Bellamy de ziener: De Gouden Eeuwen liggen voor ons, en niet achter ons. Het jaar 2000 bezien vanuit 1887

De koekoek in het boerennest
Grondvest Henry George . . . . . SDN <=====> Bellamy . . . . . GB Institute


Tweede en Derde Kwartaalnummer 1998
van Stichting Grondvest


door Wim Sweers

onterechte verwijdering landbouw en samenleving

Nog net voor het ter perse gaan van dit Grondvestnummer zag ik een interessant artikel van Paul Kuypers in het zaterdags bijvoegsel van het NRC Handelsblad van 4 juli jl. Een heel goed artikel, Bijna anderhalve pagina groot en verluchtigd met een schitterende plaat: "grasmaaien en hooien" van Cornelis Jetses, uit: Jan A. Niemeijer, Leven op het platte land. Het artikel geeft een uitstekend overzicht en analyse van de huidige problematiek in de landbouw. Ik zou het artikel voorbij gebladerd hebben als het niet gekopt had met "Los van de grond" en "Hoe boeren en burgers uit elkaar groeien"

Naast het nostalgische Jetsesplaatje volgt dan een animatie tekstje: "Door de massale liquidatie van varkens is het vanzelfsprekende vertrouwen in de boer verbroken". De Europese Unie mag dan voor het jaar 2000 een half miljard gulden extra hebben uitgetrokken voor de landbouw, de boer is zijn onaantastbare positie in de Nederlandse samenleving kwijt. De stedelijke beschaving heeft zich ontfermd over het landschap en de boer moet een 'groene ondernemer' worden.

Vervolgens worden uit het uitstekende artikel van Paul Kuypers een paar zinnetjes gelicht, die haaks staan op de strekking van het verhaal, en verheven tot tussenkop: Het ecologisch bewustzijn is een onderdeel van de stedelijke cultuur en Het stilzwijgende contract tussen landbouw en samenleving is opgezegd

De oppervlakkige gehaaste lezer en koppensneller wordt snel bevestigd in wat hij al van het medium televisie heeft opgepikt : De landbouw misbruikt en mishandelt dieren, vernielt het landschap en vervuilt het milieu! Niks nieuws dus. Anderhalve pagina krantentekst verder lezen is onnodig en vermoeiend. Wie de moed had om het artikel van Paul Kuypers helemaal en kritisch te lezen, moet een heel andere kijk op de landbouw hebben gekregen. Juist de landbouw is zich ecologisch bewust, zij heeft kennis van de natuur, weet wat zij wel en niet kan verdragen, zij is zich bewust van de seizoenen, van tijd en ritme, van groeien en bloeien.

Het ecologisch bewustzijn van de stedelijke cultuur ontstaat op de snelweg waar de penetrante luchtjes van de agro- en bioindustrie overwaaien en verondersteld wordt dat 'alles landbouw is wat er stinkt'! In de stedelijke cultuur is de wetenschap dat landbouwbedrijvigheid de basis is voor een gezonde economie geheel verloren gegaan. Slechts de landbouw produceerde en creëerde wat er nog niet was en maakt wat er nog niet is. De landbouw voegt iets toe aan de natuur, een product dat zonder tussenkomst van de landbouw door de natuur onvoldoende wordt geleverd. Dat product van de landbouw is levensenergie en bovendien een van de belangrijkste bronnen van het nationaal inkomen. Daarmee heeft de landbouw ook in de Nederlandse samenleving zich een bijzondere positie verworven.

Terecht constateert Paul Kuypers: (...) de natuurlijke orde van de achttiende-eeuwse fysiocraten heeft lang doorgewerkt in het nationale bewustzijn en vormt de belangrijkste verklaring voor de bijzondere positie van de landbouw en voor de betrekkelijke onaantastbaarheid van de landbouwende bevolking. De landbouw voelde zich veilig in het 'boerennest' dat ze tegenover niemand hoefde te verdedigen. Grote jongens uit de industriële en financiële wereld hebben echter kans gezien om hun 'ei' in het 'boerennest' te deponeren zoals de grote koekoek zijn ei legt in de nestjes van de kleine insecten etende graspiepers en heggenmussen.

De kleine 'boerenpleegouders' voedden en verzorgden grote dikke aankomende industriëlen die de echte boerenopvolgers uit het nest duwden. Het zijn juist deze agro- en bio-industriëlen, die de landbouw in diskrediet brengen. Zij brengen stank en stront in het milieu dat niet afkomstig is van de landbouw. Zij zijn de 'los van de grond' producenten, de 'van de pot gerukten', de vazallen van de samenleving vernietigende globalisering. Zij zijn het die de goede relatie tussen landbouw en samenleving hebben verstoord. Zij zijn de veroorzakers van de varkensramp die aan de landbouw wordt toegeschreven.

En het is juist een minister uit de stedelijke cultuur die met betrekking tot het beheersen en terugdringen van de ziekte de verkeerde beslissingen heeft genomen. En ook na afloop van de varkenspest niet de maatregelen heeft genomen die dergelijke grootschalige besmetting moet voorkomen. Het probleem van de ziekte en van de overtollige mest zit in de grootschaligheid en de smalle specialisatie. Een simpele maatregel, nu te nemen en op termijn te effectueren (overgangsperiode) is een verbod op het vervoer van levende dieren verder dan 50 km. Een dergelijke maatregel zou bevorderen dat dieren van geboorte tot slacht op dezelfde locatie blijven. Dat levert voor echte boeren met een gemengd bedrijf, al of niet ecologisch, met een beperkt aantal dieren geen enkel probleem op.

Voor de grote industriële mesterijen betekent het een andere bedrijfsopbouw, minder dieren en een behoorlijke verlenging van de productielijn van zeugen - beren - biggen - slachtvarkens - en slachten. Deze oplossingen komen niet voor in het ecologisch bewustzijn van de stedelijke cultuur.!!!