Normen en waarden: Vluchteling die in 2001 welkom was, wordt nu geweigerd

Magistratuur . . . . . SDN Homepage . . . . Schandpaal

Steeds meer asielzoekers worden afgewezen



van 21 januari 2003

De Raad van State zorgde buiten het parlement om voor een verscherping van de Vreemdelingenwet, die ingaat tegen de Rechten van de Mens. Het is de hoogste tijd dat de Tweede Kamer hier paal en perk aan stelt.

Asielbeleid

Frank van Haren

Vluchteling die in 2001 welkom was, wordt nu geweigerd

Steeds meer asielzoekers worden afgewezen. Steeds meer komen buiten de opvang op straat terecht. Ieder perspectief is hun ontnomen. De erkenning van echte vluchtelingen is geen uitgangspunt meer van het asielbeleid. Prioriteit heeft het weren van vreemdelingen. Nederland verwijdert zich hiermee van de uitgangspunten van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Een belangrijke rol speelt de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State. Dit adviescollege van de regering is tevens rechter in hoger beroep. In die rol legt het de nieuwe Vreemdelingenwet op zo'n beperkende wijze uit, dat een reusachtige aanscherping van het toelatingsbeleid is ontstaan. Opeenvolgende kabinetten zaten met het dilemma hoe documentlozen konden worden uitgesloten van de procedure, zonder in aanvaring te komen met internationale verdragen. De Raad van State heeft daarvoor een onthutsend simpele oplossing gevonden, zonder dat ook maar één regel in de Vreemdelingenwet is veranderd.

Beslist de IND dat hij een asielzoeker niet gelooft, omdat hij zijn identiteit niet met documenten heeft aangetoond, dan is dat een bruikbare wijze van redeneren, aldus de Raad van State in een uitspraak van 11 juli 2002. De ongeloofwaardigheid is met dit argument dermate goed onderbouwd, dat het de rechtbank verboden is daarover anders te oordelen. En een ongeloofwaardige aanvrager kan nooit worden toegelaten als vluchteling. Met een simpele procesformule is zo de uitsluiting van documentlozen bereikt.

De Raad van State heeft de IND nog een ander wapen gegeven, waarbij de rechter buitenspel is gezet. Het probleem is dat de IND medezeggenschap heeft in de eindredactie van de ambtsberichten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, en tegelijk procespartij is in de asielprocedure. Toch heeft de Raad van State beslist dat een ambtsbericht een deskundigenadvies aan de minister is, dat op objectieve, onpartijdige en inzichtelijke wijze wordt opgesteld. De rechtbank moet zulke informatie voor juist aannemen en de IND produceert zo dus zijn eigen ideale waarheid, per definitie gedekt door de Raad van State. Deze constructie wordt wel een 'licence to lie' (vrijheid om te liegen) genoemd.

Een hard gelag is ook, dat de Raad van State aan herhaalde asielverzoeken en verzoeken om heroverweging van eerdere beslissingen dermate strenge eisen heeft gesteld, dat ze eigenlijk onmogelijk zijn. Dat is gebeurd door het begrip 'nieuw' zo goed als weg te definiëren. De IND kijkt met de dekking van de Raad van State niet meer naar de inhoud van nieuwe feiten, maar legt er alleen de meetlat van de 'niet nieuw' bepaling langs. Zo kan het voorkomen dat een vrouw die in gevangenschap onafgebroken door haar bewakers is verkracht en die daar pas na enige tijd in Nederland over kan en durft te praten, daar in de ogen van de Raad van State te laat mee is als de IND haar verzoek al heeft afgewezen. Getraumatiseerd of niet, ze had het direct moeten zeggen, dus binnen de 48 uren van onderzoek in het aanmeldcentrum.

In de afgelopen twintig jaar hebben jaarlijks honderden asielzoekers erkenning als vluchteling gekregen in een tweede of volgende procedure, waarbij het vluchtverhaal in de volle breedte werd gepresenteerd, beoordeeld en begrepen. De chaotische verteller die pas weken na zijn vlucht de ondergane verschrikkingen onder woorden kan brengen, is sedert de zomer van 2002 van erkenning uitgesloten. Niet door de nieuwe Vreemdelingenwet, maar op grond van aangescherpte interpretatie van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB), die sedert 1992 van kracht is. Over deze in de praktijk inhoudelijke wijziging is het parlement niet geconsulteerd.

Ook op andere punten bood de Raad van State de in 2002 aangetreden minister van vreemdelingenzaken de helpende hand. Nawijn streefde ernaar dat 80 procent van de aanvragen in de korte procedure in het aanmeldcentrum zou worden afgedaan een procedure die tien jaar geleden in het leven is geroepen om 'asieltoeristen' en mensen met 'flinterdunne' verhalen uit te filteren. De Raad van State bepaalde dat álle procedures in dat korte procesmodel mogen worden afgewikkeld, als het de IND lukt binnen de gegeven tijd tot een oordeel te komen. En dan is er het beleid om afgewezen asielzoekers terug te sturen. Tal van Europese landen hebben derdewereldlanden gedreigd met het stopzetten van de ontwikkelingshulp als zij hun burgers niet soepeler zouden terugnemen. De Raad van State gaat niettemin uit van onvoorwaardelijke medewerking van alle landen in de wereld, en legt de 'schuld' voor niet vertrekken per definitie bij de uitgeprocedeerde.

Als een politieambtenaar wil onderzoeken of een Palestijn aan zijn vertrek meewerkten van hem eist dat hij reispapieren gaat halen bij de Palestijnse ambassade en de Palestijn antwoordt dat hij dat niet kan, dan heeft hij met dat negatieve antwoord naar het oordeel van de Raad van State al voldoende blijk gegeven van zijn weigering aan zijn vertrek mee te werken. Dat de Palestijnse ambassade niet bestaat, doet dan niet ter zake. De staat verklaart evidente onjuistheden 'waar', en daar moet een einde aan komen, net als aan de steeds groeiende vrijheid van handelen door de IND. De rechtspraak in hoger beroep in vreemdelingenzaken moet weer worden overgelaten aan een onafhankelijke rechter, die de IND kritisch durft te beoordelen. Dat is een rechter die de toetsing van de inhoud niet uit de weg gaat, of tenminste een dergelijke toetsing toestaat aan de lagere rechter. De staat heeft immers niet het monopolie op eerlijkheid.

Omdat de rechtshulpverleners nu bij de hoogste rechter in Nederland niets meer te zoeken hebben terwijl hun cliënten vogelvrij zijn, moet de aandacht meer gericht worden op de mogelijkheden van bescherming op grond van Europees en internationaal recht. Daarom moet in het asielrecht een beroep op het Europees Hof beter geregeld worden. Bovendien is belangrijk dat schendingen door Nederland van verdragsbepalingen worden gemeld aan de door de Europese Commissie benoemde rapporteurs. Ook gemeenten die zich gedwongen voelen tot inhumane maatregelen, moeten daar klagen.

De asielprocedure is gericht op een zo hoog mogelijk percentage afwijzingen. Ook de echte vluchteling mag nu worden afgewezen als de IND daarvoor de juiste procedure volgt. Het voordeel van de twijfel is van de asielzoeker overgeheveld naar de minister. De Tweede Kamer heeft niets aan deze buitenparlementaire wijziging van de procedure gedaan. Maar dat kan niet lang meer op zich laten wachten als de parlementariërs zich eenmaal realiseren wat er aan de hand is.

Frank van Haren is advocaat te Amsterdam.

Dit is een bewerkte versie van een hoofdstuk uit 'Nee heb je, ja kan je niet krijgen. De achterkant van het Nederlandse asielbeleid'. Dit boek werd gisteren gepresenteerd.