Het sterven van de aarde door de informatie-economie versluierd


Topics . . . . . SDN homepage

Het klimaat verandert snel. Ons handelen ook?

Over slinkende ijskappen en stinkende politiek

Het is markant hoe geruisloos de jarenlang gekakelde 'onzekerheid' over de klimaatsveranderingen plaats heeft gemaakt voor een politiek van terloopse vermelding van de nu als 'vaststaand' erkende gevolgen. Dat gebeurt natuurlijk niet in mediaberichten of corporale statements over het milieu (dat als hopeloos ouderwets issue in de 'nieuwe economie' natuurlijk niet past), maar in berichten over bijvoorbeeld verzekeringsconcerns en andere handelaren in 'toekomstmarkten': in hun portemonnee merken de verzekeraars maar al te goed dat het noodweer is toegenomen (zodat de premies natuurlijk gaan stijgen), en ook de obligatiemarkt kan door mislukte oogsten klappen oplopen...

Het is natuurlijk niet verwonderlijk dat de organiserende krachten van wel haast liefkozend tiet 'broeikaseffect' is gaan heten geen persconferentie beleggen waar ze bekennen: "Ja, wij hebben jarenlang koste wat kost onze wil doorgedrukt, wij hebben de consumptie en de verspilling als fanatici opgezweept, wij hebben als geen ander het torenhoge bewijs voor de klimaatverandering steeds ontkend en zelfs deskundologen ingehuurd om de publieke opinie te misleiden." In deze zogenaamde 'informatie'-maatschappij zou het bovendien wat wrang zijn een verhaal te blijven verkondigen dat intussen zo flagrant in strijd is met de waarneming van hele bevolkingsgroepen. Over tegenstellingen en dialectiek gesproken...

Want behalve het toegenomen noodweer zijn er nog meer aspecten van de klimaatsveranderingen die moeilijk langs de geijkte weg van dure PR-campagnes weg te poetsen zijn. De smeltende ijskappen en gletsjers overal op aarde, bijvoorbeeld, waarvan door het Amerikaanse Worldwatch-instituut onlangs een onthutsend overzicht is samengesteld, Daaruit blijkt hoezeer de voorspelde smelting van het zee- en landijs in volle gang is; na de jaren 1990 - het warmste decennium ooit gemeten - natuurlijk niet zo verwonderlijk.

    True information

Vooral rondom de Noord- en Zuidpool slinken de ijsvlakken snel, zowel in omvang als dikte, Tussen 1978 en 1996 is de hoeveelheid pakijs in de Noordelijke IJszee - ongeveer even groot als de VS - met zo'n 6 procent afgenomen. Dat is per jaar een verlies van gemiddeld 34.300 km2: meer dan het totale oppervlak van Nederland. Ernstiger nog, in de laatste 30 jaar is de gemiddelde dikte van het ijs van 3,1 tol 1,9 meter afgenomen: een vermindering van ongeveer 40 procent.

Ook bij Antarctica smelt het ijs, tot nu toe vooral het pakijs aan de kusten van liet Antarctische schiereiland, waar het landijs het oceaan 'instroomt'. Drie van deze ijsvlakten (Wordie, Larsen A en Prins Gustav) zijn in de jaren '90 volledig verdwenen, terwijl twee andere (Larsen B en Wilkins) snel in omvang slinken. De laatste jaren zijn grote losgeraakte ijsbergen een groeiend gevaar voor de zuidelijke scheepvaart gaan vormen. Buiten de poolgebieden zijn het vooral de ijsmassa's van de gebergten in de subpolaire streken die door de stijgende temperaturen krimpen. Op alle continenten smelten de gletsjers nu sneller dan ze aangroeien (zie tabel); in het meetjaar 1997-98 was de achteruitgang volgens de World Glacier Monitoring Service zelfs "extreem",

Deze ontwikkelingen zijn om veel redenen erg verontrustend. Vermindering van het ijsoppervlak op aarde kan tot een verdere ontregeling van het klimaat leiden. Witte ijsvlakken kaatsen namelijk veel van de instralende zonne-energie terug, waardoor de planeet gekoeld wordt (het 'albedo-effect'), Verdere smelting van ijskappen en gletsjers kan daarom zichzelf versterkende tempo van stijging op gang brengen, en in het ergste geval een runaway greenhouse effect. (Een soortgelijke terugkoppeling kan ook ontstaan als de stijgende temperaturen tot grote bossterfte leiden, omdat dan veel CO2 in korte tijd in de atmosfeer komt.)

Dit neemt niet weg dal er tegelijk op regionale schaal juist afkoeling kan optreden. Zo lijkt de toegenomen instroom van (zoet) smeltwater in de Noord-Atlantische Oceaan tot een ontregeling van de warme Golfstroom te leiden. In hel ergste geval zou dan het klimaal in WestEuropa meer op dat van het einde van de laatste ijstijd gaan lijken. De laatste jaren zijn er in de wereldwijde oceaanstroming (de zgn. ocean conveyor belt) al grote veranderingen opgetreden; op enkele plaatsen zijn cruciale dieptestromingen zelfs gaan stagneren, met vooralsnog onbekende consequenties.

Een tweede gevolg van de wereldwijde smelting van het landijs is natuurlijk een stijging van de zeespiegel. Dit komt bovenop de stijging die louter door uitzetting van het warmer wordende zeewater wordt veroorzaak. Alsof de verdwijning van diverse eilanden en andere laag liggende gebieden niet erg genoeg is, zal overstroming van kustgebieden (vooral in de industrielanden) tol een enorme zeevervuiling leiden, gezien de vele stortplaatsen die hier liggen.

Drinkwatertekorten zijn een derde gevolg van niet name gletsjersmelting. In Peru, bijvoorbeeld, zijn de 10 miljoen inwoners van Lima voor hun drinkwater op de Quelccaya-gletsjer aangewezen, maar deze krimpt nu met 30 meter per jaar, tien keer sneller dan in de jaren voor 1990. In het noorden van India, een regio die nu al met watertekorten te kampen heeft (zie hoofdartikel), zijn zo'n 500 miljoen mensen voor hun drink- en irrigatiewater van het smeltwater van de Ganges en Indus afhankelijk.

Voordat de situatie echt nijpend wordt, zullen veel van deze gebieden eerst echter door overstromingen getroffen worden. Vooral in de landen rondom het Himalaya-gebergte vormt dit een groeiende bedreiging. In 1995 kreeg Nepal een voorproefje van de toekomst, toen een uitdijend gletsjermeer buiten zijn oevers barstte: de 15-meter hoge vloedgolf dat door het dal raasde zaaide dood en verderf. Bij een tweede meer in het gebied wordt binnen de komende vijf jaar een zelfde soort ramp voorspeld.

Naast de mens zijn er veel andere diersoorten die lijden. Dit geldt niet name in de poolstreken, waar vooral zoogdieren en zeevogels door een verminderd voedselaanbod en slinkend leefgebied getroffen worden. Zo is er de laatste jaren in het noorden van Canada bij ijsberen gewichtsverlies en zelfs uithongering gesignaleerd, het gevolg vooral van een korter wordende 'actief seizoen' op aaneengesloten ijs. Hierdoor worden ook steeds minder ijsbeerjongen ter wereld gebracht. Op Antarctica zijn het vooral pinguïns en zeehonden die door de combinatie van smeltend ijs, stijgende temperaturen en veranderingen in neerslag in hun voortplantings- en eetgedrag verstoord zijn.

Niet door Worldwatch vermeld, maar wel in Polar Biolog), (vol.22, 1999), is het nieuws dat er onder het poolijs actieve virussen van hoge ouderdom zijn 'ingevroren', Bij vrijkoming van deze voorhistorische virussen, waaraan de moderne mens nooit eerder is blootgesteld, kunnen er ongekende epidemieën ontstaan. Het kan natuurlijk ook niet anders dan dat er steeds nieuwe gevolgen van de klimaatsontwrichting aan hel licht zullen komen. Op de gebieden waar het echt op aankomt, is de wetenschap nu on-wetenschap.

    False future

AI deze veranderingen in het klimaal en de ecologie van de aarde hebben dezelfde oorzaak: de hebzucht van weinigen, en de kracht waarmee deze machtige groep rijken zijn perverse visie op handel en economie over de hele wereld probeert door te drukken. Zelfs als de uitstoot van 'broeikasgassen' nu in één keer op een onwaarschijnlijk laag niveau gestabiliseerd zou worden, is een stijging van de zeespiegel met meer dan twee meter niet meer le verhinderen. Ook het menselijke leed dat de steeds heviger wordende stormen veroorzaken - vooral onder de armsten in de arme landen - zal voorlopig alleen maar toenemen. Terwijl de onvermijdelijke constructie van nieuwe zeedijken en andere grootschalige bescherming (voor wie dat kan betalen) gewoon tot verdere zakkenvullerij en 'groei' zal leiden. Het is harder nodig dan ooit dat de werkelijke ernst van de ecologische afbraak alarmbellen aanzet - en dat de overduidelijke oorzaken van deze vernieling op allerlei manieren radicaal aangevochten worden.

    Bronnen

Naam Locatie Gemeten afname van ijs
Arctisch pakijs Noordelijke IJszee 6% kleiner in omvang sinds 1978, met 14% minder vast, dik ijs. Gemiddeld 40% dunner dan 30 jaar geleden.
Groenlandse ijskap Groenland Zuidelijke en oostelijke randen meer dan 1 meter dunner dan in 1993.
Columbia-gletsjer Alaska Sinds 1982 met 13 km geslonken; in 1999 schoot het tempo omhoog van 25 tot 35 meter per dag
National Park-gletsjer Rocky Mountains, VS Aantal gletsjers sinds 1850 van 150 tot minder dan 59 gedaald. Resterend ijs waarschijnlijk binnen 30 jaar verdwenen.
Antarctisch zee-ijs Zuidelijke IJszee. Aan het westen van het Antarctische schiereiland bijna 20% afname van het ijs oppervlak tussen 1973 en 1993. Afkalving gaat onverminderd door.
Pine IJsland-gletsjer West-Antarctica Tussen 1992 en 1996, jaarlijks 1,2 km verschuiving van de grens waar het gletsjerijs de zee instroomt. Jaarlijkse afname van ijsdikte: 3,3 meter.
Larsen B-pakijs Antarctische schiereiland Verloor in 1998 een ijsberg van 200 km2 en in het seizoen 1998-99 nog eens 1714 Km2 (dit seizoen: tot dusver 300 km2).
Tasman-gletsjer Nieuw-Zeeland Sinds 1971 met 3km geslonken (1,5 km sinds l982). Sinds 1971-1982 gemiddeld 200 meter dunner geworden. Door afkalving van grote ijsmassa's verloopt sinds 1991 de afbraak in versneld tempo.
Meren-, Carsten- en
Northwall-gletsjers
Irian Jaya, Indonesia Gemiddelde afname van 45 meter per jaar (1936: 30 meter). Totale krimp sinds 1936: 84%.
Dokriani Bamak-gletsjer Himalaya, India Slonk in 1998 met 20 meter (in de vijf jaar daarvoor gemiddeld l6,5meter). Totale krimp sinds 1990: 805 meter.
Duosuogang Peak Ulan Ula-gebergte, China Ongeveer 60% vermindering van oppervlak sinds de vroege jaren '70.
Tien Shan-gebergte Centraal-Azië 22% vermindering van ijsvolume sinds 1960.
Caucasus-gebergte Rusland 50% vermindering van ijsvolume sinds 1900.
Alpen-gebergte West Europa Sinds 1850 met 35-40% in oppervlak en meer dan 50% in volume afgenomen, in de komende decennia, waarschijnlijk vrijwel gehele verdwijning.
Mount Kenya Kenya Grootste gletsjer sinds 1900 92% in volume geslonken.
Speka-gletsjer Oeganda Slonk tussen 1977 en 1990 meer dan 150 meter (1958-1977: 33-45 m).
Upsala-gletsjer Argentinië Sinds 1940 gemiddeld 60 meter per jaar, en elk jaar sneller.
Quelecaya-gletsjer Andes, Peru Slonk eindjaren '90 met 30 meter per jaar, tien keer sneller dan gemiddeld in de voorgaande decennia.

    Stabilisering van klimaat en wereldbevolking: de twee grote uitdagingen voor de nieuwe eeuw