Actuele verslagen en commentaren om onwaarheden en ontbrekende vragen van de commissie over de Bijlmerramp


Burgers & Bijlmer . . Bijlmer enquête . . Doemvlucht <===> Kamerzetel 151. . SDN . . Heijboer

Uitkeringsregeling Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp


Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp


    Het bestuur van de Stichting Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerromp


In aanmerking nemende:

  • dat op 4 oktober 1992 een El AL-Boeing 747 is neergestort op de flats Groeneveen en Kruitberg in de Bijlmermeer
  • dat in de eerste jaren na deze ramp (nood)hulp is geboden aan gedupeerden van de ramp en materiële schade is vergoed
  • dat niettemin een groep van gedupeerden als gevolg van de ramp na enkele jaren in een vicieuze cirkel van financiële en psychosociale problemen is geraakt
  • dat het kabinet naar aanleiding van een motie d.d. 2 juni 1999 van het Tweede Kamer-lid Van Gijzel, welke motie tijdens de behandeling van de Bijlmerenquête in de Tweede Kamer is aangenomen, heeft besloten deze groep gedupeerden in aanmerking te laten komen voor een financiële tegemoetkoming
  • dat ter uitvoering van dit Kabinetbesluit op 9 december 1999 de Stichting Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp is opgericht, welke stichting als doel heeft uitvoering te (doen) geven aan een door haar vast te stellen uitkeringsregeling op basis waarvan aan individuele gedupeerden bedragen kunnen worden uitgekeerd
  • dat het bestuur van de Stichting Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp conform het Kabinetsbesluit een uitkeringsregeling heeft vastgesteld.

href="http://www.sdnl.nl/touch-d.htm"> Bepaalt:


    Artikel 1 Begripsbepalingen


In deze regeling wordt verstaan onder:
  • de ramp: de vliegramp Bijlmermeer dd. 4 oktober 1992
  • de Stichting: de Stichting Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp
  • belanghebbende: de belanghebbende als bedoeld in artik. 2
  • hulpfonds: het totaal aan middelen dat ter beschikking zal worden gesteld aan de Stichting ten hoeve van de verwezenlijking van haar in de considerans genoemde doelstelling
  • referentiegebied: het gebied rondom de door de ramp getroffen flats Groeneveen en Kruitberg, dat wordt begrensd door: 1. Bijlmerdreef; 2. 's-Gravendijkdreef; 3. Karspeldreef tot Kromwijkdreef; 4. Kromwijkdreef tot aan watergrens: 5. Watergrens tot aan Karspeldreef, G. Karspeldreef tot aan Gooiseweg; 7. Gooiseweg, een en ander zoals aangegeven op de bij deze regeling gevoegde kaart
  • woonachtig zijn binnen het referentiegebied: het hebben van een vaste woon- of verblijfplaats binnen het referentiegebied, blijkende uit een inschrijving in de basis administratie van de gemeente Amsterdam.


    Artikel 2 Belanghebbende

Als belanghebbende in de zin van deze regeling wordt beschouwd de natuurlijke nog in leven zijnde persoon, in het bezit van de Nederlandse nationaliteit of van een geldige verblijfstitel, die:

  • ten tijde van de ramp woonachtig was binnen het referentiegebied. dan wel
  • ten tijde van de ramp als bezoeker of anderszins aanwezig was binnen het referentiegebied, dan wel als vrijwillige of professionele hulpverlener werkzaam is geweest in relatie tot de ramp.

Toelichting artikel 2:

In dit artikel zijn de categorieën van personen aangegeven die in beginsel een beroep op deze regeling kunnen doen, mits zij aan de overige criteria voor toekenning voor een tegemoetkoming voldoen.


    Artikel 3 Forfaitaire tegemoetkoming

Een belanghebbende komt voor een éénmalige forfaitaire tegemoetkoming van f 4000,- in aanmerking indien hij/zij aantoont ten gevolge van de ramp psychosociale problemen te ondervinden of te hebben ondervonden.


    Artikel 4 Aanvullende tegemoetkoming

  1. De belanghebbende die in aanmerking komt voor de in artikel 3 genoemde forfaitaire tegemoetkoming en aantoont voor inwerkingtreding van deze regeling op hem/haar drukkende uitgaven in relatie tot zijn/haar psychosociale problemen te hebben gedaan, welke uitstijgen boven een bedrag van f 4.000,- en welke niet anderszins door verzekeraar of andere daartoe geëigende organisaties zijn vergoed dan wel nog zullen of kunnen worden vergoed, komt in aanmerking voor een éenmalige aanvullende tegemoetkoming in de gedane uitgaven tot een maximum bedrag van f 21000.
  2. De Stichting stelt de hoogte van de tegemoetkoming vast, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval.
  3. De in artikel 2 sub e genoemde professionele hulpverlener komt niet in aanmerking voor de in lid 1 genoemde aanvullende tegemoetkoming, indien de (financiële) hulp aan hem / haar tot de verantwoordelijkheid van de werkgever of diens verzekeraar kan worden gerekend.

Toelichting artikel 3 en 4.

De financiële tegemoetkoming op basis van deze regeling kan uit twee trappen bestaan. Artikel 3 ziet op de eerste trap, een forfaitair bedrag van f 4.000,-. Deze trap is bedoeld als erkenning van ondervonden leed voor die belanghebbenden die jegens het bestuur van de Stichting aannemelijk kunnen maken ten gevolge van de ramp psychosociale problemen te ondervinden of te hebben ondervonden.

Artikel 4 ziet op de tweede trap van de tegemoetkoming, welke maximaal f 21.000,- bedraagt. De maximum tegemoetkoming (trap 1 en 2 tezamen) bedraagt derhalve fl 25.000,- per belanghebbende. Het gaat in artikel 4 om een tegemoetkoming (dus niet om een volledige vergoeding) in de aantoonbaar gemaakte uitgaven (boven een bedrag van F. 4000, welke niet anderszins voor vergoeding in aanmerking zijn gekomen of nog zullen of kunnen komen. In eventueel ten gevolge van de ramp geleden inkomensschade en of bedrijfsschade wordt niet tegemoet gekomen. Tot de in artikel 4 lid 1 genoemde "andere daartoe geëigende organisaties" worden bijvoorbeeld de luchtvaartmaatschappij EL-AL en de sociale dienst Amsterdam gerekend.


    Artikel 5 Procedure

  1. diegene die voor een tegemoetkoming in aanmerking wenst te komen dient daartoe een schriftelijke aanvraag in. De aanvraag wordt ingediend door middel van een door de Stichting opgesteld inschrijvingsformulier dat bij de stichting (per adres postbus 22544, 1100DA Amsterdam-Zuidoost) verkrijgbaar is.
  2. Het inschrijvingsformulier dient uiterlijk twee maanden na publicatie van deze regeling in de staatscourant ingevuld en voorzien van een handtekening bij de Stichting te worden ingediend.
  3. Dr belanghebbende die een aanvraag doet is verplicht:
    • toestemming te verlenen tot onderzoek naar en in zijn/haar persoonlijke (waaronder medische) gegevens. alsmede
    • desgevraagd of uit eigen beweging aan de functionarissen, die door de Stichting met uitvoering van deze regeling zijn belast alle inlichtingen te verstrekken en alle medewerking te verlenen die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van het verzoek, alsmede
    • desvraagd mee te werken aan een door de Stichting voor de beoordeling noodzakelijk geacht psychologisch onderzoek.

    Voor zover verzocht wordt om een aanvullende tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4 is de belanghebbende tevens verplicht.

  4. op het inschrijvingsformulier aan te geven of en zo ja welke uitkeringen hij / zij reeds in verband met de ramp en de daaruit voortvloeiende gevolgen heeft ontvangen of mogelijkerwijs nog zal ontvangen. De sub a t/m d genoemde verplichtingen zullen op het inschrijvingsformulier worden vermeld.
  5. Door ondertekening van het inschrijvingsformulier verklaart de belanghebbende dat: hij / zij bekend is met deze regeling en de verplichtingen die deze regeling jegens hem / haar in het leven roept.
  6. De Stichting bevestigt de ontvangst van het inschrijvingsformulier schriftelijk binnen een maand aan de belanghebbende.

Toelichting artikel 5:

De belanghebbende ondertekent bij zijn aanmelding een machtiging om inzage te geven in zijn/haar persoonlijke, waaronder medische gegevens. Hij of zij zal desgewenst aan een psychologisch onderzoek door bijvoorbeeld een door de Stichting aan te wijzen onafhankelijke psycholoog moeten meewerken.


    Artikel 6 Besluit bestuur

  1. Het bestuur van de Stichting beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag of een financiële tegemoetkoming ten laste van het hulpfonds aan de belanghebbende zal worden verstrekt en zo ja hoe hoog deze tegemoetkoming is. Indien niet binnen acht weken kan worden beslist, stelt de Stichting de belanghebbende daarvan in kennis en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen wel kan worden beslist.
  2. Een besluit omtrent het al dan niet verlenen van een tegemoetkoming wordt schriftelijk aan de belanghebbende medegedeeld.
  3. Een tegemoetkoming wordt binnen drie maanden na een besluit als bedoeld in bel vorige lid, waarbij een tegemoetkoming wordt verleend, aan de belanghebbende uitgekeerd.

Toelichting artikel 6.

De Stichting beoordeelt het verzoek op basis van de ontvangen informatie, eventueel uitgevoerd onderzoek en op basis van de in deze regeling aangegeven criteria per (categorie van) belanghebbende. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) is van toepassing op de besluitvorming van het bestuur van de Stichting.


    Artikel 7 Bezwaar

  1. De belanghebbende kan binnen zes weken te rekenen met ingang van de dag na die waarop het in artikel 6 genoemde besluit door het bestuur van de Stichting aan hem / haar is bekendgemaakt op de wijze zoals vermeld in artikel 3:41 Awb, tegen dit besluit een bezwaarschrift indienen.
  2. Het bezwaarschrift wordt geadresseerd aan het bestuur van de Stichting Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp, per adres Postbus 22544, 1100 DA Amsterdam-Zuidoost.
  3. De Stichting kent een bezwarencommissie, die het bestuur van de Stichting naar aanleiding van het bezwaarschrift adviseert. Deze commissie stelt haar eigen procedurele reglement vast. Het advies van de commissie is niet bindend. Het bestuur van de Stichting beslist zo spoedig mogelijk na ontvangst van het advies het bezwaarschrift,

Toelichting artikel 7:

Bezwaar (en beroep) is mogelijk op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) Een bezwarencommissie van onafhankelijke deskundigen adviseert omtrent de ingediende bezworen aan het bestuur van de Stichting, die vervolgens een besluit neemt Het bestuur dient in beginsel binnen tien weken na ontvangst van het bezwaarschrift te beslissen. De termijnen van artikel 7:10 Awb zijn van toepassing.


    Artikel 8 Hardheidsclausule

Het bestuur van de Stichting kan in bijzondere gevallen tegemoetkomen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich -naar het oordeel van het bestuur van de Stichting- bij toepassing van deze regeling mochten voordoen.

Toelichting artikel 8:

Het artikel bevat een hardheidsclausule voor gevallen waarin de regeling onbillijk zou uitpakken.

    Artikel 9 Herziening

  1. De Stichting herziet een besluit tot toekenning van een tegemoetkoming of trekt dat in indien de belanghebbende aan wie de tegemoetkoming is toegekend:
    • nadien alsnog een betaling heeft ontvangen, waarmee rekening zou zijn gehouden bij de vaststelling van de tegemoetkoming, of
    • onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft welke heeft geleid tot het te onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de tegemoetkoming.

  2. De tegemoetkoming die als gevolg van een besluit als bedoeld in het eerste lid te onrechte of tot een te hoog bedrag is uitbetaald zal van degene aan wie de tegemoetkoming is uitbetaald worden terug gevorderd.


    Artikel 10 Slotbepalingen

  1. De stichting is belast met de uitvoering van deze regeling. In alle gevallen, waarin de regeling niet voorziet beslist het bestuur van de Stichting.
  2. De regeling kan worden aangehaald als uitkeringsregeling Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp en treedt in werking op het moment van publicatie in de Staatscourant.

Klankbord voor de slachtoffers van de Bijlmerramp
André J. Bos (Ooggetuige Bijlmerramp, woordvoerder van Het Klankbord)
Agenda van de verhoren van de parlementaire enquête over de Bijlmerramp