De Rotterdamse economen Bert de Groot en Philip Hans Franses stellen in economenblad ESB, dat vandaag verschijnt, dat de economie in Nederland in een echte recessie zit. Zij baseren zich op cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en berekeningen van het aantal ingehuurde uitzendkrachten van uitzendbureau Randstad. Het aantal tijdelijke personeelsleden dat bedrijven inhuren, is een goede voorspeller van de stand van de economie.

De economie lijdt onder meer onder een gebrek aan koopkracht. De sterk gestegen pensioenpremies en de oplopende werkloosheid hollen de koopkracht uit. Vorig jaar hadden consumenten netto 1,4 procent minder te besteden dan een jaar eerder. In 2003 was de daling nog groter, 2,7 procent. De koopkracht is na drie jaar van dalingen terug op het niveau van 2000, blijkt uit cijfers van het CBS.

Zijn Europese evenknie Eurostat becijferde donderdag dat Nederland nu de geringste economische groei van alle 25 landen in de Europese Unie kent. Nergens anders daalde welvaart in het eerste kwartaal met 0,5 procent. Alleen Italië (min 0,2 procent) en Malta (min 0,1 procent) komen in de buurt.

De lonen in Nederland stegen vorig jaar met 1,4 procent en het inkomen uit sociale uitkeringen en pensioenen zelfs met bijna 3 procent. Van deze inkomensstijging bleef echter niets over omdat huishoudens veel meer kwijt zijn aan belastingen en premies. 'Vooral de stijging van de pensioenpremies met 9 procent hakt er fors in', zegt CBS-econoom Michiel Vergeer. 'Bovendien verloren in 2004 honderdduizend werknemers hun baan. Die voelen dat in hun portemonnee.'

In tegenstelling tot het koopkrachtverlies van consumenten nam de winst van het Nederlandse bedrijfsleven toe. De nettowinst steeg met zeven miljard euro naar 60,8 miljard. De winsttoename is door de bedrijven gebruikt voor hogere uitkeringen aan aandeelhouders, hogere investeringen en voor de versterking van hun balans.

Nederlanders staken zich in 2004 dieper in de schulden. In totaal stegen de schulden van de huishoudens met ruim 44 miljard euro naar 536 miljard euro. Particulieren sloten vooral veel hogere hypotheken af en leenden daarnaast meer geld bij banken, creditcardmaatschappijen en postorderbedrijven.