Antecedentenregister RM . . . . . SDN homepage . . . . Het Pleidooi


    A. v. Velsen

    Rotterdam 26-01-01

    P.a. L. v. Vollenhove 63 - 3706 CB ZEIST

    Onderwerp; bemiddelingsaanbod van de weledele heer Baron P.R.F. Groeninx van Zoelen in de conflictsituatie tussen het ministerie van Justitie en van Velsen.

    Voorbereiding op de bespreking met de officier van Justitie dhr. Mr. P.G. Blanken als vertegenwoordiger van de veroorzakers van de impasse in deze rechteloze ontwikkelingen.

    Op 27-12-99 ben ik opgepakt door de zedenpolitie (recherche) te Rotterdam.

    Op 30-12-99 ben ik "in voorlopige vrijheid gesteld" door de Rechter-commissaris.

    Vervolgens heb ik als gevolg van het criminele optreden van de recherche een groot aantal klachten tegen het politieoptreden omschreven en met behulp vav mijn advocaat bij de politie en vervolgens bij de korpsbeheerder (de Burgemeester) ingediend.

    Deze klachten werden aanvankelijk door de verantwoordelijke functionarissen op een ontmoedigende, leugenachtige wijze alsnog gegrond verklaard.

    Volgens de officier v. Justitie mr. Blanken is Justitie niet op de hoogte van bovenstaande klachtenprocedure en het resultaat hiervan geweest.

    De fouten van de recherche waren van fundamenteel belang voor de beoordeling door de off. v. Justitie, de duur van zijn onderzoek en de door mij bestreden sepotcode.

    Indien het onderzoek degelijk en eerlijk was uitgevoerd had de hulpofficier Harrold Stap nooit de moeite genomen om de zaak door te verwijzen naar Justitie, het was dan niet tot de gewraakte seponering gekomen, dus ook niet tot al deze problemen.

    Op grond van bovenstaande is het onterecht geweest dat er voorlopige hechtenis op mij van toepassing is geweest en alle activiteiten die daarop volgden zijn volstrekt onnodig belastend voor alles en iedereen geweest. In een bekende zaak waarin ook sprake was van aangifte betreffende een dergelijke smerige verdachtmaking is ook sepotcode 1 wegens onterecht als verdachte aangemerkt toegepast, dus als de officier aanvoert dat het onmogelijk is dat ik onterecht als verdachte ben aangemerkt omdat er wel een aangifte, dus bewijs voorligt spreekt hij niet de waarheid en meet met twee maten.

    Op de mededeling van de off. v. Justitie mr. Blanken dat hij niet kan weten of ik mijn vrouw wel of niet verkracht zou hebben omdat "hij niet in de slaapkamer is geweest" antwoord ik dat niemand van een officier van Justitie kan verwachten dat hij een oordeel geeft over iets dat hij niet kan weten. Waarom gebeurt en probeert hij dit dan tegen beter weten in? Zoals ik niet kan en wil weten en verklaren of de off.v. Justitie zijn vrouw onlangs heeft verkracht, dien ik mij van een oordeel te onthouden, de off. daarentegen oordeelt dat er "onvoldoende" bewijs is, wat inhoud dat er bewijs is doch onvoldoende om mij voor de rechter te krijgen. Hij motiveert zijn oordeel op leugens in een valse aangifte.

    De aangifte bevat voldoende leugens om strafbare feiten te kunnen vaststellen die aangeefster een proces verbaal opleveren kunnen, ik heb aangifte willen doen, doch dit werd geweigerd, hieruit kan alleen de vooringenomen handelswijze van politie en Justitie afgeleid worden.

    Meneer de officier men is in Nederland ONSCHULDIG tot het tegendeel is bewezen, ook een OFFICIER van Justitie mag dus niet zeggen dat ik een klein beetje schuldig ben. De door U bedreven werkwijze komt voort uit angst dat er soms een burger een rechtvaardi- ging en een schadevergoeding krijgt en bewezen word dat betrokken ambtenaren fouten en crimineel gedrag te verwijten zijn. Ook de overheid dient verantwoording te dragen voor haar begane misdaden, schade te vergoeden en de schuldigen te bestraffen, zelfs als dit overheidsfunctionarissen zijn.

    Mijnheer Blanken, ik hoop dat er een eind komt aan dit gedoe, mij is bij herhaling zwaar onrecht aangedaan door Justitie en dit was de limit. Politie en Justitie hebben op criminele en kinderachtige wijze zichzelf willen rechtvaardigen, U bent zelfs zover gegaan dat U mij telefonisch voorstelde om in een ziekenhuis te komen i.p.v. in de gevangenis.

    In een ziekenhuis wil ik niet, want ik ben niet gek, dat bedoelde U immers, ik wijs U op het oordeel van de gerechtspsychiater dhr. D v/d Meer die op 07-01-00 evenals psychiater dhr. Schouten en Gerrittse van de T.B.S. kliniek te Utrecht bevestigen dat ik niet gek ben doch zeer belast met deze beschuldigingen. Ik wens dat mij recht gedaan wordt, dat kunt U en de hoofdoff. Mr. L.A.J.M. de Wit. Indien dit niet gebeurd acht ik de overheid immoreel en als criminele organisatie in staat om mij volgens de gewoonten van een totalitair systeem binnen onze democratische samenleving in een gekkenhuis onschadelijk te maken voor Uw praktijken

    Justitie is een gevaar voor mijn aanwezigheid en omgekeerd in de huidige maatschappij, en daarom is het mijn wens om hier een einde aan te maken door in de gevangenis te komen, gezien mijn huidige situatie is het door toedoen van Justitie onmogelijk voor mij om uit Nederland weg te gaan. Rest nog de oplossing een eind aan mijn leven te maken op een manier die de waarheid publiekelijk aan het licht en ter discussie zal brengen.

    De meest voor de hand liggende manier is een plaats in de gevangenis en ik ben bereid om Fl. 20,-- per dag te betalen als bijdrage in de onkosten voor deze dienstverlening onder voorbehoud dat men mij dan ook met rust laat. Doel van de bijeenkomst vrijdag 02-02-01 is mijnerzijds om Justitie mijn standpunt kenbaar te maken en de volgende oplossingen aan te bieden;

    • Wijziging van de sepotcode zoals hierboven omschreven.

    • Aangifte en degelijk onderzoek naar strafbare feiten in de aangifte en verklaringen van mevrouw A.C. Bover-Leon en vervolging hieromtrent.

    • Schadevergoeding op basis van de werkelijke materiële en immateriële schade in redelijke Verhouding tot die behandeling die overheidsfunctionarissen ten deel valt.

    • Ter voorkoming van herhaling wens ik op de hoogte te worden gebracht van de strafmaatregelen tegen de daders van de misdaden tegen mij gepleegd.

    • Absolute geheimhouding van eventuele schadevergoedingen.

        Oftewel zal ik mij in Nederland op geen enkele wijze meer aan welk gezag dan ook onderwerpen, en mij met hand en tand verzetten tegen hen die dit onrecht hebben laten gebeuren en hen die dit actief of passief als direct verantwoordelijke laten voortduren.

        A. v. Velsen