Raad van State blijkt uiteindelijk een papieren tijger

EuroStaete . . Kamerzetel 151 . . Klokkenluiders <===> SDN . . Antecedenten Juristen

Vormfout in uitspraak Raad van State van 10 oktober 2001


Aangifte van verkrachting van discotheekbezoekster in Lord Nelson

Voorzitter van de Raad van State
Afdeling Bestuursrechtspraak
Postbus 20019
2500 EA 's Gravenhage

Betreft: ernstige vormfout in de uitspraken van de Raad van State

Kenmerk: 200100282/1/H3 en 200101741/1/H3

Coevorden, 21 oktober 2001

Geachte voorzitter,

In de uitspraak van de Raad van State van 10 oktober 2001 met als kenmerk 200100282/1/H3 en 200101741/1/H3 verwijst de Raad van State meerdere malen naar de uitspraak van 17 december 2000 van de Rechtbank te Assen, die derhalve aldaar op die dag in het openbaar moet zijn uitgesproken.

Nu zal de Rechtbank te Assen op zondag 17 december 2000 waarschijnlijk wel uitspraken hebben gedaan over moord, poging tot doodslag, gijzeling, verkrachting en combinaties van deze om daarmee het dubbel straffen voor één-en-hetzelfde feitencomplex via twee verschillende bestuursrechtelijke routes proportioneel, subsidiair en relevant te vinden in samenhang met de uitspraak van de Raad van State van 10 oktober 2001, anders klopt er iets niet.

De lage opsporingsprioriteit voor drugs, die in Nederland nog steeds geldig is, kan zo'n dubbele bestraffing, voor feiten door anderen begaan, voor één-en-hetzelfde feitencomplex via twee verschillende bestuursrechtelijke routes met twee compleet verschillende processen-verbaal over hetzelfde feitencomplex bij dezelfde bestuursrechter gelijktijdig behandeld, niet rechtvaardigen.

Derhalve zal uw verwijzing naar de uitspraak van 17 december 2000 van de Rechtbank te Assen niet kunnen slaan op een overtreding van de Opiumwet en wordt de vraag gesteld naar welk strafbaar feit, door appelanten begaan, de Raad van State dan wel verwijst, aldus de dubbele bestraffing voor één-en-hetzelfde feitencomplex rechtvaardigend?

Beide gecombineerde uitspraken van de bestuursrechter en die van de Raad van State zijn gebaseerd op één-en-hetzelfde proces-verbaal van bevindingen, waaruit twee verschillende straffen voortkomen. Namelijk het sluiten de van discotheek voor een periode van drie maanden én het intrekken van de horecavergunning van beide beheerders.

Hierbij zij aangetekend, dat het enige proces-verbaal van bevindingen over deze aangelegenheid, dat het OM te Assen erkent, niet naar de bestuursrechter is op gestuurd, doch bij OM in 'de onderste lade' is blijven liggen. Het proces-verbaal van bevindingen, dat via het OM wel naar de bestuursrechters is gestuurd, wil het OM niet erkennen, om niet met twee compleet verschillende processen-verbaal over één-en-hetzelfde feitencomplex in conflict te komen.
Dit is aan de Raad van State gemeld. Doch de Raad van State heeft niets met dit gegeven meegedaan.

Artikel 121 van de Grondwet luidt in deze context als volgt:

    Met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de terechtszittingen in het openbaar plaats en houden de vonnissen de gronden in waarop zij rusten. De uitspraak geschiedt in het openbaar.

Als de Raad van State continue naar de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Assen van 17 december 2000 verwijst, dan is het onze vraag op welke gronden de Raad van State de uitspraak heeft gebaseerd in overeenstemming met artikel 121 Grondwet, omdat deze uitspraak van de arrondissementsrechtbank niet bestaat.

Bij het niet correct weergeven van de uitspraak van de Rechtbank te Assen geeft de Raad van State eens te meer aan de verweerschriften van de appelanten niet adequaat te hebben gelezen, anders was hen de discrepanties tussen allerlei data wel opgevallen. Appelanten gebruikten wel de goede datumvermelding van de betreffende uitspraak.

Een ander bewijs voor het niet adequaat hebben gelezen van de verweerschriften van appellanten ligt gelegen in het gegeven, dat op geen enkel strafbaar feit, door de tegenpartijen begaan en door appelanten ingebracht, wordt in gegaan.
Deze strafbare feiten, volgens de Nederlandse normen en wetten vele malen zwaardere overtredingen dan middelenbezit voor eigengebruik, worden compleet genegeerd én doodgezwegen.

Alle uitspraken van de bestuursrechters in de Lord Nelson affaire lijken daarbij op een bijbelverhaal berustend en beroepend op zo'n reinheid, schoonheid, onbevangen vlekkeloos én onbesproken gedrag van overheidszijde, dat alles wel doodgezwegen moet worden om deze goddelijke zelfverheerlijking geen tekort te doen.

En plots is er 15 gram en ze zagen dat het zo'n zuiverheid bezat, dat de brigadier het als een vanzelfsprekendheid beschouwde de wettelijk verplichte gerechtelijke analyses achterwege te moeten laten. Het beetje gevonden poeder, dat wit was en dus geen miltvuurbacterie kon zijn, moest daarom met een ongekende zekerheid cocaïne wezen, aldus fungerend als de onaantastbare grondstof in beide processen-verbaal van bevindingen. Het woord cocaïne werd boven alles verheven, doch analytisch gezien deugen de gehanteerd proeven niet om met zo'n zekerheid te beweren dat hier sprak van cocaïne moest zijn. Alleen gerechtelijke laboratoria bezitten de expertise en equipement om met voldoende zekerheid vast te stellen of hier sprake is van cocaïne. Deze wettelijk verplichte handelswijze is hier niet gevolgd.

De brigadier, als analyticus, had persoonlijk deze reinheid, zuiverheid en consistentie bepaald, zonder op analytische onnauwkeurigheden, nevenreacties en matrixeffecten te hoeven letten. Wie twijfelt daarna nog aan de analytische vaardigheid van deze brigadier?
Geen één en de brigadier zag, dat de 15 gram goed was. De inval van politie, waar deze 15 gram zou zijn aangetroffen getuigde, daarbij van zo'n onbesproken gedrag, dat zelfs geen enkele officier van justitie opdracht voor deze inval heeft hoeven te geven, laat staan dat één officier van justitie bij de inval aanwezig moest zijn om de vatbare spullen in ogenschouw te nemen.

Analytisch regelde de brigadier wel de cocaïne. Hij had daarvoor geen gerechtelijk laboratorium nodig, laat staan een officier van Justitie.
En plots is er 15 gram, dat op verschillende plaatsen wordt aangetroffen om als zwaard van Damocles de Wet Damocles compleet te verkrachten, omdat volgens de Raad van State geen APV's meer nodig zijn, daarbij een gouden wet van drugsgebruikers over het hoofd ziend.
Drugsgebruikers laten nooit hun eigen drugs onbeheerd achter in een kastje achter de bar, onder de tafel en bij de ingang, zodat het onwaarschijnlijk is, dat op zoveel verschillende plaatsen spullen onbeheerd zijn aangetroffen.
Daarnaast waren alle aanwezigen tijdens de inval geboeid en moesten zij geknield met het hoofd stijf tegen de muur geleund de inval en de (inwendige) fouillering ondergaan.
Tijd, om de gemarkeerde pakjes in alle rust in de kast achter de bar, onder de tafel en bij de ingang neer te leggen, was er niet.
Wel hebben de twee dames, die achteraf actief door de brigadier van de presentatielijst zijn verwijderd, vooraf tijd genoeg gehad, om op strategische plaatsen de gemarkeerde pakjes neer te leggen.
Een tweede gouden wet bij drugsgebruikers is het gegeven, dat zij hun pakjes niet markeren. De politie doet dat wel bij eerder in beslag genomen pakjes.

Daarbij had de burgemeester het in zijn brief van 28 juni 1999 over de gemarkeerde pakjes, die uit één-en-dezelfde partij kwamen.
Deze lagen volgens het proces-verbaal op verschillende plaatsen, hetgeen vreemd lijkt, omdat zij volgens de burgemeester uit één-en-dezelfde partij afkomstig waren.

En plots is daar weer die 15 gram, als zo'n machtige constante, dat deze hoeveelheid wel impact moet hebben op de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, woon en leefklimaat, dat met het Nederlands gedoogbeleid in ogenschouw genomen, met onmiddellijke ingang draconische bestuursmaatregelen noodzakelijk zijn.
Maatregelen, die best in strijd met bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht mogen zijn, omdat wij volgens de Raad van State deze wetten verkeerd interpreteren.

Hoe deze wetten wel moeten worden geïnterpreteerd, vertellen zij niet, wij wel.
Bij de allereerste bestuursdwang hoort een waarschuwing en niet een inval van politie.
Gelegenheid moet worden gegeven om zelf maatregelen te nemen. Spoed is niet aan de orde omdat geen enkel proces-verbaal van voor de inval over de discotheek aanwezig is, noch bestaat.

Bezwaar moet gemaakt worden bij burgemeester en wethouders en niet bij gedeputeerde staten, zoals in ons geval wel door de burgemeester werd geëist.
De beschikking van 3 juni 1999 van de burgemeester van Coevorden voldoet niet aan de wettelijke eisen, die aan zo'n beschikking worden gesteld en de gemeenteraad van Coevorden heeft deze bestuursdwang van de burgemeester nooit geaccordeerd.

De gemeenteraad van Coevorden heeft de bestuursdwang voor het intrekken van de twee horecavergunningen nooit geaccordeerd en de gemeenteraad heeft nooit toestemming gegeven voor de bestuursdwang door de burgermeester opgelegd, waardoor een viertal personen niet meer in de discotheek mochten komen.
Deze 15 gram wordt, als heiligheid, uit een tweetal verschillende processen-verbaal over hetzelfde feitencomplex gehaald, waarvan zelfs de opsteller heeft toegegeven, dat enkele essentiële feiten niet met de werkelijkheid overeen komen.

Alleen al het gegeven, dat er voor één-en-hetzelfde feitencomplex twee compleet verschillende processen-verbaal bestaan, laat de Raad van State niet onverlet om deze 15 gram als heiligheid te beschouwen, waarmee meerdere Grondwetten met voeten mogen worden betreden, aldus de burger compleet wetteloos en rechteloos makend.
Zelfs met het harde gegeven, dat de opsteller van beide processen-verbaal in eigen persoon toegeeft, dat de onderhavige processen-verbaal niet aan de werkelijkheid én wettelijke criteria voldoen, meldt de Raad van State toch, dat de beheerders verantwoordelijk zijn voor de 15 gram inhoud in de broekzakken van de vier bezoekers, alwaar in totaal hooguit minimale gebruikershoeveelheden in hebben gezeten.

Moet de discotheekbeheerder dan zijn bezoekers vooraf fouilleren om zich hiervoor te vrijwaren?
Nee bij wet mag dat niet, net zo min als het omdoen van handboeien door de politie, tijdens deze actie, niet mag.
Plots is er dus 15 gram, dat gemarkeerd onbeheerd op verschillende plaatsen wordt gevonden, zonder hier enig tastbaar bewijs voor aan te leveren.

De tijdens de inval gemaakte foto's van deze spullen worden eerst vernietigd, maar duiken toch weer op, omdat het vernietigen van tastbaar bewijsmateriaal in deze fase strafbaar is. Deze foto's mogen bekijken wordt keer op keer geweigerd en de Raad van State vindt het ook niet nodig, dat bij afwezigheid van het gerechtelijk analytisch rapport ook enig ander tastbaar bewijs aanwezig moet zijn. Herhaaldelijk hier toch op te wijzen, blijkt tevergeefs te zijn.

De 15 gram krijgt zo'n uitstraling met zo'n vernietigend effect jegens de beheerders, dat niemand zich druk maakt over de exacte hoeveelheid en consistentie.
Zij kijken wel uit, als zij de beheerders maar hebben, om planologische doelstellingen in de binnenstad van Coevorden te kunnen verwezenlijken.
De discotheek moet letterlijk en figuurlijk worden gesloopt om ruimte vrij te maken voor wegen en parkeergelegenheden in het centrum van Coevorden, als primaire aanleiding van de inval en hiervoor mogen zelfs Grondwetten worden overtreden.

De ware reden van de inval, het simpele feit, waarom de politie in de nacht van 28 mei 1999 met 16 man en een hond de discotheek binnen kwamen vallen, is dan ook niet belangrijk vinden zij.
Als symptoombehandelaars praten zij daarom niet graag over de aanleiding én de onwetmatigheid van de inval van politie met als logische gevolg, dat elk bewijsmateriaal onwetmatig is verkregen, en de ware aanleiding van de inval blijft als een ferm gesloten 'straf'boek achter slot en grendel.

En de 15 gram dan, was die ook niet onwetmatig verkregen?
Ja, die is ook onwetmatig verkregen, maar die telt wel mee, anders blijft er niets over om te kunnen veroordelen.
Zou de politie dan de inval hebben georganiseerd om hun eigen gemarkeerde pakjes, die op meerder plaatsen lagen verspreid weer op te kunnen halen?
Nee ik denk het niet.

Het houttransport uit Heerlen had gelukkig plaatsgevonden en dat gaf voldoende redenen om deze inval te realiseren.
Daarbij moest die 15 gram een heiligheid worden én blijven, ver verheven van elke blaam, onaantastbaar helder en zuiver van stof niet besmet en verward met enig ander middel, omdat elk ander bewijsmateriaal reeds was ondergraven.
Diezelfde 15 gram moest, daarbij ook in de nabije toekomst de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, woon en leefklimaat gaan verstoren, zodat op voorhand bestuursmaatregelen genomen konden worden.

Voor de inval hadden politie en justitie namelijk geen enkel belastbaar materiaal over de discotheek en beheerders tot hun beschikking en toch kwamen zij tot een inval.
Ja, zij kwamen daarvoor met 16 man en een hond en zij zagen dat het goed was.
Op dit onderwerp de aanleiding van de inval is ook de Raad van State in zijn geheel niet op ingegaan.

Was er dan wel 15 gram aan middelen tijdens de inval aanwezig?
Nee in de verste verte niet.
Zie daarvoor alleen al de processen-verbaal van verhoor van de vier bezoekers.
Let daarbij vooral op de afwezigheid van de handtekeningen onder deze processen van verhoor, omdat deze naderhand aan de omstandigheden zijn aangepast.
Desondanks wordt de 15 gram in te verste verte niet gehaald.
De persoon met het grootste bezit kwam zelfs in het eerste proces van verbaal van bevindingen niet voor.

Later werd hij opgevoerd als enige persoon die 6 gram bij zich had, waarmee de discotheek als handelscentrum te boek kon worden gesteld.
De vermeende gebruikersruimte was al door de beheerders gepareerd. Net als vele ander valse aantijgingen waaronder gebruik, personeel, handel, het aantal pakjes én de 15 gram.
Alleen de Raad van State gaat niet op dit voor hen zo pijnlijk onderwerp in om niet elk belastbaar bewijs te verliezen.

Door vervolgens de beheerder vier maanden na de inval vals van handel in middelen te beschuldigen (zie het proces-verbaal van 29 september 1999) en op dezelfde dag een valse aangifte bij justitie te Assen in te dienen van middelenbezit van de beheerder, wordt de hoeveelheid aangetroffen middelen aardig opgekrikt en komt men door veel dubbel te noteren en te memoreren op 15 gram uit.
De foto's voor het enig resterende inzicht op de exacte hoeveelheid aangetroffen middelen verhullen door hun bewuste afwezigheid, daarbij boekdelen.

En de Raad van State zag dat de 15 gram goed was, totdat op zondag 17 december 2000 de Rechtbank te Assen in het openbaar uitspraken deed over dood en verderf, aldus de dubbele bestraffing in correlatie brengend met de zwaarte van de begane overtredingen der vier bezoekers, alwaar uitsluitend en alleen de beheerders verantwoordelijk voor werden gesteld.


Concluderend.

In de ijver om ten faveure van overheidsinstanties de burger volledig wetteloos en rechteloos te maken, geeft de Raad van State in haar uitspraak van 10 oktober 2001 met haar wijsheid aan niet nauwkeurig en niet nauwgezet met de gegevens én rechten van de burger om te gaan.
Beroepend op de rechten van de Mens en op artikel 121 Grondwet dient derhalve deze uitspraak van de Raad van State nietig te worden verklaard.

Met vriendelijke groet,
mede namens mijn vrouw H. Beukeveld van de Belt

F.J. Beukeveld
Weijerswold 8
7742 PJ Coevorden

c.c. deze brief wordt zeer breed verspreid.

Voor een chronologisch overzicht van de strijd tegen corrupte ambtenaren
en bestuursrechters wordt u aangeraden met deze hyperlink te beginnen.

Aangifte van verkrachting van discotheekbezoekster in Lord Nelson
Brief aan mr. R.S.T. van Rossem-Broos Hoofdofficier van Justitie, Arrondissementsparket Assen
Enkele ambtenaren gebruiken het recht om het met voeten te treden. Dat mag ongestraft, want het gezag!
Antwoord van Mr. R.S.T. van Rossem-Broos hoofdofficier van Justitie aan dr. F.J. Beukeveld
Brief aan Jonkheer mr. J. de Wijkerslooth de Weerdesteyn, Procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
Brief aan burgemeester Jansema over onteigeningsprocedure voor Heege West 3
Discotheek Lord Nelson te Coevorden en zijn bijzondere ambtenaren
Overzicht van de beide processen-verbaal opgesteld door brigadier H.I. Huizenga
De Nationale ombudsman handelt in strijd met de waarheid
Vormfout in uitspraak Raad van State van 10 oktober 2001
Na de onwetmatige inval van de RCID politie in de discotheek Lord Nelson te Coevorden
en het indienen van aanklachten wetende deze feiten niet te hebben gepleegd worden
deze overtredingen van de politie en van de burgemeester van Coevorden door de hoofdo