geld, wel te verstaan.).
 Het enige werkelijke punt, waarin ons bankwezen van het uwe verschilt, is dat iedereen het jaar begint met dezelfde balans op te maken voor zijn krediet en dat dit krediet niet voor overdracht vatbaar is. Wat het opeisen van deposito's betreft, voordat de afrekening begint, daarin zijn wij noodzakelijkerwijs even strikt als uw bankiers waren. Alleen verschaft in ons geval het hele volk gezamenlijk en tegelijk het deposito voor allen. Dit gezamenlijke deposito bestaat uit zulke voorraden van verschillende goederen en zulke inrichtingen van openbare diensten als verwacht kunnen worden nodig te zijn. Prijzen of schattingen van kosten, die men voor deze goederen en diensten berekent, worden opgeteld en de totale som over de bevolking verdeeld. Dit levert het bedrag op van het persoonlijke krediet van de burger, wat eenvoudig zijn evenredig deel is van de goederen en diensten, die voor het jaar geldig zijn. Ik ben er zeker van, dat Dr. Leete en u daarover al alles heeft verteld."

'Maar ik was er niet, om meegeteld te worden in de begroting van het jaar. Ik hoop dat mijn krediet niet uit dat van de anderen gehaald is," zei ik.

'Daar hoeft u zich geen zorgen over te maken," antwoordde de bankdirecteur, "hoewel het de eerste eis is vraag en aanbod in overeenstemming te brengen. Als men met een grote bevolking te doen heeft, kan men zo'n grote zaak als de onze niet drijven zonder grote speelruimte over te laten. Het is het doel in de productie van goederen, die aan bederf of aan mode onderhevig zijn, zo min mogelijk van de navraag in voorraad te houden. Maar van al de belangrijke stapelvoorraden is er voortdurend zo'n grote overvloed voorhanden, dat een droogte van twee jaar de prijs van de goederen, die weinig bederven, niet zou beïnvloeden, terwijl een onverwachte vermeerdering van bevolking van verschillende miljoenen ten allen tijde zonder stoornis kan worden verzorgd."

'Dr. Leete heeft me verteld," zei ik, "dat elk deel van het krediet, dat door de burger gedurende het jaar niet verbruikt is wordt afgeschreven en geen waarde meer heeft voor het volgende jaar. Ik vermoed, dat het is om oppotten te voorkomen, waardoor de economische gelijkheid zou worden ondermijnd."

'Het zou er op lijken alsof men daardoor oppotten wilde voorkomen," zei de bankdirecteur, "maar het is voor wat anders nodig n.l. om de nationale boekhouding te vereenvoudigen en verwarring te voorkomen. Het jaarlijkse krediet is een regeling voor een bepaalden voorraad, die gedurende een zeker jaar te krijgen is. Voor het volgende jaar zal er een nieuwe berekening met enige andere bestanddelen te maken zijn. Om dit te doen moet men de balans opmaken en de mogelijke bestellingen, die niet gedaan zijn, annuleren zodat wij weten waar wij aan toe zijn."

'Wat zal er aan de anderen kant gebeuren als ik mijn krediet opmaak, voordat het jaar afgelopen is?" De bankdirecteur glimlachte en zei: "Ik heb gelezen, dat in uw dagen de ondeugd van verkwisting veel voorkwam. Ons stelsel heeft dit vóór boven het uwe, dat de meest onverbeterlijke verkwister geen inbreuk kan maken op het beginsel van de gelijke verdeling van het nationaal kapitaal. Alles wat hij tenslotte kan doen, is zijn jaarlijks aandeel op maken. Mocht u dat doen, dan twijfel ik niet, of uw vrienden zouden voor u zorgen. Als ze dat niet deden, dan zou de natie het doen. Wij hebben dan ook niet de sterke magen van onze voorouders, die hen in staat stelden, overvloed te genieten met hongerige mensen om hen heen. Wij zijn feitelijk zo overdreven kieskeurig,
dat als we wisten, dat er iemand in het land zou hongeren, zo iets ons allemaal 's nachts uit de slaap zou houden. Als u er op stond in nood te verkeren, dan zou u zich voor dat doel moeten verstoppen."
 'Hebt u een idee," vroeg ik "aan hoeveel koopkracht in het jaar 1887 dit krediet van $ 4.000 gelijk is ?"
'Zo ongeveer $ 6.000 of $ 7.000 zou ik zeggen," antwoordde de bankdirecteur. "Als ik de economische positie van de burger schat, dan moet u bedenken, dat een grote verscheidenheid van diensten en goederen nu kosteloos in het belang van het publiek wordt geleverd, waarvoor vroeger iedereen te betalen had, bijvoorbeeld water, licht, muziek, nieuwsberichten, het theater, de opera, alle soorten post en elektriciteit, vervoer en andere dingen, die te talrijk zijn om afzonderlijk op te noemen."
'Als u dan zoveel verschaft in het openbaar en algemeen belang, waarom levert u dan niet alles op dezelfde wijze? Het zou alles veel eenvoudiger maken, zou ik zeggen."

'Wij geloven integendeel, dat het de administratie ingewikkelder zou maken en de mensen niet zou bevallen. Ziet u, wij verlangen gelijkheid, maar haten gelijkvormigheid en laten vrij spel door de grootst mogelijke verscheidenheid van wat wij leveren."

Aangezien de bankdirecteur dacht, dat ik er belang in zou stellen de boeken van de bank te zien, had hij een paar ervan in het kantoor meegebracht. Zonder ooit een expert geweest te zijn in de boekhouding van de negentiende eeuw, was ik zeer getroffen door de groten eenvoud van de berekeningen, vergeleken bij de weinige, waarmee ik vertrouwd ben geweest. Toen ik daarover sprak voegde ik erbij, dat het me zoveel te meer imponeerde, omdat ik de indruk had gekregen, hoe ver de voortreffelijkheden van het nationale coöperatieve systeem ook stonden boven onze wijze van zaken doen, dat het toch een veel grotere omvang van boekhouding met zich mee moest brengen, vergeleken bij wat noodzakelijk was onder het oude systeem. De bankdirecteur en Dr. Leete keken elkaar aan en glimlachten. 
'Weet u, mijnheer West" zei de eerste "dat het ons zeer vreemd voorkomt, dat u die gedachte heeft? Wij schatten dat onder ons stelsel één boekhouder nodig is, waarvoor men vroeger dozijnen gebruikte."
'Maar," zei ik, "de natie heeft nu een afzonderlijke berekening te maken met of voor iedereen in het land, man, vrouw of kind."

'Natuurlijk," antwoordde de bankdirecteur, "was dat niet hetzelfde in uw dagen? Hoe had het land anders belastingen kunnen opleggen en innen of andere dozijnen plichten kunnen eisen van de burgers? Uw belastingstelsel alleen bijvoorbeeld was met zijn navorderingen, taxaties, inrichtingen, voor inning en boeten opleggen, veel ingewikkelder dan de berekeningen in de boeken, die voor u liggen. Deze bestaan daarin, aan iedereen hetzelfde krediet in het begin van het jaar te geven en daarna eenvoudig te noteren wat er moet worden afgetrokken, zonder berekeningen van interest of alle mogelijke andere bijkomstigheden. Feitelijk, mijnheer West, zijn de toestanden zo eenvoudig en onveranderlijk, dat de berekeningen automatisch door een rekenmachine gedaan worden en de boekhouder alleen op een toetsenbord te spelen heeft."

'Maar elke burger heeft, naar ik veronderstel, een dienststaat als basis voor bevordering of terugplaatsing?"

'Zeker, maar deze dienststaat heeft niet het ingewikkelde van één van uw geld- of loonberekeningen voor verricht werk, maar lijkt meer op de rapporten van uw onderwijsinstellingen, waarbij de rang van de leerlingen werd bepaald."

'Maar de burger staat toch ook in verbinding met de openbare magazijnen, vanwaar hij zijn benodigdheden betrekt?"

'Zeker, maar dat zijn verbindingen, die niets met berekeningen te maken hebben. In uw tijd zou men zeggen: alle inkopen kunnen alleen met contant geld worden gedaan, dat is met de kredietkaart."
'Dan blijven nog over," hield ik vol, "de berekeningen voor goederen en diensten tussen de distributiemagazijnen en de departementen van productie en die tussen de verschillende departementen onderling."
'Zeker, maar het hele systeem staat onder één hoofd, alle delen werken samen zonder wrijving en hebben geen rede elkaar te bedriegen. Daarom is zo'n berekening kinderwerk vergeleken bij vereffeningen, van transacties tussen de elkaar wantrouwende privé kapitalisten, die het terrein van handel en nijverheid in uw dagen onder elkaar verdeelden en 's nachts waakten om iets te verzinnen om elkaar een poets te bakken, te vernietigen en er in te laten lopen."

'Maar hoe is het dan met de nauwkeurige statistieken, waarop de berekeningen zijn gebaseerd en waarvan de productie afhankelijk is? Op dat gebied heeft men ten minste veel te cijferen."
'Uw nationale regering en die van de staten," antwoordde de bankdirecteur, "maakten jaarlijks grote hoeveelheden van dergelijke statistieken bekend, die meestal zeer onnauwkeurig waren en daarom met veel meer moeite moeten zijn samengesteld, aangezien men wist, dat ze onwelkome naspeuringen in de zaken van privé personen omvatten, in plaats van een eenvoudige verzameling van gegevens uit de boekhouding van verschillende afdelingen van een grote zaak. Elke fabrikant, koopman en winkelier had in uw dagen ramingen te maken van het waarschijnlijke verbruik. Vergissingen betekenden voor hem zijn ondergang. Niettegenstaande dat, kon men toch alleen maar gissen, aangezien men niet over genoeg gegevens kon beschikken. Doordat wij steeds over de volledige

gegevens beschikken, neemt de betrouwbaarheid van de ramingen toe, terwijl de moeilijkheden wegvallen."
'Laat ik u niet langer aan de domheid van mijn kritiek blootstellen."
'Maar mijnheer West, er is geen sprake van domheid. Een heel nieuw systeem doet altijd iemand op het eerste gezicht aan, alsof het erg ingewikkeld is, hoewel het bij nader inzien de eenvoud zelve is. Laat ik nu maar ophouden, want ik heb u slechts één kant van de zaak verteld. Ik heb u getoond, hoe weinige en eenvoudige berekeningen wij maken vergeleken bij de uwe in daarin overeenkomende gevallen. Maar het grootste deel van de berekeningen op dit gebied zijn wel die, welke men in uw tijd moest maken en bij ons helemaal vervallen zijn; debet en credit zijn niet langer bekend. Interest, renten, profijten en alle berekeningen, daarop gebaseerd, hebben geen plaats meer in menselijke zaken. In uw dagen was iedereen, behalve in zijn afrekening met de staat, verwikkeld in een netwerk van berekeningen met alles om hem heen. Zelfs de nederigste loonarbeider kwam voor in de boeken van een half dozijn zakenlui, terwijl een vermogend man in een twintig tot honderdtallen van boeken van zakenmensen te boek stond om niet te spreken in de boeken van mensen, die niets met zaken te maken hadden. Een tamelijk vlug circulerende dollar moest men zo vaak boeken, als hij van hand tot hand ging, dat wij berekenen, dat hij in ongeveer vijf jaar zichzelf moest hebben opgebracht aan inkt en papier, pennen en de bekostiging van klerken, laat staan wat hij aan kwellingen en zorgen heeft gekost. Al deze vormen van privé- en zakenberekeningen zijn nu afgeschaft. Niemand is iemand iets schuldig, is zijn schuldeiser, heeft een contract met hem of op de een of andere manier met hem af te rekenen; wel is iedereen verplicht een ander zo vriendelijk tegemoet te komen als met zijn waardigheid strookt."   

Overzicht van informatie bij de Bellamy Stichting

    Statuten van de Bellamy Stichting
    Uittreksel uit het boek van Edward Bellamy
    Een nieuw democratisch bestel n.a.v. het vastlopen van de democratie
    Christmas in the Year 2000
    Henry George, 1839-1897, De profeet van San Francisco
    Lijst van te ondersteunen zaken/onderwerpen, vanaf 08 januari 2006
    Table of contents in English
    The blindmans world (1886)
    To whom this may come (1888)
    With the eyes shut ! (1889)
    De workshops van Stichting Grondvest, Stichting SDN en Bellamy Stichting op het NSF

    Rubrieken bij SDN
    Hoofdstukken overzicht
    Homepage Bellamy Stichting