De angst om een lucratieve baan te verliezen met een Burufsverbot a la Willem Oltmans, laat de meeste journalisten zwijgen

Met de Nederlandse journalistiek is het droevig gesteld

SDN topics . . . . . SDN homepage

Het Berufsverbot van minister Jozef Luns tegen Willem Oltmans

De Nieuwe Tielse Courant van 20 april 1901 (Bijna een eeuw oud dus...!!)

Zoodat met deze denkbeelden niemand in het onzekere kan verkeeren.

'De brutalen hebben de halve wereld. Hier kregen zij de andere helft op den koop toe. Niet hen treft het verwijt, dat zij naar zich toehalen wat zij krijgen kunnen. Maar wel die "staatslieden" - als men ze zoo noemen mag - die in plaats van hun persoon, hun verleden en hun beginselen voor zich te laten spreken, door kiezersvrees gedwongen, zich als verdachten laten sleepen voor de rechtbank van een schrikbewind en gehoorzaam beantwoorden, wat een door zichzelf aangestelde rechter hun gelieft te vragen. Het baat hun toch niet; de slotsom is: Naar de galg."

"Moge dit voorbeeld afschrikwekkend werken. Het peil onzer volksvertegenwoordiging daalt snel, als een harer nestoren aldus voorgaat. In de Kamer zijn mannen noodig, mannen met eigen karakter en denkbeelden, niet met een mengelmoes van overgebleven liberalisme, overgenomen socialisme en driemaal overgehaald provincialisme". Mannen die durven zeggen wat John Morely in 1897 zijn Schotschen kiezers beloofde: "Ik zal uw trouwe vertegenwoordiger zijn en tegelijkertijd mijn best doen uw meeningen aan de mijne gelijk te maken".


De Staat als Treiteraar

Afgelopen week is er iets buitengewoon ernstig in Nederland gebeurd. En dan bedoel Ik niet de ramp in Enschede. Ik heb het over de uitkomst van de zaak die de journalist Willem Oltmans in 1991 tegen de Nederlandse staat begon, en die nu met een afkoopsom van 8 miljoen wordt beëindigd Ik ben het volslagen oneens met al degenen die roepen dat het recht uiteindelijk toch heeft gezegevierd. Mijn oordeel is dat het Oltmans-proces en zijn uit komst een inktzwarte bladzijde in het logboek van de Nederlandse Staat is. Het toont aan dat die Staat als rechtsstaat niet deugt.

Want wat zijn de feiten? Een burger wordt 46 jaar lang door overheidsdienaren, ambtenaren zowel als politici, in zijn leven en werk gedwarsboomd, getreiterd en uitgescholden op een manier die zelfs in ordinaire burenruzies nog voor grof zou doorgaan: homo, relnicht, gestoorde! Waar ministers, ambassadeurs, directeuren-generaal op ministeries het konden flikken, lieten ze niet na de wereld tegen Oltmans op te stoken en te zorgen dat zoveel mogelijk deuren voor hem dicht bleven.

Tallozen wisten er van en waren betrokken bij dat getreiter en die karaktermoord. Stel u voor. U wilt naar een ander land reizen om uw werk te doen. Zo gauw ze op het ministerie van Buitenlandse Zaken daar lucht van krijgen, stuurt de minister achter uw rug om een brief naar zijn buitenlandse collega om er voor te zorgen dat u daar niet wordt toegelaten. Terwijl u niets strafbaat gedaan hebt en nog nooit bent veroordeeld. Zo verging het Oltmans 46 jaar lang en een heleboel mensen wisten ervan. Desondanks moest Oltmans bijna tien jaar lang processen voeren, zo'n miljoen gulden aan advocatenkosten ophoesten; alvorens hem recht werd gedaan. Wat in het proces is gezegd mag gewoon geheim blijven. Daar klopt natuurlijk vanuit het algemeen rechtsgevoel gezien geen hout van. Maar de werkelijkheid is nu eenmaal dat de Raad van State met haar raad soms de staat dient en de burger 'verraadt'.

Opmerkelijk is ook het volgende. De arbitragecommissie die in het geval Oltmans de Staat tot het betalen van acht miljoen veroordeelde, bestond uit drie mannen. Twee daarvan kwamen uit het bedrijfsleven, een was werkzaam bij de overheid. Die laatste, de heer Dolman, was het niet met het oordeel van de andere twee eens, maar meerderheid van stemmen geldt nu eenmaal. Wat is de functie van de heer Dolman bij de overheid? Juist, hij is lid van de Raad van State. Hoewel niet bekend is gemaakt wat Dolman had gewild, durf ik er vergif op in te nemen dat als het aan hem had gelegen Oltmans er heel wat slechter was afgekomen.

Oltmans besefte dat zelf maar al te goed. Toen hem werd gevraagd hoe het nu mogelijk was dat er een voor hem zo gunstig oordeel was uitgekomen antwoordde hij: omdat 'ze' (de Staat) zo gek waren geweest om met arbitrage in te stemmen. Echt verwonderlijk is dit overigens niet. De overheid is het machtigste orgaan in ons land. Zoals ik al vaker op deze plaats heb beschreven, geldt ook in ons land nog altijd de primitieve natuurwet: macht is recht. Wie meer macht heeft, heeft meer rechten. Dat wil zeggen: eigent zich ongestraft meer rechten toe en heeft meer mogelijkheden ervoor te zorgen dat hij niet door het recht op z'n nummer wordt gezet. Als het gaat om recht, verliest de individuele burger het vaker van de overheid dan omgekeerd.

En als de overheid een keer echt dreigt te verliezen, koopt ze het bij voorkeur af, liever dan door het stof gaan en alle 'foute' overheidsdienaren en hun en hun bazen en al te zeer schofferen. Voeg daar bij dat Oltmans een intelligente man is, goed van de tongriem gesneden en voorzien van de nodige strijdlust en stressbestendigheid. En stel dan de vraag: wat zijn de kansen van de gemiddelde Nederlander die door de overheid wordt gedwarsboomd en getreiterd? Die Nederlander heeft nauwelijks een kans.

Ik zei al dat er in de kwestie Oltmans geen recht is geschied. Stel, u stuurt als burger voortdurend smerige brieven over een medeburger aan een instantie om die medeburger zoveel mogelijk het werk onmogelijk te maken. Tien tegen één dat u een proces aan uw broek krijgt, wordt veroordeeld wegens smaad en uit eigen zak een flinke boete moet betalen. Zo niet (bij) de overheid. Als overheidsdienaren in opdracht van hun superieuren smerige dingen doen jegens burgers en er komt gedonder van, dan hebben ze daar persoonlijk weinig last van. Terwijl de burger die beschadigd wordt persoonlijk een advocaat moet inhuren, huurt de overheidsinstantie met belastinggeld één advocaat in om het optreden Van haar dienaren te verdedigen. Het kost de overheidsdienaar zelf geen rooie cent.

Daar begint de ongelijkheid al. Bovendien kan de overheidsinstantie met gemak allerlei sabotagetactieken toepassen. Dossiers laten verdwijnen of gewoon niet vertellen dat ze er zijn. Of beweren dat bepaalde documenten niet openbaar gemaakt hoeven te worden, zodat de burger eerst daar een proces over moet gaan voeren. Een geintje dat de overheid jegens Oltmans voortdurend heeft geflikt. Daarbij krijgt de overheid vaak hulp van een van de hoogste instantie in ons land, de Raad van State. Deze Raad beweert bijvoorbeeld rustig dat in opdracht van de overheid uitgevoerde onderzoeken naar burgers niet aan die burgers ter inzage hoeven te worden gegeven. De overheid mag dus naar u en mij onderzoek laten uitvoeren. Maar hoe dat onderzoek is uitgevoerd en wat er daarin allemaal door wie over u is verteld blijf geheim. We zouden ze op rij hun excuses laten aanbieden. Want daar hebben overheidsdienaren (emotionele) pijn van. Terwijl ze van af koopsommen geen centje pijn hebben. Die worden immers betaald uit gemeenschapsgeld.

Misschien heeft Willem Oltmans het zich nog niet gerealiseerd, maar een deel van de acht miljoen die hij krijgt, komt uit z'n eigen zak. En een ander deel komt uit de portemonnee van al die andere duizenden Nederlanders die door de overheid regelmatig worden gedwarsboomd en getreiterd. En die geen miljoen aan een advocaat kunnen uitgeven en geen zware journalistieke hulp kunnen mobiliseren om wat krom is een beetje recht te trekken. Kortom: als de overheid Oltmans straks zijn gouden handdruk geeft, moeten tal van Nederlanders hun vingers natellen.

De conclusie is duidelijk. De kwestie-Oltmans is werkelijk een trieste bladzijde in de geschiedenis van de Nederlandse Staat. Wij moeten als burger op de overheid vertrouwen, daar is geen alternatief voor. Maar steeds weer blijkt dat die overheid dikwijls niet te vertrouwen is. En als dat al aan het licht komt, is het vaak heel moeilijk tot schier onmogelijk voor de individuele burger haar daarvoor ter verantwoording te roepen. Vandaar de juichstemming als het, zoals bij Oltmans, wel een keer lukt. De uitzondering die de kwade regel bevestigt.

Misschien zit het 'm allemaal wel opgesloten in die twee woordjes: overheidsdienst en overheidsdienaar. Burgerdienst en burgerdienaar, zo zou het voortaan moeten luiden. Want op de mate waarin burgers worden gediend danwel gedwarsboomd, daarop en op niets anders zou de overheid beoordeeld moeten worden. De Britse staatsman Benjamin Disraeli zei ooit: 'Alle macht is vertrouwen en we hebben ons te verantwoorden over hoe we haar gebruiken'. Het zal uw en mijn tijd wel duren voordat het werkelijk een uitvoerbaar recht wordt die vertegenwoordiging bij onze overheid af te dwingen. 'Macht is recht! Wie meer macht heeft, heeft meer rechten, en eigent zich ongestraft meer rechten toe.