De armoede groeit door bezuinigingen op lonen, pensioenen en zorg, naast taken die gemeenten op hun bord krijgen ...!!

Wassenaarse notaris en Haagse rechtbankpresident verdacht van corruptie

IRM . . Juristen . . Court Watch <===> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven . . Bijbanen

Het moet toch duidelijk zijn dat geheime personen de feitelijke macht hebben

"Verzonnen naar analogie van de werkelijkheid"

Als we het IRT-rapport, de vele corruptie- en fraude zaken, alsmede steeds meer strafadvocaten mogen geloven, dan is de staat meer dan ooit, niets minder dan een criminele drugsorganisatie. De gewetenswroeging gekregen gouverneur-generaal van Indië, J.C. Baud schreef in 1852: "Het is waar, de Compagnie verbood den handel in opium onder strenge straffen, zelfs die des doods, maar zij zelve was niet in het verbod begrepen. zij verfoeide dien handel geenszins, maar verfoeide de sluikers, welke de voordeelen daarvan met haar wilden deelen". Het is onzin te denken, dat sindsdien niets veranderd is.

Het moet iedereen inmiddels toch duidelijk zijn, dat een aantal geheime personen de feitelijke macht hebben. Dat zij een staat in de staat vormt, die schatten verdient met zwendel en het "doorlatingsbeleid". Men ziet kans alles in de doofpot te krijgen. Het corrupte Europarlement sjoemelt en rooft maar raak. Justitie en Politie zijn definitief op achterstand gezet.

De staatsgreep van voormalig geheime dienstdirecteur Docters van Leeuwen, thans superprocureur-generaal van het OM, inspecteur van de Arubaanse kustwacht en internationaal onderhandelaar van het Koninklijk Huis, lijkt vooralsnog mislukt. Gesteld dat het kabinet-Kok ontslag zou hebben ingediend, dan zou volgens de grondwet de Koningin tot aan een nieuw gevormd kabinet het helemaal alleen voor het zeggen krijgen. Is de onnatuurlijke eensgezindheid binnen het Paarse partijenkartel ontstaan uit angst voor een ondemocratische Oranje-dictatuur? Het "één-pot-nat-imago", heeft het vertrouwen in de partijpolitiek ernstig geschaad. Dit wordt gecamoufleerd door de euforie over het poldermodel. Hoe lang nog?

Het regent ondertussen gouden handdrukken aan falende ambtenaren. Directies van geprivatiseerde overheidsbedrijven ontslaan werknemers en verdubbelen het eigen salaris. Corruptie heeft ontwrichtende vormen aangenomen. De komst van de euro en de als maar groter wordende werkeloosheid in Europa zullen in de dichtst bevolkte gebieden tot chaos, instabiliteit en escalatie van geweld leiden. Van democratie en onafhankelijkheid is geen sprake meer. De multinational-maffia is de baas. Niemand wil de Gestapo terug. Maar tegelijkertijd ligt niemand wakker van wetswijzigingen ter ondergraving van het recht op meningsuiting, persvrijheid en privacy. Deze nieuwe wetten bevoordelen de afluisterpraktijken van de georganiseerde misdaad, die geïnfiltreerd is in partijpolitiek, justitie, politie, banken verzekeringswezen enz .enz.

De gevolgen voor de slachtoffers en degenen die bijdragen aan onderzoek en ontmaskering zijn soms buitenproportioneel ernstig. zij lijden onder inkijkoperaties, ontslagen, bestaansonzekerheid, intimidaties, bedreigingen, inbraken, langzame fiscale onteigening, criminalisering, uitlokken tot geweldpleging en zelfs psychiatrisering. Nederland is koploper in afluisteren en schending van de privacy. Ik heb het allemaal meegemaakt. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid - corruptie is moeilijk te bewijzen - zijn de drie inbraken op één dag, waarvan ik in 1996 het slachtoffer was, opgezet om mij te criminaliseren. Er moest iets gedaan worden aan mijn onberispelijke staat van dienst en blanco strafblad. Ik kreeg deze opzet door en besloot de schadevergoeding, die de verzekeringsmaatschappij S.R. gretig aan mij wilde betalen, af te wijzen.

Dat moest ik helaas doen ter voorkoming van het motief geldelijk gewin mijnerzijds, ingeval een fake-dader aan de Politie zou bekennen de inbraken zogenaamd in opdracht van mij in het kader van verzekeringsoplichting te hebben gepleegd. Het waren geen echte inbraken, omdat ikzelf en experts aantoonden, dat de dader tevens sleutelhouder moet zijn geweest. Uit mijn woning is een koevoet genomen en gebruikt om aan de voordeur buitenbraakschade aan te brengen. De koevoet is netjes teruggelegd. De politie heeft de verfschilfers van het gereedschap "veiliggesteld". Ikzelf en mijn ex-vriendin - waarover later meer - zijn technisch gezien hoofdverdachten. Nadat deze listige opzet tot criminalisering tot mislukken was gedoemd, deed zich onverwachts, het voor mij nieuwe fenomeen van psychiatrisering voor. Zoals in het Haagse bekend, heb ik in 1994 mijn succesvolle assurantiebedrijf verkocht aan drs. van R. van assurantiemakelaars E. & van R.

Van R. was toen tevens directievoorzitter van de Rotterdamse verzekeringsmaatschappij E. van R. is tevens onroerend magnaat, beurshandelaar, bankdirecteur en stille vennoot in een aantal ondernemingen. Hij heeft kort geleden onverwachts zijn functies overgedragen aan de bekende CDA-politicus P.d.D. en is formeel uitgeweken naar Zwitserland, doch woont gewoon in Wassenaar bij zijn vriendin. Nadat ik bijna zeker was, dat v.R. het brein was achter de fraude door mijn kantoorgenoten en de corruptie gepleegd door mijn advocaten en accountants in latere procedures in de periode 1990-1994, had ik geen andere keuze dan de resten van mijn kantoor aan hem te verkopen. Vanaf het moment, waarop v.R. zich begin 1990 via zijn inspecteur bij mij meldde voor "samenwerking" ging alles fout in mijn assurantiekantoor. Er moest een eind komen aan de roofbouw op mezelf.

Door mijn verzet met de zorg voor mijn gezin voor ogen, was ik een workaholic geworden. De hele periode - vol van valse pogingen mij aan de bedelstaf te brengen - was een kwelling. Verkoop was een illusie, bleek later. De notariële overdracht van mijn kantoor werd namelijk door middel van een reeks opzettelijke fouten - allen in mijn nadeel - ernstig gefraudeerd door notaris v.W. te Wassenaar. Het was zonneklaar de bedoeling mij met valse onderhandse akten in te zepen. Dat, in plaats van juiste en echte akten, opdat later niet alleen de koopsom + rente zou kunnen worden teruggevorderd maar ook een aanklacht tegen mij - wegens valsheid in geschrift - zou kunnen worden ingediend. Nu was ik zeker, dat v.R. het machtige brein was achter al mijn moeilijkheden de jaren daarvoor. Mijn bewijzen en aanwijzingen van fraude, corruptie en dergelijke, gepleegd door belangrijke advocaten, waren blijkbaar dermate ernstig, dat mijn ongeloofwaardigheid door middel van faillissement bewerkstelligd moest worden. Dit ging mij te ver.

Mijn latere klacht tegen de notaris was kennelijk zó gegrond, dat de President van de Rechtbank mr. v.D., in zijn belangenverstrengelde bijbaan als voorzitter van de Kamer van Toezicht op het Notariaat onder druk werd gezet de notaris te beschermen en mijn klacht te corrumperen. Als u wilt weten op welke uitermate sluwe wijze dat in samenwerking met mijn eigen advocaat plaats vond, ben ik bereid gedetailleerd verslag te doen en openheid van zaken te geven. Dat kan ik denkelijk zonder smaad- en laster procesgevolgen voor mijzelf doen, omdat de President mij uitnodigde voor "een openbare, mondelinge behandeling voor een volle Kamer van Toezicht".

Ik was verbaasd met openbare behandeling. Mijn corruptieaanklacht was immers bij uitstek geschikt - de President is daartoe gerechtigd - in het geheim te behandelen. Waarom dan in het openbaar, dacht ik? Het woordje "volle" wekte een beetje argwaan. Later kreeg ik net op tijd in de gaten, dat door middel van fax-gegoochel, waarbij andermaal mijn eigen advocaat vuile handen maakte, het de bedoeling was, dat ik te laat op de "schijn-openbare" zitting zou verschijnen.

Het was mijn vierde advocaat in non-successie, waarnaar ik door mijn rechtsbijstandverzekeringsmaatschappij A. verwezen was. De assuradeur waarmee van R. als gevolmachtigde zakelijk gelieerd bleek te zijn. Dat alles fout ging, is dus niet zo verwonderlijk. De vele malen, dat ik door advocaten werd geadviseerd bij de Orde klachten tegen hen in te dienen waren bedoeld als bezigheidstherapie. Ik tuinde er niet in. Klagen zou mijn imago hebben beschadigd en het beeld van ongeloofwaardige querulant hebben opgeleverd.

Uitsluitend de notaris en zijn (valse)getuigen moesten op basis van een ongegrond-uitspraak - bij afwezigheid van mijzelf - in staat worden gesteld door middel van een smaad- en lasterproces ondergetekende voorgoed het zwijgen op te leggen. Vandaar handig gekozen voor mondelinge, openbare behandeling. Enige uren voor de zitting trok ik daarom - intuïtief nattigheid voelend - de aanklacht in. De lange arm van drs. van R. reikt onbeperkt ver. Niet alleen tot belangrijke advocaten, notaris, (garantie) makelaars- en beveiligingskantoren, maar tevens - zoals uit het bovenstaande blijkt - tot aan de top van de rechterlijke macht en de bank- en verzekeringswereld.

Zijn macht gaat zelfs zover, dat na de mislukte criminalisering, een RIAGG-medewerkster op 12-11-1996 onaangekondigd bij mij aanbelde. Aan het gesprek met leerling-psychiater van het RIAGG, Mw. E. werkte ik kalm, nieuwsgierig en aardig doende mee. Als het een man was geweest, had ik niet voor mijzelf ingestaan. Na twee kopjes koffie vroeg ik haar beleefd of ze wilde vertrekken en voor mijn vrouw nog een keer wilde langskomen. Ik had geen tijd en moest naar afspraken, smoesde ik. Buiten staande dreigde zij met een bij de rechter aan te vragen rechterlijk bevel tot opname in een inrichting. Ik moest direct denken aan president Havel, die wegens verzet tegen het communisme 9 jaar in de gevangenis heeft gezeten.

Na 20 jaar ongehuwde vriendschap met haar, dook de volgende dag (13-11-1996) mijn vriendin Susanne onder met medeneming van onze twee jongens van 8 en 10 jaar. Zij verkeerde in psychische problemen. Een anonieme vrouwspersoon sprak 's avonds laat - tijdens mijn bezorgde zoektocht - het antwoordapparaat in met de tekst; "ik ben een vriendin van Susanne. Zij en je kinderen zijn in goede handen. Je hoort later meer". Bij toeval ontdekte ik later, dat het de stem van de huisarts-echtgenote was. De volgende dagen werd ik geconfronteerd met het blinde eigen belang van mijn vriendin, die onder invloed van de huisarts en het RIAGG was gekomen.

Van de ene op de andere dag werden wij louter concurrenten van elkaar. Door nare specialisten deskundig geadviseerd kwamen van haar schuiladres per fax - goed getimed - allerlei vuile verdachtmakingen binnen. Vooral in relatie tot onze kinderen moest ik het plots ontgelden om later door middel van psychiatrisering uiteraard van het vaderschap te kunnen worden beroofd. Vaderschap waaraan ik vooral sinds de verkoop van mijn kantoor zoveel aandacht besteedde.

Ik zegde toe mee te werken aan relatietherapie. Het was om onze relatie te redden, zo vertelde zij. Haar het voordeel van twijfel gevend, diende ik in het kader van een uiterste poging het gezin te redden, met haar mee te doen. Keurig wachtte ik op haar in psychiatrisch ziekenhuis Rosenburg. Alle keren kwam zij niet opdagen. Het doel was - moge duidelijk zijn - mijn zelfvertrouwen en weerstand te breken. Met politiek getinte verhoren en mangelgesprekken, trachtte men verwarring te veroorzaken en mij pillen door de strot te duwen. Kalm - andermaal boven mijzelf uitstijgend - doorzag ik de vulgaire poging tot muilkorving, danwel poging tot moord. Dat de psychiater van de Mesdagkliniek van mening is, dat er sprake zou zijn van "lokale folklore bij het voorschrijven van medicijnen aan psychiatrische patiënten", verbaast mij niet. Ik noem het pharma-maffia.

Of het doorzien van scenario's lang voordat ze plaatsvinden, mijn ernstige zorg voor gezin en rechtsstaat, alsmede mijn afwijzen van medicatie, een teken zou zijn van paranoïde kleuring, angsten, schizofrenie, persoonlijkheidsstoornis, hoogbegaafdheid of onstructureel denken, weet ik niet. Door de psychische en juridische terreur, had ik soms last van buitenaf aangebrachte stress, oververmoeidheid, chaos en onzekerheid. Dat is normaal. Mijn jarenlange dubbelleven, alsmede te denken dat ik in de branche niet onbelangrijk was en binnen het eigen netwerk kon rekenen op loyaliteit van personeel, advocaten en accountants waren mijn fouten. Van R. was immers de baas.

Huisarts dr. D., het RIAGG en Rosenburg kunnen, ter zake van hun razzia-achtige praktijken en wreedheden, de handen niet in onschuld wassen. Ik denk, dat mijn eigen mensen, in wezen niets verschillen van de mensen, die na de oorlog zijn aangeklaagd wegens misdaden tegen de mensheid en fout gedrag. Deze ontdekking is vreselijk voor de toekomst. "De onthullingen van de laatste tijd hebben aangetoond, dat de Zwitserse, Zweedse en Nederlandse "haute bourgeoisie" - het koningshuis voorop - in de jaren 30-40 behoorlijk gecollaboreerd hebben" (citaat van HC-hoofdred.).

Financieel overleven was mijn kernactiviteit. Mondeling en anoniem schriftelijk ben ik geïntimideerd en bedreigd. "We procederen je de bijstand in", zei mijn ex-kantoorgenoot door de telefoon. Peilloos is het leed wat drs. v.R. en de zijnen in mijn voormalige gezin heeft aangericht. Wij zijn niet de enige slachtoffers van dit soort agressie. "Het maakt niet uit hoe, als we maar winst maken", riep de machtige heer J. van ING tegen zo'n 100 journalisten bij de overname van een aantal kranten. De heer J. toegevend aan de verlokkingen van macht en geld zou wat meer moeten denken aan politieke correctheid. Ik zet vraagtekens bij de onafhankelijkheid en toekomst van de media en de consumentenbond. In grote mate hebben zij zich uitgeleverd aan hun commerciële geldschieters met op termijn vele slachtoffers tot gevolg.

Terugkomend op de scheiding is interessant, dat de President van de Rechtbank (himself, wie anders), terzake van het alimentatieproces zich met de kwestie bemoeide en tot onrechtmatige beslaglegging op mijn eigendom overging. Afstand van mijn auto en de hele gezamenlijke inboedel, alsmede een absurd hoge alimentatie accepteerde ik later in een schikking om aan rechtersoordeel te ontkomen. Verstandig was ik, door niet een normale omgangsregeling in rechten af te dwingen. Als ik dat wel had geëist, had ik mijzelf laten vangen door het zekere oordeel van de rechter psychiatrische behandeling en medicatie te accepteren. Met corruptie niet in het gareel te dwingen, rekende ik geduldig op de liefde van mijn kinderen voor hun vader. zes maanden later beloond met een eerste weekendverblijf.

Gelet op haar ongelukkige jeugd in combinatie met de ons aangedane ellende - verergerd door een doodgeboren kind in 1992- heb ik begrip, dat mijn ex-vriendin in haar verbittering, heers- en geldzucht geen onderscheid kan zien tussen goed en fout. Zij verdacht mij openlijk van de inbraken, terwijl ook zij - als sleutelhouder - als verdachte aangemerkt dient te worden. Het is haar allemaal niet aan te rekenen. We leven in een tijd, waarin veel mensen stapelgek worden. Ik heb geen grote last van het feit, dat zij op de meest geraffineerde wijze geschillen tracht te creëren en mij aanzet tot procederen. Word ik door haar gezien als de verpersoonlijking van de door haar gehate, overleden vader of is het, dat zij een door mij gewenste harmonieuze scheiding wenst te dwarsbomen? Ik weet het niet.

Ik ontneem niemand het recht op zelfvernietiging. Ik zie het als mijn plicht aan de hierboven omschreven aantasting van de moraal en ethiek in de samenleving, het schrijven van de waarheid, die zo op gespannen voet staat met de rechtsstaatgedachte, ruchtbaarheid te geven, opdat meer in overeenstemming met een reeks van morele principes, vrede, verzoening en vermindering van lijden gerealiseerd wordt. Tenslotte verwijs ik naar de kerstrede van de koningin - zij weet het zo fantastisch te zeggen - en de vele artikelen "fout na de oorlog" in diverse kranten. Zulks, opdat u na de oorlog niet aankomt met;

    "ICH HABE DASS NICHT GEWUßT", U bent gewaarschuwd,