DEN HAAG,
zaterdag
Nederlandse
SFIR-militairen zijn in Irak blootgesteld aan het radioactieve en
zeer giftige
uranium. Het
incident blijkt twee weken geleden te hebben plaatsgehad in het dorp
As Samawah in de provincie Al Muthanna, tijdens het onschadelijk
maken van munitie waarin verarmd uranium was
verwerkt. Stilhouden Het
ging om een acht centimeter dikke granaat die in een zogeheten
demolitieput werd opgeblazen. Het ministerie van Defensie bevestigde
gisteren dat daarbij verarmd uranium is vrijgekomen, maar wilde het
incident stilhouden om geen paniek te
zaaien. In
totaal zijn tien bommenruimers van het Explosieven
Opruimingscommando (EOC) met de radioactieve stof in aanraking
geweest. Volgens het ministerie
zou het niet om een levensbedreigende hoeveelheid straling
gaan. URANIUM
'Alle veiligheidsprotocollen zijn direct in werking gesteld', meldde
een Defensie-woordvoerder. Vanuit Irak zijn
direct urine- en neusvochtmonsters naar het Militair Geneeskundig
Hospitaal en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) gestuurd. Alle betrokken militairen zijn inmiddels op de
hoogte gesteld van de uitslag van de onderzoeken. 'De dosis uranium
mag je gelijkstellen aan achtergrondstraling', aldus de zegsman van
Defensie. 'We zien geen reden om de veiligheidsvoorschriften aan te
scherpen. Dergelijke zaken kunnen nu eenmaal in een uitzendgebied
plaatsvinden.'
De
militaire vakbond AFMP/FNV is echter woedend dat Defensie het
incident niet heeft gemeld. 'Een buitengewoon kwalijke zaak', stelt
voorzitter Wim van den Burg. Vreemd ook, temeer omdat er zoveel te
doen is geweest rondom het verarmd uranium in dat deel van Irak,
waar onze eenheden zitten.'
|
|
Van
den Burg doelt hiermee op het Tweede-Kamerdebat in juni over de
uitzending van de Nederlanders. De regering beweerde toen dat er in
de Iraakse provincie Al Muthanna geen verarmd uranium zou zijn
gebruikt. Onderzoeksjournalisten spraken dit later tegen.
De Socialistische
Partij (SP) liet gisteren aan deze krant weten nog dit weekeinde
schriftelijke Kamervragen te zullen stellen. 'Het is niet de eerste
keer dat Defensie iets in de doofpot wil stoppen', zegt Agnes Kant,
SP-woordvoerster Gezondheidszorg. 'Het gaat hoe dan ook om uranium.
Deze zaak is te ernstig om tot na het kerstreces te laten wachten.'
Een van de taken van
onze SFIR-troepen in Irak is het verzamelen en opruimen van
achtergelaten
munitie.
Over de
vraag hoe schadelijk de gezondheidseffecten van besmetting met
verarmd uranium kunnen zijn, zijn wetenschappers het niet eens.
Verarmd uranium is een afvalstof die vrijkomt bij de productie van
verrijkt uranium. Het spul is volgens deskundigen 40% minder
radioactief dan verrijkt uranium. De chemische vergiftiging kan
vergeleken worden met die van lood en
cadmium.
Het
documentatie- en onderzoeks-centrum kernenergie Laka wijst erop dat
juist de stofdeeltjes van verarmd uranium het grootste risico
vormen. 'De meeste radioactieve stofdeeltjes (uraniumoxiden) die
vrijkomen nadat munitie van verarmd uranium is geëxplodeerd, zijn
slecht of niet oplosbaar en hopen zich op in ons lichaam,
bijvoorbeeld door inademing. De stoffen die wel oplossen, verlaten
het lichaam snel, maar kunnen bij overmaat schade toebrengen aan de
nieren.'
|