SCP-rapport gooit enige heilige huisjes over lager betaalde banen omver

Armoede . . . Kamerzetel 151 . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Schandpaal

Paul de Beer in de Volkskrant van 25 oktober 1996

'Aard van laaggeschoold werk is erg veranderd'

Er zijn tegenwoordig niet veel minder banen voor laaggeschoolden dan pakweg twintig jaar geleden, zoals zo vaak wordt gedacht. Het is gewoon een heel ander soort werk geworden, blijkt uit een rapport van het Sociaal en Cultureel planbureau. Het is niet het enige populaire misverstand waarmee SCP-medewerker Paul de Beer met veel plezier afrekent.

    Van onze verslaggever
    Margreet Vermeulen

    DEN HAAG

Iedereen ziet het om zich heen veranderen. Voor de koffiejuffrouw is een automaat gekomen. Conciërges op scholen zijn anno 1996 een zeldzaamheid. En slagersjongens en bakkersknechten vinden hooguit emplooi als figurant in een toneelstuk naar Dickens. Geen wonder dus dat de werkloosheid onder laag- en ongeschoolden monsterlijke vormen heeft aangenomen.

In het rapport Het onderste kwart zet het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vandaag echter grote vraagtekens bij deze populaire verklaring voor de grote werkloosheid onder laaggeschoolden. 'De totale omvang van het laaggeschoolde werk is al sinds 1960 tamelijk stabiel', zegt SCP-medewerker Paul de Beer. 'Dat mag je gerust een tegendraads geluid noemen,' erkent hij grinnikend. 'Het gaat in tegen de heersende mening - ook van collega-economen. De aard van laag- en ongeschoolde werk is de laatste jaren wel dramatisch veranderd, benadrukt de SCP'er. De omvang van het traditionele fabriekswerk krimpt snel. Maar de vraag naar verkopers, kelners en schoonmakers groeit gestaag. Dát zijn de nieuwe banen aan de onderkant. Het soort werk verandert. Niet de omvang.'

- Hoe valt dit de rijmen met de enorme daling van het aantal werknemers met minimumloon?

'In 1976 verdiende 10 procent van de werknemers het minimum loon, in 1993 was dat nog maar 2,3 procent. Dat klopt. Maar dat kom omdat het minimumloon in die periode werd bevroren, en dus sterk achterbleef bij de gemiddelde loonontwikkeling. De beloning van eenvoudig werk is daarmee omhoog gegaan. laaggeschoold werk is niet per se het laagst betaalde werk.'

-Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is 32 procent van de banen laaggeschoold (niet meer dan Mavo of Lbo). Tien jaar geleden was dat nog 40 procent.

'Dat is een forse daling. Maar in de jaren daarvoor groeide het aantal laaggeschoolde banen juist. Per saldo blijft de hoeveelheid laaggeschoold werk ongeveer gelijk.'

- Waarom zijn er dan zo veel on- en laaggeschoolden werkloos?

'De fabrieksarbeider die werkloos wordt, ambieert meestal geen baan als ober of verkoper. En al zou die willen: een hotelier zoekt geen ex-arbeider, maar iemand die er leuk uitziet en een vlotte babbel heeft. Vergeet niet dat pakweg 40 procent van het laaggeschoold werk in deeltijd is. Een traditionele kostwinner heeft daar weinig behoefte aan. 'Maar er is nóg een verklaring. De helft van het laaggeschoolde werk wordt gedaan door werknemers die een middelbare- of zelfs hogere opleiding hebben. De laagopgeleiden worden zo over het randje geduwd.' Ook deze verdringingstheorie is omstreden bij tal van hooggeachte collega-economen. 'Dat is zo. Maar wij hebben 1123 werkgevers gevraagd of ze mensen aannemen die eigenlijk een te hoge opleiding heb. ben voor de vacature. In de helft van de gevallen zegt men dan ja.'

- Zijn dat niet de studenten en middelbare scholieren die een centje bijverdienen achter de kassa?

'Nee. We hebben alleen gekeken naar baantjes van minimaal 12 uur. De bulk van de studenten en scholieren valt door deze beperking af. Bovendien zien we dat verdringing zich ook voordoet bij oudere werknemers.'

- Diploma-inflatie wordt ook wel eens genoemd als oorzaak voor de verdringing van laagopgeleiden.

'Waarschijnlijk is het niveau van de gemiddelde mavist inderdaad lager dan dat van de gemiddelde werknemer met mulo. Op de mulo zat vroeger nogal wat verborgen talent, leerlingen die eigenlijk op een hoger schooltype thuishoorden. Maar diploma-inflatie suggereert dat de werkgever hoge opleidingseisen stelt. Wij constateren nu juist dat werkgevers voor veel banen géén opleidingseisen stellen, maar toch een mavist of lbo'er aannemen.

Een laaggeschoolde baan blijkt overigens geen baan voor het leven. Eenderde van deze werknemers vindt na twee jaar een beter betaalde baan. Na acht jaar heeft zelfs de helft op de een of andere manier promotie gemaakt. 'De mobiliteit is veel groter dan we dachten. Nogal wat mensen verlaten uit zichzelf de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld om voor het huishouden te zorgen.'

Het laatste heilige huisje dat De Beer met plezier omver haalt, is dat werklozen er financieel te weinig op vooruitgaan als ze een baan aanvaarden. En dat ze dus net zo lief werkloos blijven. 'Het geld speelt een ondergeschikte rol. Voor werknemer én werkgever. Werklozen zoeken een leuke baan. De verdiensten zijn secundair. Werkgevers zoeken een goede kracht. De loonkosten doen minder terzake.'

'Dat betekent dus dat financiële prikkels nauwelijks werken. Met een beetje subsidie haal je een werkgever niet over om iemand in dienst te nemen die hij niet ziet zitten. En met hoger loon verleid je de werkloze niet om een onaantrekkelijk baantje (lopendebandwerk of lichamelijk zwaar werk) te accepteren. Financiële prikkels helpen alleen als ze heel groot zijn en dus héél veel geld kosten.'

- Toont dit rapport nu aan dat financiële prikkels niet helpen en dat er genoeg banen voor laaggeschoolden zijn?

'Wat economen zeggen is nooit keihard. De verschillen tussen de economen zijn bovendien zo groot dat de politiek zich nooit op één rapport moet verlaten.'


'Werklozen willen vooral een leuke baan, de verdiensten zijn secundair'