Het bezoek op 9 november 2011 aan PvdA-Kamerlid Jeroen Recourt over wantoestanden in de rechtspraak, advocatuur, UWV, CJIB en het ministerie van  Buitenlandse Zaken

Slechts een half uur was er gelegenheid  voor ir. R.A.A. Rietveld om zijn probleem - en dat van veel anderen - voor te leggen aan Tweede Kamerlid voor de PvdA Jeroen Recourt, die rechter was in het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en nu PvdA-woordvoerder.

In dat half uurtje presenteerde ir. Rietveld met een overdaad aan documenten en bewijzen dat veel overheidsdiensten het niet zo nauw nemen met de wet en hun verantwoordelijkheid.

Rietveld verwijst voor gedetailleerde informatie en bewijslast het Kamerlid naar zijn website met  vele honderden documenten en een zestal video’s waarmee glashelder wordt aangetoond dat de overheid er alles aan doet om fraude, boze opzet, rancune, laster, smaad, meineed en valsheid in geschrift, gepleegd door advocaten en ambtenaren in de doofpot te houden. De rechters en raadsheren knijpen daarbij ook beide ogen stevig dicht en lenen eventueel van Vrouwe Justitia de blinddoek.

Dit wangedrag van rechters, advocaten, deurwaarders, officieren van Justitie wordt stelselmatig afgedekt door rechters en raadsheren die het imago van het rechtssysteem ten koste van rechtzoekende burgers proberen af te schermen van openbaarmaking door belangenverstrengeling, fraude en bewijsbare corruptie. Zelfs aangesproken rechters om als kennisdrager aangifte te doen van strafbare feiten, waarvan zij op de hoogte zijn, zoals art. 160 Sv en 162 Sv dat wettelijk verplichten, wordt grofweg genegeerd ten koste van de rechtszekerheid van de burger en in de doofpot gehouden.

Soms weigert de politie om de verplichte aangifte op te nemen, zoals art. 161 Sv dat vordert. Zie de conceptbrieven om aangifte te verzoeken, dat zelf te doen; en bij weigering van de politie een klacht in te dienen met dwangsom bij de burgemeester.

Hier wordt nu geen verdere uitleg gegeven, omdat een verwijzing naar de website volledige informatie verschaft. Wel willen wij hier enkele vragen opstellen die een volksvertegenwoordiger aan de betrokken bewindspersonen kan stellen in een openbaar debat. Daarnaast kan dan de censuur worden doorbroken die de Rijksvoorlichtingsdienst oplegde aan de parlementaire pers, om o.a. journalist Julius Vischjager te verbieden in de wekelijkse persconferentie vragen te stellen aan premier Rutte over de affaire Rietveld, waarover deze verklaring gaat.

Voorstel voor Kamervragen.

1)      Is de minister van Veiligheid en Justitie op de hoogte van afdekpraktijken van justitie, politie en advocaten in de rechtspraak; en dat ingevolge art. 21 Rv partijen verplicht zijn de feiten volledig en naar waarheid aan te voeren, maar dat dit niet geldt voor advocaten van partijen, hetgeen in strijd is met gedragsregel 30 Rv?

2)      Is de minister bekend dat meer dan 400 suïcides het gevolg zijn van het ontbreken van een advocaat omdat art. 12 lid 2 van de wet Rechtsbijstand hen uitsluit met als gevolg een dwalende rechtspraak en zelfs foute curatoren in faillissementen? Juist omdat het recht van verdedigen nationaal en internationaal een mensenrecht is, maar dat jaarlijks 110.000 mensen in Nederland geen bekwaam advocaat kunnen vinden die tegen een normaal tarief (Rb.) willen of kunnen werken?

3)      Is de minister op de hoogte van het feit dat de Hoge Raad, de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raad voor de Rechtspraak het liegen en frauderen van advocaten in rechte tolereren en de grote financiële, maatschappelijke en sociale schade, die het gevolg is van falende rechtspraak?

4)      Zijn er wetsvoorstellen in voorbereiding m.b.t. de aanpassing van de Advocatenwet, i.v.m. strafbaarstelling van advocaten wanneer zij onwaarheden inbrengen in een rechtsprocedure en gedragsregel 30 van het tuchtrecht hierin volledig tekort schiet?

5)      Is de minister van plan om de wetsartikelen 162 Sv te willen handhaven t.a.v. kennisdragers van bewijsbare strafbare feiten en dezen te laten vervolgen bij nalatigheid?

6)      Is de minister op de hoogte van het feit dat politieambtenaren vaak ten onrechte weigeren een strafaangifte op te nemen hoewel zij dat verplicht zijn volgens art. 161 Sv; en wat gaat de minister daar aan doen?

7)      Welk standpunt neemt de minister in t.a.v. de schadeplicht die een veroorzaker heeft t.o.v. de gedupeerde, ook als dit de overheid zelf betreft. Is het niet zo dat als de overheid verantwoordelijk is zij ook aansprakelijk is? In dit verband dient ook verwezen te worden naar de Rechten van de Mens m.b.t. ambtenaren in de uitoefening van hun ambtelijke functie.

8)      Is de minister op de hoogte dat de landsadvocaat er alles aan doet om de schadeplicht van de overheid op de zeer lange baan te schuiven, danwel stuk te laten lopen door misbruik van diens machtspositie? (Zie: Cf. Van der Hurk arrest 14 april 1995) Wenst de Overheid zich wel dienstbaar op te stellen?

9)      Is de minister op de hoogte van de brief waarin wordt gemeld dat fraude wordt gepleegd door overheidsorganisaties en ambtenaren, zoals in de brief van 13 oktober 2011 aan de minister van Veiligheid en Justitie is vermeld?

10)   Wanneer denkt de minister de hiervoor gemelde onrechtmatigheden te laten corrigeren en het justitiepersoneel te verplichten de wetgeving hierin te respecteren en uit te voeren?

11)   Vindt de minister met mij dat de wet op de deurwaarder moet worden aangepast, waarbij gerechtsdeurwaarders niet (meer) mogen optreden als privaat incassobureau, waardoor incassokosten tot ongekende hoogte kunnen worden opgejaagd in het commerciële belang van de deurwaarder en zonder rechterlijke toetsing?

12)   Is de minister op de hoogte dat Artikel 120 in Nederlandse Grondwet in strijd is met het Verdrag van Lissabon (Europese Grondwet); dat ervoor zorgt dat de overige artikelen in de Nederlandse Grondwet niet meer van toepassing zijn, waaraan door een rechter niet kan worden getoetst, omdat er in Nederland (in tegenstelling tot andere landen binnen de Europese Unie) geen Grondwettelijk Hof is? Zijn er wetsvoorstellen in voorbereiding om de Nederlandse Grondwet in overeenstemming te brengen met het Verdrag van Lissabon; en dit zodanig dat die kan worden getoetst bij een Grondwettelijk Hof in Nederland?

13)   Is de minister op de hoogte van het feit dat het Hof van justitie van de Europese Unie al in 1999 een arrest heeft gewezen tegen de Staat der Nederlanden, waarin is beslist dat voor het lozen van giftige stoffen via de lucht een lozingsvergunning (Wvo-vergunning) is vereist, waarvoor zuiveringsheffing moet worden betaald en dat Nederland dit arrest al 11 jaar lang overtreedt?

14)  Is de minister van mening dat de controle plicht van gerechtsdeurwaarders uitgebreid moet worden, zodat zij zich niet uitsluitend kunnen beroepen op hun ministerieplicht; en moet de wet daarom niet worden aangepast?

15)   Is de minister op de hoogte van het feit dat medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, onderdeel van Justitie, en zittingsvertegenwoordigers van BJZ en andere jeugdzorginstellingen, NIET aan waarheidsvinding doen en straffeloos pertinente onwaarheden aan de rechter kunnen voorleggen als waarheid, wat rechters en raadsheren al te vaak klakkeloos accepteren; waarbij dient te worden opgemerkt dat advocaten de wettelijke plicht hebben al hetgeen zij de rechter voorleggen 'in redelijkheid op waarheid gebaseerd' dient te zijn?

16) Weet de minister waarom medewerkers van Justitie en jeugdzorginstellingen, die optreden als zittingsvertegenwoordiger bij rechters, soms niet beëdigd zijn, terwijl politiemensen dit wél dienen te zijn?

17) Is het de minister bekend dat de functie van rechter- of raadsheerplaatsvervanger niet past in een rechtsstaat die gebaseerd is op onafhankelijkheid, integriteit en rechtszekerheid, gezien de belangenverstrengeling die kan optreden in geval van het uitoefenen van de functie van rechter door een advocaat?

18) Is het bij de minister bekend dat vonnissen, arresten en rechterlijke uitspraken vaak niet ondertekend worden door bevoegde personen en derhalve wettelijk niet rechtsgeldig zijn, maar wel worden gebruikt om rechtskracht af te dwingen?

19) Is het de minister bekend dat zelfs bij het opvragen van een kopie van het proces-verbaal van een terechtzitting die wettelijk beschikbaar moet zijn, deze vaak niet wordt verstrekt, danwel dat deze niet overeenkomt met wat ter zitting besproken is?

Dit voorstel van een aantal Kamervragen is opgesteld mede op advies van deskundigen als: Prof.dr.ir. A.F.P. van Putten, dr. G.J.J. Beukeveld, J. Parmentier, ing. A.M.L. van Rooij, jhr. mr. J.G. Reuchlin, mr. M. van Bremen, ing. A. van der Voort, Kolonel b.d. L.J.J. Dorrestijn, drs. N.C. Burhoven Jaspers, en redacteur R.M. Brockhus.