Nadere motivering van ons bezwaarschrift tegen besluit 2000/36118,
inzake multifunctionele sanering van het EPZ-terrein te Buggenum


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

    't Achterom 9a,
    5491 XD Sint Oedenrode
    Tel. 0413-490387
    Fax. 0413-490386

AANTEKENEN.

Tevens, excl. bijlagen, verstuurd per fax 043 - 3618099 op 16 november 2000.


    Gedeputeerde Staten van Limburg,
    Postbus 5700,
    6202 MA Maastricht.

    Sint Oedenrode, 16 november 2000

    Ons kenmerk: SBL/provL/08100/bz.

    Uw kenmerk: 2000/42969.


    Betreft:

      Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving (appellant) / Nadere motivering van ons bezwaarschrift van 8 oktober 2000, kenmerk: SBL/provL/08100/bz, tegen uw op 30 augustus 2000 verzonden besluit van 29 augustus 2000, kenmerk: 2000/36118, inzake multifunctionele sanering van het EPZ-terrein te Buggenum.


      Geacht college,

    Bij brief van 10 oktober 2000 stelt u ons in de gelegenheid om ons bezwaarschrift van 8 oktober 2000 tot en met 19 november 2000 nader te motiveren. Naar aanleiding daarvan laten wij u de volgende nadere motivering toekomen:

    Bijgevoegd vindt u:

  • Het verslag van 2 maart 1999 van de informele raadsbijeenkomst van de gemeenteraad Haelen, betreffende juridische advisering BPOM (10 pagina's).

    Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken:

    • dat het om een sterk verontreinigd bedrijventerrein gaat.
    • dat EPZ de vervuiler is en dat deze sterke bodemverontreiniging het gevolg is van het feit dat EPZ jarenlang zijn bindende milieuvergunningvoorschriften heeft overtreden, hetgeen door Gedeputeerde Staten al die jaren oogluikend is toegestaan.
    • dat multifunctionele sanering ten minste 75 miljoen gulden zal gaan kosten.

    Bijgevoegd vindt u verder:

  • Onze mede namens appellant bij brief van 16 oktober 2000, kenmerk: SBL/SGW/JvL/WV/16100/bd, ingediende bedenkingen bij de minister van VROM tegen het in de Staatscourant van 26 september 2000, nummer 186, gepubliceerde Ontwerp-besluit locatiespecifieke omstandigheden bodemsanering (126 pagina's).

    Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat uw juridisch handelen tegenover EPZ te Buggenum hetzelfde zal moeten zijn als tegen de firma Schippers uit Oerle, gemeente Veldhoven. Dit houdt in dat EPZ, ingevolge genoemde jurisprudentie in de zaak Schippers, op grond van onrechtmatige daad of anderszins buiten overeenkomst voor de gevolgen van de verontreiniging of aantasting van de bodem aansprakelijk is.

    De onrechtmatige daad jegens de overheid is gelegen in het feit dat EPZ jarenlang zijn bindende milieuvergunningvoorschriften heeft overtreden. Alle kosten van onderzoek, saneringsonderzoek en sanering tot een multifunctionele bodem, zoals voorheen ter plaatse aanwezig was, zullen derhalve door EPZ (= de vervuiler) moeten worden betaald.

    Evenals bij de Fa. Schippers is de minister van VROM wettelijk verplicht om voor tenminste 75 miljoen gulden beslag te leggen op de roerende en onroerende goederen van EPZ. In geval deze nadere motivering niet leidt tot schorsing van het in geding zijnde besluit, gedurende de bezwarenprocedure, dan zal appellant de minister van VROM verzoeken om, in navolging van hetgeen hij bij de firma Schippers heeft gedaan, beslag te laten leggen op de roerende en onroerende goederen van EPZ tot een bedrag van ten minste 75 miljoen gulden.

    Bijgevoegd vindt u verder:

  • De uitspraak nummer 200003496/1, van 18 augustus 2000 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (4 pagina's).

    Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat u structureel heeft geweigerd te beschikken op onze aanvraag van 18 december 1999.

    Appellant heeft tegen deze weigering om te beschikken (fictieve beschikking) bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zelfs een verzoek om voorlopige voorziening moeten indienen, anders had u nooit een besluit genomen. Hiermee is vast komen te staan dat u er groot belang bij heeft dat deze procedure zo lang mogelijk duurt.

    Bij uitspraak nummer 200003496/1 van 18 augustus 2000 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beslist dat u binnen twee weken na verzending op het in geding zijnde besluit moest beschikken. In genoemde uitspraak staat tevens vermeld dat u, ingevolge artikel 8:16 van de Wet milieubeheer, binnen vier weken een besluit hadden moeten nemen op ons verzoek van 18 december 1999.

    Dit betekent dat u wettelijk verplicht was om vóór 17 januari 2000 een besluit te nemen op ons verzoek van 18 december 1999. Onder de dwang van bovengenoemde uitspraak nummer 200003496/1 van 18 augustus 2000 van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State hebt u het in geding zijnde besluit op 29 augustus 2000 genomen. Hiermee hebt u het wettelijke termijn met maar liefst 31 weken overschreden.

    Op grond van deze jurisprudentie kan enkel en alleen de conclusie worden getrokken dat u er maximaal belang bij hebt dat deze procedure zo lang mogelijk duurt. Uit bijlage II, met bijbehorende bijlagen, kunt u opmaken dat achter deze zaak een organisatiecriminaliteit schuilgaat van een omvang die zijn weerga niet kent en waarin de ministers van VROM en Economische Zaken, Gedeputeerde Staten van Limburg en de gemeente Haelen belangenverstrengeld zijn.

    Hoe groot deze criminele politieke collusie is kunt u ook lezen in de volgende bijgevoegde stukken:

  • Ons artikel "collusie dicteert de landelijke overheid" uit Kleintje Muurkrant nr. 349, van 20 oktober 2000 (3 pagina's).

  • Onze brief van 30 oktober 2000, kenmerk: Essent/30100, aan ing. D.E. van 't Slot van Essent Milieu (3 pagina's).

  • Onze brief van 3 november 2000 aan T. van Woerkom van Demkolec B.V. (3 pagina's).

  • Ons artikel "slaapwandelende Tweede Kamer" uit Kleintje Muurkrant nr. 350, van 17 november 2000 (4 pagina's).

    Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Met vorenstaande is duidelijk geworden dat het belang van appellant erin is gelegen dat niet met het gebruiksklaar maken van de door EPZ verontreinigde gronden ten behoeven van de nieuw op te richten (gevaarlijk) afval bewerkende bedrijfsactiviteiten kan worden begonnen alvorens de in geding zijnde sterk verontreinigde bodem op kosten van EPZ (de vervuiler) multifunctioneel is gesaneerd.

    Wij richten aan u dan ook het nadrukkelijke verzoek om op grond van vorenstaande feitelijke informatie uw in geding zijnde besluit, te vernietigen.


      Hoogachtend,

      ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige Ecologisch Kennis Centrum BV
      Voor deze

      Ing. A.M.L. van Rooij,
      directeur.



    Bijlagen: Dit schrijven bevat de bijlagen I t/m VII bestaande uit 153 pagina's.

    Websiteadres: www.sdnl.nl/ekc.htm