Aandelen, Beurskoersen en Rente binnen de EMU

Politiek . . . Geld . . . SDN . . . Schandpaal . . . Persvrijheid . . . Buienradar

Wanneer je procedeert tegen de overheid, dan is het recht zoek



van 3 januari 2004


'Rechterlijke macht is hier buitengewoon gevoelig voor'

Onafhankelijkheid ...........................................................

van onze verslaggever

AMSTERDAM - letselschade-advocaat J.M. Beer wil voortaan tijdens rechtszaken aan rechters een loopbaanoverzicht vragen. Maar wel met fikse tegenzin: "Rv ben 26 jaar advocaat, ik had nooit vermoed dat dit nodig zou zijn in Nederland."

Beer heeft het gevoel dat hij 'in de maling is genomen' door de rechtbank in Den Haag, nu hij achteraf te horen heeft gekregen dat twee van de drie rechters die oordeelden over een zaak van drie slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede, in het verleden voor het ministerie van VROM werkten. Dit ministerie was partij in de zaak.

Beer vindt dat de rechtbank die informatie vooraf had moeten geven, zodat hij een wrakingsverzoek had kunnen indienen. "Als het tot een hoger beroep komt zal ik de raadsheren van het gerechtshof een opgave vragen van han loopbaan." De advocaat vroeg begin deze week bij de Haagse rechtbankpresident mr. H. Hofhuis opheldering, na een bericht in Trouw over de vroegere werkkring van beide rechters. Hij kreeg per kerende post antwoord. Hofhuis meldde dat de rechtbank de achtergronden van beide rechters kende, maar 'in hun arbeidsverleden geen reden heeft gevonden hen niet aan de behandeling van de zaak te laten deelnemen'.

Verder schreef Hofhuis dat de rechtbank het niet nodig vond slachtoffers en hun advocaten vooraf te informeren over de vroegere baan van de rechters. De twee magistraten waren vanwege hun deskundigheid op het gebied van overheidsaansprakelijkheid met de zaak belast, aldus de rechtbankpresident. Een van de twee rechters had bovendien bij VROM nooit iets te maken gehad niet de nasleep van een eerdere vuurwerkramp (Culemborg, 1991), aldus Hofhuis. Van de andere rechter kon de rechtbankpresident dit niet vaststellen omdat deze met vakantie is.

Voorzitter A.H. van Delden van de Raad voor de Rechtspraak zegt dat rechters zeer behoedzaam omgaan niet kwesties waarbij hun onpartijdigheid in het geding kan komen. De rechterlijke macht is buitengewoon gevoelig voor dit onderwerp." De Nederlandse rechter is volgens hem snel geneigd een zaak niet te behandelen als hij of zij een partij in een zaak persoonlijk kent. De raad is betrokken bij het opstellen van een gedragscode voor rechters waarin termijnen worden opgenomen waarbinnen een rechter beter geen zaken kan doen die raakvlakken hebben met een vroegere werkgever.

Van Delden: "Er wordt een termijn van drie tot vier jaar genoemd. Maar je kunt dat niet zo algemeen stellen. Een advocaat die rechter is geworden en van een zeer groot advocatenkantoor komt, kan misschien al na een jaar zaken doen waarbij zijn vroegere kantoor betrokken is. De kans dat je een advocaat kent is bij zo'n groot kantoor heel klein. Maar een ex-advocaat die op een driemans kantoor werkte, moet misschien wel twintig jaar geen rechtszaken doen van zijn vroegere werkgever. Daar zijn de lijntjes veel korter." Volgens Van Delden is een flinke groep rechters huiverig voor een gedragscode.

Van Delden, die zelf nog lid is van de rechterlijke macht, vindt dat de rechtbank Den Haag 'een voor de hand liggende keuze maakte' door de rechters vanwege hun specifieke deskundigheid de Enschede-zaak te laten doen.