Henry George en Edward Bellamy waren twee econmen die een basisinkomen voor iedereen bepleitten

Honderd jaar Nederlands Georgisme

Grondvest . . . SDN Henry George <=====> SDN . . . Bellamy . . . GB Institute

Ieder mens heeft door zijn geboorte onvervreemdbaar recht op leven, vrijheid en zelfstandig streven naar geluk


door: Wim Sweers

Over de gehele wereld komen eind tachtiger jaren vorige eeuw grondhervormingsbewegingen op gang, die hun oorsprong vinden in de denkwereld van Henry George. Rond 1887 ontstond de Nederlandse Bond voor Landnationalisatie, de Grondpartij van J. Stoffel. In 1990 verscheen de Nederlandse vertaling van Henry George's hoofdwerk Progress and Poverty, "Vooruitgang en Armoede" door ds. Straatman, dat meerdere drukken en herdrukken beleefde. De laatste verscheen in 1938 geheel herzien door H. Kolthek. De Bond voor Landnationalisatie gaaf een blad uit, 'De Grond aan Allen, dat 6 jaar mocht bestaan.

In zijn inleiding tot de eerste aflevering schreef Stoffel: Wij stellen ons ten doel het beginsel ingang te doen vinden in ons land. bij alle mensen, tot welke stand of zij mogen behoren, welke geloofsovertuiging zij ook de hunne mogen noemen, dat de aarde aan alle mensen gegeven is als woonplaats en als arbeidsveld; zij hebben daarop allen een gelijk recht. Met de komst van de "Grondpartij" was een Georgistisch bruggenhoofd in Nederland gevormd. Blijkens artikel 2 van de statuten 'telt de Grondpartij zich op het standpunt;


  • dat ieder mens door het feit van zijn geboorte een onvervreemdbaar recht heeft op het leven, op vrijheid en het zelfstandig streven naar geluk:

  • dat ieder kind recht heeft op een opvoeding in het gezin waartoe het behoort, waardoor het in staat gesteld wordt later dit levensrecht te kunnen uitoefenen;

  • dat de Aarde, zo goed als de lucht, het licht en het water ten dienste moet staan aan de gehele gemeenschap en dus niet door enkelen aan de gemeenschap mag worden onttrokken;

  • dat de economische wanverhoudingen in onze samenleving met haar naar alle kanten, zowel voor het persoonlijke, gezins- als maatschappelijke leven verwoestende gevolgen, veroorzaakt worden door het grondmonopolie, waardoor de onmisbare levensvoorwaarden voor allen in handen zijn gekomen van weinigen.

Stoffel was bijzonder ingenomen met de kritiek van Henry George op de encycliek Rerum Novarum. Hij zorgde voor de Nederlandse vertaling van George's open brief aan de paus, "Het Vraagstuk van den Arbeid", dat in februari 1892 verscheen. Stoffel, grote vereerder van George, was het niet op alle punten met George eens, met name George's visie op kapitaalrente en George's strategie van de single-tax. In het naschrift van de vertaling door Stoffel van Henry George's brief aan de paus blijkt de Nederlandse Georgist andere strategieën te willen volgen, den de grondlegger Henry George. Stoffel schrijft hier:

    Over de mens en zijn behoefte

"De mens is 'het dier dat godsdienst heeft' en men moge nog zo hard, en vaak terecht, schelden op heerszuchtige papen en lichtzinnige dominees, die van hun baantje een winstgevend beroep maken, het blijft waar, dat de natuurlijk ontwikkelde mens gevoel heeft voor zedelijkheid en recht; dat zijn geweten spreekt. als hij onrecht doet; in zoverre is hij godsdienstig, en erkent hij een hogere wet dan die van het eigenbelang. Het is waar wat George zegt in Progress en Poverty: "Kortzichtig is de man, die meent dat zelfzucht de machtigste drijfveer is voor menselijke handelingen. Hij is blind voor feiten, waarvan de wereld vol is. Het eigenbelang is machtig, dat is waar en tot grote dingen in staat.

Maar daar ligt in de menselijke natuur iets dat tot elkaar brengt en overweldigt; waardoor niets onmogelijk schijnt. "Alles wat een mens bezit, zal hij offeren voor zijn leven; dat is zijn eigen belang. Maar gehoorzaam aan een hoger gebed zal hij zelfs zijn leven geven. Wie ogen heeft om te zien, zal de waarheid ontdekken van wat Plutarchus heeft gezegd 'dat de ziel een beginsel van het goede in zich bevat en geboren is, zowel om lief te hebben, als om waar te nemen en zich te herinneren'."

Het hoogste dus, waarop George, ter verdediging van zijn hervorming, een beroep kon doen is dat godsdienstig gevoel. Niemand heeft dat beter gedaan dan hij in zijn brief aan de Paus; niemand kan het ook zo goed doen. Van het zedelijk standpunt is zij de sterkste veroordeling van het privaat grondeigendom die ooit is geschreven; dat stelsel is gevonnist zonder appèl: niemand is meer in staat het te verdedigen".

    Over het recht op leven

"Het gemeenschappelijk grondeigendom wordt het fundament van de maatschappij van de toekomst, hoe zij zich ook moge ontwikkelen, het is zeker, dat daarin geen plaats zal zijn voor het privaateigendom van natuurgaven; dat daarin het recht op grond voor alle mensen zal worden erkend. Tegenover deze kwestie van het al of niet erkennen van het recht op leven - dus van het recht op grond voor ieder mens, zijn alle kwesties onbelangrijk. Vrij mogen individualisten en socialisten de voordelen van hun theorie bepleiten; een einde maken aan het onrecht van het privaat grondeigendom: dat is de eerste plicht van beiden. Wat wij ook mogen doen; dit moeten wij eerst doen."

    Over het bezwaar tegen de strategie van George

"Is nu daartoe de invoering van de door Henry George voorgestelde single-tax, (de enige belasting) het beste middel? Hiervan zijn wij niet overtuigd. In de eerste plaats hebben wij bedenkingen tegen de naam. Het woord 'belasting' wekt bij de mama niet het begrip van het gemeenschappelijk eigendomsrecht op het land, maar rechtvaardigt in tegendeel het beginsel van het privaat grondeigendom.,waarmee - zolang hij de belasting betaalt - de eigenaar kan doen wat hij wil."

"De grondeigenaar zal, zoals hij altijd heeft gedaan, de single-tax als een belasting beschouwen, die hij van zich tracht te schuiven, wanneer hij kans ziet invloed te krijgen op de regering. Op die wijze hebben de Engelse grondbezitters de grond, die in naam behoorde en nog behoort aan de vorst, langzamerhand van nagenoeg alle lasten, die er op rusten, vrij gemaakt en deze gelegd op de schouders van het arbeidende volk. Het grootste bezwaar echter tegen George's single-tax schijnt ons te zijn, dat het een confiscatie zou wezen van het inkomen van sommige kapitaalbezitters, die toevallig hun kapitaal in grond hebben belegd, terwijl zij andere rentetrekkers, zoals bezitters van staatsfondsen, van hypotheken en van kapitaal in arbeidsproducten belegd, vrij laat. Dit komt ons voor in strijd te zijn met de billijkheid."

"Alle rentetrekkers, hetzij zij grond in eigendom hebben of hypotheken of effecten of arbeidsproducten, zij zijn allen berovers van de arbeid, en daarom achten wij het beter hen allen gelijkelijk te behandelen, door de grond te betalen en de kosten hiervan te laten drukken op alle eigenaars zonder onderscheid. Bij ons zal de single-tax nooit worden ingevoerd zonder een totale revolutie en zij zou een grote onrechtvaardigheid zijn en een aantal onschuldige mensen ruïneren."

    Over schadeloosstelling en progressieve
    belasting op alle rentegevend vermogen

"Wij geloven, dat de grote hervorming eerder en billijker is tot stand te brengen door taxatie van de grond, en schadeloosstelling aan de tegenwoordige eigenaars, terwijl de kosten daarvan betaald moeten worden door alle bezitters door middel van progressieve belasting op alle rentegevend vermogen. Wij bevelen het denkbeeld van schadeloosstelling te meer aan, omdat wij, afwijkend van George op dit punt, ons overtuigd houden, dat, met het inkrimpen van de gelegenheid voor de kapitalist om grondwaarden tot zijn eigendom te maken, de kapitaalrente moet dalen en ten slotte bij het volledig ontbreken van die gelegenheid, in onze tijd, waarin het vermogen om kapitaal voort te brengen onbegrensd is, moet verdwijnen.

"Dit is door Michael Flurscheim helder aangetoond; hij heeft de gevolgen van de opheffing van het privaat grondeigendom tot hun logische consequentie doorgedacht en in dit opzicht de theorie van 'de profeet van San Francisco' aangevuld en geschikt gemaakt voor toepassing in ieder land. Jammer is het, dat dit door George niet is gevat. Hoe nadrukkelijk had hij, in zijn welsprekende taal, de Paus er op kunnen wijzen, dat de woeker, waartegen de Roomse kerk altijd zo sterk heeft gestreden, ook zal verdwijnen met het toekennen van het gelijke recht van alle mensen op de gaven der natuur."

    Over de uitwisselbaarheid van
    grondrente, interest en woeker

"Omdat de eigenaar van kapitaal tegenwoordig altijd in staat is zijn eigenlijk kapitaal (arbeidsproducten) te verruilen voor oneigenlijk kapitaal, papieren, die hun bezitter de macht geven het arbeidsproduct van een ander op te eisen), daarom kan de kapitaalrente niet dalen met het toenemen van de hoeveelheid bespaarde arbeidsproducten en is alle rente tegenwoordig een monopoliewinst, een beroving van de arbeid. Door die ruilbaarheid van het kapitaal voor grond is rente niet het resultaat van vraag en aanbod maar een monopolieprijs; de miljarden, die het volk aan rente opbrengt, zijn feitelijk: grondrente of ruilbaar voor grondrente"

    Over overproductie en het bankroet van de arbeid

"Met het gestegen vervlogen van de arbeider om meer voor het gebruik van de grond of de grondstoffen te kunnen betalen, tengevolge van de ontdekkingen van de wetenschap en de verbeteringen van de techniek, stijgt de waarde van de grond, de grondstof voor alle productie en stijgt ook de renteschuld jaarlijks met miljarden; en die stijging heeft geen grenzen, dan alleen het onvermogen om meer te kunnen betalen dat intreedt wanneer de kapitalisten de grond geheel in beslag hebben genomen en onmogelijk meer uit de arbeid kunnen persen. Die stijgende rente leidt tot het algemeen bankroet van de arbeid, dat wij thans met angstwekkende snelheid tegemoet gaan. Die snelheid wordt vooral versterkt door de noodlottige uitwerking van het niet verteerde, maar in nieuwe schuldbrieven omgezette bespaarde inkomen, dat de oorzaak is van overproductie, werkloosheid en chronische handelscrisis".

    Over onze taak

"De wijze waarop de grote hervorming, die komen moet, zal worden ingevoerd, is thans nog betrekkelijk van minder belang; het grote werk, dat wij nu nog moeten doen, is: de mensheid overtuigen, dat de mogelijkheid om winst te maken zonder arbeid in de eerste plaats ligt in de gelegenheid voor enkelen, om de grondstof voor alle productie in beslag te nemen - in het privaat grondeigendom; en dit is door niemand beter aangetoond, dan door George in zijn brief aan de Paus."

    Over communisme en kapitalisme

"Ik heb het reeds in het begin gezegd, dat socialisten of communisten, zowel als individualisten kunnen meewerken aan een maatschappelijke toestand, waarin het gelijke recht wordt erkend van alle mensen op de gaven der natuur door de opheffing van het privaat grondeigendom, zonder dat de eersten hun theorie van de groei der maatschappij tot een organisme, waarin de productie en de distributie gemeenschappelijk plaats heeft, behoeven op te geven. De beslissing hierover komt pas dan aan de orde, wanneer het gelijk recht voor allen op de grondstoffen is erkend."

"Ik zal het niet wagen, de mogelijkheid van zulk een organisme te bestrijden, omdat ik niet weet welke veranderingen in het karakter van de mensen kunnen ontstaan, wanneer gebrek en vrees en vrees voor gebrek zijn verdwenen. Maar ik wil wel de vraag richten tot de socialisten die weinig gewicht hechten aan landnationalisatie en als eerste maatregel tot verbetering liever een beperking van de arbeidsdag eisen - die zij een eerste stap nemen tot opheffing van het loonstelsel - of het wel zo zeker is, dat de natuurlijke ontwikkeling der maatschappij gaat in de richting van steeds groter wordende concentratie van bezit, productie en distributie in weinige handen, zodat onze tegenwoordige maatschappelijke inrichting onverbiddelijk zou vergroeien tot de komende communistische maatschappij?"

"Onloochenbaar is het, dat tegenwoordig die neiging tot concentratie bestaat; dat de onafhankelijke boer wordt vervangen door de grootgrondbezitter of -verhuurder; de winkelier door het grootwinkelbedrijf met filialen door het hele land, de handwerker door de fabrikant, deze weer door de maatschappij op aandelen en de laatste weer door een consortium van bankiers, dat zich het eigendomsrecht heeft verschaft op grond, mijnen, petroleumbronnen, spoorwegen enz.

"Maar is het juist uit het bestaan van dit verschijnsel in onze maatschappij, waarin aan de kapitalist de macht is gegeven de grondstof voor alle productie in beslag te nemen en daardoor alle andere mensen aan zich schatplichtig te maken, waardoor zij tenslotte niets krijgen dan het noodzakelijk levensonderhoud en dan nog maar voorzover de kapitalist hun werkkracht nodig heeft - te besluiten, dat die concentratie een onverbiddelijke wet is, waarvan het bestaan van de maatschappij afhangt, en dat zij ook zal doorgaan, wanneer aan die kapitalist de macht is ontnomen om de Aarde in beslag te nemen en zijn kapitaal met rente op rente te vermeerderen? Dit geloof ik niet."

    Over de toekomst

"Zijn er ook geen tekenen, die er op wijzen, dat het zeer goed mogelijk is, dat de reusachtige fabrieken van onze tijd weer tot het verleden gaan behoren en opnieuw plaats zullen maken voor kleine ondernemers, die van de gemeenschap grond, kapitaal en beweegkracht huren, waardoor zij in staat zijn de producten met aanwending van minder kosten voort te brengen dan de grote fabrieken? Men denke slechts aan de nieuwste toepassing van elektriciteit, de natuurkracht, die kan worden opgewekt door stromende rivieren, watervallen en eb en vloed van de zee en die thans op mijlen afstand kan worden overgebracht, bewaard en verdeeld."

"Wanneer de gemeenschap die natuurkracht tot haar eigendom maakt, dan kan zij de werkers de nodige kracht voor hun industrie leveren, in hun eigen werkplaats en hen in vele gevallen in staat stellen, hun eigen waren te produceren: of wanneer meer verdeling van arbeid nodig is, dit in associatie met anderen te doen. Wanneer de natuurkrachten niet meer in de macht zijn van de kapitalist, dan is het uit met de 'trusts', de 'rings', de 'corners', de syndicaten, de uitzuigende macht van het kapitaal en dan is het ook gedaan met de strijd van de Trade-unions, omdat er dan geen kapitalisten meer zullen zijn, waartegen zij strijd hebben te voerèn. Zou het ook mogelijk kunnen zijn, dat de gevolgtrekking, die de sociaal-democratie maakt uit het bestaan van de neiging tot concentratie in onze onnatuurlijke maatschappij, (gebaseerd op het privaat-eigendomsrecht van de voorwaarde voor alle arbeid, voor alle leven) dat die concentratie een natuurwet is - een juiste gevolgtrekking is, die haar betekenis verliest, zodra dat privaat eigendomsrecht op grond en natuurkrachten is vernietigd?"

"In ieder geval meen ik wel te mogen zeggen, dat die gevolgtrekking voorbarig is; dat wij in de eerste plaats moeten trachten het gelijke recht voor allen op de gaven der natuur te verzekeren, voor wij er over kunnen oordelen welke richting de voorkeur verleent: het individualisme of het socialisme. Ik geloof, dat de beschaving in haar gang eerst de slavernij en de lijfeigenschap heeft afgeschaft; dat zij vervolgens door de Franse Revolutie een einde heeft gemaakt aan de tirannie van de vorsten en bevoorrechte standen, door het volk te bekleden met de soevereine macht en, in beginsel althans, aan alle mensen gelijke staatkundige rechten te geven; en dat thans de tijd gekomen is, waarin zij de tirannie van de kapitalist zal vernietigen, door de aarde aan zijn greep te onttrekken, en daardoor hem te beletten zich het arbeidsproduct van een ander toe te eigenen."


Deventer, februari 1892, J. Stoffel".



    De polemiek in de beweging

Het blad van de Bond voor Landnationalisatie, "De Grond aan Allen" dat destijds als een blad voor intellectuelen kon worden aangemerkt werd gedrukt bij J. Kuiken jr. te St Annaparochie. J. Kuiken gaf zelf een populair maandblad uit: "Grond en Arbeid, maandblad ter aanbeveling van het gemeentelijk grondeigendom", met A. Rauwerda als redacteur. Door grond in gemeentelijk eigendom te verwerven, trachtte men de talrijke werkloze landarbeiders toegang tot de grond te verschaffen. Als partij nam men deel aan de verkiezingen.

Bij de verkiezingen in 1925 ontstonden twee stromingen, enerzijds de Amsterdamse richting van prof. Frans Oppenheimer die de strategie van Stoffel en de Bond voor Landnationalisatie voorstonden met gelijke behandeling van zowel grond als goederenkapitalisten, anderzijds de Fries/Groningse richting die de single-tax strategie van Henry George voorstonden. Deze richting, waartoe drukker Kuiken, ds. Reinders en Aijen Sevenster behoorden redigeerde het maandblad 'De Nieuwe Aarde'.

In 1931 werd een nieuwe partij opgericht: 'Recht en Vrijheid' met als politiek program:

  1. De pachtwaarde van den blooten grond in de kas der gemeenschap.
  2. 'Afschaffing van alle belastingen'.

Op dit programma werd Kolthek in Groningen in de gemeenteraad gekozen en ook in Provinciale Staten. De partij gaf een weekblad uit, 'Recht en Vrijheid', geredigeerd door Harm Kolthek. Het werd bij verkiezingen op grote schaal verspreid in de stad Groningen. Het resultaat was dat de partij in 1935 in de gemeenteraad kwam met een 5 man sterke fractie. Het maandblad 'De Nieuwe Aarde' werd in het weekblad 'Recht en Vrijheid' opgenomen. Een stormachtige periode. De stilte na de storm kwam na de oorlog toen het weekblad een maandblad werd. In 1946 overleed Kolthek en nam Arjen Sevenster de redactie over.

Vanaf 1964 werd het blad, het heette toen 'Ons Erfdeel', het tweemaandelijks orgaan van de vereniging Recht en Vrijheid. In 1971 werd door Recht en Vrijheid de 'Stichting Grondvest' in het leven geroepen om het gedachtegoed van de georgistische beweging te verspreiden en de mogelijkheden te onderzoeken "de menselijke samenleving juridisch en economisch te grondvesten op het principieel gelijke recht van alle leden van de samenleving op de natuurgave grond (art.3 statuten).

De stichting wil haar doel bevorderen en verwezenlijken met de hierna volgende middelen (art. 4 statuten)

  1. wetenschappelijk onderzoek ter beantwoording van de volgende vragen:
    • wie kunnen rechten doen gelden op de natuurgaven?
    • is de huidige beheersing ~n de verdeling van de natuurgaven en de voortbrengselen daarvan rechtens juist?
    • hoe kunnen de rechten van de leden der menselijke samenleving op de natuurgaven optimaal worden verwezenlijkt?
    • welke sociaal-economische gevolgen kunnen voortvloeien uit de beantwoording van deze wagen, met betrekking tot het huidige systeem van belastingheffing op arbeid en vermogen?

  2. het opdragen van onderzoekingen door deskundigen.
  3. het openbaar maken van de resultaten van het onder 1 en 2 vermelde, welke het doel der stichting kunnen bevorderen.
  4. alle overige geoorloofde middelen, die zij doelmatig acht.

De Stichting Grondvest geeft een kwartaalbulletin 'Grondvest uit. Het tweemaandelijks orgaan 'Ons Erfdeel' van de vereniging is per mei 1977 deels opgegaan in 'Grondvest, deels als mededelingenblad 'Recht en Vrijheid' van de vereniging blijven bestaan. Gedurende haar 20-jarig bestaan heeft de stichting erg veel energie gestoken in het beantwoorden van de vraag door de opdrachtgever gesteld in art 4 lid 1 sub c; hoe kunnen de rechten van de leden der menselijke samenleving op de natuurgaven optimaal worden verwezenlijkt? De vraag naar de juiste strategie.

Deze vraag had de opdrachtgeer overigens al beantwoord na de meningenstrijd met de grondpartij over de single-tax. Bleef de stichting niets anders te doen dan de single-tax van Henry George voor Nederland te verlaten en te verpakken in een vorm die politiek haalbaar zou zijn. De vertaling werd "grondrecht innen" en de verpakking werd: grond uitgeven in erfpacht tegen een canon periodiek vast te stellen naar zijn economische waarde. En de onroerendgoedbelasting ombouwen in die zin dat slechts belasting wordt geheven over het gronddeel van het onroerend goed en uitsluitend bij de eigenaar.

Deze Strategie is weinig succesvol geweest. Ondertussen werd een nieuwe dimensie waargenomen aan het verschijnsel 'economische vooruitgang'. Naast de dimensie 'sociale armoede' verschijnt nu de dimensie 'ecologische armoede'. Voor de Nederlandse georgisten en wetenschappers J.G. Backhaus en J.J. Krabbe aanleiding om de oorspronkelijke theorie van Henry George te onderzoeken op zijn oplossend vermogen van de hedendaagse milieu-economische vraagstukken, om daarna te concluderen : "De visie van George op de productie kan men zien als een vroege vorm van ecologisch georiënteerde economiebeoefening. Voor de grondvester Wim Sweers aanleiding om terug te gaan naar de stichter van Nederlandse georgisme J. Stoffel, teneinde diens inzichten te toetsen op hun waarde voor het terugdringen van de sociaal-economische en ecologische problemen van de jaren negentig.

Vervolgens ontleent hij aan:

  • de ideologie van George, grondlegger van het internationaal georgisme
  • de ideologie van Stoffel, stichter van het Nederlandse georgisme
  • de ideologie van Arjen en Siebe Sevenster, de belangrijkste ideologen van Recht en Vrijheid.

De doelstelling van Grondvest voor de jaren negentig. En aldus wordt in de 'Grondvest Informatiekrant' 1989 de kern van de grondvestidee anno 1990 en doel van het grondveststreven als volgt omschreven:

Komen tot NATUUR-ECONOMIE of ORGANISTISCHE GROEI-ECONOMIE,

een nieuw economisch systeem dat van zichzelf - milieuvriendelijk en duurzaam. Mensvriendelijk en rechtvaardig is en ook - agressiebeperkend en coöperatief, maatschappelijk productief en cultuurscheppend gestuurd door een EENVOUDIG en DOELMATIG SYSTEEM van OVERHEIDSFINANCIERING:

  • Geen heffing, belasting en premie-inhouding op het resultaat van de bedrijvigheid, lonen, salarissen, producten, huizen, gebouwen, enz..,
  • wel GRONDRECHT INNEN, innen van gebruiksrechten van grond, grondstoffen, energie, water, lucht, enz, zo nodig aangevuld met een selectieve belasting op milieubelastende consumptieve bestedingen (ecotaks)

  • een inkomensonafhankelijk PERSOONLIJK BASISINKOMEN op zodanig niveau, dat het in de plaats treedt van het dure arbeid belastende systeem van sociale voorzieningen en

  • dat het van de 'uitkeringseconomie' een 'werkeconomie' maakt.

Na 100 jaar actie en meningenstrijd een werkbaar compromis?

terug naar grondvest 3e kwartaal 1991