Overheid subsidieert beleggers in koopsompolissen met drie miljard in 1996

Geldpolitiek . . Kamerzetel 151 . . Klokkenluiders <===> SDN . . Crisisdebat

Koopsompolissen als legale diefstal van onwetende spaarders



14 maart 1997

Omzetgroei koopsompolissen kost Staat 3 miljard

van onze verslaggever

AMSTERDAM - De fiscaal vriendelijke koopsompolis wordt steeds populairder. Verzekeraars verkochten vorig jaar voor 5,3 miljard aan koopsompolissen die op latere leeftijd een lijfrente of een pensioenvoorziening opleveren. In 1995 werd nog voor 4,6 miljard aan koopsompolissen verkocht.

Het aantal Nederlanders dat hun oudedagsvoorziening; met een koopsompolis bijspijkert, is ook flink gestegen. Vorig jaar werden 155 duizend polissen verkocht, elfduizend meer dan het jaar daarvoor. De populariteit van de koopsompolis kost de schatkist miljarden. Het zijn doorgaans de hogere inkomens die van de koopsompolis gebruik maken, waardoor de fiscus 50 of 60 procent van de aanschafkosten voor zijn rekening neemt. Het door de schatkist gederfde bedrag komt daardoor op een kleine drie miljard gulden.

De Nederlandse pensioenfondsen en grote verzekeraars hadden eind vorig jaar beleggingen ter waarde van bijna 900 miljard in portefeuille. Dat is 100 miljard meer dan eind 1995, zo heeft bet Centraal Bureau voor de Statistiek donderdag bekendgemaakt. De enorme stijging van de aandelenkoersen stuwde de waarde van de beleggingsportefeuille richting het biljoen. In 1996 nam het aandelenbezit van de pensioenfondsen en zeven grootste verzekeraars met 67 miljard toe. Hiervan was 50 miljard het gevolg van de gestegen koersen. Ondanks de minder goede koersontwikkelingen op de internationale obligatiemarkten steeg het obligatiebezit met 47 miljard ook fors. Van dit bedrag was slechts 1 miljard koerswinst.

De CBS~cijfers tonen ook aan. dat pensioenfondsen meer waarde zijn gaan hechten aan aandelen boven de als minder riskant te boek staande obligaties. De waarde van bet aandelenbezit heeft inmiddels die van het obligatiebezit overtroffen. De aandelen vertegenwoordigden eind vorig jaar een bezit van 180,8 miljard, tegen 137,8 miljard eind 1995. De waarde van obligaties nam bij de pensioenfondsen toe van 146,7 miljard tot 180,6 miljard. Aandelen en obligaties blijken samen de meest geliefde beleggingsvoor de Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars. Samen vormen de effecten 57 procent van de portefeuille tegen 50 procent eind 1996. Ook onderhandse leningen (circa 20 procent ofwel 223,7 miljard) blijken populair. In vastgoed bedragen de beleggingen 63,4 miljard en in hypotheken 68,2 miljard.

Van de totale beleggingsportefeuille van bijna 900 miljard van de institutionele beleggers nemen de pensioenfondsen ongeveer tweederde voor hun rekening: 604 miljard tegen 538 miljard een jaar eerder. De waarde van de portefeuille van de verzekeraars steeg van 256 naar 293 miljard.



Commentaar

Het is duidelijk dat in Nederland het spaargedrag van de burgers noodzakelijkerwijs tot massale werkloosheid leidt. Het lijkt niet toevallig dat de overbesparing van 67 minus 50 miljard is 17 miljard (aandelen), en 47 miljard minus 1 miljard (obligaties) is 46 miljard, tezamen 17 + 46 = 63 miljard gulden, een zodanig groot gat ontstaat in de finale bestedingen dat niet alleen veel werkgelegenheid wegvalt, maar ook de daarmee samenhangende belastingopbrengst voor de overheid. Daarnaast ontstaat er een tekort voor de schatkist vanwege het subsidiëren van werkloosheid creërende besparingen. Het equivalent van met besparingen nú naar de toekomst verplaatste werkgelegenheid is ruwweg te berekenen, door het bedrag aan reële besparingen (63 miljard) te delen door het brutobedrag aan consumentenbestedingen, wat eerst wordt gedeeld door het aantal werknemers (627 miljard aan bruto nationaal inkomen gedeeld door 6,6 miljoen); wat leidt tot de schatting dat 663.158 arbeidsplaatsen zijn weggevallen; louter vanwege de besparingen. In formules:

                            627.000.000.000  (Bruto Nationaal inkomen)
brutoproduct per werknemer  ------------------------------------------ = 95.000 (p.j.)
                                   6.600.000 (aantal werkenden)



                              63.000.000.000  (reële besparingen)
weggespaarde werkgelegenheid  ----------------------------------- = 663.158 banen
                              95.000 (bruto product per werkende)


Conclusie:

SPAREN IS SLECHT VOOR DE WERKGELEGENHEID

Ieder zinnig mens zou moeten pleiten voor het beëindigen van het subsidiëren van de rijkdom en het terugdringen van de spaarquote in ons land. Niemand is economisch en politiek nog serieus te nemen, wanneer deze aspecten buiten de problematiek van de werkloosheid en de staatsschuld worden gehouden. Het subsidiëren van de armen en het omhoog brengen van de laagste loonniveaus zou wat de werkgelegenheid en de fiscale opbrengsten betreft prioriteit moeten hebben. Maar wie stelt de vragen? De journalisten? De vertegenwoordigers van het volk in het parlement? De ambtenaren van sociale diensten? Vakbonden en kerken? De beleggingsmaatschappijen in elk geval niet. En zo gaan we maatschappelijk mooi naar de verdommenis. Zeg evenwel nooit dat u het "NIET GEWETEN" hebt.

Argumenten als: de banken en andere financiële instellingen zorgen er voor dat de besparingen terugkeren naar de werkgelegenheid via de investeringen, hebben slechts heel gedeeltelijk een kern van waarheid. Zolang niemand aan kan geven waar de besparingen precies neerslaan in de economie, hetzij in directe investeringen, hetzij in het opbouwen van puur financieel vermogen, zal ook niemand diets kunnen maken, dat het verlagen van de lonen zelfs maar een begin kan bijdragen aan de oplossing van de onvrijwillige werkloosheid. Werkloosheid is niet erg, of slecht, of belastend. Armoede is dat wel; en is oorzaak van een vicieuze cirkel van sociale ellende. Geld is uitgevonden om transacties vlotter te laten verlopen, niet om met sparen en potten er op te gaan zitten, zoals de voor de Generale Bank geld inzamelende Wim Bosboom zo graag doet. Zie ook: de betaalbaarheid van de AOW