Voorwoord van de Bellamy Stichting in Nederland


Homepage Grondvest . . . . . SDN homepage . . . . Homepage Bellamy

BELLAMY STICHTING 

Rechtspersoon erkend door goedkeuring van de statuten bij Koninklijk Besluit 060866 nr. 150
Voorzitter is: W. Sweers, Gasthuislaan 22, 6883 JD Velp Tel. 026-3610689.
Penningmeester: W. Wolbrink sr., Old Ruitenborgh 68, 7556 NH, Hengelo, 074-2913554.

Girorekening 21005 ten name van de Bellamy Stichting, te Hengelo (O).
Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente nr. 40412623.
Postbanknummer: 21005 op naam van penningmeester van de Bellamy Stichting.

EEN NIEUWE MAATSCHAPPIJ

VERANTWOORDING     HOE SNEL DE WERELD VOORUIT GAAT.

LEVENSBESCHRIJVING    IN HET JAAR 2000    ECONOMISCHE GELIJKHEID    LINKS


              HOOFDSTUK 23.
 De gelijkenis van de watertank.

'Het is genoeg, George. We zullen het hierbij laten. Onze besprekingen hebben langer geduurd dan ik verwacht had en om het onderwerp te voltooien zullen we vanmiddag nog eens bijeen komen. Ik stel voor, deze morgen te eindigen met een kleine bijdrage van mijzelf. Enige dagen geleden was ik in het museum aan het snuffelen in oude literatuur uit de tijd van de grote omwenteling met het doel iets te vinden, dat ons onderwerp kon belichten. Daarbij kwam dit kleine geschriftje uit die tijd, geel en bijna onleesbaar, in mijn handen. Toen ik het nader bekeek, bleek het een aardige bespotting of satirische karikatuur te zijn van het winstsysteem. Ik dacht dat onze les misschien aanleiding zou geven het te waarderen. Het heet: 'De gelijkenis van de watertank' en luidt als volgt:
Daar was eens een zeer droog land en de bevolking ervan had grote behoefte aan water. Zij deed niets anders dan van de morgen tot de avond naar water zoeken en velen kwamen om, doordat ze het niet konden vinden.
Intussen waren er mannen in dat land, die sterker en flinker waren dan de overigen en deze hadden een grote voorraad water verzameld, terwijl anderen niets konden vinden. Deze mannen werden kapitalisten genoemd. En het gebeurde, dat het volk van dat land naar de kapitalisten ging. Zij baden de kapitalisten, hun iets van het water te geven dat deze hadden verzameld, opdat zij konden drinken, want zij hadden het zeer nodig. Maar de kapitalisten zeiden: "Gaat heen, dom volk, waarom zouden wij van het water geven, dat wij hebben verzameld, want dan zou het ons net zo gaan als u en wij zouden met u omkomen. Maar ziet, wat wij voor u zullen doen. Wees onze dienaren en gij zult water hebben."
Toen zei het volk: "Geeft ons slechts water te drinken en we zullen uw dienaren zijn, wij en onze kinderen." En zo geschiedde het.
Nu waren de kapitalisten schrandere mannen. Zij rangschikten het volk, dat hen diende, in troepen onder leiders en hoofdlieden. Sommigen zetten zij bij de bronnen, om te scheppen en anderen lieten zij water dragen en weer anderen dwongen zij naar nieuwe bronnen te zoeken. En al het water werd naar één plaats gebracht en de kapitalisten maakten daar een grote tank om het water te bewaren. De tank werd markt genoemd, want daar alleen, tot zelfs de dienaren van de kapitalisten, kwam men om water te halen. En de kapitalisten zeiden tot het volk:
'Voor elke emmer water, die gij ons brengt, om het in de tank, die de markt is, te gieten, zullen wij u een penning geven. Maar voor elke emmer, die wij er uit halen om u te geven, opdat gij drinken kunt, gij en uw vrouwen en uw kinderen, moet gij ons twee penningen geven. Het verschil zal onze winst zijn. Als het niet om deze winst ware, ziet, wij zouden dat niet voor u doen en jullie zouden allen omkomen."
En het was goed in, de ogen van het volk, want het was traag van begrip. En het bracht ijverig water naar de tank gedurende vele dagen. Voor elke emmer, die de mannen en vrouwen brachten, gaven de kapitalisten hun een penning, maar voor elke emmer water, die de kapitalisten uit de tank schepten, om het weer aan het volk te geven, gaf het volk de kapitalisten twee penningen.

En na vele dagen stroomde de tank, die de markt was, over, aangezien voor elke emmer, die het volk erin goot, het slechts zoveel ontving, dat het een halve emmer er voor terug kon kopen. Daarom vloeide het te veel, dat van elke emmer overbleef, weg. Want tot het volk behoorden velen en tot de rijken weinigen en zij konden niet meer dan anderen drinken. Daarom vloeide de tank over.

Toen de kapitalisten zagen, dat de tank overstroomde, zeiden zij tot het volk:

'Ziet gij niet dat de tank, die de markt is, overvloeit? Gaat zitten en wees geduldig, ge zult ons geen water meer brengen tot de tank weer leeg is."

Maar toen het volk geen penningen meer kreeg, kon het van de kapitalisten geen water meer kopen, want het had niets om te kopen. Toen de kapitalisten zagen, dat ze geen winst konden maken, omdat niemand meer water kocht, werden zij ongerust. Zij stuurden mannen naar de straatwegen en paden, roepende: "Als iemand dorst heeft, laat hen naar de watertank gaan en water van ons kopen, want de tank stroomt over." En de kapitalisten zeiden onder elkaar: 'Ziet, we moeten reclame maken, want het zijn slappe tijden." Maar het volk antwoordde, zeggende:

'Hoe kunnen wij kopen, tenzij gij ons huurt, want hoe kunnen wij anders iets hebben om te kopen. Huur ons daarom als vroeger en wij zullen gaarne water kopen, want wij hebben dorst en het is niet nodig om reclame te maken." Maar de kapitalisten zeiden tot het volk: "Zullen wij u huren om water te halen, als de tank, die de markt is overvloeit, koopt dan eerst water en als de tank door uw kopen leeg is, dan zullen wij u weer huren." Omdat de kapitalisten hen niet meer huurden om water te brengen, kon het volk het water niet meer kopen, dat het reeds gebracht had en omdat het volk het water niet meer kon kopen, dat het al gebracht had, huurden de kapitalisten hen niet meer om water te brengen. En overal werd gezegd: "Er is een crisis."
En de dorst van het volk was groot, want het was nu niet meer als in de dagen der vaderen, toen het land open stond voor iedereen, om voor zich zelf water te zoeken; de kapitalisten hadden beslag gelegd op alle bronnen, wellen, schepraderen, vaten en emmers, zodat niemand aan water kon komen, behalve van de watertank, die de markt was. En het volk murmureerde zeer tegen de kapitalisten en zei: "Ziet, de tank vloeit over en wij sterven van dorst. Geeft ons dan water, opdat wij niet omkomen."
Maar de kapitalisten antwoordden: "Zo gaat het niet. Het water is van ons en gij
zult er niet van drinken, tenzij gij het met penningen van ons koopt." En zij zetten er met een vloek kracht bij en zeiden als gewoonlijk: "Zaken zijn zaken." Maar de kapitalisten waren verontrust, dat het volk geen water kocht, zodat ze geen winst konden maken en zeiden tegen elkaar: "Het schijnt, dat onze winsten onze winsten hebben stopgezet en omdat wij winst hebben gemaakt, kunnen wij geen winst meer maken. Hoe komt het, dat onze winsten niet meer winstgevend voor ons zijn en wat we gewonnen hebben, ons arm maakt? Laat ons de waarzeggers ontbieden, om ons deze dingen te verklaren."

En ze lieten ze komen. Nu waren de waarzeggers mannen, die zeer kundig waren in het verklaren van duistere zaken. Zij verbonden zich met de kapitalisten vanwege het water dat hun eigendom was, opdat ze er van mo

Overzicht van informatie bij de Bellamy Stichting

    Statuten van de Bellamy Stichting
    Uittreksel uit het boek van Edward Bellamy
    Een nieuw democratisch bestel n.a.v. het vastlopen van de democratie
    Christmas in the Year 2000
    Henry George, 1839-1897, De profeet van San Francisco
    Lijst van te ondersteunen zaken/onderwerpen, vanaf 08 januari 2006
    Table of contents in English
    The blindmans world (1886)
    To whom this may come (1888)
    With the eyes shut ! (1889)
    De workshops van Stichting Grondvest, Stichting SDN en Bellamy Stichting op het NSF

    Rubrieken bij SDN
    Hoofdstukken overzicht
    Homepage Bellamy Stichting