De Beerput geopend, De echte werkloosheid ligt drie maal zo hoog

Werklozenbond . . Geld . . . Topics . . . . . SDN . . . Crisisdebat . . . Politiek . . . Werk

    Boerenbedrog

Phillippe Naert begon op 18 april zij functie als hoogleraar bedrijfseconomie aan de Katholieke Universiteit Brabant. Zijn openbare rede gaf een onthullend beeld van de werkgelegenheidspolitiek in de Europese Unie. Hij begint over zijn eigen land: België; officieel is daar 11 tot 13 procent van de beroepsbevolking werkloos. 'Worden echter gedeeltelijk- en oudere langdurig werklozen in de bijstand, tijdelijk te werk gestelden via overheidsprogramma's en VUT-ters bij de officiële cijfers opgeteld, dan heeft België ongeveer 23 procent werklozen'

Ook in andere landen zijn honderdduizenden werklozen uit de officiële statistieken verdwenen. De opvallend gunstige cijfers van Nederland (6,2 procent) en Groot-Brittannië (6,1 procent) deugen niet. De echte werkloosheid in beide landen ligt drie maal zo hoog (volgens van Wijnbergen, de nieuwe secretaris-generaal op Economische Zaken is die in ons land zelfs 25 procent en jaren van loonmatiging hebben niets opgeleverd om die werkloosheid te verkleinen). Spanje Frankrijk, Duitsland en Italië geven eenzelfde somber beeld. Het werkloosheidsprobleem in Europa is groter dan in de zwarte dertiger jaren. Phillippe Naert: 'wij komen terecht in een maatschappij met een klein aantal haves en vele have nots'.

De hoogleraar bedrijfseconomie zegt met nadruk dat dit geen doemdenken is. Hij wijst naar de situatie in de Verenigde Staten. Daar heeft één procent van de gezinnen 40 procent van de rijkdom. Dat is daar vlug gegaan: in 1971 hadden bestuursvoorzitters van ondernemingen een inkomen van 29 maal het loon van de fabrieksarbeider; nu is dat meer dan honderd maal. Wereldwijd gezien is het inkomen van de 358 dollarmiljardairs hoger dan dat van de 2,3 miljard armsten.

Professor Naert trekt de beerput open. Hopelijk drijft de kwalijke lucht over naar Den Haag en Brussel.


Laatste update 19 juli 1997

zie de statistiek over de betaalbaarheid van de sociale voorzieningen

en eveneens: 'Waar is ons geld gebleven'