Pensioenen in Nederland: Riant, maar troebel
Pensioenen . . . SDN <====> Kamerzetel 151 . . . Schandpaal . . . Staatsschuld

Nederlander heeft nog 47.000 gulden aanvullend pensioen beschikbaar bovenop de AOW

Door: Jos Teunissen in Hervormd Nederland

Ondemocratisch, betuttelend, extreemkapitalistisch: wanneer worden de Nederlandse pensioenfondsen nu eens echt aangepakt? Een Hollandse ziekte belicht.

In 1960 hadden pensioenfondsen en levensverzekeraars 17 miljard gulden in beheer. Sindsdien is het nationale pensioenvermogen explosief gestegen tot 726 miljard gulden in 1995. Omgerekend was er dat jaar per Nederlander van groot tot klein. meer dan 47.000 gulden aanvullend pensioen beschikbaar bovenop de AOW. Amper twee jaar later beweegt dit astronomische bedrag zich in hoog tempo richting de biljoen gulden. Dat is duizend miljard. ofwel een miljoen keer een miljoen gulden. Uitgaande van de huidige verdubbelingssnelheid zal er rond 2015 ten minste tweeduizend miljard gulden in de nationale pensioenpot zitten. Maar waarschijnlijk is het nog veel meer: het totale pensioenvermogen van de VS verdertigvoudigde al eens in 25 jaar.

Alle zorgelijke verhalen in de media van de laatste tijd over de betaalbaarheid van de pensioenen op de lange termijn (De vergrijzing rukt op - Help. m'n pensioen) zijn flauwekul, want veel te somber. Angst voor de toekomst is stevig in de Nederlandse cultuur verankerd. De fondsen zeggen het zelf ook. ABP-topman J. Neervens repte vorige week bij de presentatie van het jaarverslag van misverstanden hieromtrent: voor deelnemers aan de pensioenfondsen is er tot zeer ver in de volgende eeuw geld zat voor de oude dag.

    Aandelen

Vroeger belegden pensioenfondsen volgens het adagium 'niet alle eieren in één mandje'. Maar tegenwoordig vinden ze dat maar een conservatief standpunt. Sinds een jaar of vijf wordt een steeds groter deel van het totale pensioenvermogen belegd in aandelen. Voor hypotheken. leningen en de aankoop van obligaties bij overheden resteert naar verhouding steeds minder geld. Wel wordt onverminderd veel geld gestoken in kantoren, hotels. winkels en luxe vakantiehuizen in Amerika, Engeland, Duitsland, Frankrijk Spanje en Nederland, maar steeds vaker ook in Azië en Oost-Europa, waar veel meer geld te verdienen valt omdat de lonen er laag zijn en de economische groei hoog.

Belegde PGGM, het pensioenfonds voor werknemers van de zorg- en welzijnsinstellingen, in 1992 nog maar 22 procent van zijn kapitaal in beurspapier, vorig jaar was dat al 47 procent en dat percentage wil men optrekken tot rond de zestig procent. Bij ABP en verreweg de meeste andere fondsen tref je vergelijkbare cijfers: in 1992 werd nog slechts tien procent van de kapitalen in aandelen belegd, vier jaar later is dat ruimschoots verviervoudigd. Ook het ABP wil uiteindelijk naar zestig procent aandelen toe.

De fondsen voeren ter verdediging van hun overstap richting aandelen aan, dat aandelen qua rendement uiteindelijk beter scoren dan welke andere beleggingen ook. En hogere opbrengsten uit beleggingen betekenen dat de premies die de deelnemers aan de fondsen betalen zo laag mogelijk kunnen worden gehouden. Maar de werkelijke reden is, dat de Nederlandse pensioenfondsen niet meer weten waar ze met hun miljarden naartoe moeten. Het financieringstekort van de overheid wordt met het jaar kleiner en Nederlandse bedrijven hebben doorgaans zelf geld zat om te investeren. De miljarden van de fondsen gaan dus naar circuits waar de honger naar kapitaal onverzadigbaar is en de rendementen hoog: de internationale kapitaalmarkten waar de grote wereldconcerns hun fusies, overnames, expansies en reorganisaties financieren.

Is dat niet hachelijk, zo'n groot deel van de pensioenkapitalen op één paard (aandelen) te zetten; beurzen storten nog wel eens ineen? Bij PGGM denken ze van niet. Risico's worden afgedekt met 'een wetenschappelijk verantwoord systeem': het asset liability management, een beleggingsmodel voor aandelen waarin verschillende scenario's. variabelen en risico's zijn ingevoerd. Woordvoerder Alfred Kool; Als een beurs in elkaar klapt, is dat voor ons op zich niet erg. Als aandelen in waarde dalen, kopen wij zelfs extra aandelen omdat ze dan goedkoop zijn en wij de verwachting hebben dat ze wel weer in waarde zullen stijgen.' Met het ALM-model kunnen pensioenfondsen voor een zodanige verdeling van hun beleggingen kiezen, dat ze op termijn de garantie hebben dat ze de verlangde pensioenen kunnen uitbetalen. Kool: Uit onze ALM-studie blijkt, dat we met dertig procent aandelen, tien procent onroerend goed en zestig procent vastrentende waarden aan onze toekomstige verplichtingen kunnen voldoen, waarbij de premies relatief laag kunnen blijven. Ook bij tegenvallende aandelenkoersen of beursinstortingen blijft dit model in tact, omdat er een buffer' in zit van ruim dertig procent.

    Gesloten wereld

Moor een deelnemer die er niets voor voelt dat zijn maandelijkse pensioenpremie wordt gebruikt om de activiteiten van internationale bedrijven te bekostigen, is het uitgesloten dat hij mag meepraten over de aard van de beleggingen. Op papier zijn er bij de fondsen mogelijkheden voor inspraak via de organisaties van werknemers en werkgevers die in de besturen zijn vertegenwoordigd. Maar in feite houden bestuurders van pensioenfondsen hun wereldje gesloten. Ze benomen elkaar of zichzelf via een systeem van coöptatie, in overleg met hun organisaties. Formeel zijn ze aan niemand verantwoording verschuldigd. Er heerst een bestuurscultuur die thuishoort in de negentiende eeuw.

De Amsterdamse hoogleraar sociologie Nico Wilterdink heeft in een studie naar de vermogensverhoudingen in Nederland opgemerkt dat de fondsen tezamen met andere institutionele beleggers en banken een 'nogal ondoorzichtig netwerk vormen dat vrij sterk van de openbaarheid en van openbare politieke controle is afgeschermd' De grote concentratie van kapitalen bij deze instellingen geeft bijzondere machtskansen aan de topmanagers: macht om door het kiezen van bepaalde beleggingen en het afzien van andere het functioneren van de nationale economie en specifieke sectoren daarbinnen te beïnvloeden.'

Wettelijke regulering en toezicht bij wet zijn er wel, maar zijn niet stringent. En dat de positie van de beroepsbestuurders ook mogelijkheden geeft voor persoonlijk gewin. laat zich raden en wordt soms door persberichten bevestigd. De politiek praat wel veel over pensioenen (de Pensioen- en spaarfondsenwet van 1952 wordt herhaaldelijk gewijzigd en er verschijnen de laatste jaren heel wat pensioennota's) en zegt dat een en ander moet veranderen. Nederlanders moeten flexibeler' (eerder of later) met pensioen kunnen gaan, en ook moet er meer 'pensioen op maat' komen en dienen er strakkere regels te komen voor de samenstelling en verkiezing van de fondsbesturen.

Maar de veranderingen zijn slechts marginaal. De verplichte deelneming aan de fondsen staat op zich niet ter discussie, maar moet hooguit anders worden geregeld. Het klachtrecht van deelnemersraden wordt gepreciseerd en iedere deelnemer aan een pensioenfonds mag vanaf 1 januari 2000 kiezen tussen een 'nabestaandenpensioen' of een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen. Marginaal, omdat een nabestaandenpensioen een aparte pensioenvoorziening is.

PGGM-woordvoerder Kool legt geduldig uit dat zijn fonds wordt bestuurd 'door de sector zelf'. Wie individueel invloed wil uitoefenen op het beleid, moet zich dus melden bij de zorg- en welzijnsorganisaties van werkgevers en werknemers. Zij bepalen het beleid. wij voeren het eigenlijk alleen maar uit.' De miljoen deelnemers aan het PGGM-fonds hebben individueel uiteraard geen mallemoer te vertellen over wat er met bun pensioenpremies (lees: uitgestelde loon) wordt gedaan. En de organisaties die het bestuur uitmaken. kijken wel uit ook maar enige verandering na te streven: met de beleggingen verdienen ze goudgeld. Gemiddeld behaalden de 1050 Nederlandse pensioenfondsen (4.4 miljoen deelnemers) vorig jaar op Nederlandse aandelen een rendement van ruim veertig procent, op internationale aandelen ruim 23 procent.

    Hoezo flexibel?

Er komen bij de fondsen maar spaarzaam verzoeken binnen tot uitschrijving Uit het fonds. Een Uit 1949 daterende wet verplicht iedere werknemer in loondienst mee te doen aan het pensioenfonds van het bedrijf. de bedrijfstak of de instelling waar bij werkt. Het bestuur van een pensioenfonds kan weliswaar iemand van die verplichting ontslaan. maar doet dat slechts sporadisch. Zelf je aanvullende oudedagsuitkering regelen zo je die wilt, is voor een werknemer in loondienst vrijwel onmogelijk. Wie in een keer al zijn ingelegde pensioenpremies terugkrijgt kan dat geld gebruiken om de hypotheek op zijn buis versneld af te lossen. te sparen of zelf een verzekering voor de oude dag regelen. De pensioenfondsen zeggen steeds dat lang niet iedereen zo verstandig met zijn geld omgaat. Inderdaad gaat het heel vaak mis als particulieren zelf met hun spaargeld de boer op gaan. Ze laten zich de laatste jaren voor miljarden guldens koopsompolissen aansmeren door handige verzekeraars. In feite kopen ze daarmee geen oudedagsvoorziening, maar doodgewoon een fiscale aftrekpost.

Maar dat neemt allemaal niet weg, dat er tegenwoordig mogelijkheden te over zijn om zelf je pensioenboontjes te doppen. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld. dat iedere werknemer wordt verplicht een percentage van zijn inkomen opzij te leggen op een aparte rekening die door zijn werkgever wordt beheerd. Hij mag zelf bepalen waar zijn geld wordt belegd. Bij verandering van baan neemt de werknemer die pot gewoon mee. Hij is dan ook meteen van het verschijnsel 'pensioenbreuk' af, omdat hij dan zelf spaart. Dat is pas flexibel.

Wie zegt het huidige pensioenstelsel te willen handhaven omdat de (verplichte) deelnemers zo mooi solidair met elkaar zouden zijn, zou zeker een voorkeur voor het Duitse omslagsysteem moeten hebben. Wat is er mooier dan dat iedere huidige werkende per maand een deel van zijn salaris direct afstaat aan een huidige gepensioneerde? Over solidariteit gesproken! Naarmate er minder jongeren komen en meer ouderen wordt dat wel moeilijker omdat het tot hogere premies leidt, maar als er naar verhouding steeds minder werkenden komen en meer gepensioneerden, nemen de risico's voor de fondsen bij kapitaaldekking eveneens toe: de fondsen worden kwetsbaarder bij tegenvallende beleggingsopbrengsten en hogere verplichtingen.

Je kunt tegen die tijd trouwens ook gepensioneerden via een speciale heffing aan de pensioenen van anderen laten meebetalen. Dat is geen gekke gedachte voor wie bedenkt dat het aantal 'pensioenmiljonairs' hand over hand toeneemt en in de toekomst alleen maar zal groeien. Zeer veel vijftigers en zestigers van nu hebben een riant pensioen opgebouwd. Jongere generaties zullen bij de opbouw van hun pensioenrechten veel vaker voor keuzes komen te staan die bun pensioenuitkering zullen versoberen. Overigens: waarom moet je als pensioenbetaler solidair zijn met andere pensioenbetalers? We hebben toch de AOW, een omslagsysteem dat bij uitstek is gegrond op solidariteit? In Duitsland. dat een 'omslag'-systeem kent, zijn de aanvullende pensioenen gemiddeld lager dan in Nederland. Maar daar staat tegenover dat de Duitser over meer eigen spaargeld beschikt. In Nederland heeft het gemiddelde gezin een schuld van vijfduizend gulden. Dure consumptiegoederen als auto's en huishoudelijke apparaten worden hier, meer dan in Duitsland, aangeschaft met geleend geld (doorlopend krediet. tweede hypotheek).

    Informatieplicht

Drie jaar geleden werd het ABP geprivatiseerd. Het kan binnen de Wet pensioenen spaarfondsen en onder toezicht van de verzekeringskamer sindsdien op de kapitaalmarkt min of meer doen wat het wil. In de hele wereld zal het fonds met andere kapitaalverschaffers concurreren om de hoogste rendementen. Uit het jaarverslag van het ABP: 'Europa wordt de thuismarkt voor ABP-Beleggingen. De komst van de EMU versnelt dit proces.

Men mag zich afvragen wat dit marktgeweld nog van doen heeft met het beheer van pensioengelden. Het doel waarvoor het fonds indertijd werd opgericht. De oprichtingsakten reppen helemaal niet over speculeren op de beurs, het is een totaal nieuwe bezigheid voor de pensioenfondsen. Een richtinggevend 'ethisch kader' voor de beleggingen ontbreekt. Dat er ongewild miljardensteun wordt gegeven aan dubieuze bedrijven of regimes. is niet uitgesloten. Het ABP sleutelt intussen ('in navolging van de lijn in de VS en in het Verenigd Koninkrijk') als eerste pensioenfonds aan 'een algemeen kader van uitgangspunten voor zorgvuldig beleggingsbeleid'.

Het pensioenfonds PGGM belegt niet zelf. maar geeft een 'vermogensbeheerder' de opdracht voor een bepaald bedrag te beleggen in aandelen en geeft daarbij vage richtlijnen die misstappen moeten voorkomen. PGGM-woordvoerder Kool zegt het onomwonden: 'We horen wel waar onze gelden worden belegd, maar het maakt ons niet eens zoveel uit in welke bedrijven hij welke bedragen stopt. Als hij maar kan voldoen aan onze doelstelling: rendement behalen. Nou ja. we geven hem we een aantal regels mee. Dat we bijvoorbeeld niet willen beleggen in landen waar vervelende regimes aan het bewind zijn. En ook niet rechtstreeks in de wapenindustrie. Daarbuiten hebben ze redelijk de vrije hand.'

Over de uiteindelijke bestemming van de gelden wordt in de jaarverslagen in concreto niets meegedeeld. De fondsen zouden hierover meer openheid van zaken moeten geven. eventueel via een informatieplicht tegenover de pensioengerechtigden. Stel: de pensioenfondsen financieren voortaan alle infrastructurele wensen van de Nederlandse overheid (Betuwelijn, flitstrein, Schiphol, Maasvlakte). Het onderhoud van de steden, en de gezondheidszorg. Daarnaast gaan ze met hun kapitalen nuttige en renderende projecten in de derde wereld ontwikkelen (havens, wegen. rioleringen, toeristenindustrie). Als de overheid al die uitgaven niet meer hoeft te doen, kunnen de belastingen dus zeer fors dalen. Door de lagere belastingdruk kunnen de inkomens en de sociale uitkeringen omlaag. waardoor arbeid goedkoper wordt terwijl de koopkracht op peil blijft. Zo leveren ze een bijdrage aan het oplossen van de werkloosheid.

PGGM-woordvoerder Kool vindt dit een zeer interessante gedachte. Goed, dat die zo nu en dan wordt uitgesproken, maar vooralsnog hoort ze thuis in de studeerkamer. 'Weet U waarom het zo moeilijk is daar doorheen te komen? Stel, dat PGGM het als enige van allemaal heel anders zou gaan doen. Dan zou dat in bet grote geheel nauwelijks effect hebben, want we zijn met al onze miljarden daar gewoon te klein voor. En als we daardoor een deel van ons geld kwijt raken. kunnen we niet meer aan onze verplichtingen voldoen. Pensioenfondsen hebben eigenlijk maar één doel: ervoor zorgen dat hun deelnemers straks een welvaartsvast pensioen krijgen. Naarmate je een lager rendement hebt. heb je een hogere premie nodig om dat doel te kunnen bereiken.'

    Breder aanpakken

Maar als PGGM het nu eens samen met het ABP, het op een na grootste pensioenfonds ter wereld. en nog een paar andere grote zou doen? 'Nee. je moet het nog breder aanpakken. In Europees verband. ja. Je kunt het wel met elkaar bespreken, maar wil je dit soort plannen uitvoeren, moet je een breed draagvlak hebben. Maar ik ben er voor mezelf wel van overtuigd dat we in de toekomst moeten gaan werken in de richting die u aangeeft.'

Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds maakt zich er bij monde van woordvoerder Michel Meijs nogal makkelijk vanaf: 'Als je belegt in aandelen, dan investeer je toch in een bedrijf? Dan stel je toch kapitaal beschikbaar waarmee dat bedrijf iets doet? En ondernemen is toch zeer belangrijk voor de samenleving? U moet niet vergeten dat het ABP alleen al aan Nederlandse bedrijven 25 miljard beschikbaar heeft gesteld via beleggingen in aandelen. En dan heb ik het nog niet eens over de enorme leningen die we verstrekken aan bedrijven en overheid. Dat komt allemaal terecht in de economie, die daarmee een enorme stimulans krijgt. Hoe bedoelt u: niet investeren?' Op onze tegenwerping dat er van dit in directe 'investeren' vooral 'marktwerking' uitgaat en geen maatschappelijke sturing geeft Meijs het van pensioenfondsen gebruikelijke standaardantwoord op kritiek: 'Het ABP is een enorme spaarpot toevertrouwd. We moeten ervoor zorgen dat die pot goed renderend wordt belegd, zodat de deelnemers aan ons fonds later het pensioen krijgen waar ze recht op hebben. Wij moeten op de lange termijn onze verplichtingen kunnen nakomen. Dat is heel iets anders dan een investeerder. die op de korte termijn winst wil zien. Wij moeten op een lange termijn rendement halen. Onze beleggingen zijn afgestemd op verplichtingen op de lange termijn.'

Jos Teunissen




De grootste pensioenkapitalist ter wereld


Vanwaar toch die dwang tot sparen die de Nederlanders zichzelf via de wet opleggen? De psychoanalyticus Erich Fromm meende dat het calvinisme niet zozeer de expressie van individuele bevrijding is. maar juist de (religieuze) uitdrukking van de angst voor vrijheid. De Renaissance had de vrijheidlievende mens een verlichtende opening geboden uit de verstikkende katholiek feodale Middeleeuwen. Het verlies aan sociale cohesie leidde echter tot angsten. Fromm verstaat de leer van Calvijn als een regressie die voortkwam uit de verwerking van die angsten. De mens moest snel een einde maken aan de bloei van het humanisme in die dagen. In plaats daarvan zou de mens zijn vitale vrijheidsinstincten moeten onder drukken en zijn nieuw verworven humanistische geest moeten beteugelen. Een ingetogen. sobere levensstijl zou de mens daarbij helpen.

Het vele geld dat de Hollanders met de handel binnenhaalden. werd niet uitgegeven aan aardse geneugten, maar als spaargeld voortdurend geherinvesteerd. De opeenhoping van handelskapitalen die daarvan het gevolg was, leidde ertoe dat de Nederlanders een voortrekkersrol gingen spelen in de ontwikkeling van het kapitalisme. Nu de gouden tijden van het ondernemen voorbij zijn vanwege gebrek aan nieuwe afzetmogelijkheden voor producten. worden de enorme spaaroverschotten niet meer geïnvesteerd maar belegd, en wel zo risicoloos mogelijk. In de renteniersstaat die Nederland is geworden, wordt de onthouding met het oog op de toekomst ieder jaar weer beloond met een genade Gods in de vorm van rente, dividend of ander rendement. De uitvoering van dit volkskapitalisme hebben de Nederlanders in handen gegeven van 'institutionele beleggers', pensioenverzekeraars, banken en verzekeringsmaatschappijen.

Gezamenlijk maakten ze van Nederland de grootste pensioenkapitalist ter wereld. Die positie heeft een bedenkelijke kant, omdat het almaar uitdijende financiële circuit grote risico's inhoudt. Er is wereldwijd nu al tien keer meer geld in omloop dan er aan waarde aan goederen en diensten tegenover staat. Om welvaart voor de hele mensheid te bewerkstelligen, moet er veel meer worden geïnvesteerd in de productie van goederen en diensten. Door de jacht op aandelenwinsten wordt er evenwel steeds minder in productie geïnvesteerd.