Aanklacht tegen het gevangeniswezen in Nederland, oftewel de Nederlandse Staat (PDF)
IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . Paul Quekel . . Woekerpolissen

Uitdragen kernwaarden van de rechtsstaat? Stel vragen...!!


Reportage – Gevangen in verdriet

 

Door Amanda Hachmang

Het is dinsdag 22 mei 2012 en rond een uur of acht broeit de warmte van de dag nog na. Toch voelt het kil aan als ik de auto uit stap. Gedurende de autorit van station ’s-Hertogenbosch naar hier heb ik nagedacht over de vragen die ik wil stellen. Nu staan we op de parkeerplaats. Voor mij doemt een enorme muur op met hekken en prikkeldraad eromheen. Overal staan lantaarnpalen en camera’s om de boel te verlichten en in de gaten te houden. In het achterliggende bos wandelt een verliefd stelletje. Verder is de omgeving grauw en koud en bekruipt mij een beklemmend gevoel; niet alleen vanwege de nabijheid van het voormalige werkkamp Vught.

Lichtelijk nerveus loop ik richting een grote lichtblauwe muur met een deur erin. We geven onze naam door en worden binnen gelaten. Daar komen we in een afgesloten buitenruimte waar we al onze spullen (inclusief jas, tas en losse dingen) in een kluisje moeten doen. Het enige wat mee naar binnen mag is wat kleingeld voor de frisdrankautomaat. Eenmaal binnen voelt het alsof we door de douane moeten op Schiphol. Accessoires moeten af en in een apart bakje gelegd worden en mijn Id-kaart wordt tijdelijk ingenomen. Verschillende bewakers kijken toe hoe het detectiealarm continu af blijft gaan, zelfs nadat ik mijn schoenen heb uitgetrokken. “Vind je het oké als je wordt gefouilleerd door een vrouw in een aparte ruimte? Het zou kunnen dat het je bh is, die blijft piepen”, vraagt een bewaker. Ik ga ermee akkoord en loop achter een kort gekapte en ietwat mollige vrouw aan naar een aparte ruimte. Ze vraagt of ik hier al eerder ben geweest. “Nee, en ik denk dat dit de eerste en gelijk de laatste keer is”, zeg ik. Een andere vrouw met lang haar in een staart komt mij fouilleren en laat me daarna snel weer gaan. Eindelijk mag ik naar binnen. Ik sta in de bezoekersruimte van de gevangenis in Vught.

Voor mij staan lange tafels met stoelen aan beide kanten. Daar tussenin zitten alleen mannelijke gedetineerden. Aan weerszijden van de tafels zijn lage hekjes waardoor de gedetineerde er niet zomaar uit kan. De bezoeker kan tegenover een gedetineerde gaan zitten; ze worden gescheiden door een houten blok ter hoogte van de navel. Overal dartelen kinderen rond en er zijn voornamelijk vrouwen aanwezig. Er heerst een beklemmende en vreemde sfeer. Bewakers houden iedereen in de gaten en er zit er een in iedere hoek van de ruimte.

Helemaal achterin staat een oude, grijze man in een witte blouse. Hij zwaait kort naar ons en glimlacht terwijl we dichterbij komen. Het is Paul Quekel, 68 jaar en veroordeeld tot 12 jaar cel. Samen met het echtpaar Dorrestijn, goede bekenden van Quekel uit het verleden, ben ik bij hem op bezoek.

Via mijn docent Binnert de Beaufort, vroeger werkzaam bij de redactie van Quote, hoor ik voor het eerst van het bizarre verhaal van Quekel. Het intrigeert me vanaf het begin en ik onderneem stappen om met hem in contact te komen. Ik pleeg een telefoontje naar het advocatenkantoor Knoops, waar Quekel vertegenwoordigd wordt door advocaat Geert-Jan Knoops, en krijg na een paar dagen te horen dat Quekel mij graag te woord staat. Het advies is om contact op te nemen met de Penitentiaire Inrichting in Vught en mijn verzoek voor een interview voor te leggen.. Ik wil graag bij hem op bezoek, maar dat is nog niet zo eenvoudig en ik word doorverwezen naar het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De persvoorlichter daar vertelt mij dat ik ‘weinig kans maak’. Ik besluit een brief te schrijven naar de directie van de gevangenis. Een aantal weken later word ik ineens door het Ministerie van Veiligheid en Justitie gebeld. Er wordt me verteld dat ik geen interview mag doen met Quekel in de gevangenis. Na een kort baalmoment hoor ik mezelf zeggen: “prima, dan ga ik toch gewoon naar zijn bezoekuur?” “Dat mag mevrouw, we kunnen u niet tegenhouden”. Meteen na het gesprek bel ik Leo Dorrestijn op, met wie ik al een aantal keer contact heb gehad over Quekel. Hij regelt meteen dat ik op de bezoekerslijst van de daaropvolgende week kom te staan.

En dan is het zover. Ik zit tegenover deze ‘zware crimineel’ in de bezoekersruimte. Quekel verwelkomt me op een warme manier en ik vraag hem hoe het met hem gaat. “Redelijk, maar het is nog steeds bizar. Ik ben een man van 68 jaar die eenmalig iets mogelijk verkeerd heeft gedaan in een vlaag van verstandsverbijstering en nu zit ik hier”, zegt hij met blauwe ogen waar de triestheid in getekend staat. Even bij het begin beginnen.

Miljonair

Paul Quekel begint zijn carrière bij de gemeente Den Bosch in 1963. In 1964 trouwt hij met Coby en krijgt twee kinderen, een jongen en een meisje. In 1978 start hij zijn eigen bedrijf in de automatiseringsbranche, dat na een aantal jaar op zijn hoogtepunt een omzet van 50 miljoen gulden per jaar haalt. Quekel wordt een rijk en gevierd man en gaat om met de top van de zakenwereld en vooraanstaande politici van het CDA.

Eind 1989 wijst zijn tussenpersoon hem erop dat het slimmer is om van zijn veilige spaardeposito bij de ABN Amro over te gaan naar beleggingspolissen bij Delta Lloyd. De beurzen zijn ‘skyhigh’ en iedereen belegt. Niets kan er misgaan. Uiteindelijk volgt Quekel zelfs het advies op om onroerend goed te kopen van Delta Lloyd waarbij hij de hypotheek met zijn verzekerings- en beleggingspolissen voor zijn pensioen moet verbinden. “Dat is achteraf de grootste fout geweest”, zegt hij nu.

Woekerpolis

Quekel komt er na een paar jaar achter dat hij flink wat geld heeft verloren door zijn beleggingspolissen (nu bekend als ‘woekerpolissen’). Het gaat om een verlies van 700.000 euro. Een schikking met Delta Lloyd van 80.000 euro wordt door hem in 1996 van de hand gewezen. Quekel, die zichzelf omschrijft als iemand die slecht tegen onrecht kan, begint een rechtszaak tegen Delta Lloyd. En daarop volgt zijn jarenlange strijd tegen Delta Lloyd. Hij wordt vertegenwoordigd door advocaat Geert-Jan Knoops en doet er alles aan om juridische erkenning te krijgen voor, zoals hij het zelf zegt, het feit dat Delta Lloyd bedrieglijke producten verkocht en daardoor een criminele organisatie is. Ondertussen vliegen de miljoenen de deur uit, verkoopt hij het onroerend goed met een flink verlies, verliest hij alle rechtszaken in hoger beroep en zijn eer. De uiteindelijke schade bedraagt ruim € 13 miljoen. “Als ik al die rechtszaken gewonnen had, was ik nu de beste man, papa en opa van de wereld geweest”, zegt hij met een verdrietig gezicht. Op een gegeven moment wordt gedreigd door Delta Lloyd dat er beslag gelegd kan worden op de eigendommen van zijn vrouw en kinderen, omdat zij medepartijen zijn in de woekerpolissen. Dan geeft zijn vrouw Coby aan te willen scheiden; ze kan niet meer leven met de situatie waarin ze verkeren en is de vele rechtszaken tegen Delta Lloyd zat. Twee weken voordat Coby aangeeft te willen scheiden, beseft Quekel dat zijn bankrekening leeg is.

Brand

Bij het regelen van de scheiding en het opstellen van een convenant samen met zijn kinderen en vrouw, wordt er veel geruzied. Volgens fietsvriend en raadsman/zaakwaarnemer Dorrestijn leidde de combinatie van allerlei factoren tot de gruwelijke daad die Quekel vervolgens beging. ‘Zijn bankrekening was leeg, hij had weer moeten wachten op een spannende uitspraak van zijn zaak tegen Delta Lloyd, het huis was te koop gezet, zijn vrouw wilde van hem scheiden.’ Die fatale ochtend, in mei 2009, had hij nog aan de keukentafel gezeten in het huis van Dorrestijn. ‘Hij keek tamelijk wazig uit zijn ogen na een aantal slapeloze nachten, en reageerde afwezig op wat ik zei.’ Een paar uur later wordt Dorrestijn door Quekel gebeld terwijl hij in de supermarkt staat. “Coby is verbrand”, hoort hij. Vlak daarna komen brandweer en ambulance hoorbaar met zwaar geschut aanrijden.

Het is Quekel allemaal teveel geworden en in een moment van gekte, zoals hij het zelf noemt, vraagt hij zijn vrouw naar hun villa in Waalwijk te komen om wat papieren  te tekenen. In het kantoor van Quekel krijgen de twee ruzie en gooit hij benzine voor haar voeten, verklaart het slachtoffer later. Volgens Quekel vat dit op een bepaald moment vlam en binnen een paar tellen staat het hele huis in de fik. Het vuur grijpt razendsnel om zich heen, waarna Quekel zijn vrouw via het balkon naar buiten duwt en zelf op het balkon blijft wachten. Op de brancard schijnt hij gezegd te hebben dat “hij het heeft gedaan, maar dat zijn vrouw niet dood moest en dat hij dit niet heeft gewild”; een uitspraak die later in de rechtszaak wordt gebruikt als een van de bewijzen, hoewel er mogelijk ook andere uitspraken van hulpverleners zijn opgetekend; bijv. dat hij zei niet te willen scheiden.

Na 5 weken op sterven te liggen en 2 maanden in coma, wordt Quekel wakker in het brandwondencentrum te Antwerpen. Daar hoort hij van zijn zus wat er is gebeurd en hij besluit per direct al zijn bezittingen af te staan aan zijn vrouw. De scheiding was toen nog niet uitgesproken. Beiden hebben de ramp overleeft, alhoewel zijn vrouw voor 41% verbrand is en hijzelf 36% zware brandwonden heeft op zijn onderlichaam en armen. Zes weken na zijn ontwaken in Antwerpen, wordt hij opnieuw in arrest gesteld en via een omweg langs gevangenissen in België en Scheveningen, belandt hij uiteindelijk in Vught.

Straf

Emotioneel en met haperende stem vertelt Quekel zijn verhaal. Hij vindt het vooral moeilijk om over zijn ex-vrouw en kinderen te praten. Hen ziet hij pas weer in de rechtszaal waar hij wordt gedaagd voor poging tot moord, het in de brand zetten van zijn villa en het in gevaar brengen van een naastliggend huis. Hij krijgt 10 jaar cel, maar gaat in hoger beroep mede vanwege een onjuist rapport van het Pieter Baan Centrum. In maart 2012 leidt dit tot een klap in het gezicht van Quekel. Hij was door prof. De Ruiter verminderd toerekeningsvatbaar verklaard, maar krijgt er van de rechtbank 2 jaar bij. 12 jaar is de maximale straf voor poging tot moord. Volgens advocaat Knoops is dit “onterecht, omdat onvoldoende acht wordt geslagen op de mate van toerekeningsvatbaarheid van de heer Q en de psychische druk waaronder hij handelde”. De zaak gaat nu in cassatie, wat in het ergste geval nog twee jaar kan gaan duren. Knoops gaat pleiten voor vrijspraak dan wel ontslag van rechtsvervolging, omdat zij het niet eens zijn met de bewezenverklaring van ‘poging tot moord’ terwijl er volgens hem niet bewezen is dat er met voorbedachte rade is gehandeld. Dorrestijn heeft als getuige vermeld dat er 18 aanwijzingen zijn waaruit kan blijken dat er geen voorbedachte rade of planmatig handelen mag worden aangenomen. Ook psycholoog Heijster kwam tot een andere conclusie dan opzet.

Gemis

Quekel is een charmante, alleraardigste man en zit ietwat nerveus tegenover me. Met een bijna fotografisch geheugen lepelt hij moeiteloos allerlei data, adresgegevens en andere informatie uit het verleden op. Hij lijkt in niets op een barbaar die met opzet zo’n gruwelijke daad beging. Zelf zegt hij het allemaal niet meer zo goed te weten. Hij noemt het een wanhoopsdaad in een vlaag van verstandsverbijstering, maar gelooft zelf niet dat hij dit met opzet heeft gedaan. “Het ergste is niet dat ik hier in de gevangenis zit; het is dat ik met een enorm verdriet en schuldgevoel moet leven en dat ik mijn kinderen en kleinkinderen niet meer zie.” Elke dag wordt Quekel om half 5 ’s middags in zijn cel opgesloten, alleen gelaten met zijn gedachten, tot de volgende ochtend aanbreekt. “Overdag ga ik naar de afdeling onderwijs voor mijn rechtenstudie en werk daarna meestal in ons tuintje en ’s avonds ga ik soms met medegedetineerden koken.” De volledig aan lager wal geraakte Quekel wordt goed behandeld door de bewakers. “Ze hebben echt hart voor hun werk en behandelen ons met respect.” Wel is het soms moeilijk om tussen al die grote criminelen zoals Sander V. en Benno L. te zitten. “Gisteren werd Robert M. binnengebracht. Hij kwam uit de rechtszaal in Amsterdam waar hij net zijn straf had gehoord en daarna een bekertje water naar de rechter gooide. Hij werd daarom meteen in de isoleercel gezet en wij (de gedetineerden) moesten een halfuur eerder van de luchtplaats af in verband met zijn komst.”

Eén keer in de week komt er iemand bij hem op bezoek. Vooral zijn zussen, zijn tante Corrie met nichtje, en het echtpaar Dorrestijn wisselen dit met elkaar af. Dorrestijn: “ik probeer met hem ook te praten over het leven buiten, want anders wordt het iedere keer zo’n moeilijk gesprek.” De vrouw van Dorrestijn heeft ervoor gezorgd dat ze op bezoek gaan bij Quekel en contact met hem houden. “Mijn eerste reactie was dat ik hem nooit meer wilde zien na zijn daad, maar mijn vrouw zei dat niet iedereen hem kon laten vallen.”

Boos

Door alle proceskosten, de gedwongen verkoop van het onroerend goed, het lenen van geld aan anderen en problemen met een onterechte belastingaanslag, is Quekel zijn volledige vermogen kwijtgeraakt. Geert-Jan Knoops behandelt zijn zaak tegenwoordig pro-deo. Nog steeds is Quekel boos op Delta Lloyd en houdt hij hen medeverantwoordelijk voor de financiële schade die hij heeft opgelopen. De laatste rechtszaak ligt nu bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en Quekel heeft onlangs nog een aangifte tegen Delta Lloyd ingediend wegens ‘oplichting’. Op mijn vraag of hij het zo weer zou hebben gedaan, zegt hij: “nee, ik had gewoon mijn verlies moeten nemen. Achteraf had ik niet moeten procederen tegen Delta Lloyd, want dan was het misschien nooit zo ver gekomen allemaal. Maar er is nu toch geen weg meer terug.” Delta Lloyd geeft in een schriftelijke verklaring aan niet te willen reageren op een zaak die nog onder de rechter is.

Het afscheid valt me zwaar. Quekel wordt als laatste uit de bezoekersruimte begeleid en blijft lang naar ons zwaaien met een treurige uitdrukking op zijn gezicht. “Nu is het weer een week wachten voor hem”, verzucht Leo Dorrestijn. Een week waarin de dagen langzaam voorbij kruipen en je moet leven met een voortdurend schuldgevoel en groot verdriet in een van de zwaarst bewaakte gevangenissen in Nederland. Als ik na ruim een uur weer buiten sta en het verliefde stelletje zie teruglopen, besef ik ineens dat die vrijheid niet zo vanzelfsprekend is.

1 Comments to “GEVANGEN voor een misdrijf, een systeem wat de bijbel niet kent als zodanig!”

  1. Truthseeker says:

    Dit is ook al zo’n indrukwekkend geschreven stuk, lees ook het comment van Theon
    http://www.anarchiel.com/index.php/display/de_geruisloze_zuivering

    Ik heb respect voor degenen die deze meneer zo trouw blijven bezoeken en ik blijf bij mijn mening dat er meer criminelen in vrijheid leven, dan in de gevangenis, waar ze horen. Grote bedrijven zijn zo rijk en daardoor machtig, en nog blijven mensen opkijken tegen dit soort types die misbruik maken van hun kracht, die meestal gestolen is van anderen. Tenminste, nog wel. Veel sterkte gewenst voor meneer Quekel, hij is allerminst te benijden.

    Commentaar R.M. Brockhus: In de PI-Vught hebben in 2012 vijf gevangenen zelfmoord gepleegd, wat veel zegt over ons zogenaamde humane en luxueuze vergeldingsapparaat om de samenleving genoegdoening te geven voor misstappen van vaak niet-criminele burgers die in de fout zijn gegaan. Geëxtrapoleerd naar het totaal aantal gevangenen in Nederland komt dat uit op ca. 80 zelfmoorden per jaar. De Tweede Kamer zwijgt daarover in alle talen. Denemarken doet het veel en veel beter. We kunnen wat leren.


Steun SDN op bankgiro NL93 RABO 0339 9134 44 Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres:
sdn@planet.nl
Internet site: http://www.sdnl.nl/quekel-verdriet-in-de-gevangenis.htm